AUTEUR : Alie Hoogenboezem de Vries Welke maat.....
.
WELKE MAAT...
hij zei: "Niet al te groot" Ze vormde met haar hand een bol "Zo groot als een meloen?" "Nee mevrouw, ze moet met heel wat minder doen" "Wellicht de grootte van een appel, of kleiner nog, een peer?" De man zuchtte diep en zei "Nee, was het maar wat meer" Verbaasd vroeg de verkoopster "Is het dan de grootte van een ei?" "Ja, dat is het bijna, maar dan wel gebakken" zei hij erbij
dertig was ik (in 1963 was ik niet lelijk) de vrouw die me fotografeerde zei: nu moet je aan mij denken ontspan je lippen
een gescheiden vrouw met vier aardige katten maar even dominerend als mijn Duitse hospita dus hield ik flink afstand
ze had een donkere kamer waarin ze mij heeft ontwikkeld zelfs uitvergroot (later ingelijst hoelang heb ik op haar buffet gestaan? wat heeft ze ernaar starende gedaan?)
onlangs toonde ik iemand die foto hij vroeg: is dat je zoon?
Ik sta al lang niet meer vooraan, als er stoeten door de straten gaan. Ik moet luisteren naar bomen en niet naar mensen, die komen. Ze komen, de mensen, en gaan voorbij in gelederen van dwazen, maar de élite onder hen, voor mij, zijn zij, die in koperen buizen blazen.
Mijn lichaam rust, je bent zoals zo vaak in mijn gedachten
.
Mijn lichaam rust, je bent zoals zo vaak in mijn gedachten Twee-derde van mijn tijd moet ik nog wachten en wachten doe ik van uur tot uur Mijn lichaam ligt ontspannen achterover Mijn handen als een koestering om mijn schoot Een verre toren laat twee slagen los de wind brengt het geluid de kamer binnen En dan ineens... heb ik mijn kind gevoeld! Het is alsof een zeedier 't zand omwoelt..
Een knuffel van een beer wil ik nooit meer. Zie mij hier eens staan met mijn verscheurde kleren aan! Volgende keer kies ik zelf wel een dier, dan heb ik misschien meer plezier.
Ze spiegelt zich in ronde vormen truitjestrekkend naar haar buik maar haar vrouwzijn blijft verborgen achter zwartomrande ogen sterrenstralend in het glas waar ik zoek naar steelse blikken van wat gisteren kind nog was
Straks zullen de verhalen komen maakt ze mij tot deelgenoot en dan streel ik speels de lokken van haar vurig rode wangen stil genietend van haar blik als ik haar weer weet te vinden maar als vrouw nu net als ik
AUTEUR : Alie Hoogenboezem de Vries Vanuit zijn hart...
.
VANUIT ZIJN HART.
Hij is zo'n opa, die ieder kind wel wil, zo'n opa die wandelt, babbelt en speelt Gaat fietsen met mooi weer, met geduld blokken stapelt voor haar, keer op keer Die straalt, als hij zijn meisjes ziet, van ieder moment met hen geniet Die zelf een poppenhuis, een boerderij of loopfiets bouwt Geen opa van dure kado's om indruk te maken....deze opa weet zijn kleindochters met liefde en aandacht te raken
In een rumoerige pub te London verdronk ik mn eeuwig liefdesverdriet in blond bier terwijl mn ogen een meisje van plezier als leeuwenvoer verslonden. Het was een lekkere griet.
Dus strubbelde ik niet tegen toen wij ons wat later in een zolderkamer bevonden waar zij en een rubbertje mij drie kwartier genot schonken.
En al ben ik niet voor de sex om de sex, ik vergat holderdebolder mn ex.
Ik voelde zelfs de vonken die sfeervol oversprongen bij het dierlijk blubberen van haar sluitspier-reflex.
"Lieve God", schreef het ventje van acht jaar "Ik vind u best een beetje raar U stuurt steeds nieuwe baby's en die worden dan weer groot, maar de mensen waar we al van hielden, die gaan dood!
Lieve God, waarom mogen die niet langer bij ons zijn, dat maakt me aan het huilen... Lieve God, ik begrijp echt niet, waarom u ze wilt ruilen!"