Een vriend vroeg mij de volgende teksten te kalligraferen. Ik geef je een talisman. Wanneer je twijfelt of wanneer je ik zich teveel opdringt, probeer dan dit: Herinner je het gelaat van de armste en de zwakste persoon die je ooit ontmoette en vraag je af of wat je van plan bent voor hem nuttig zal zijn. Zal hij er mee vooruitgaan? Zal het hem controle over zijn leven en zijn toekomst teruggeven. Anders gezegd, zal het de miljoenen mensen die honger hebben in hun lichaam en geest leiden tot de swaraj (vrijheid). Dan zal je je twijfel en je ik zien wegsmelten. (een van de laatste notities van Gandhi (1948) In het midden van die tekst, komt de volgende gedachte van père Joseph Wresinski. Waar mensen gedoemd zijn in armoede te leven, worden de rechten van de mens geschonden. Wij zijn verplicht ons te verenigen om die rechten te doen respecteren. Als derde en laatste tekst, een tekst op naam van André De Cock, stichter van de beweging van mensen met een laag inkomen en kinderen. De zin die ik aan mijn leven geef, is een bijdrage te zijn tot het overleven van de soort 'mens'. Ik meen dat armoede, slavernij en geweld dat leven sterk bedreigen. Ik heb slechts de keuze, of mijn verantwoordelijkheid te dragen of medeschuldig zijn aan de ellende van velen. Ik kan niet beweren dat hun ongeluk mij niet aangaat of dat ik het niet ken. Het mogen schrijven van deze teksten vervult mij met vreugde. Er is een relatie tussen keuzes die we maken als mens en als samenleving en het onrecht dat mensen vandaag treft. Armoede is geen natuurwet. Als we andere keuzes maken, houdt ook het onrecht op.