Wandelen en genieten van mijn stad Antwerpen volg mij...
klikje op foto om te vergroten
...
01-06-2006
Christoffel Plantijn
In deze tuin en in dit huis komen diverse aspecten van het Antwerpse tulpenverhaal samen. Eerst en vooral was de uitgeverij van Christoffel Plantijn en zijn eerste opvolgers, de Moretussen, een centrum van humanisme en geleerdheid, ondermeer wat de kennis van planten betrof. Beroemde botanici gaven hier hun werk uit.
Hoe de tuin eruit zag weten we uit zijn brieven, en ook dankzij een schilderij: 'De wandeling in de tuin' (nu in Munchen).
We kennen ook de botanische boeken uit Rubens' bibliotheek... Deze bronnen hielpen om Rubens' tuin weer tot leven te wekken. En in die tuin ontdekken we een belangrijke karaktertrek van Ruibens en zijn tijd: nieuwsgierigheid, nieuwsgierigheid naar al het nieuws...
bij dat nieuws hoort ook de tulp... en daar gaan we nu naar kijken..
Mijn stad heeft gouden torens Mijn stad heeft grijze straten Mijn stad ligt langs de Schelde 's Nachts te slapen Mijn stad heeft rode lippen En een hart van diamant Ze kan uren naar me kijken Ze kan me schaamteloos verleiden, want
Mijn stad heeft mooie benen Mijn stad heeft felle ogen Mijn stad kan weinig geven Maar ze kan zoveel beloven Mijn stad heeft een verleden Waar ze nooit iets van vertelt Ze is betoverd door de liefde En verloederd door het geld
Maar ik hou van mijn stad Ik hou van mijn stad Mijn stad, mijn stad, mijn hart
Mijn stad verstopt de mensen Zonder geld, zonder bezit In de godvergeten krotten In de kamers zonder licht Daar wonen tandeloze vrouwen Door de weemoed aangedaan Ze hebben zoveel te vertellen Maar geen mens kan ze verstaan
En in mijn buurt lopen de hoeren Op het grote Astridplein Ze zijn zo dicht bij het station Maar ze nemen nooit de trein In elke straat ben ik geboren Ik ken de weg naar elke kroeg Want ik heb mezelf gezocht hier Van 's avonds laat tot 's morgens vroeg
En ik hou van mijn stad Ik hou van mijn stad Mijn stad, mijn stad, mijn hart
Mijn stad, mijn stad is zacht Zo zacht als helder water Ze is teder voor een dromer Ze heeft een haven voor piraten En mijn stad, mijn stad is hard En onuitstaanbaar arrogant Want ze haat, ze haat een vreemde Uit een ver en arm land
Maar ik hou van mijn stad Ik hou van mijn stad Ik hou van mijn stad Ik haat, ik hou van mijn stad Ik hou van mijn stad Ik haat mijn stad Ik hou van mijn stad Mijn hart