Fès is de oudste keizerstad ze is gelegen op een knooppunt van wegen te midden van vruchtbare heuvels tussen het Rifgebergte en de Midden-Atlas
ze is gekend voor haar kunstnijverheid, en is ook de religieuze, intellectuele en artistieke hoofdstad van het land
ze werd gesticht in 789 door Idris I en is nu onderverdeeld in het nieuwe Fès (Fès el-Jedid) en het oude Fès (Fès el-Bali)
we bezoeken de soeks - een mederse - een moskee - de blauwe toren - de joodse buurt en het koninklijk paleis (van buitenaf)
we starten met de medina (unesco werelderfgoed) in één van de vele soeks
om te zorgen dat we niemand "verliezen" werd nog een extra hulp aangeworven buiten de plaatselijke gids
het vervoer van goederen in de smalle straatjes gebeurt alleen met ezels - "ballach" (opgepast) hoor je dan ook vaak roepen! (wij riepen ook wel eens Belleg.. )
er wordt echt "van alles en nog meer" te koop aangeboden
daar vinden we ook de mederse of de koranschool, één van de elf die de stad rijk is
de plaatselijke gids geeft uitleg over het prachtig gebouw
de bijhorende moskee is verboden voor niet moslims
en we vervolgen onze weg in de soek
hier kan je een ezel huren om je goederen te vervoeren
ja.. zoooveel hadden we nu ook weer niet gekocht..
in een straatje hoorden we een kind iets opzeggen het bleek een klasje waar een kleine knaap verzen uit de koran declameerde graag een bijdrage voor de klas... en kijk dan maar binnen
het was behoorlijk druk in de soeks, en de extra hulp was geen overbodige luxe want de straatjes waren smal en er waren er zoveel
de ezels waren wel zwaar beladen deze ziet er moe uit.. zou gaya hiertegen protesteren?
dan komen we aan de leerlooierij we krijgen een munttakje om de stank te verdoezelen we mogen op de bovenverdieping een kijkje nemen (overzicht), en kunnen tegelijk ook onze inkopen van lederwaren doen
verven van het leder - "gezond" werk is dit toch niet
weer bezoeken we een klein bedrijf waar we vakkundig worden geïnformeerd over stoffen weven: de methode en de afgewerkte produkten
op weg naar Meknès gesticht in de 17de eeuw door Moulay Ishmaël onze nieuwe plaatselijke gids wordt verwelkomt met een dansje
de Bab Mansourpoort werd gebouwd in 1732 en is een van de beroemste van Marokko het is de toegangspoort tot de medina
de streek rond Meknès is een vruchtbare streek de plaatselijke gids neemt ons dan ook mee naar soeks waar plaatselijke specialiteiten worden verkocht en waar handelaars dit ook heel aantrekkelijk tentoonstellen
of soms toch niet zo aantrekkelijk als het om zoetigheden gaat... je kan zien wat het zoetst is....
de kunst van het "stapelen" en schikken en inmaken....
natuurlijk waren hier ook nog andere koopwaren
terug buiten op het plein waren er nog standjes met tajinnes in alle formaten...
tijdens het wachten op de laatste reisgenoten geven ooievaars een demonstratie zweefvliegen...
De tuin van de 500 vrouwen van Moulay Ismail heeft ook een (pret) vijver tegelijkertijd ook een waterreserve
Moulay Ismail bouwde een dubbele muur omheen zijn stad uit schrik voor een aanval van de Berbers hij bouwde ook graanschuren en paardestallen waar voldoende graan kon bewaard worden om een belegering te doorstaan
door de dikke muren is er een constante temperatuur in de graanschuren het complex bestaat uit 29 hallen een groot deel van de plafonds in bij de aardbeving in 1755 ingestort
watervoorziening, aan beide zijden van het rad liepen ezels rondjes die elk een horizontaal aandrijfrad in beweging hielden
en dan beginnen we met ons tweede bezoek aan Marrakech, gesticht door een veroveraar uit de Sahara aan de voet van de Hoge Atlas
de graftomben van de Saaden die lange tijd verborgen bleven, maar tijdens de Franse overheersing (1917) herontdekt werden
de door afgunst geplaagde sultan Moulay Ismaïl liet eerder de begraafplaats van zijn gehate voorgangers dichtmetselen
in de ommuurde tuin staan nog twee fraaie mausolea uit de 16de eeuw
in het ene mausoleum liggen enkel vrouwen....
de uit Carraramarmer gemaakte sarcofaag van sultan Moulay Ahmed el Mansour wordt beschouwd als hoogtepunt van de Moorse kunst
de sultan kreeg ook de naam van "de zegenrijke" en "de gouden"
buiten bekijken we nog verschillende eenvoudige graven tussen rozemarijnstruiken - de doden werden (en worden nog) begraven op hun zij met het gezicht naar Mekka