. Fuente nog even in het spoor van Eddy In de Giro moesten de renners in de 6e rit, Milaan-Iseo del Lago, over 2 cols die voor het eerst in de Giro werden beklommen. Het waren na 97km de Gallo (763m.) en na 117km de San Fermo (1067m.). Reeds vrij vroeg in de wedstrijd was de Spanjaard Fuente die beschouwd werd als de grootste rivaal van Merckx in moeilijkheden gekomen, maar met de hulp van zijn ploegmaats was hij in het peloton kunnen blijven. Op de Gallo waar Merckx als eerste doorkwam voor Gimondi, Deschoenmaecker, Battaglin en Panizza dacht men nog dat Fuente die verrassend achteraan het peloton hing zijn krachten spaarde voor de tweede klim. Maar reeds vrij vlug bij aanvang van de San Fermo moest Fuente afhaken, Eddy had het gezien en gaf zijn ploegmaats de opdracht het tempo strak te houden. Maar reeds na drie km klimmen liet Fuente het hoofd hangen, en zou de top bereiken met 830 achterstand. Het was opnieuw Merckx die als eerste bovenkwam voor Panizza en Battaglin. Op 25 volgden Gimondi, Motta en Ritter die in de 20km lange afzink kwamen aansluiten wat ook Bitossi op zijn eentje deed. Op 500 meter van de meet begon Eddy de spurt maar verzwakte na 200 meters. Toen kwam Gimondi aan de leiding maar was het Gianni Motta die het haalde voor Felice Gimondi, Ole Ritter, Franco Bitossi, Wladimiro Panizza, Eddy Merckx en Giovanni Battaglin. Van de eerste achtervolgers op 123 was Roger De Vlaeminck de snelste. Eddy Merckx blijft uiteraard leider. Na de rit werd ook nog vernomen dat Fuente nadat hij reeds na de eerste drie km van de San Fermo was gelost, zich aan de kant van de weg van zijn fiets liet vallen. Hij wilde niet meer verder maar men kreeg hem toch zo ver dat hij verder reed. Na de top was het opnieuw hetzelfde en liet zich nogmaals vallen. Uiteindelijk is hij dan toch herbegonnen, eindigde op plaats 106 met 12 achterstand. Zelfs het flesje water dat men hem gaf liet hij na een slok gedaan te hebben tegen het asfalt kapot vallen.
|