Molenbeek: over defecte camera’s en schuldig verzuim van J. Milquet (CDH)
Op het raakvlak van drie gemeenten werd vorige week dinsdag een jongeman neergeschoten. Hij overleefde het incident, en werd getrakteerd op de gewone verklaringen: Molenbeek is niet onveilig, de Ninoofsepoort wordt binnenkort heraangelegd, etcetera. Nochtans kampt de politiezone West al jaren met een structureel personeelstekort.
Met enige zin voor overdrijving kan de Ninoofsepoort, het stukje niemandsland aan de Kleine Ring tussen Anderlecht, Molenbeek en Brussel, als een vallei in de doodse schaduw van de stad beschouwd worden. Bijna letterlijk, zelfs, zoals de jongeman van 24 vorige week mocht ondervinden: toen hij om vier uur ‘s ochtends naar huis fietste werd hij staande gehouden door enkele onbekenden die hem in de rug schoten. De kogel trof ei zo na zijn hart.
Molenbeeks burgemeester Françoise Schepmans (MR) probeerde te sussen. Er volgde een perscommuniqué waarin gesteld werd dat “de criminaliteit aan de Ninoofsepoort niet hoger is vergeleken met andere wijken.” En nog: “Het zou onverantwoord zijn om de wijk van de Ninoofspoort voor te stellen als een no-go-area.” Ook bij de politie nuanceert men de criminaliteit.
Maar dat neemt niet weg dat de politiezone al jaren met een structureel personeelstekort kampt, zo blijkt uit een rondvraag bij enkele politievakbonden. Zo liep er eind december nog een stakingsaanzegging van de grootste politievakbond VSOA bij de zone West om dit tekort aan te klagen. Hoe zit de vork in de steel?
Na de dood van MIVB-controleur Iliaz Tahiraj in 2012 beloofde federaal minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet (CDH) 250 agenten extra voor alle Brusselse politiezones. Die moesten zich bezighouden met de veiligheid op het openbare vervoer. 46 daarvan werden toegewezen aan de politiezone West, die ook Jette, Sint-Agatha-Berchem, Koekelberg en Ganshoren omvat. Het probleem is echter dat er officieel wel agenten zijn bij gekomen, maar dat andere agenten van de federale politie die voorheen werden gedetacheerd bij de politiezone, vertrekken. In praktijk komen er dus weinig agenten bij: men vervangt gewoon het ene blik agenten door het andere. Bovendien worden de agenten die er het meest recent zijn bijgekomen gebruikt om “gaten op te vullen,” zoals een vakbondsafgevaardigde van het ACOD het verwoordt, en niet om zich alleen met het openbaar vervoer bezig te houden. Maar de politie heeft ook andere taken, zoals wijkwerking, en dus moeten heel wat agenten overwerken, wat resulteert in overuren die moeten worden uitbetaald. De operatie van de door de federale overheid gesubsidieerde agenten kost de lokale politie dus potentieel veel geld.
De politiezone West heeft wel de ambitie om de komende jaren de kaap van 1.000 politieagenten te ronden. Nu werken er ongeveer 850. Gezien de bevolkingstoename in Molenbeek staat de VSOA naar eigen zeggen echter continu met de rug tegen de muur.
"Stad heeft liefde nodig"
Een structureel tekort aan agenten wil nog niet zeggen dat een buurt per definitie wetteloos is. Ook op de stadsplanning van de Ninoofsepoort valt wat aan te merken: er is er namelijk geen. Zeker, de situatie is verbeterd, zoals burgemeester Schepmans zegt, maar een totaalvisie ontbreekt. Er is bijgevolg niet veel sociale controle, of ruimte die sociale controle mogelijk maakt.
Ook over deze zaak werden er jammer genoeg heel wat rare dingen gezegd. Françoise Schepmans, bijvoorbeeld, die zich afvroeg of het schietincident wel op haar grondgebied had plaatsgevonden. En Vlaams Brusselminister Pascal Smet (SP.A), die vertelde dat de stad liefde nodig heeft.
De Ninoofsepoort heeft eerder nood aan mensen die er willen (blijven) wonen. En ook aan agenten die er voor lange tijd willen werken.
(Bron: Brusselnieuws.be)
"Heel wat bewakingscamera’s in Molenbeek doen het niet. De enige camera die wel in dienst was en het schietincident aan de Ninoofsepoort had kunnen filmen, keek op dat moment echter de andere kant uit." (Brusselnieuws)
|
|