Het succes van de hond als huisdier zou ermee te maken hebben dat de hond en de mens elkaar op een bepaalde manier verstaan
Doet de huisdierenstatus van de hond hem steeds meer op de mens lijken?
Als er één dier is dat met emoties en begrip en soms zelfs met verstand geassocieerd wordt, is het de hond. Sommige mensen gaan héél ver in hun relatie met een hond.
Het inzicht groeit dat de hond in de 10.000 jaar waarin hij gedomesticeerd is, héél sterk veranderd is, en steeds meer verschilt van de wolf waaruit hij stamt. Dat is niet alleen het gevolg van de kunstmatige selectie waarmee van de meeste rassen het wilde en agressieve is gehaald. Een wolf is eenvoudigweg niet als huisdier te houden. Mensen slagen er zelden in wolven echt tam te maken. Met de hond lukt dat wel. Probleemloos.
De hond paste zich in de 10.000 jaar dat hij bestaat, perfect aan aan zijn nieuwe omgeving: de mens en zijn woonst. Honden gapen tegenwoordig zelfs op hetzelfde moment als hun baasje. Het succes van de hond als huisdier zou ermee te maken hebben dat de hond en de mens elkaar op een bepaalde manier verstaan. Honden zouden mensen kunnen 'lezen' en omgekeerd. De hond heeft zich onder invloed van natuurlijke selectie zo bijgestuurd dat hij zijn baas meer te bieden heeft dan louter zijn passieve aanwezigheid. Het heeft hem geen windeieren gelegd, want de hond kan beschouwd worden als een van de succesvolste diersoorten uit het mensentijdperk.
Experimenten hebben uitgewezen dat honden als gevolg van hun domesticering 'trainbaarder' en gehoorzamer zijn geworden. Het onafhankelijk oplossen van problemen kunnen ze dan weer steeds minder goed. Honden zouden wat van hun 'aangeboren' cognitieve vaardigheden hebben opgeofferd om naast de mens te kunnen leven. Hun hersenen zijn verhoudingsgewijs ook kleiner dan die van de doorsneewolf. Maar hun communicatiemogelijkheden zijn er zeker op verbeterd. Honden kunnen van tot 80 mensenwoorden de betekenis vatten, hoewel lang niet alle individuen het er even goed afbrengen: sommige dieren verstaan niet meer dan een handvol woorden. Net zoals er slimme en domme mensen zijn, zijn er ook slimme en domme honden.
Empathie
Honden zijn er in tegenstelling tot wolven in geslaagd empathischer te worden, zowel tegenover soortgenoten als tegenover andere dieren. Wolven hebben een aangeboren afkeer van alles wat hen vreemd is, en houden niet van nieuwe ervaringen. Honden leren juist wel graag nieuwe vaardigheden, vooral als dat kan met de persoon aan wie ze zich gebonden voelen. Dat de hond niet langer huilt als een wolf maar blaft als, ja, als een hond, is allicht een van de grootste aanpassingen in zijn communicatie met de mens. Wilde of verwilderde honden blaffen weinig. De Journal of Comparative Psychology schreef onlangs dat zelfs mensen die weinig met honden vertrouwd zijn in staat zijn de betekenis van bepaalde blafjes te begrijpen. Dat geldt vooral bij de elementaire signalen, zoals vreugde, agressie of eenzaamheid. In het vakblad Animal Cognition verscheen een studie waarin onomstotelijk werd aangetoond dat honden kunnen blaffen wat ze mentaal aanvoelen.
Blaffen zouden de honden geleerd hebben om de interactie met de mens te vergroten. Omgekeerd zijn ze in staat communicatiegedrag van volwassen mensen te interpreteren zoals mensenbaby's dat doen. Zo leren ze bepaalde zaken veel sneller dan dieren die desondanks als intelligenter worden beschouwd, zoals mensapen en dolfijnen. Die missen echter de flair om snel te begrijpen wat een mens van hen wil.
Dirk Draulans
**********
|