Als je mij toelaat, in droomwereld of niet geveinsde werkelijkheid reizen we samen naar de stilte onder bloesem van de vlierstruik ruiken we adem van zomerse wind zonder verstandelijke conflicten of kleerscheuren van liefde graven we rivieren om te bevaren onze jeugdigheid en eerlijk streven begraven we liefde om te bewaren als een schat voor later leven
en je kust mij plotseling vol op de mond, als ik niet aarzel vallen ook de laatste woorden op de zachte zwijgende grond waar de stilte al eeuwen bestond.
nu je samen met de maan lacht en sterren je ogen verbeelden draagt mijn mond weemoedig woorden voor ze de ether in rollen oren bereiken en luchtledig jou toevliegen
ze doen me denken aan kussengevechten het vluchtig dansen op de wind tussentijds adem happen van het lachen natte wangen van plezier je armen om mijn lijf geslagen het doet zoveel pijn dat ik lach.