Een goed boek moet ons niets geven,doch iets afnemen : één van onze zekerheden .
De dood kan men zich niet indenken omdat hij afwezigheid van gedachte is. Dus komen we er niet onderuit te leven of we eeuwig waren
.
Elisabeth George
Zoals de akker bedorven wordt door onkruid zo de mens door zijn begeerten.
JUST LOOKING
Met mensen die nooit denken , is het moeilijk méédenken..
Stel dat de avond niet zou vallen en dat het moeizame gedoe dat wij bedrijven met ons allen zou doorgaan tot oneindig toe
A fine is a tax for doing wrong A tax is a fine for doing well
Ik was een kind Ik kreeg een horloge Maar ik kon niet klokkijken Ik was een man Ik keek op mijn horloge En ik zag dat ik voort moest maken Ik was een vrouw Ik keek op mijn horloge En ik zag dat ik achter liep Ik was oud Ik keek op mijn horloge En ik zag dat het stilstond Ik was god ik wist al lang hoe laat het was
Liefde is soms als dag en nacht, voor altijd samen, altijd gescheiden.
Sue Grafton
'Deze plaats is bezet' zeggen we uitsluitend als er niemand op zit
Laat Amsterdam je noit verlokken Mijdt grote steden als de pokken Ik weet de lichtstroom trekt ons aan Ofschoon w'erin ten onder gaan Hoevelen zijn niet door dat leven Vernietigd, in het slijk gebleven 't Gevaar ligt oov'ral op de loer Nee jongenlief, blijf jij maar boer
Er staat een buizerd aan het mateloos verschiet. 'De vogel bidt', verklaren ons de biologen, Maar elke sukkel die omhoog kan blikken ziet Dat hier de goegemeente deerlijk wordt bedrogen.
Want bidden, heren, is dit ongetwijfeld niet: Onder het bidden sluit men altijd nog zijn ogen. Wat zulk een vogel doet is daarom hypocriet, En uw verhaaltjes acht ik weinig overwogen.
De doorn krijgt water omwille van de roos.
Wie zichzelf hartstochtelijk bemint, mag er zeker van zijn dat de liefde wederzijds is .
Net als een plant kan een kinderziel onmogelijk groeien zonder warmte ( Carl Jung )
"Geluk is het enige wat zich verdubbelt als men het deelt "
Enkele mooie streekbeelden
Schildpadden kunnen meer over de weg vertellen dan hazen.
Secundaire analfabeten noemt men mensen die hebben leren lezen , maar het nooit meer doen.
Wie van hoop leeft, zal nooit dik worden
A careless word may kindle strife. A cruel word may wreck a life. A timely word may level stress. A loving word may heal and bless.
"Het leven is een soep met vier troostende mergpijpen erin: de drank, de liefde, de tabak en de kunst."
"Een tong: een uiterst fatsoenlijk ding zolang hij niet van een vrouw is."
"Zoek niet de schuld, maar de oplossing, in jezelf."
EXCELLENCE can be obtained if you Care more than others think is wise Risk more than others think is safe Dream more than others think is practical Expect more than others think is possible .
.
Hij dacht. En vond een uitkomst evenmin, maar raakte bijster in het eigen hart. Want wie de ganse kluwen heeft ontward, die weifelt tussen einde en begin
Een kinderlied had me erheen bewogen; ik stond onder een al te schelle zon en zag hoe ik als kind was voorgelogen - geen mens danst op de brug van Avignon.
Je moet geen vraagteken zetten waar God een punt heeft geplaatst.
Wie iets wil doen, vindt een middel. Wie niets wil doen een excuus
LIEFDE KOST NIETS OM TE KRIJGEN MAAR IS ONBETAALBAAR ALS JE HET HEBT.
Salman Rushdie
"Elke deugd heeft onechte zusters, die de familie schande aandoen."
Vergiffenis is de geur die het viooltje afgeeft aan de hiel die het vertrapt heeft . ( Mark Twain)
"Dit jaar gaan we met het vliegtuig op vakantie en ik neem mijn kanarie mee. Ik hoop maar dat hij niet ziek wordt, want dat beest heeft nog nooit gevlogen."
Woorden zijn de kleuren van de gedachte. ( Hugo Claus )
Auteurs en hun boeken
korte beschrijvingen
22-10-2007
* Spoorloos * van Harlan Coben
"Spoorloos " Oorspronkelijke titel :"Gone for Good " -Delacorte Press
Uitgeverij : De Boekerij bv -Amsterdam
Paperback : 381 blz.
ISBN / 978-90-225-44730
Vertaling : Els Franci-Ekeler
***
De wereld van Will Klein, de hoofdpersoon van het boek, stortte als een kaartenhuis ineen nadat zijn broer Ken als hoofdverdachte werd aangewezen voor de brute moord op Julie Miller. Ken verdween spoorloos. De familie Klein bleef altijd geloven in zijn onschuld en dacht dat ook Ken het slachtoffer was geworden van de moordenaar. Ook Will geloofde dat zijn broer niet meer leefde totdat zijn moeder hem op haar sterfbed vertelde dat Ken nog in leven was, met een foto als bewijs. Will, die zijn leven juist helemaal op orde had, zet alles op het spel om achter de waarheid te komen. Nadat ook zijn vriendin Sheila plotseling verdwijnt en het zusje van Julie ineens contact met hem opneemt, komt hij erachter dat hijzelf een belangrijke rol speelt in een verleden dat bestaat uit leugens. Samen met zijn beste vriend Squares probeert hij achter de waarheid te komen. Het is superknap hoe Coben de personages gedurende het verhaal inkleurt en echt laat leven. Het ongeloof van Will als hij bepaalde zaken ontdekt voel je in je vel. Het verhaal biedt diepgang waar nodig en de continue versnelling naar de ontknoping toe laat de adrenaline in je bloed stromen.
De langdurige vermissing van de broer van de hoofdpersoon Will in het boek en het plotselinge vertrek van Sheila, de vriendin van Willl, luiden een verhaal in waarin niets is wat het lijkt. Over het boek als thriller heeft alles in huis wat een goede thriller moet hebben. Ten eerste is het vaardig geschreven. Korte hoofdstukjes die allemaal duidelijk bijdragen aan de opbouw van het verhaal. De plotwendingen zijn soms fenomenaal. Als lezer wordt je meerdere malen verrast en op het verkeerde been gezet. Maar toch lijkt het allemaal te kloppen aan het einde zonder dat het verwrongen aan doet en dat is knap gedaan van de schrijver.
De personages zijn om van te smullen. Hele foute boeven , maar de achtergrond van deze foute mannen wordt door de schrijver goed uit de doeken gedaan, zodat het fout zijn geloofwaardig blijft.
Coben heeft toen hij nog twintiger was zijn ouders verloren en dat verlies is een thema die je in zijn thrillers terugziet.
Coben weet dat machteloze en wanhopige gevoel goed te beschrijven en weet daar met korte zinnen een spanningselement aan toe te voegen. Binnen de kortste keren zit je in het verhaal en vaak heb je geen idee waar het naartoe gaat. Pas op het laatst volgt de, meestal, verrassende ontknoping.
Harlan Coben , is geboren op 4 januari 1962 in Newark-New Jersey. Hij won de drie belangrijkste Amerikaanse prijzen voor misdaadliteratuur : - de Shamus - de Edgar - de Anthony Award. Hij is inmiddels een wereldwijde bestseller-auteur , met thrillers op zijn naam als : "Niemand vertellen" en "De onschuldigen ". Hij woont met zijn vrouw en vier kinderen in New Jersey.
* Koudegolf - Kleivarfatn- The draining Lake* van Arnaldur Indriðason
" Koude golf "
-
Oorspronkelijke titel :
" Kleivarfatn "
Uitgeverij ; Signature (2006)
ISBN / 9056721836
Engelse titel ; " The Draining Lake "
Uitgave : HARVILL SECKER
translated by Bernard Scudder
*** Na een aardbeving is de waterspiegel van een meer ,even buiten Reykjavik , drastisch gedaald en wordt in het zand ervan het skelet gevonden van een man. Het lichaam blijkt vastgeketend, waarmee een natuurlijke dood is uitgesloten en het duidelijk wordt dat het daar reeds jaren ligt.Men vindt ook een papier met Russische inscripties.op een soort radio-zender dat aan het lichaam vastzat.Aan het politieteam wordt gevraagd onderzoek te verrichten. Erlendur en zijn collega's,Elinborg en Sigurdur Oli gaan aan de slag. Het onderzoek brengt hen naar de tijd van de koude oorlog., wanneer briljante Ijslandse, linksgerichte studenten naar het communisctische Oost-Duitsland werden gezonden .Gaat het hier om een 'afgedankte' spion? Hun nasporingen leiden hen naar het naoorlogse Leipzig waar een tragische geschiedenis van liefde, verlies en ongekende wreedheid begon...
"Koudegolf " is éen in sobere maar krachtige stijl geschreven, maatschappijkritische misdaadroman waarin het onderzoek van Erlendur en de zijnen mooi vervlochten is met de herinneringen van een man aan zijn studententijd in Oost-Duitsland wat natuurlijk allemaal met elkaar te maken blijkt te hebben. Een misdaadroman van grote klasse: mooie dialogen, mooie sfeer- en karaktertekening, interessante intrige, ijslandse couleur locale en een boeiende voortzetting van de persoonlijke levens en karakterontwikkeling van de vaste hoofdpersonen. Indridason (1961) schreef al een aantal uitstekende misdaadromans over inspecteur Erlendur waarmee hij o.a. twee keer de prijs voor de beste Scandinavische misdaadroman won, een CWA Golden Dagger en een Martin Beck Award. Kleifarvatn - "Koudegolf"- is de eerste IJslandse misdaadroman die in eigen land genomineerd is voor de literatuurprijs.
Arnaldur Indridason werd op 8 januari 1961 geboren in Reykjavik. Zijn vader was schrijver. Op de vraag wat hij als kind las, antwoordt hij: Van alles. Van Sven Hassel tot Enid Blyton. Er was nog weinig aanbod op de t.v., dus lazen we veel. Ook veel strips zoals Kuifje, Asterix en de boeken van Bob Moran en later Innes, Bagley en Maclean. Mijn grote inspirators in het thrillergenre waren: Sjöwall and Wahlöö, maar ook Ed McBain die prachtige eenvoudige politieverhalen schrijft.
In 1996 promoveerde Arnaldur aan de universiteit van IJsland aan de faculteit geschiedenis. Zijn studie heeft nu nog invloed op zijn werk.Arnaldur Indridason werkte verschillende jaren als journalist en filmcriticus voor het grootste dagblad van IJsland (Morgunbladid).
Arnaldur Indriðason ,is de bekendste auteur van IJsland. Maandenlang stond hij met maar liefst zes titels tegelijk in de IJslandse bestsellerlijsten, terwijl de top-drie daarvan permanent voor hem gereserveerd leek te zijn. Maar ook in het buitenland zijn zijn boeken een ongekend succes. Zo zijn in Duitsland nu al meer dan 100.000 exemplaren van Noorderveen over de toonbank gegaan. Indriðasons werk wordt in de gehele westerse wereld vertaald en hij ontving tal van prijzen, waaronder tweemaal achtereen (en dat is uniek!) de Glazen Sleutel, de prijs voor de beste Scandinavische misdaadroman: in 2002 voor Noorderveen en in 2003 voor Moordkuil. Bijna al zijn boeken hebben hetzelfde team politiemensen als hoofdrolspelers. Zijn hoofdinspecteur heet voluit Erlendur Sveinsson. De commissaris is opgegroeid op een boerderij en leeft na zijn scheiding alleen in Reykjavik. Erlendur is een ouderwets man, die slecht kan omgaan met veranderingen zoals de komst van de drugsscène in Reykjavik of het joviale taalgebruik van zijn dochter Eva Lind. Hij lijdt aan de tijdsgeest. Zijn zoon drinkt, zijn dochter is drugsverslaafd en zwanger. Hij heeft nauwelijks contact met zijn kinderen en deugt alleen als geldschieter. Hij is een vijftiger en eenzaam. Hij werkt samen met Sigurdur Oli.
Biblografie :
Series
Reykjavik Murder Mysteries 1.
Jar City (2004)- Noorderveen -Myrin aka Tainted Blood 2..Moordkuil (2004)-Grafarbogn
In 1993 verdween Marie Gesto spoorloos nadat zij de supermarkt verliet. Harry Bosch leidde destijds het onderzoek naar de verdwijning , maar de jonge vrouw werd nooit gevonden. Dertien jaar later , terwijl hij op de afdeling Onopgeloste Zaken werkt krijgt Bosch een telefoontje van de officier van justitie; Raynard Waits , de verdachte van twee gruwelijke moorden , wil de moord op Marie Gesto opbiechten., als hij levenslang kan krijgen in plaats van de doodstraf. Bosch gaat de bekentenis afnemen om uit te zoeken of Waits niet gewoon iets verzint om zo aan de dood te ontsnappen. Hij moet een vertrouwensband zien te krijgen met de man die hij al twaalf jaar zoekt - en haat. Bosch twijfelt of Waits de waarheid spreekt , maar dan ontdekt hij dat hij in 1993 een aanwijzing heeft gemist die hem naar Waits had kunnen leiden. Had hij alle moorden die volgden op de verdwijning van Marie Gesto dus kunnen voorkomen ?
Michael Connelly
(21 juli 1956) is een Amerikaans schrijver van detectiveromans. Michael Connelly wist al op jonge leeftijd dat hij schrijver wilde worden; hij was een grote fan van de boeken van Raymond Chandler. Hij ging journalistiek studeren aan de universiteit van Florida en koos 'creatief schrijven' schrijven als bijvak. Na zijn afstuderen in 1980 ging hij werken als misdaadverslaggever bij kranten in Daytona Beach en Ford Lauderdale.
In 1986 werd hij genomineerd voor de vermaarde Pulitzer Prijs voor een artikel dat hij samen met twee collega's had geschreven over een vliegtuigongeluk. Door deze nominatie kreeg hij een baan aangeboden als misdaadverslaggever bij de Los Angeles Times. Na tien jaar gewerkt te hebben als crime reporter vond Connelly dat hij klaar was voor zijn eerste roman: "The Black Echo "was gebaseerd op een 'echte misdaad': de zaak van een inbreker die zich via tunnels toegang verschaft tot de te beroven huizen. Voor deze roman kreeg hij van de Mystery Writers of America de Edgar Award voor het beste debuut. Ook bij zijn latere romans zou hij zich iedere keer baseren op zaken die hij tijdens zijn werk was tegengekomen, maar ook de beschreven opsporingsmethoden, procedures en locaties zijn gestoeld op de werkelijkheid.
De hoofdpersoon in The Black Echo is Harry Bosch, een ouderwets soort detective van het type 'ruwe bolster blanke pit' en qua stijl vergelijkbaar met Philip Marlowe van Raymond Chandler. Bosch is genoemd naar schilder Jeroen ('Hiëronymus') Bosch wiens schilderijen net als de detective een donkere kant hebben, die je pas ziet als je er goed naar kijkt.
In 1996 kwam The Poet uit; het vijfde boek van Connelly maar de eerste zonder Harry Bosch. In 1998 verscheen Bloodwork waarin Connelly met FBI-agent Terry McCaleb een nieuwe hoofdpersoon introduceerde. Enkele boeken later verscheen in 2001 A Darkness more than night waarin Harry Bosch en Terry McCaleb elkaar voor het eerst ontmoeten.
Bloodwork werd in 2002 door Clint Eastwood verfilmd. Eastwood regisseerde de film, en speelde daarnaast ook zelf de rol van Terry McCaleb.
Michael Connelly heeft met zijn boeken vele prijzen gewonnen in binnen- en buitenland. Hij is tegenwoordig naast zijn werk als schrijver ook voorzitter van de Mystery Writers of America, de organisatie die hem bij zijn debuut de Edgar Award toekende.
Juli 2005: Bij archeologische opgravingen aan de voet van de Pyreneeën ontdekt Alice Tanner twee eeuwenoude skeletten. Het zijn niet alleen de oude botten die haar een onprettig gevoel geven, de gehele tombe straalt een overweldigende, kwaadaardige kracht op haar uit. Op de wand van de grafkamer is een labyrint gekerfd, en bij een van de skeletten vindt ze een ring met eenzelfde labyrint. Het bange besef dringt tot Alice door dat ze iets verstoord heeft dat verborgen had moeten blijven, en dat ze op een of andere manier een verbinding heeft gelegd met een huiveringwekkend verleden, haar verleden? Wanneer ook de politie zich met de vondst bemoeit, besluit Alice om op eigen houtje naspeuringen te doen en stuit ze op zeer merkwaardige zaken
Juli 1209: 800 jaar eerder in Carcassonne, aan de vooravond van de beestachtige kruistocht die de Languedoc uit elkaar zal rijten, krijgt een 16-jarig meisje een mysterieus boek van haar vader, dat volgens zijn zeggen het geheim van de heilige graal herbergt. Hoewel Alaïs de vreemde woorden en symbolen niet kan begrijpen, beseft ze dat het haar lotsbestemming is om dit geheim tegen elke prijs, hoe hoog ook, te beschermen. Terwijl Carcassonne door legers omsingeld en hermetisch afgesloten is, moet Alaïs alles op alles zetten om het geheim van het labyrint veilig te stellen Verlies, intrige, geweld en passie bepalen voortaan haar leven terwijl ze vecht tegen de ongebroken boze kracht van haar tegenstander. Tot het noodlot haar, net als Alice, naar dezelfde grot voert, waar alles beslist zal worden
KATE MOSSE
De Engelse schrijfster en presentatrice Kate Mosse is geboren op 20 oktober 1961 . Ze studeerde aan Chichester High School en het New College in Oxford en schreef eerder al twee romans en twee non-fictie boeken. Ze is journalist, presenteert voor de BBC : de Four Readers en Writers Roadshow waarin ze talrijke bekende schrijvers zoals : - Dr Maya Angelou; Paul Coelho,Ian McEwan,Joanna Trollope, Margaret Atwood, Pat Barker, Fay Weldon, Jean Auel en Ian Rankin ontving. Mosse is gastpresentatrice van Radio Four 's " Saturday Review" , en is medeoprichter en directeur van de Orange Prize, een gerenommeerde Engelse literatuurprijs. Van 1998 tot 2001 was Kate , de enige vrouw die het bracht tot directeur van het Chichester Theater Festival in West Sussex.Ze is actief lid van de Royal Society of Arts en werd gelauwerd tot European Woman of Achievement voor haar inzet voor de kunsten. In 2006 won ze de : "British Book Award " voor haar roman "Labyrinth " inde categorie "Richard & Judy's Best Read".
Kate Mosse woont met haar echtgenoot Greg en haar kinderen Martha en Felix in West Sussex en in Carcassonne.
Oorspronkelijke titel : "Speak softly , she can hear "
Uitgeverij : The House of Books
Paperback : 320 blz.
Isbn 90 443 1074 7
*** Spreek zacht is het spectaculaire debuut van Pam Lewis. Centraal staat de vriendschap tussen twee vrouwen met een vreselijk geheim. Zal de waarheid uiteindelijk aan het licht komen ? Op een exclusieve meisjesschool ontstaat er een bijzondere vriendschap tussen de verlegen Carol en de charismatische Naomi. Ze spreken samen af dat ze voor hun afstuderen hun maagdelijkheid zullen verliezen. Dan verschijnt Eddie , een gladde, knappe jongen die al van meerdere scholen is afgetrapt. Hij wil de meisjes wel helpen bij hun voornemen. Maar er is iets mis met Eddie - hij is een driftkop en zijn verhalen kloppen niet. Tijdens een ijskoud weekend in een motel aan de rand van de besneeuwde bossen krijgt het plan van de meisjes een sinistere wending.
Het is de winter van 1965. Twee vriendinnen, nauwelijks veertien jaar, zijn zojuist begonnen aan hun eerste skivakantie in Vermont. Een eind van huis, nieuwe vrienden en de broeierige belofte van een romantische spannende nacht in de lucht. De grond is bedekt met een laagje sneeuw en het vriest dat het kraakt. Maar dan gaat er iets vreselijk mis Temidden van die winterse schoonheid in diezelfde prachtige nacht, voltrekt er zich een drama waardoor alles anders wordt.
Pam Lewis opent haar debuutthriller met deze gruwelijke gebeurtenis en dropt hiermee een bom die nadreunt tot het einde. De grimmige, dreigende sfeer, de introductie van de personages, het afschuwelijke geheim met daaraan gekoppeld de jarenlange chantage en onderdrukking; alles vindt zijn oorsprong in dat eerste verpletterende hoofdstuk.
Hoofdpersoon Carol is een onzekere mollige tiener, die zonder broertjes en zusjes opgroeit in een degelijk, conservatief gezin. Met een vader die als advocaat de kost verdient en een moeder die nauwelijks thuis is, is haar jeugd vooral eenzaam en teruggetrokken
.Angstig en onzeker begint ze dan ook haar eerste dag op een nieuwe school, waar ze vreemd genoeg wordt opgevangen door de grensverleggende excentrieke Naomi. Ze worden vriendinnen en sluiten een weddenschap dat ze voor het einde van het jaar hun maagdelijkheid zullen verliezen. Dan komt de vrijpostige Eddie in beeld. Deze knappe, spekgladde Eddie biedt zich aan om de meisjes te helpen hun doel te verwezenlijken.
Het is natuurlijk de vindingrijke Naomi, die Carole met een skivakantie weet weg te lokken bij haar strenge thuishaven. Het verhaal draait om eindeloze pogingen van Carol om die afschuwelijke winterse nacht te ontvluchten. Zonder veel succes. Dankzij de tegenwerkingen van haar partners in crime blijft het verleden haar inhalen. Door middel van flashbacks legt Lewis stukje bij beetje de karakters en de achtergronden bloot en beschrijft ze op een aangrijpende manier hoe het meedragen van een duister geheim het leven van de hoofdpersoon beïnvloedt. Wat zijn de gevolgen voor een vriendschap, het aangaan van nieuwe contacten en haar zelfvertrouwen? De enorme persoonlijke ontwikkeling die Carol doormaakt komt dan ook niet echt als een verrassing.
Hoewel het verhaal redelijk sober en met een zekere afstand is geschreven, blijft de geladen zinderende spanning vanaf hoofdstuk 1 hangen, waardoor het boek blijft boeien. Gelukkig maar want in het middenstuk dreigt de boel heel even in te zakken. Met een tijdsprong van tien jaar brengt Lewis de vaart er weer in en wordt de onderhuidse dreiging moeiteloos weer opgepikt.
Een kippenvel thriller over de dubbelzinnigheid van de menselijke moraal, de moeizame weg naar volwassen worden, eerlijkheid, eenzaamheid en wantrouwen En die ene koude winternacht.
Pam Lewis korte verhalen zijn verschenen in The New Yorker en andere literaire tijdschriften. Spreek zacht is haar baanbrekende internationale thriller-debuut. Ze woont in Storrs, Connecticut. Pam Lewis is een soepele gedegen verteller in de traditie van Donna Tartt en Patricia Highsmith.
In een uithoek van India kwam de vader van Willie Chandran in opstand tegen de toekomst die op grond van zijn hoge kaste voor hem was uitgestippeld. Hij boycotte het Britse onderwijs en trouwde met een onaantrekkelijke vrouw uit een lage kaste.Willie Chandran rebelleert op zijn beurt tegen zijn milieu.
Het halve leven dat hier verhaald wordt is dat van de Willy Chandram, een Indiër die uit zijn land en zijn voorbestemde leven gaat lopen, in Londen belandt en daarna, in het zog van een vrouw, in Mozambique.
In de vergetelheid belanden is het meestal het lot van ontwortelden ,marginalen en bannelingen..Gevangen in hun vergetelheid verliezen immigranten naast hun geboorteplaats tevens hun identiteit.Al hun pogingen om zich aan te passen zijn er dan ook op gericht zich een gezicht aan te meten in het nieuwe thuisland.
De roman Een half leven kun je lezen als een Naipaul voor beginners.
Naipaul leent onderdelen van zijn eigen ervaringswereld aan zijn romanpersonages uit, en nodigt de lezer uit daar samen met hem over te reflecteren . Willie verzet zich in India tegen het kastenstelsel door tegen de wil van zijn vader omgang te zoeken met een meisje uit een lagere kaste. Verstoting uit de familie is zijn deel.Als hij in Londen gaat studeren, moet hij een heel nieuw waardepatroon leren om zich in te vechten in een onbekende maatschappij. Zo waren er regels wat betreft kleding en gedrag in de eetzaal, en op misdragingen stonden curieuze straffen waar het drinken van bier aan te pas kwam. Tegenover gekleurde buitenlanders staan ze op zijn zachtst gezegd onverschillig. Dat blijkt als het literaire debuut van Willie weinig weerklank vindt.
Dankzij het boek komt hij wel in aanraking met een Portugese plantersdochter die hem meeneemt naar haar plantage in Afrika. Na het sterk verdeelde India en het zelfgenoegzame Westen lijkt Willie zich daar voor het eerst thuis te voelen. Maar al snel blijkt dat hij tot de elite behoort, ver van de Afrikaanse bevolking. Als die na een aantal jaren in opstand komt, is dat voor Willie het sein om te vertrekken. Hij ziet in dat hij overal slechts een voorbijganger is geweest; een toeschouwer die niet echt deelneemt aan het leven. Het wordt tijd om te ontdekken wie hij nu zelf is.
Dat Willie pas laat op zoek gaat naar zijn ware karakter, geeft al aan dat hij voor de rest nogal kleurloos blijft. Gebeurtenissen lijken hem te overkomen. Dat maakt hem ideaal voor Naipaul om de werelden waarin hij leeft scherp te observeren en te bekritiseren. In zoverre is Een half leven meer een politiek boek. Naipaul, afkomstig uit en Indiase gemeenschap op Trinidad, woont al jaren in Londen en heeft de hele wereld bereisd. Je proeft de autobiografie door het verhaal heen en dat maakt de roman authentiek. Deze Nobelprijswinnaar heeft de wereld wat te vertellen, al is zijn boodschap niet positief. In Een half leven belicht V.S. Naipaul opnieuw de menselijke zoektocht naar liefde en erkenning. Voor wie deze Nobelprijswinnaar nog moet leren kennen, zijn er evidentere introducties. 'Onder de gelovigen' bijvoorbeeld, zijn eerste reisverslag uit de islamwereld, om de reisschrijver Naipaul aan het werk te zien. Of zijn Congo-roman 'Een bocht aan de rivier', om zijn kracht als romancier op volle sterkte te ervaren. Of het enigmatische boek 'Het raadsel van de aankomst', om van zijn latere, autobiografische werk te proeven. Wie zulke kennismaking niet bevalt, kan V.S. Naipaul rustig naast zich neer leggen, hij is het gewend: zijn verkoopcijfers zijn altijd bescheiden gebleven. Wie er wel voor valt, heeft - met een 25-tal beschikbare Naipaul-titels in de rekken - een paar gelukkige jaren te gaan.
Vidiadhar Surajprasad Naipaul
Deze Britse schrijver is geboren in Chaguanas ( Trinidad) op 17 aug. 1932. Zijn ouders kwamen vanuit Indië naar Trinidad om daar te werken. Na zijn geboorte woonde hij bij zijn moeders familie, en leerde op zesjarige leeftijd pas zijn vader kennen, die als journalist voor de Trinidad Guardian werkte. Het verhaal van zijn jeugd en van zijn vader werd door Naipaul verwerkt in zijn boek Een huis voor meneer Biswas. In 1950 kreeg hij een beurs voor een studie aan de universiteit in Oxford ( Engeland) en na zijn studie werkte hij een aantal jaren als freelance journalist voor de BBC, maar al snel wijdde hij zich volledig aan het schrijven van boeken.
Naast zijn romans is Naipaul bekend om zijn reisverhalen die spelen in onder andere Indië, Zaire, Oeganda, Iran,Pakistan en Indonesië .
Hij ontving de Booker Prize in 1971voor:In a free state en hij kreeg de Nobelprijs voor de Literatuur voor zijn oeuvre in 2001 In 1990 werd hij door de Britse koningin Elizabeth II geridderd.
*** In het korte tijdsbestek van zes jaren , tussen 1946 en 1952 , werd Eva Perón, de vrouw van de Argentijnse dictator Juan Peron ,stichter van de Peronistische partij, zo volksgeliefd dat ze de populariteit van Juan Perón evenaarde zoniet overtrof. Als jongste dochter van een ongehuwde moeder , rees ze uit het niets op tot het idool van de Argentijnen. Maar Tomàs Eloy Martinez's : Santa Evita, heeft het niet over haar korte, turbulente leven maar over haar stoffelijk overschot en de perikelen hiermee na haar dood.
Eva Peron stierf op 33-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker en alvorens haar gebalsemde lichaam kon opgeborgen worden in een mausoleum werd Juan Peron slachtoffer van een militaire coup door de militairen. Aldus kon de onverkwikkelijke reis van Eva's corpus beginnen.. De militairen zaten opgescheept met een gebalsemd lichaam. Het laten begraven kon de wrevel opwekken van de echte Peronisten en zelfs de massa ontevreden stemmen.
Na haar dood heeft het stoffelijk overschot van Eva Perón (1912-1952) door toedoen van de Argentijnse militaire machthebbers jarenlang in Argentinië en daarbuiten rondgezworven, alvorens het in Argentinië een definitieve begraafplaats kreeg. Er zijn zelfs enige replica's van gemaakt om haar volgelingen te misleiden en pogingen verricht om deze te laten begraven. Eén replica is begraven in Bonn , en het echte stoffelijk overschot werd in Milaan(Italië) begraven, vanwaar het later na Juan Peron's ballingschap in Spanje terugkeerde. Martinez vertelt ons over de lotgevallen van al degenen die met het corpus in aanraking kwamen en over de soms rare omstandigheden waarin ze om het leven kwamen. Sommige werden levenslang opgejaagd , anderen waren het slachtoffers van onverklaarbare ongelukken en enkelen .worden constant achtervolgt door de mysterieuze :'Commander of Vengeance'. Hier en daar worden er enkele gebeurtenissen uit Eva's leven opgerakeld maar het beperkt zich meestal tot flash-backs , die in verhouding staan met de besproken personages. In zijn roman Santa Evita gaat Martinez op zoek naar informatie over Eva's stoffelijk overschot langs interviews met haar bekende mensen en later mensen die betrokken waren in de omstandigheden waar haar corpus zou in verzeilen. De auteur laat de lezer als het ware deelnemen aan zijn zoektocht , waarin hij hem evenveel of meestal even weinig sporen laat vinden.als de auteur. Op die manier wordt deze roman een zeer leesbaar geheel.
Tomàs Eloy Martinez is in 1934 geboren in Tucumán , het noorden van Argentië, waar hij Spaans en Latijns Amerikaanse letterkunde studeerde. In 1957 verhuisde hij naar Buesnos Aires waar hij als filmcriticus aan de slag ging voor La Nación en hoofdredacteur werd van het weekblad Prima Plana. Verder schreef hij nog voor :(La Opinión, Panorama, Abril) tot hij gedwongen was in exil tegaan voor de nieuwaangestelde militaire junta. Van 1975 tot 1983 leefde hij als emigrant in Caracas, Venezuela , waar hij zich bezig hield met de literaire sektie van het dagblad El Nacional. Martinez publiceerde zijn eerste boek : "SAGRADO" in 1969. In 1974 volgde :"La pasión según Trelew ", waarin hij verschillende literaire genre's als proza,drama, lyriek en journalistiek combineerde. In 1978 verschenen zijn essays : "Los testigos de afuera " en in 1982 ,"Retrato del artista enmascarado . Van 1984 tot 1987 doceerde Martinez Latijns Amerikaanse literatuur aan de University of Maryland. Intussen (1985) kwam zijn roman : "La novela de Perón " uit., waarin hij de terugkeer na 18 jaar ballingschap van Juàn Peron behandelde. In 1991 schreef hij ook nog : "La mano del amo ". Zijn roman : " Santa Evita " (1995) werd in 30 talen vertaald en is daarmee het meest-vertaalde boek in de Argentijnse geschiedenis. Over dit boek zegde Garcia Marquez : "Finally, here is the novel that I have always wanted to read." Zijn boek :"El vuelo de la reina "won in 2002 de pretencieuze Spanish Alfaguara Award voor de beste roman. De jury beklemtoonde nogmaals in haar beslissing hoe Martinez de macht van het politieke spel en de massa-media beschreef als een " world of corruption" die in alle aspecten van de samenleving doordringt. Zijn meest recent verschenen boek : "El cantor de tango" verscheen in 2005.
*** De verloren spiegel is een subtiele roman over ontrouw en verraad in het hedendaagse Parijs. In het Parijse theaterwereldje zijn cynisme en oppervlakkigheid troef. Liefde en intellectuele eerlijkheid staan er bijzonder laag genoteeerd , al roeien een paar enkelingen tegen de stroom in. Zo ook François en Sybil. Zij vormen een ouderwets hecht stel , arm maar eerlijk , die elkaar en hun idealen onvoorwaardelijk trouw blijven. Tot een romantischer leven zich aandient en de twijfel begint te knagen. Een puissant rijke courtisane leidt François in bekoring en sleept hem mee in een bizarre vaudeville. Zal hij bezwijken voor de verlokkingen van geld , macht en gemakkelijk succes ?
Françoise Sagan
pseudoniem van Françoise Quoirez (Cajarc, Lot, 21 juni 1935 Honfleur, Calvados, 24 september 2004) is een Franse schrijfster. Ze wordt beschouwd als schrijfster binnen de Nouvelle Vague-stroming. Ze heeft ook enkele films gerealiseerd. In 1954 begon ze op vraag van Hélène Gordon-Lazareff, de directrice van het tijdschrift Elle, een serie artikelen over Italië. Ze gaf elke aflevering titels als: « Bonjour Naples », « Bonjour Capri », « Bonjour Venise »... Deze « Bonjour » werd haar handelsmerk. Ze publiceerde haar eerste roman, Bonjour Tristesse, in 1954 op de leeftijd van 18 jaar. Haar pseudoniem koos ze uit de werken van Proust.
Haar favoriete thema's waren een gemakkelijk leven, snelle wagens, villas en herenhuizen, de zon, een mengeling van cynisme, sensualiteit, onverschilligheid en nutteloosheid. Jean-Paul Sartre was niet haar literaire voorbeeld - hoewel ze in haar memoires Avec mon meilleur souvenir uit 1984 beweert "alles aan hem te danken te hebben" - maar ze heeft de levensavond van de Franse filosoof veraangenaamd.
Haar buitensporig gebruik van drugs en alcohol brachten haar regelmatig in moeilijkheden (in februari 1995, werd ze veroordeeld tot één jaar gevangenis met uitstel en werd ze door de rechter verplicht een ontwenningskuur te volgen, nadat ze werd betrapt met cocaïne). In 1957 ging ze met haar auto over de kop en bleef 36 uur bewusteloos, in 1985 zweefde ze na een zware hartaanval dagenlang tussen leven en dood. In 2002 deed een haveloze Sagan op tv haar beklag dat ze aan de grond zat (oorzaak gokschulden). In hetzelfde jaar werd ze veroordeeld wegens fraude tot één jaar voorwaardelijk, omdat ze in 1994 838.469 euro en in 1995 610.000 euro aan de fiscus had vergeten aan te geven. Ze had het geld gekregen van het olieconcern Elf-Aquitaine om haar goede vriend François Mitterrand investeringen in Oezbeekse olievelden aan te praten.
Françoise Sagan was gescheiden van de uitgever Guy Schoeller en vervolgens ook van Robert Westhoff, van wie ze een zoon Denis had. Sagan stierf in het ziekenhuis van aan de gevolgen van een longembolie.
Romans :
* Bonjour tristesse (Bonjour tristesse; 1954) * Un certain sourire (Een verre glimlach; 1955) * Dans un mois, dans un an, 1957 * Aimez-vous Brahms? (1959) * Chateau en Suède, 1960 (toneelstuk) * Le gigolo, 1960 * Les Merveilleux nuages (1961) * Les violons parfois, 1962 (toneelstuk) * Landru, 1963 -filmscenario * La Robe mauve de Valentine, 1963 (toneelstuk) * Bonheur, Impair et passe, 1964 * Toxique, 1964 * La Chamade (Het sein tot overgave; 1965) * Le Cheval évanoui, 1966 * L'écharde, 1966 * Le garde du coeur (Met hart en hand; 1968) * Un peu de soleil dans l'eau froide (1969) * Un piano dans l'herbe, 1970 * Des bleus à l'âme, 1972 * Il est des parfums..., 1973 * Un profil perdu, 1974 * Réponses 1954-74, 1975 * Brigitte Bardot, 1975 * Des yeux de soie, 1976 * Le Lit défait (1977) * Le sang doré des Borgia, 1977 * Il fait beau jour et nuit, 1978 (toneelstuk) * Le Chien couchant (1980) * La Femme fardée (De geverfde vrouw 1981) * Musique de scènes (1981) * Un Orage immobile, 1983 * Avec mon meilleur souvenir (1984)-biografie * De guerre lasse (1985) * Sand et Musset, 1985 * La Maison de Raquel Vega, 1985 * Un sang d'aquarelle, 1987 * L'Excès contraire, 1987 (toneelstuk) * Sarah Bernhardt ou le Rire incassable, 1987 * La laisse (Aangelijnd; 1989) * Les Faux-Fuyants, 1991 - Evasion * Répliques, 1992 * Et toute ma sympathie, 1993 * Chagrin de passage (1994) * Le miroir égaré, 1996-(De verloren spiegel) * 1998 - Derrière l'épaule -biografie
In 1521 maakte Cortés korte metten met het Azteekse rijk. Hij werd geholpen door de meertalige Malinalli, die fungeerde als 'de tong'. In het Mexicaanse collectieve geheugen staat ze geboekstaafd als verraadster van het eerste uur. In 'Malinche' - de bijnaam van Cortés, die zoveel betekent als 'de meester van Malinalli' - is de schrijfster erop uit dat beeld te nuanceren. De Malinalli van Esquivel is een passionele, intelligente vrouw die leeft naar de tekens van de aarde, de wind, het vuur en het water. Het resultaat is een mystiek boek met een aparte, zweverige vertelstijl.
Als kind wordt Malinalli door haar moeder als slaaf verkocht. Na wat omzwervingen komt ze in dienst van Cortés, in wie ze haar reddende engel ontwaart
. Ze hoopt dat hij haar volk zal bevrijden van de slavernij en de mensenoffers, maar de goudzucht en de moordpartijen van de Spanjaard roepen twijfels op. De relatie tussen de indiaanse en de christelijke invaller is er één van haat en liefde: 'De ogen van Cortés leken op de ogen die waren aangebracht op de stenen messen waarmee de harten van de geofferde mensen werden uitgesneden.'
De rode draad van de roman vormt de kracht die wordt toegekend aan het woord. Zo verklaart Malinalli aan Cortés: 'Wij zijn zoals je zelf zegt vleesgeworden taal, woord in vlees.' Haar talenkennis bezorgt hem een vrijgeleide door Mexico, dat beseft hij maar al te goed. In het boek vindt de macht van het woord een tegengewicht in de traditionele illustraties in de vorm van codices. Die prenten vatten als geen ander de essentie van 'Malinche': schattig, maar vrijblijvend.
Malinalli, die in Cortés de reïncarnatie ziet van de god Quetzalcóatl die haar volk zal bevrijden, helpt Cortés als tolk bij zijn onderhandelingen met de inheemse bevolking. Ze krijgen een verhouding: een verboden liefde tegen de achtergrond van de zeer bloedige, gewelddadige onderdrukking en gedwongen kerstening van de indiaanse bevolking door Cortés en zijn leger. Een vlot, soms even poëtisch, maar vooral onevenwichtig geschreven historische soap, vol bloedig geweld, (melo)drama, romantische liefde, en hapklare brokken geschiedenis, die overigens wel aantonen, net als de Spaanstalige bibliografie aan het eind, dat Esquivel veel research heeft gedaan.
Malinche is een pracht van een roman, geschreven door Laura Esquivel. Je maakt kennis met de Indiaanse cultuur, en je krijgt tegelijkertijd een blik in een stukje geschiedenis van Mexico. Je kunt onmogelijk anders als samen met Malinche mee genieten van de mooie momenten en mee huilen met de triestige
.
Laura Esquivel (1950) werd geboren in Mexico-stad. Van haar debuut- roman Rode rozen en tortilla's werden in 35 landen ruim vijf miljoen exemplaren verkocht. Deze bestseller werd verfilmd als Como agua para chocolate. Ze schreef ook de romans De wetten van de liefde en De liefde van don Júbilo.
Op midzomeravond worden twee kampeerders in Noord-Zweden vermoord. De dader wordt niet gevonden. Na verloop van tijd keert de rust in de streek ogenschijnlijk terug, maar onder de oppervlakte blijft de dubbele moord de bewoners in zijn greep houden. Het wordt duidelijk dat bijna iedereen tegen de politie gelogen heeft of dingen heeft verzwegen om zichzelf of anderen te beschermen. Jaren later denkt iemand een aanknopingspunt te hebben gevonden voor de ware toedracht.
In deze fascinerende roman, inmiddels in vele talen vertaald, herkent een vrouw zo'n achttien jaar na een afschuwelijke moord op twee jonge mensen het gezicht van iemand die wellicht de dader was. Hierna volgt de hele historie, gezien vanuit vele personen, die elk op hun eigen manier een tipje van de sluier oplichten. Het boek laat zich op verschillende niveaus lezen: het is een bijzonder spannende detective, het kan onder de literatuur 'met een hoofdletter' worden gerekend én het is een boeiende familieroman
. Het karakter van het Zweedse dorp, dat tegen de grens van Noorwegen aanligt, en waarin spanningen tussen Noren, Zweden, Lappen en Finnen voelbaar zijn, wordt goed weergegeven. Vooral het leven met de natuur, de wisseling van de seizoenen, de symboliek, worden prachtig uitgebeeld. De jaren '70 zijn duidelijk aanwezig. De schrijfster houdt het verhaal, ondanks de functionele uitweidingen, strak in de hand.
.Annie Raft verhuisd samen met haar dochter Mia naar Stjärnberg-commune, waar haar man Dan al woont. Als Dan hun niet komt ophalen op het afgesproken tijdstipbesluit Annie samen met Mia het eerste stuk te liften, en daarna verder te lopen naar de commune, langs het meer. Als ze langs het meer lopen komen ze op een gegeven moment langs een tent. Als Annie de tent beter bekijkt krijgt ze de schok van haar leven, in de tent liggen twee vermoorde mensen, de tent is doorzeeft met messteken. Annie rent weg, terug naar Mia, die een eindje verderop op haar staat te wachten. Als ze verder de helling op lopen horen ze iemand aankomen, snel duiken ze de bosjes in, dan komt Johan langs. Annie onthoudt zijn gezicht en verteld later aan de politie dat ze hem gezien heeft. Johan is ondertussen gevlucht, niet omdat hij de moorden gepleegd heeft, maar omdat zijn moeder hem voor zijn broers heeft gewaarschuwd, ze wilden hem weer een lesje leren, hij wordt door hen namelijk gezien als het watje van de familie. Ondertussen wordt hij door zijn verdwijning wel onmiddellijk verdacht. Johan lift tijdens zijn vlucht mee met een vrouw, Ilja, zij laat hem in een hutje vlak bij haar huis wonen, onder de voorwaarde dat hij zorgt dat hij niet ontdekt wordt. Op een gegeven moment wil hij weg bij Ilya, maar hij heeft er de kracht niet voor, pas als ze leest over de moorden bij het meer stuurt ze hem zelf weg. Zijn moeder, Gudrun, haalt hem op en brengt hem naar zijn tante, waar hij moet gaan wonen, want ook zijn moeder denkt dat hij de moorden heeft gepleegd, zelf weet hij nog steeds van niets. Jaren later is de relatie tussen Annie en Dan op de klippen gelopen, Annie voelde zich totaal niet thuis in de commune en is dus ook samen met Mia verhuisd. Als Annie Mia op een avond thuis hoort komen hoort ze dat er een man bij is, als ze gaat kijken herkent ze Johan, Mia heeft een relatie met hem. Hiervan schrikt Annie enorm, de moord is in al die jaren nog steeds niet opgelost en Johan was al die tijd spoorloos. Ondertussen krijgt Annie een relatie met de pillendokter Birger, een man die ook gescheiden is, net als Annie. Ze vertelt hem dat ze Johan heeft gezien, en dat hij een relatie heeft met Mia. Annie is ervan overtuigt dat Johan de dader is, dit tot onvrede van Gudrun, die ondertussen een goede vriendin is van Annie. Dan verdwijnt Annie, Birger is in alle staten, Johan, Mia en Birger gaan haar zoeken, uiteindelijk vinden ze haar vermoord in het water. Birger zweert dat hij niet zal rusten voordat hij de moordenaar heeft gevonden. Op zijn zoektocht ontdekt hij uiteindelijk wie de moordenaar van Annie is, maar niet alleen dat, hij ontdekt ook dat Johan helemaal niet de eerste twee moorden gepleegd heeft, maar dat zijn broer, Björne de dader is. Zijn motief voor de moorden was zijn haatgevoelens jegens, Lill-Ola Lennartsson, de man van wie de tent was. Lill-Ola ving namelijk jonge roofvogels om te verkopen voor grof geld. Toen Björne de tent zag staan dacht hij dat Lill-Ola in de tent lag. Pas nadat hij de tent doorzeefd had zag hij dat niet Lill-Ola, maar twee toeristen in de tent lagen. Björne vlucht zodra hij lucht krijgt van zijn verdenking, maar wordt uiteindelijk toch opgepakt, als hij zwaargewond bij Birger komt binnenlopen. De moordenaar van Annie blijkt de moeder van Johan, Gudrun, te zijn. Uit liefde voor haar zoon Johan, die zij zelf ook verdacht van de moord op de twee toeristen bij het meer, vermoord ze Annie, ook al zijn ze goed bevriend. Gudrun wist van Annies plan om naar de politie te gaan en Johan aan te geven. Om Johan hiervoor te behoeden, niet wetend dat Björne de eigenlijke dader is, vermoord ze Annie.
Zwart water is een roman over deze tijd en het duister in onszelf, waarvoor Ekman de rekwisieten van de misdaadroman heeft gebruikt. Geboorte en dood, liefde, seksualiteit en misleiding, menselijk onvermogen, de weg van het geheugen, verarming, vernietiging van de natuur, angst en bekrompenheid zijn thema's die in het verhaal zijn verweven. Met een verrassende, ironische speelsheid midden in een letterlijk dodelijke ernst weet Ekman alledaagsheid en mythe, tragedie en trivialiteit samen te vlechten tot een spannende, fijngevoelige, virtuoos geschreven roman, een voortdurend spel tussen licht en donker, rust en activiteit, gladde oppervlakte en peilloze diepten.
Kerstin Ekman is geboren in 1933 te Risinge in östergötland. Ze werd in 1978 lid van de Zweedse Academie (de derde vrouw na Selma Lagerlöf en Elin Wägner), maar stelde naar aanleiding van de Rushdie-affaire haar lidmaatschap op non-actief (1989). Na een reeks zeer populaire detectiveromans publiceerde zij in 1970 een biografie over de Zweeds-Amerikaanse anarchist Joe Hill (Menedarna). Met een driehoeksdrama, spelend op het platteland, Mörker och blåbärsris (1972), startte zij haar carrière als literair romancière.
In het vierluik kvinnorna och staden dat bestaat uit de boeken Heksenkringen, 1974), De springbron, 1976), Engelenhuis (1979) en Een stad van Licht (1983) schetst ze een beeld van het harde leven van arbeidersvrouwen van vijftig tot 100 jaar geleden. Vanuit het perspectief van een aantal vrouwen volgt ze de ontwikkeling van de industrialisatie in een plaatsje in Zweden (Katrineholm).
In 1988 verscheen een trollenverhaal, (De Dwaas) dat 500 jaar Zweedse cultuurgeschiedenis omvat met als hoofdthema de tegenstelling tussen natuur en cultuur.In 1993 brak zij internationaal door met de thriller Zwart water, 1993). Hiervoor ontving ze in 1993 de Augustpriset.
Tussen 2001 en 2004 verscheen de trilogie Wolfshuid Wolfshuid), Het laatste hout, en Krasloten. Hierin volgt ze de geschiedenis van enkele bewoners van Svartvattnet, een plaatsje in Jämtland.
Nominated for the premier crime writing award in Scandinavia - "The Glass Key 2003"!
Nominated for the Best Swedish Crime novel 2003!
NEDERLANDSE uitgave : De Geus
***
Karin Alvtegens psychologische thriller " Betrayal " is een echte page-turner geworden..Al na de eerste twintig bladzijden wordt het je bijna onmogelijk hem nog neer te leggen. Het is één van die boeken die je best leest, naast een warm haardvuur en met een lekker drankje binnen handbereik . De Zweedse schrijfster publiceerde in 2000 , haar prijswinnende roman:" Missing ", die met meerdere awards bekroond werd, maar haar opvolger zou haar zeker de naam van de "Scandinavia's Queen of Crime " bezorgen. Betrayal werd uitgeroepen tot beste Noorse misdaadroman van 2004 en is nadien een bestseller doorheen Europa geworden.
Eva,een voor alles en iedereen zorgdragende en succesrijke vrouw is reeds vijftien jaar gehuwd met Henrik ,een thuiswerkende schrijver en vader van haar zoontje Axel.Tot Henrik op zekere dag eindelijk de moed vindt haar te zeggen , dat hij hun relatie wil beeindigen,omdat hij " er geen plezier meer aan beleeft ".
Eva's geordende wereldje draait in het honderd.
In een ander deel van Stockholm waakt Jonas,een vijfentwintigjarige postbode, bij het ziekbed van zijn oudere vriendin, Anna,die reeds twee en een half jaar in coma ligt als gevolg van een mysterieus zwemongeval. Jonas, wiens jeugd gekenmerkt werd door verraad ,ontmoet de ontredderde Eva toevallig in een bar .Het valt op hoe Eva op Anna gelijkt en hiermee slingert Alvtegen's plot zich als een slang door de private levens van individuen begeesterd door obsessie. Maar verraad kan meerdere vormen aannemen, echt en ingebeeld , en in de roman van Alvtegen worden hun effecten op de verradenen meesterlijk beschreven.Jonas's mentale conditie bvb , is direct traceerbaar uit zijn verleden - zijn vader was meermaals ontrouw aan zijn moeder en hijzelf was hierbij als medeplichtige betrokken.
Aan de ander kant , ziet Eva de breuk van haar huwelijk niet enkel als verraad aan haarzelf , maar ook aan haar zoon Axel , en aan alle generaties koppels in haar familie met langdurige verbindingen. En het eindigt daarbij niet. Verraad in één of andere vorm duikt telkens weer op en wordt een catalysator voor een reeks van gebeurtenissen in de roman.
In feite , bloeien behalve Eva's , zelfverloochende liefde voor haar zoon , weinig mooie relaties op in " Betrayal ". Misschien is dit voor een deel te wijten aan onze gestresseerde moderne levenswijze.Eva is zo druk bezig een " super-mom " te zijn voor haar zoontje , dat ze haar echtgenoot verwaarloosd. Haar gedachten worden zelfs op de meest kritische ogenblikken toegespitst op dingen als onbetaalde rekeningen, de loodgieter bellen , iets dringend te herstellen enz. Henrik , voor zijn part, ziet Eva als " een onstuimige stoomlocomotief ", die hem van zijn mannelijkheid beroofd heeft door zich met alles zelf te willen bemoeien.Hij vindt troost in de armen van Linda ,de onderwijzeres van zijn zoontje. En wat , Jonas betreft , hij wordt het slachtoffer van zijn eigen eenzaamheid.Vervreemd van zijn familie , slijt hij zijn dagen in een klein appartementje , in het hart van een grote en onpersoonlijke metropolis met als enige gezel , zijn comateuze vriendin. Eén van Alvtegen 's effectieve deviezen is om letterlijk in de gedachten van haar karakters binnen te dringen en dan dezelfde scéne vanuit verschillende perspectieven te beschrijven.Het wonderlijke daaraan is dat het nooit herhalend overkomt.In feite bouwt het de suspense mee op omdat het de actie geleidelijk ontvouwd. De structuur van de roman weerspiegelt daarom de lezerservaring : de lezer krijgt langzaam de verhalenpuzzle in elkaar doordat hij uit verschillende hoeken indrukken en informatie toegespeeld krijgt. Meer nog , de sarcastische trekjes van de personages geven een vrolijker tintje aan het eerder zwartgallige verhaal.
Alvtegen's roman gaat zowel over relaties- verleden ,heden en toekomst -als over wat nu gebeurt.Meer psychologisch drama dan moord mysterie vertelt het ons wat individuen zoal beleven onder grote emotionele druk.Toegegeven dat het psychologisch niet echt doortastend is toch blijft " Betrayal " overtuigend genoeg om je tot de laatste bladzijden te blijven boeien.
Karin Alvtegen werd in 1965 geboren in Stockholm. Ze is een nichtje van Astrid Lindgren. Ze groeide op in een kleine stad genaamd Huskvarna. Haar ouders waren allebei leraar en ze had twee broers. waarvan de oudste broer Magnus in 1993 verongelukte tijdens een bergtocht. Toen haar broer verongelukte was ze in de negende maand van de zwangerschap van haar tweede kind. Ze probeerde overeind te blijven. Maar binnenin groeide duisternis. Ze werd steeds rustelozer en banger. Het lukte haar om haar gevoelens voor familie en vrienden verborgen te houden. Maar daarvoor betaalde ze een prijs. Ze vluchtte als het ware voor haar gevoelens. Maar de angst werd groter en groter. Hoe kon ze haar kinderen nog beschermen als er altijd iets ergs zou kunnen gebeuren?. Op een bepaald moment zakte ze in elkaar op de keukenvloer. Ze dacht dat ze een hartaanval had gehad, maar de medici constateerden dat ze gezond was.
'Iemand heeft eens gezegd dat heftige paniekaanvallen betekenen dat de ziel moet overgeven. Dat was wat ik voelde', aldus Karin Alvtegen. Toen ze eenmaal de deur naar haar innerlijke duisternis geopend had, was er geen weg terug. Ze werkte zes maanden niet, durfde zelfs de deur niet uit. Op een morgen werd ze wakker met het begin van een verhaal in haar hoofd. Ze stelde zich iemand voor die in dezelfde omstandigheden verkeerde als zijzelf, maar deze persoon wilde het patroon doorbreken.. Peter Brolin was geboren (hoofdpersoon uit Schuld). Op diezelfde dag schreef ze het eerste hoofdstuk, hoewel ze dat toen nog niet besefte. Hoe het verhaal zou aflopen, dat wist ze nog niet. Ze had het gevoel alsof ze een geheime kamer binnen zichzelf ontdekt had. . Ze schreef vijf weken lang. Achteraf bleek dat ze in deze tijd bijna het hele boek heeft geschreven. Ze moest doorzetten van zichzelf en wist daarna wat ze het liefst wilde: SCHRIJVEN. Dit gevoel heeft haar het geloof in de toekomst en levensvreugde teruggegeven.
'Het leven geeft geen garantie', zegt Karin Alvtegen. 'Het enige dat we zeker weten is dat je nooit zeker weet wat je te wachten staat. Er kunnen zich calamiteiten voordoen, evenals kansen. Daarom is het belangrijk datgene te doen waarbij je een goed gevoel hebt.' Soms wordt ze s morgens wakker en is verbaasd over het feit dat ze een schrijfster is. Ze vindt het een luxe dat ze haar eigen kleine wereld kan en mag scheppen.
Het meest belangrijke voor Karin Alvtegen is het bedenken van een spannende hoofdpersoon. Ze heeft in haar boeken veel loosers geschapen. Dit zijn mensen die om de een of andere reden het spoor bijster zijn geraakt.. Bij het schrijven neemt ze zichzelf als maatstaf : Wat zou ikzelf graag lezen?' Het is noodzakelijk dat ze de moordenaar geheel begrijpt. Waarom komt hij tot een daad? Wat zijn zijn beweegredenen of achtergronden?' Lessen in schrijven heeft ze nooit gevolgd. In de eerste plaats schrijft ze voor zichzelf. 'Als ik zou nadenken over wat de lezer wil, dan zou het niet lukken.' Ze heeft niet de illusie dat ze met haar boeken de wereld kan veranderen, maar als ze kan overdragen dat empathie en respect belangrijk zijn in een mensenleven, dan is ze erg tevreden.
Karin Alvtegen is in haar land een gevierd auteur van misdaadromans. Maar ook in andere landen is ze ontdekt. Haar boeken zijn vertaald in vele talen. Twee van haar boeken worden verfilmd en de Schotse T.V. gaat een serie maken. De Franse Elle heeft 'Saknad' uitgeroepen tot het beste boek van het jaar. Karin Alvtegen is gelukkig. . Schrijven heeft haar uit een depressie gered.
We zitten er nu wel om te lachen, maar ik heb het altijd als een vloek ervaren, dat kunstenaarschap van mij. Geen spatje romantiek, meneer. Het is saai. Sáái! Ik zit hier en ik werk. Ik merk niet eens dat het zondag is.
Je ziet het: ik woon diep in het bos. Er is hier geen enkele bekoring. Geen bordeel, geen kroeg, niks. Goed voor de kunst, maar je wordt er wel mensenschuw van.
***
. In het romanoeuvre van Brouwers getuigt dit werk van een nieuwe ontwikkeling.
Toon en compositie zijn 'losser' en al is de thematiek zonder meer 'Brouwersiaans', de vrij laconieke, hier en daar geestige manier waarop het intrigerende verhaal wordt verteld, is die van een zich verjongd hebbende schrijfmeester. In filmische scénes ontrolt zich in "Geheime kamers " een merkwaardig drama, waar aan het slot alle betrokkenen zich af kunnen vragen ; wat waren eigenlijk precies de gebeurtenissen die hiertoe geleid hebben ? En is er in werkelijkheid eigenlijk wel " iets " gebeurd ?
Geheime kamers is een groots en limpide boek over verlangen en ontgoocheling, huwelijk, overspel en bedrog. Geconstrueerd als een hechte legpuzzel, een woud van symbolen, waarin het verhevenste en het banaalste elkaar afwisselen. Brouwers overwint zijn autobiografische preoccupaties, en schrijft stilistisch meesterlijk over de vraag of het tussen man en vrouw in deze gebroken schepping ooit goed komt. Het hoofdpersonage is een man die volstrekt niets weg heeft van een Don Juan. Jelmer van Hoff, achter in de veertig, vanwege zijn faalangst afgekeurd leraar geschiedenis, leeft op een woonboot samen met zijn ziekelijke hond en zijn vrouw Paula Doorenbos. Sinds de geboorte van hun mongoloïde dochter Hanneke is hun huwelijk uitgeblust. Paula heeft het kind nooit kunnen accepteren en heeft Jelmer verboden haar nog aan te raken. Zijn schommelstoel is het enige dat beweging brengt in zijn leven. Tot hij onverwacht een uitnodiging krijgt voor de inaugurale rede van zijn oude studiegenoot Nico Sibelijn, aangesteld tot professor in de archeologie. Op de receptie ziet hij diens vrouw Daphne weer, een gevierde operazangeres, die hij sinds zijn studietijd nooit is vergeten. Ze belichaamt niet het courante schoonheidsideaal: "nog altijd even mager en zo wasbleek dat haar huid doorzichtig leek. Grote gletsjerblauwe ogen , nerveuzigheden, geheimzinnigheid. Opgewekt en mooi, maar gespannen als telefoondraden. ( ) Ze stond geen seconde stil, draaide haar lichaam naar alle kanten, rondspeurend met haar ogen, die alles zagen: ze zocht iets, ze hield iets in de gaten." Jelmer beseft plots dat hij niet voor Nico, maar voor Daphne is gekomen en herinnert zich een citaat uit Vergilius' Aeneis: "Dit was de eerste dag van de dood en de eerste oorzaak van rampspoed."
Nochtans lijkt er een kentering in zijn leven te komen. Daphne, die eens op archeologische expeditie met Nico in de Ardennen als zijn reddende engel was verschenen, toen haast dodelijk ziek was geworden nadat hij van vervuild beekwater had gedronken, zoekt weer contact met hem. Blijkbaar heeft ze onthouden dat hij een geheim kan bewaren. In haar verlovingstijd met Nico had Jelmer haar eens met een andere man 's nachts in een park gezien, maar niets aan Nico verteld. Sindsdien noemt ze hem "mijn beste", wat je in de loop van het verhaal steeds meer geneigd bent aan te vullen met 'pion'. Ze schrijven almaar intenser brieven naar elkaar, gevolgd door stiekeme telefoontjes, en hun wederzijdse partners beginnen verdenkingen te koesteren. Op een dag zegt Daphne: "Tussen ons moet alles uit zijn". Wat Jelmer de vraag doet stellen, wat er tussen hen dan wel is gebeurd.
Tot een echte verhouding komt het immers nooit. De enige keer dat hij Daphne in het geheim op een hotelkamer ontmoet, mag hij enkel naar haar naakte lichaam kijken, maar haar niet aanraken. Intussen is hij een seksuele relatie begonnen met Gonneke, de moeder van een ander Down-kind, die hem na een van zijn trouwe zondagse bezoeken aan Hanneke in een dronken bui heeft verleid. Merkwaardig genoeg heeft Jelmer daarbij het gevoel dat hij niet Paula maar Daphne bedriegt.
Nog lang vóór zijn roman halfweg is, doet Brouwers iets wat je nooit van een beslagen auteur zou verwachten: hij laat Daphne haar geheim vertellen. Al sinds hun studentenjaren bedriegt ze Nico met haar zangleraar Johann Fahrenfurth, haar ware liefde, die ze al 25 jaar ontmoet. Daphne houdt er nog meer opvattingen op na die falsifieerbaar blijken. Zo probeert ze Jelmer ervan te overtuigen dat angst niet bestaat. Je kunt ze immers, zo zegt ze, niet vastpakken, op een boterham smeren, op tafel zetten of aan de muur hangen.
Overspel en ondergang zitten bij Brouwers dus iets complexer in elkaar dan de bekendheid van de motieven doet vermoeden. Maar Geheime kamers gaat niet alleen daarover. Nico en Jelmer citeren in hun studententijd graag de gevleugelde woorden van professor Möser, die hen heeft ingewijd in de archeologie. "Wat wij moeten doen? Wij moeten de grotten in! Wat wij zoeken, dáár in de diepte moet het te vinden zijn.
Er zijn meer passages in dit boek waarin naar extremen op onze tijdsas wordt verwezen, en prehistorie en gevorderde beschaving met elkaar worden geconfronteerd. Begin en slot spelen zich af in een museumzaal vol voorhistorische monsterdieren, de ene keer met een beschaafd converserend gezelschap, de andere keer met een aan scherven geschoten aquarium, een zondvloed van 'voorkalenderse watergedrochten, zeedraken, zwemmende pantservoertuigen'. In talrijke beelden duikt de idee op dat het leven, dat rust en harmonie slechts een eiland zijn te midden van een kolkende, alles verzwelgende chaos het zwarte water van de dood. Kort vóór het ontluisterende slot woont Jelmer een uitvoering bij van Haydns Die Schöpfung. Daphne vertolkt er, gedirigeerd door Fahrenfurth, de rol van Eva in een ode aan de schepping en de man-vrouwrelatie, die naast al wat er is voorafgegaan en wat volgt volkomen wereldvreemd en uit de lucht gegrepen lijkt. Hoewel het bol staat van barokke symbolen van dood en verderf, en het romantische beeld van de droomprinses in scherven valt, is Geheime kamers geen cynisch, zelfs geen pessimistisch boek. Ook daarin blijkt het minder voorspelbaar dan het er eerst naar uitziet. De antiheld Jelmer, maatschappelijk een loser, die door de anderen zielig wordt gevonden, door hen wordt misbruikt en geboren lijkt voor het ongeluk, toont op onverwachte ogenblikken ruggengraat, een uitzonderlijk menselijk mededogen en tegenwoordigheid van geest. Als Daphne, in het nauw gedreven door haar echtgenoot, Jelmer een romantische dubbelzelfmoord voorstelt, noemt hij dat nuchter 'opera' en 'een tranentrekkende televisieserie': "Ik heb een taak, ik kan mijn dochter niet aan haar lot overlaten, ik ben geen fatalist, wie weet komt er, ooit, toch nog een gelukkige wending in mijn verbrokkeld bestaan, men hoeft de dood niet uit te nodigen, hij komt vanzelf."
Jeroen Brouwers , geboren in Batavia (1940) was het vierde kind van Jacques Theodorus Maria Brouwers (1903-1964) en Henriëtte Elisabeth Maria van Maaren (1908-1981). Zijn vader werkte als boekhouder bij een architectenbureau. Na de Japanse invasie in 1943 en de capitulatie van het KNIL werd zijn vader overgebracht naar een krijgsgevangenkamp in de buurt van Tokio. Jeroen belandde met zijn grootmoeder Elisabeth Henrica Pos (1885-1945), zijn moeder en zus eerst in het Japanse interneringskamp Kramat. Na een paar maanden werden ze overgeplaatst naar het kamp Tjideng, in een buitenwijk van Batavia. Zijn grootouders hebben de kampen niet overleefd.
Na de oorlog werd het gezin herenigd en verhuisde naar Balikpapan (Borneo, nu Kalimantan). Mevrouw Brouwers repatrieerde in 1947 met haar kinderen per schip naar Nederland. In 1948 kwam ook vader Brouwers naar Nederland.
Tot 1950 woonde Jeroen thuis bij zijn ouders. Toen hij 10 jaar oud was werd hij in diverse rooms-katholieke pensionaten ondergebracht. De reden was dat hij een onhandelbaar kind zou zijn dat na de vrijheid van Indië niet kon wennen aan het Hollandse keurslijf. Zijn ouders verhuisden naar Delft. Daar haalde hij in 1955 zijn MULO-diploma.
Van 1958-1961 is Jeroen Brouwers in militaire dienst geweest. Hij zwaaide af als kwartiermeester der Speciale Diensten: Marine Inlichtingen Dienst (MARID). Na zijn dienstplicht ging hij in 1961 in Nijmegen als leerling-journalist werken bij het krantenconcern De Gelderlander. Hij maakte deel uit van de redactie van het soldatenblad Salvo. In 1962 werd hij aangenomen bij de Geïllustreerde Pers in Amsterdam. Hij werd lid van de redactie van het blad Romance (later Avenue). Van 1964-1976 werkte Brouwers in Brussel als redactie-secretaris en later als (hoofd)redacteur van Uitgeverij Manteau. Van 1968-1971 woonde hij met zijn gezin in Vossem en later in Huize Krekelbos te Rijmenam (Mechelen). Er werden twee zonen geboren: Daan Leonard (1965-2006) en Pepijn (1968).
Na onenigheid met directeur Julien Weverbergh neemt Brouwers ontslag bij Uitgeverij Manteau. Hij gaat zich geheel aan het schrijven wijden. Na een periode in Warnsveld (bij Zutphen) betrekt hij huize Louwhoek in Exel, in de buurt van Lochem. In 1980 wordt zijn dochter Anne geboren.
In 1991 vestigt Brouwers zich op een woonboot in Uitgeest. In augustus 1993 verhuist hij naar Zutendaal in Belgisch-Limburg. Jeroen Brouwers is sinds 1992 opgenomen in de Orde van de Vlaamse Leeuw en in 1993 Ridder in de Belgische Kroonorde.
Bibliografie :
* 1961 - Edith Piaf. Lyrische straatmus
* 1963 - Van rondeel tot chanson
* 1964 - Couperus. 1863-1963
* 1964 - Het mes op de keel (verhalen)
* 1967 - Joris Ockeloen en het wachten (roman)
* 1968 - De toteltuin. Gevallen van de sfinx (verhalen)
* 1969 - Groetjes uit Brussel (verhalen)
* 1973 - Zonder trommels en trompetten (novelle)
* 1975 - Zachtjes knetteren de letteren. Een eeuw Nederlandse literatuurgeschiedenis in anekdoten
* 1977 - Zonsopgangen boven zee (roman)
* 1977 - Klein leed (verhalen)
* 1978 - Mijn Vlaamse jaren (memoires)
* 1979 - De nieuwe Revisor (pamflet)
* 1979 - Kladboek (essays)
* 1979 - Het verzonkene (roman)
* 1980 - De bierkaai. Kladboek 2 (essays)
* 1980 - Zonder onderschriften (toneel)
* 1981 - Bezonken rood (roman)
* 1981 - Et in Arcadia ego (verhaal)
* 1982 - De spoken van Godfried Bomans (essay)
* 1982 - Alleen voor Vlamingen (essays)
* 1982 - Es ergo sum (essay)
* 1983 - Verhalen en levensberichten (verhalen)
* 1984 - De laatste deur (essays)
* 1984 - Winterlicht (roman)
* 1985 - De levende stilte van Stig Dagerman (essay)
* 1986 - Hélène Swarth: haar huwelijk met Frits Lapidoth, 1894-1910 (essay)
* 1986 - De sprong (novelle)
* 1986 - Hij is reeds aan de overzijde (necrologieënbloemlezing)
* 1987 - Miniatuur van wanhoop
* 1987 - Kroniek van en karakter. Deel 1 (1976-1981) 'De Achterhoek' (brieven)
* 1987 - Kroniek van een karakter. Deel 2 (1982-1986 'De oude Faust' (brieven)
* 1987 - De schemerlamp van Hélène Swarth (essay)
* 1988 - Sire, er zijn geen Belgen (Boekenweekessay)
* 1988 - De zondvloed (roman)
* 1989 - Het tuurtouw (essay)
* 1990 - Zomervlucht (roman)
* 1991 - Het vliegenboek. Kladboek 3 (essays)
* 1993 - Het is niets (essay)
* 1993 - Twee verwoeste levens
* 1993 - De vervulling (monoloog)'
* 1994 - Steeds dezelfde zon (toespraak Dodenherdenking)
* 1994 - Het circus der eenzaamheid. Kladboek 4 (essays)
* 1994 - Vlaamse leeuwen (essays)
* 1995 - Adolf & Eva & de Dood (essays)
* 1995 - Oefeningen in nergens bijhoren (essay)
* 1996 - Het aardigste volk ter wereld: Willem Frederik Hermans in Brussel. Bijdrage aan zijn biografie
* 1996 - De vervulling (verhalen)
* 1996 - Kilometers
* 1997 - In memoriam patris
* 1998 - Alles is iets (dagboekbladen en brieven)
* 1998 - De verliefden, hommage aan Fernand Victor Toussaint van Boelaere, 50 jaar na overlijden
* 1998 - Een beroemde naamgenoot
* 1998 - Terug thuis, verhalen, leerervaringen, voetnoten
* 1999 - Al dat papier
* 1999 - De zwarte zon, essays over zelfmoord en literatuur in de 20e eeuw
* 2000 - Geheime kamers (roman)
* 2001 - Papieren levens
* 2001 - Zachtjes knetteren de letteren. Literaire anekdoten - herziene en uitgebreide editie
* 2004 - Stoffer en blik
* 2005 - De schemer daalt
* 2005 - Warme herfst
* 2006 - In het midden van de reis door mijn leven (Oerboek)
* 2007 - De stilte bestaat uit zoveel antwoorden (briefwisseling met Gerrit Komrij)
Eisso Post*** In zijn inmiddels zesde Renko-thriller : " De geest van Stalin" ,bewijst de Amerikaanse auteur nogmaals dat hij de Sovjet-Unie en (nu) Rusland in alle ontwikkelingen kan doorgronden en schilderen alsof hij er zijn hele leven al woont. Tijdens een hevige sneeuwstorm is niets wat het aanvankelijk lijkt. Renko's vriendin Eva en zijn geadopteerde zoon Zhenya lijken in gevaar te raken. De eigenaar van een huwelijks bureau wil haar man vermoord zien. Een onschuldige 'Russische bruid' hanteert een wurgijzer. Een schaakmeester loopt Renko's leven binnen en legt hem het vuur na aan de schenen. Koppige communisten komen bijeen om samen met Stalin te zingen. 'Rode Gravers' brengen geheimen aan het licht die een halve eeuw in een verlaten bos begraven zijn geweest, en Renko ontmoet geesten die zijn hele leven lang op hem hebben gewacht. Hoe meer het nieuwe Rusland naar rechts zwenkt, hoe meer Renko uit balans dreigt te raken. Maar voor het zover is, vallen er nog fantomen te bestrijden, en fanatici die zowel verleden als heden met het grofste geweld naar hun hand willen zetten. Renko, gekweld door geweten, gevoel en vasthoudendheid, is door de openbare aanklager op een zijspoor gezet als opsporingsambtenaar. Hij moet de geruchten onderzoeken dat passagiers in metrostation Tsjistje Proedi al een paar keer s nachts op het perron Jozef Stalin hebben waargenomen. Snor, uniform, korte rechterarm, gele wolfsogen.
Vanuit dit ogenschijnlijk belachelijke gegeven (met een inventieve Amerikaanse inbreng) ontwikkelt zich een verhaal dat hart en geest verkilt. Het spookt in het hoofd van Renko, die voortdurend wordt herinnerd aan zijn vader, een sadistische generaal en gunsteling van Stalin . Hij wordt geconfronteerd met twee meedogenloze collegas die als Zwarte Baretten oorlogshelden waren in de strijd tegen de Tsjetsjenen. Een van hen heeft politieke ambities en bindt arts Eva aan zich. Renko wordt bijna gewurgd en in het hoofd geschoten, dreigt de 12-jarige verweesde jongen die hij uit Tsjernobyl heeft meegenomen te verliezen, en belandt in het plaatsje Tver, op de route van Moskou naar Sint-Petersburg, waar de verzamelde Russische patriotten een onaangename historische verrassing wacht.
De geest van Stalin is een originele en door en door menselijke thriller., waarin bestsellerauteur Martin Cruz Smith een levendig beeld oproept van het nieuwe Rusland in opkomst. Geesten vullen de straten in dit prachtig geschreven verhaal dat, zoals de auteur zich wenst, aan het einde niet afgelopen is, maar een zaadje in de geest van de lezer heeft geplant.
Martin William Smith werd geboren in 1943. Hij groeide op in Reading, Pensylvania waar zijn vader een blanke jazzmuzikant was en zijn moeder zong, ze was van Indiaanse afkomst. Op latere leeftijd heeft de auteur de naam Cruz aangenomen als eerbetoon aan zijn grootmoeder.
. Zijn familie en vrienden kennen hem als Bill Smith. Hij studeerde in 1964 af aan de universiteit van Pennsylvania. Hij werkte als journalist, was verbonden aan plaatselijke TV stations en was correspondent voor the
Associated Press. Zijn grote doorbraak kwam met zijn roman 'Gorki Park'. Voordat hij dit boek kon schrijven, bezocht hij Moskou, sprak met Russen in de VS en las veel Russische kranten. Martin Cruz Smith pleegt heel veel research. Dat doet hij bij al zijn boeken. Gorki Park werd dus een groot succes en de vergelijking met John le Carré werd gemaakt. Enige tijd na publicatie volgde de verfilming en wereldwijd was dit een topper. Daarna volgden er meer boeken met dezelfde hoofdpersoon. Hij publiceerde ook andere boeken die deels goede kritieken kregen, maar de boeken met Renko verkopen verreweg het best.
Ooit begon Martin Cruz Smith aan zijn eerste roman getiteld 'The Indians'. We schrijven dan het jaar 1970 en dit boek beschrijft de manier waarop blanken de indianen hebben behandeld. Ook publiceerde hij aan het begin van zijn carrière onder verschillende pseudoniemen : de Jake Logan westerns, boeken met Nick Carter en hij gebruikte de pseudoniemen Martin Quinn en Simon Quinn. Hij kon er amper van leven totdat Gypsy in Amber, werd verfilmd voor T.V.
Ook had hij het plan een boek te schrijven over een seriemoordenaar in Moskou. Aldus geschiedde. Smith had in die tijd communistische sympathieën en verwoordde deze opvattingen in dit boek (Gorki Park). Gevolg was dat zijn toenmalige uitgever het niet wilde publiceren. Jaren later ging hij met zijn manuscript naar Random House en daar werden de rechten gekocht voor ongeveer 1 miljoen dollar.
Mijn boeken moeten sterke politieke en sociologische elementen bevatten. Niet politiek in de zin dat ze prekerig zijn, maar meer beschrijvend.
Martin Cruz Smith staat bekend om zijn gedegen research. Voor zijn boek Wolf eet hond (2005) reisde hij af naar Tsjernobyl om de gevolgen van de ramp met de kernreactor te bestuderen. Voor zijn boek Rose, verbleef hij wekenlang in Lancashire om te praten met mijnwerkers en hij bezocht de mijnen. Voor Havana Bay, reisde hij af naar Cuba. Hij had drie jaar nodig om Havana Bay te schrijven; maandenlange research, uren en uren praten met Cubanen in de VS en Cuba vijf keer bezoeken. Ook voor December 6, dat zich afspeelt in Tokio vlak voor het bombardement op Pearl Habor, heeft hij ter plekke uitvoerige studie verricht.
BIBLIOGRAFIE van Martin Cruz Smith
Arkady Renko series:
Gorky Park (1981) Polar Star (1989) Red Square (1992) Havana Bay (1999) Wolves Eat Dogs (2004)
ROMANS:
The Indians Won (1970) Gypsy in Amber (1971) Canto for a Gypsy (1972) Human Factor (1975) - writing as Simon Quinn Nightwing (1977) The Analog Bullet (1978) Overture to Death (1986) Stallion Gate (1986) Rose (1996) December 6 (2002)
*** In deze vertederende literaire roman keert Jef Geeraerts terug naar Kongo. Hij brengt ons een ontroerende getuigenis van zijn herinneringen aan een heilige, heidense tijd. 1955 - Belgisch Kongo. Onder invloed van de zwarte vrouw MBALA breekt de ik-figuur los uit een beklemmend westers keurslijf. Aan het onbezoedelde leven in het dorp komt op een dag echter abrupt een einde wanneer in een rivier in de buurt goud wordt gevonden. Dit is het begin van een reeks avonturen... Deze gebeurtenissen van 50 jaar geleden worden afgewisseld met taferelen uit het dagelijkse leven tijdens de zomer van 1995, waarin de auteur en zijn vrouw Eleonore geconfronteerd worden met de dood van twee geliefde wezens. De einige remedie tegen hun actuele sterfangst is te vinden in de erotiek , de levenshonger en de nostalgie , ' het najagen van verloren momenten.
Hierin krijgt de lezer een synoptische beschrijving en verklaring van alles wat de ex-koloniaal Geeraerts blijvend fascineerde aan het donkere hart van Afrika (en van hemzelf). Dat laat zich in hoofdzaak herleiden tot de paradoxale, want bevrijdende regressie van cultuurmens tot natuurmens, van door christelijke metafysica geconditioneerd (en verziekt) westerling tot overtuigd beoefenaar van een animistisch hedonisme. Niks nieuws onder de (tropische) zon dus, voor wie een beetje vertrouwd is met Geeraerts' vroegere werk. Het 'goud' uit de titel is (niet meer dan) de rode draad waaraan deze - vaak verrassend discursieve, rationaliserende, soms zelfs pseudo-wetenschappelijke - beschouwingen over het leven in het Afrikaanse paradijs, het 'prehistorische continent' worden vastgeknoopt. Assistent-gewestbeheerder Geeraerts ontdekt samen met de broer van zijn (illegitieme, uiteraard) zwarte vrouw Mbala - stoeipoes par excellence, de verpersoonlijking van de levenslust - een goudader in een rivier. Dit is het begin van een reeks onaangename verwikkelingen die de verteller uiteindelijk in een lastig parket brengen en die uitdraaien op chantage, moord en verstoorde relaties. Ook de Afrikaanse nobele wilde blijkt niet opgewassen tegen het altijd weer corrumperende materialisme, 'De verordeningen des Heren zijn kostelijker dan goud' (Psalm 19: 11), zoals een wel enigszins verrassend motto van de roman ons leert.
Geeraerts startte zijn literaire carrière begin jaren '60 met het neerschrijven van zijn ervaringen in Belgisch Kongo waar hij in de jaren '50 te werk gesteld was als assistent gewestbeheer en in 1959 en 1960 aan het hoofd stond van een militaire eenheid die als opdracht had vechtende stammen uit elkaar te houden.In deze functie komt hij vaak in contact met de plaatselijke bevolkingen en leert hij de psychologie van de zwarten kennen. Hij sluit vriendschappen en ontdekt er de pure, onaangetaste natuur en het intense, wilde oerleven. Deze ontdekkingen zullen later - bij zijn terugkeer naar de Westerse cultuur - leiden tot een bewustzijnscrisis die hem ertoe heeft aangezet (therapeutisch) te schrijven.
In 1960 wordt reserveluitenant Geeraerts zwaar gewond tijdens hevige gevechten tussen twee vijandige stammen, de Baluba en de Lulua. De onlusten die kort daarna zullen leiden tot Kongo's onafhankelijkheid (30 juni, 1960), doen vele blanken ijlings het land verlaten. Enkele maanden na zijn gezin, komt ook Geeraerts ontredderd in België aan. Volgen nu twee jaar van doelloos rondlopen, van lezen en nadenken over de plaats van de mens in de Westerse maatschappij. Aanpassingsproblemen en een huwelijkscrisis leiden ertoe dat Geeraerts de eenzaamheid opzoekt. In die omstandigheden schrijft hij zijn eerste roman "Heet water" (die nooit uitgegeven werd) en kort daarop zijn eerste roman in de literaire wereld, "Ik ben maar een neger". Hij merkt echter dat hij de taal niet voldoende beheerst en daarom, maar vooral om de drukkende sfeer van zijn gezinsleven te ontvluchten, gaat hij in 1962 Germaanse filologie studeren aan de Vrije Universiteit te Brussel. De colleges van professor en filosoof Leopold Flam hebben ertoe bijgedragen dat hij later zijn "Gangreen"-reeks zal beginnen.
Tijdens die vier jaar aan de universiteit verlaat hij zijn echtgenote en zijn drie kinderen (1963) en schrijft hij "Schroot", "Zonder Clan", "Het verhaal van Matsombo", "De troglodieten" en "De zeven doeken der schepping". Zijn diploma heeft hij inmiddels op zak, maar veel zal hij er niet mee doen. Na enkele dagen lesgeven vlucht hij weg uit het onderwijs. Hij wordt tijdelijk redacteur van "Elseviers Weekblad" en vertaalt werken uit het Engels en het Frans. Ondertussen blijft hij ook zelf schrijven en zo verschijnt in 1968 "Black Venus", het eerste boek uit de vierdelige "Gangreen"-cyclus waarmee Geeraerts grote bekendheid zal verwerven. Het boek doet in Vlaanderen heel wat stof opwaaien omwille van de al dan niet vermeende racistische en pornografische inslag. Ook "Gangreen 2 - De goede moordenaar" veroorzaakt heibel. Met de publicatie in de pers van de verschillende geschokte reacties, krijgt Geeraerts nogmaals de beste en goedkoopste publiciteit.
Later schrijft hij nog talrijke romans waarvan de misdaadromans met in de hoofdrollen het politieduo Vincke en Verstuyft, zeer bekend zijn. Naast romans schrijft Jef Geeraerts ook reisverhalen, journalistieke stukken, toneelstukken, hoorspelen, ... De natuur, de jacht, vreemde culturen en ertiek zijn steeds terugkerende elementen in zijn werken.
Tegenwoordig houdt Geeraerts zich bijna uitlsuitend bezig met schrijven en reizen, samen met zijn nieuwe vrouw Eleonore Vigenon,, met wie hij in 1978 gehuwd is. Van haar hand verschijnt in oktober 2007 het boek :De Spoken van Jef Geeraerts, over het oeuvre van en leven met Jef Geeraerts.
Terwijl hoog aan de zwarte hemel de volle maan als enige getuige aanwezig is, doet detective Baker een bizarre ontdekking. In de haven vindt hij naast duidelijke bloedsporen een oude tikkende klok en een gedicht, ondertekend door 'de klokkenmaker'. Van een lijk ontbreekt ieder spoor. Wanneer de politie een tweede bijna identiek delict ontdekt - dit keer mét lijk - denkt Baker met een seriemoordenaar van doen te hebben. Hij roept de hulp in van de forensisch experts Lincoln Rhyme en Amelia Sachs. Terwijl Amalia Sachs geheel in beslag wordt genomen door haar onderzoek naar corrupte collega's, wordt Rhyme bijgestaan door Kathryn Dance, een succesvolle gedragswetenschapper. Met haar bijzondere verhoortechnieken breekt Kathryn de zaak al snel open. Maar gaat het niet allemaal te snel? Niet enkel in de politiegelederen wordt ondertussen onrust veroorzaakt door de spannende zaken van Sachs: ook haar relatie met Rhyme komt flink onder druk te staan
.In "De koude maan", het zevende deel in de reeks met Lincoln Rhyme en Amelia Sachs, wordt deze twee forensische experts gevraagd om hun licht te laten schijnen op twee locaties waar een oude klok en een gedicht gevonden werden. Het signatuur van de moordenaar die zich De Klokkenmaker noemt.
Maar eigenlijk past dit niet helemaal in de planning van Amelia, die zelf een onderzoek leidt naar de verdachte omstandigheden van de zelfmoord van een zakenman. Hierdoor krijgt, Ron Pulaski, het jongste lid van het team, de kans om zijn waarde als forensisch onderzoeker te bewijzen. Ook wordt bij het ondervragen van de getuigen de hulp ingeroepen van ondervragingsdeskundige Kathryn Dance, die geportretteerd wordt als een menselijke leugendetector.
Deavers schrijfstijl, met zijn perfecte doseringen van verhaallijnen, beschrijvingen en achtergrondinfo resulteert in een magistraal werk met het ideale verhouding tussen diepgang leessnelheid, wat voor de lezer zeer aangenaam is.
Ook de plot heeft alle kenmerken van de meester: degelijk, geheimzinnig en met de nodige wendingen die verrassen als donderslagen bij heldere hemel. Alleen is het jammer weer te moeten vaststellen dat sommige van die wendingen te radicaal zijn, wat weegt op de geloofwaardigheid. Origineel deze keer is het subplot, waarin het onderzoek van Amelia Sachs behandeld wordt, waardoor de samenwerking met de aan het bed gekluisterde Lincoln Rhyme deze keer wat minder vlot verloopt als we onderhand gewoon waren. Ook zijn de personages weer zeer realistisch neergezet. Deze keer ligt het zwaartepunt op de afkomst en achtergrond van Amelia Sachs. Maar ook wordt het personage van nieuwkomer Kathryn Dance professioneel ingekleurd, zodat ze een aimabel personage van vlees en bloed wordt met veel perspectief. .Het zou me dan ook niet verbazen als we van haar nog niet alles gezien hebben en dat de auteur haar weer laat opdraven in een volgend boek..
Jeffery Deaver is er weer in geslaagd een boek te schrijven dat alle elementen bevat die in een goede thriller moeten aanwezig zijn. Een gezien de vele verwijzingen naar zijn vorig meesterwerk Tot op het bot, lijkt de schrijver zelf ook te beseffen dat hij een juweeltje heeft afgeleverd. Meer nog, met dit werk benadert hij de perfectie.
Jeffery Deaver, voormalig journalist, advocaat en folkzanger,is geboren op 6 mei 1950, Chicago (Verenigde Staten). De schrijver heeft diverse malen de bestsellerlijsten gehaald, waaronder die van de New York Times, de London Times en de Los Angeles Times.
Deaver doet enorm veel onderzoek (voor Brandend IJs zelfs ruim een jaar). Hierdoor weet hij tot in detail waarover hij schrijft. Dit maakt een krachtige en geloofwaardige verhaallijn mogelijk en leidt steevast, mede dankzij een aantal onverwachte plotwendingen, tot een zeer spannend verhaal
Hij heeft achttien romans geschreven, is vijf keer genomineerd voor een Edgar Award van de Mystery Writers of America en een keer voor een Anthony Award. Hij heeft twee keer de Ellery Queen-lezersprijs voor het beste korte verhaal van het jaar gekregen en mocht de Britse Thumping Good Read Award van W.H. Smith in ontvangst nemen. Van zijn boek Monddood is een televisiefilm gemaakt met James Garner en Marlee Matlin, en Tot op het bot is door Universal Pictures voor de bioscoop verfilmd als The Bone Collector, met Denzel Washington en Angelina Jolie in de hoofdrollen. Zijn meest recente romans zijn Wespenval, De cyberkiller en De stenen aap. Hij woont afwisselend in Virginia en Californië.
*** Dat Chabon de gave heeft om hommages te brengen die tegelijkertijd mild ironisch én oprecht zijn, bewees hij al eerder. In zijn vorige meesterwerk bijvoorbeeld, De wonderlijke avonturen van Kavalier & Clay (2000), waarin hij zich zo meeslepend in de wereld van de superheldenstrips van de jaren veertig en vijftig stortte. En, ja, in deze roman neemt hij inderdaad glimlachend zijn gleufhoed af voor Raymond Chandler, Dashiell Hammett en hun van goedkope bourbon en droevige saxofoonsolo's doortrokken misdaadromans. Maar er is gelukkig meer aan de hand. Wat heet: De Jiddische politiebond ,ontwikkelt zich tot een heerlijke satirische tegenhanger van Philip Roths what-if?-roman The plot against America (2004), die bijna uit zijn voegen barst van uitzinnige personages en ongebreideld taalplezier. En bij alle meeslepende kolder weet Chabon ook nog een paar even serieuze als meerduidige punten te maken.
De hoofdstad Sitka, waar Landsman werkt, is, om daar maar eens mee te beginnen, het centrum van een compleet parallel universum. Hier, in de koudste uithoek van Alaska, kreeg het Joodse volk in 1948 - na de Tweede Wereldoorlog, waarin de nazi's Rusland nog veroverden, maar uiteindelijk door de Amerikanen werden verslagen - een (nieuw) thuisland in bruikleen: het District Sitka. Een overbevolkt staatje voor de 'bevroren uitverkorenen', gebouwd op de Jiddische taal en overlevingsdrang. Maar het zijn 'rare tijden voor de Joden'. In november 2007 nadert 'de Revisie' met rasse schreden: na zestig jaar loopt de bruikleenovereenkomst op z'n eind. Over zes weken nemen de Amerikaanse autoriteiten het gebied weer in en zullen de inwoners óf een vaste verblijfsvergunning moeten hebben om tussen de oorspronkelijke Alaskanen te wonen óf hun heil elders moeten zoeken. In exotische plaatsen als Madagaskar en Australië, of in het verloren Beloofde Land...
Landsman heeft kortom nog hooguit tijd om deze ene zaak op te lossen. Geholpen door zijn trouwe Joods-Indiaanse partner en in de nek gehijgd door zijn ex-vrouw, die sinds kort, o gruwel, zijn nieuwe cheffin is. Maar die ene zaak brengt hem wel in contact met de dolgedraaidste uitwassen van zijn ineenstortende wereld. Want lijkt het slachtoffer aanvankelijk een heroïnejunk annex schaakwonderkind te zijn die schulden maakte bij de verkeerde mensen, gaandeweg ontdekken ze dat het een telg uit de stam der Verbover was, een groep chassidische Joden die dús de georganiseerde misdaad in handen heeft. (Lang verhaal.) En niet zomaar een telg: hij was de zoon van maffialeider, rabbijn en levende-marshmallowberg Heskel Sjpilman én een Tsaadik Ha-Dor, de potentiële Messias die elke generatie voortbrengt.
Afijn, samenzwering stapelt zich op complot, met als finale een terroristische aanslag waar Al Qaida nog een puntje aan kan zuigen. En ondertussen geniet je schuddebuikend. Van hoe Chabon zich uitleeft in een cocktail van smakelijk Jiddisch, rake oneliners en de tomeloze metaforenlawine van het detectivegenre. Van hoe hij zo'n carnavaleske fantasiewereld tóch geloofwaardig en ontroerend weet te maken. En van hoe hij alles, van het conflict in het Midden-Oosten tot de war on terror, voor zijn lachspiegel zet zónder ooit in politieke prentproza te vervallen.
De Jiddische politiebond is een érnstig geestig boek, in alle betekenissen van die woorden.
Naar goede gewoonte laat Chabon zich weer inspireren door een populair genre: in zijn Pulitzer-winnende roman 'De wonderlijke avonturen van Kavalier & Clay' grasduinde hij nog lustig in de superheldentraditie, dit keer zendt hij een vette knipoog richting de klassieke detective uit de jaren 1940.
Inspecteur Meyer Landsman is zo uit een roman noir gestapt: hij drinkt en rookt te veel, slaapt of eet amper en wordt achtervolgd door een gitzwart verleden. Hij heeft een pijnlijke scheiding achter de rug: toen bleek dat zijn vrouw Bina misschien wel in verwachting was van een gehandicapt kind, besloot Landsman het zekere voor het onzekere te nemen: 'Het was niet zo dat hij niet kon leven met het schuldgevoel. Hij kon alleen niet leven met het schuldgevoel en Bina tegelijk.'
Nu - een paar maanden voor het Joodse district in Alaska terug in Amerikaanse handen komt, het lot van de locals is nog altijd koffiedik kijken - botst Landsman in zijn hotel op een lijk. Samen met zijn partner, de half-indiaanse Berko, volgt hij het enige spoor: een onafgemaakte schaakwedstrijd. De dode, een heroïnejunk, blijkt al snel stukken belangrijker dan een doorsneeverslaafde. Zelfs postuum krijgt de man 'een keiharde, gestoorde Russische bajesklant zo bang dat hij bagger schijt, en kan hij tegelijkertijd een van de vroomste zwarte hoeden in Sitka tot tranen toe bewegen.' Eén en ander zet Landsman en Berko op het spoor van een uitgekiende samenzwering.
Op het einde wordt het over-the-top complot op een drafje afgehaspeld en begint de aandachtsgeile, van metaforen zwangere taal te vervelen, maar dan hebben we al wel een wervelende politieroman achter de kiezen. En passant schetst Chabon een doorleefd, donker beeld van Sitka, de overbevolkte hoofdstad van de Joodse 'staat', waar het conflict tussen ingeweken Joden en native indianen even verwoestend blijkt als dat tussen Israël en Palestina. En in een omgekeerde 9/11 dansen de Joden op straat na een aanslag op een Arabisch doelwit. Dat maakt 'De Jiddische politiebond' totveel meer dan een vrijblijvende gimmick, en verdacht realistisch voor een gedachte-experiment.
De Jiddische politiebond is net als Het complot tegen Amerika van Chabons collega Philip Roth, een what-if-roman. Wat als de Joden na de Tweede Wereldoorlog eens geen stek vonden in Israël, maar in een uithoek van Alaska? En wat als toen afgesproken was dat na zestig jaar het district Sitka teruggegeven moet worden aan de oorspronkelijke bewoners? In dat scenario speelt De Jiddische politiebond. De afgesproken zestig jaar tikten naarstig weg, en de Reversie, de dag van de teruggave, komt schrikbarend dichterbij. Dat zorgt voor onrust, mensen proberen wanhopig aan een verblijfsvergunning te geraken of wijken halsoverkop uit naar exotische bestemmingen als Madagascar of Australië. De droom om het Beloofde Land te veroveren is nog springlevend, en daar leidt de plot van De Jiddische politiebond uiteindelijk naartoe. Maar voor het zover is, wordt eerst een jonge junk vermoord in het luizige hotel waar Meyer Landsman na zijn scheiding een onderkomen vond. Het personage Landsman is een eerbetoon aan alle sombere detectives die de wereldliteratuur sinds de twintigste eeuw voortbracht. Hij is een zwartkijkende alcoholist met een verleden waarin de zelfmoord van zijn vader, de dood van zijn zus en de scheiding van zijn vrouw de belastende factoren zijn. Meyer is een melancholieke figuur, hij balanceert de hele tijd tussen lachen en huilen. Hij bekijkt de hetze om zich heen met enigszins vertroebelde blik maar permitteert zich tegelijkertijd een snoeihard en vaak hilarisch oordeel. Samen met zijn neef en partner Berko, een Joods-Indiaanse beer van een vent, probeert hij de zaak van de vermoorde junk op te lossen voor de Reversie een feit is. Meyers ex-vrouw Bina wordt onverwacht zijn chef, en zij wil dat ze zich bezighouden met andere onopgeloste zaken. Meyers onwil om haar opdracht te volgen zorgt voor verbaal vuurwerk tussen de twee.
Zoals het genre het wil krijgt de underdog, Meyer in dit geval, gelijk. Al snel blijkt het slachtoffer niet gewoon een anonieme drugsverslaafde te zijn. Hij was ooit een wonderkind, een schaakgenie, de man van wie men dacht dat hij de nieuwe Messias kon zijn. Hij zorgde in zijn leven voor heel veel vreugde, maar stelde ook heel wat mensen teleur. Hoe je omgaat met verwachtingen van anderen, welke gevolgen die verwachtingen voor jezelf kunnen hebben, het zijn themas die bij diverse personages terugkomen in dit meeslepende verhaal. Daarmee is De Jiddische politiebond absoluut niet vrijblijvend. Bovendien maken akelige parallellen met feiten uit de recente geschiedenis het boek tot een aanklacht tegen alle vormen van extremisme. Het is allemaal reuze interessant, maar bovenal is dit boek heerlijk om lezen. De klaterende dialogen, beklijvende personages, onmiskenbare humor en mistroostige setting zorgen daar voor, samen met het ongelooflijke verteltalent van Michael Chabon
Michael Chabon is geboren in Washington D.C. op 24 mei 1963. Chabon is één van de meest bejubelde hedendaagse Amerikaanse schrijvers. Bij het verschijnen van zijn debuut De geheimen van Pittsburgh was hij amper vijfentwintig,. In 1995 volgde zijn roman "Wonder Boys",en twee kort-verhaal collectiesTwaalf jaar later kaapte hij met "De wonderlijke avonturen van Kavalier & Clay "de prestigieuze Pulitzer Prize weg. Zijn werk kenmerkt zich door onstuitbaar vertelplezier, prachtig taalgebruik, Joodse karakters en hommages aan andere schrijvers. Al deze ingrediënten zijn ook terug te vinden in zijn jongste pareltje, De Jiddische politiebond.
*** 1962- Florence , een talentvolle musicus en Edward een student verblijven in een Engels hotel. Ze zijn die dag getrouwd en dromen beiden van het mooie huwelijkse leven dat hun wacht. Maar het jonge stel maakt zich ook zorgen over de komende huwelijksnacht. Die nacht zal hun verdere leven tekenen.
"
Ze waren jong, welopgevoed en allebei nog maagd op deze avond voor hun huwelijksnacht, en ze leefden in een tijd dat een gesprek over seksuele problemen ronduit onmogelijk was. Maar eenvoudig is dit nooit. Ze zaten aan de avondmaaltijd in een kleine zitkamer op de eerste verdieping van een Georgian herberg. In de kamer ernaast was door de open deur een hemelbed zichtbaar, tamelijk smal, waarvan de sprei hagelwit was en verbluffend strak getrokken, als het ware het niet door mensenhand."'
Met deze zinnen opent "Aan Chesil Beach," het verhaal van een jong echtpaar aan de vooravond van hun huwelijksnacht tegen het decor van de seksuele revolutie begin jaren zestig. Net als in al zijn boeken weet McEwan het verhaal op te bouwen met de koele spanning van een thriller. Een kleine intieme roman waarin hij zijn credo trouw blijft dat literatuur een 'onderzoek in de menselijke natuur is. Het is prachtig en zeer precies geschreven. 'Tussen de regels van een kleine roman over een mislukking , schreef McEwan een monumentaal werk over wat had kunnen zijn. 'McEwan weet je aandacht moeiteloos gevangen te houden, met zijn genadeloze oog voor detail, zijn elegant proza en een geweldige licht-ironische vertelstem die - tussen de voelbare angsten en frustraties van de twee door - voor een glimlach zorgt.Ian McEwan verhoudt zich tot zijn werk als een instrumentenmaker tot zijn vernuftig geconstrueerde instrument [...] Hij is de meester van de romantechniek, die speelt met verwachting en verrassing, die de lezer gijzelt met zijn betekenisvolle nauwgezetheid.
.'Ian McEwan heeft er patent op: een bijzondere maar op zich niet dramatische gebeurtenis ontvouwt zich tot een regelrechte thriller.Als lezers worden wij via een alwetende verteller afwisselend deelgenoot gemaakt van de gedachten en jeugdherinneringen van Edward en van die van Florence, die ze voor elkaar juist volledig verzwijgen. Zo krijgen we steeds meer inzicht in de volstrekt uiteenlopende redenen van hun beider beschroomdheid. Tegelijkertijd geven deze passages ons de kans even op adem te komen in een vertelling die, zo lijkt het, afstevent op een afschuwelijke climax.
Ian McEwan werd geboren in de Engelse garnizoensplaats Aldershot in 1948 en bracht zijn jeugd door in Singapore en Tripoli. Toen hij elf jaar was stuurden zijn ouders hem naar een kostschool in Engeland. Het vertrek naar Engeland, dat hij in" The Child in Time " beschrijft, was duidelijk een breekpunt in zijn leven.
Na zijn kostschool had hij een aantal baantjes en studeerde aan Sussex University. Daarna volgde McEwan als enige student met succes de studie Creative Writing aan de University of East Anglia. Malcolm Bradbury was een van zijn docenten in Norwich.
McEwan vond in 1973 een literair agent en verhuisde een jaar later naar Londen. Hij werkte als journalist en kreeg een aantal werkbeurzen toegekend.
McEwan werd in 1975 in één klap wereldberoemd met zijn verhalenbundel:" De laatste dag van de zomer", die eerst in Nederland verscheen, daarna in Engeland en vervolgens in nog vele landen. Zjn romans en verhalen zijn inmiddels in meer dan dertig landen verschenen.
Het vroegere werk van McEwan is voornamelijk sinister en de duistere kant van de mens was vaak het onderwerp van zijn boeken. Met The Child in Time kwam daar verandering is. Het boek is realistischer en milder dan voorgaande. Deze lijn zette zich de afgelopen jaren door met als gevolg dat Atonement (Boetekleed) met recht gezien wordt als een hoogtepunt in zijn oevre. McEwan schrijft ook filmscripts. In 1982 schreef hij het script voor The Imitation Game, een televisiedrama. Daarna verschenen nog vele scripts van zijn hand, waaronder The Ploughman's Lunch, een film die zich afspeelt tijdens de Falkland-oorlog. Ook werden enkele van zijn romans verfilmd, zoals The Innocent en The Cement Garden.
Uitgeverij : De Boekerij-Amsterdam vertaling van :"The Dark Room "(London: MacMillan, 1995), ¨Paperback : 348pag ISBN 90-225-2020-X, vert.uit het Engels: Irving Pardoen
*** De kranten brachten het met smaak. Jinx Kingsley, modefotografe en erfgename , had geprobeeerd zich van het leven te beroven , nadat haar verloofde haar zonder pardon had afgedankt en ingeruild voor haar beste vriendin. Maar wanneer Jinx uit haar coma bijkomt , kan ze zich niets van een zelfmoordpoging herinneren. Dan doemen de herinneringen op ... Gruwelijke herinneringen , vol wanhoop en ontzetting ... De donkere kamer is een spannend misdaadverhaal en een geniale psychologische roman inéén , een boek dat boeit van begin tot einde en dat je ook na lezing lang blijft bezighouden .
Minette Walters
werd op 26 september 1949 geboren in Bishop's Stortford, Hertfortshire In 1992 verschijnt 'het ijshuis' waarmee ze meteen een prijs wint Haar boeken zijn in vele talen vertaald.
Ze is moeder van twee kinderen en woont met haar man en kinderen in Hampshire. .Ze studeerde literatuurwetenschappen en Frans aan de Durham University. Vervolgens heeft ze lange tijd in Londen gewerkt als redacteur bij het tijdschrift 'British Women's Weekly.
In 1977 verliet ze het tijdschrift om zich full-time aan het schrijven te wijden. Haar eerste boek 'The Ice House' kwam uit in 1992 en het was meteen raak. Ze won de John Creasey Award voor de beste eerste roman. Een jaar later verscheen 'The Sculptress', dat ook bekroond werd met de Amerikaanse Edgar Award. Als snel kwam er een aanbod voor verfilming. Minette Walters heeft 10 boeken geschreven in 11 jaar tijd en dat is een hele prestatie. Haar boeken zijn in 36 talen vertaald. Ze zegt zelf dat ze nooit weet wie het gedaan heeft totdat ze het boek af heeft. Dit bevalt haar goed, het maakt onbevangen en ze loopt niet het risico teveel of te weinig aandacht te besteden aan de beschrijving van de dader. In bijna alle boeken van Walters speelt het verleden een belangrijke rol. De hoofdfiguren worden door misdaden uit het verleden ingehaald. In haar verhalen is het 'waarom'even belangrijk als 'wie'. Daarnaast vindt ze dat het puzzelelement thuis hoort in een thriller. In de Britse misdaadliteratuur is dit altijd sterk vertegenwoordigd geweest en dat wil ze graag zo houden.
Arend had nooit geboren mogen worden. Al vanaf zijn eerste levensdag kent hij geen vreugde, geen geluk en geen thuis. Hij is daarenboven te groot, te zwaar, te lelijk en vooral te veel. Zijn moeder geeft hem meer slaag dan liefde. De enige uitlaatklep waarover de jongen beschikt, is zijn gehuil, dat hij dan ook tot een kunst verheft. Eenmaal uitgegroeid tot een te dikke kleuter komt Arend in aanraking met de buitenwereld. Op straat wordt hij nagestaard, op school wordt hij gepest en uitgelachen. Hij wantrouwt iedereen en is voortdurend in zichzelf gekeerd. Het liefst wil hij vleugels hebben zodat hij kan vliegen als de vogels, boven iedereen uit. Een droom waarvoor hij alles zal doen opdat hij werkelijkheid wordt.
Arend vertelt het aangrijpende levensverhaal van een uitzonderlijke jongen die nergens thuis lijkt te horen. Een roman over de zoektocht van een kind naar zichzelf, naar begrip, naar liefde.
Stefan Brijs werd geboren op 29 december 1969 in Genk (Belgisch-Limburg), waar hij ook opgroeide en nog steeds woont 'in zijn huis aan de vijver bij het woud'. Negen jaar lang werkte hij als opvoeder aan een middelbare school, tot hij op zijn dertigste besloot voltijds te gaan schrijven - hij had op dat ogenblik drie boeken gepubliceerd en verscheidene essays en recensies geschreven voor de boekenbijlage van De Morgen.
In september 1997 debuteerde hij bij uitgeverij Atlas met"De verwording", een magisch-realistische roman die opviel door zijn barokke taal. Hij werd toen al 'een groot talent' en 'de hoop van de Vlaamse letteren' genoemd. Na zijn debuut zwierf Stefan Brijs over Vlaamse begraafplaatsen, op zoek naar de resten van zijn literaire voorgangers, onder wie Richard Minne, Maurice Gilliams en Karel van de Woestijne. Deze queesten beschreef hij in "Kruistochten", dat in 1998 verscheen en een criticus deed uitroepen: 'Brijs kan verduiveld goed schrijven.' Deze essays kregen intussen een vervolg in De Standaard, waarvoor hij De vergeethoek maakt, een serie literaire portretten van vergeten Vlaamse schrijvers.
In 2000 verscheen" Arend", een roman over een misvormde jongen die op zoek is naar zichzelf, naar begrip en naar liefde en er van droomt ooit te kunnen vliegen. Het boek kreeg zowel in Vlaanderen als in Nederland veel lof toegezwaaid. In De Morgen werd het 'een gedurfde, volstrekt unieke en ontroerende roman' genoemd, in Knack 'een literaire prestatie die er mag zijn'. De Volkskrant had het over 'een wonderschone roman' en HP/De Tijd over 'een nieuwe literaire sensatie'. In de zomer van 2001 verschijnt zijn vierde boek:" Villa Keetje Tippel", een soort van biografie over de schrijfster Neel Doff en haar villa in Genk, die zij van 1908 tot 1939 elke zomer betrok en die haar inspireerde tot verscheidene werken. Tegelijk vertelt Stefan Brijs in dit nieuwe boek ook de geschiedenis van zijn eigen geboorte- en woonplaats Genk, een schilderachtig Kempens boerendorpje dat in honderd jaar tijd uitgroeide tot het industriële kunsthart van Belgisch-Limburg.
In de winter van 2001 verscheen : "Twee levens", een novelle die net als Arend in Vlaanderen en Nederland erg positief werd ontvangen. De Morgen had het over 'een beklemmend kerstavondrelaas', in het Parool werd de novelle aangeprezen als 'een overtuigend verhaal. Heel mooi' en het Algemeen Dagblad schreef dat het 'een pracht van een kerstnovelle' was. In oktober 2005 verscheen zijn nieuwe roman:" De engelenmaker", waarvan de vertaalrechten aan meer dan tien landen zijn verkocht, waaronder Amerika, Engeland, Frankrijk, Duitsland en Rusland. Het boek ging intussen ook al meer dan 75.000 keer over de toonbank. De filmrechten zijn gekocht door Prime Time van producer Antonino Lombardi en regisseur Rudi Van Den Bossche.
Het boek werd bekroond met de Gouden Uil Prijs van de Lezer 2006 en De Vijfjaarlijkse Prijs voor Proza van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 2006. Ook werd het genomineerd voor de Libris Literatuurprijs 2006 en de AKO Literatuurprijs 2006. In oktober 2006 verscheen:" Korrels in Gods grote zandbak",
een essaybundel over de schrijvers van Turnhout, onder wie Jan Renier Snieders, Emiel Fleerackers, Jozef Simons en Ward Hermans. Dit boek schreef Stefan Brijs in opdracht van de stad Turnhout en het Cultuurcentum De Warande . Momenteel werkt Stefan Brijs aan een nieuwe roman, waarvan de publicatie voorzien is in het najaar van 2009.
Oorspronkelijke titel : " What came before he shot her "
Uitgave ; A.W. Bruna
isbn:
9022987353
pagina's
: 551
***
Elizabeth George is in grootse vorm in haar nieuwste boek Een onafwendbaar einde. Een onafwendbaar einde is los te lezen van haar laatste succes " In volmaakte stilte",maar is absoluut verrassend voor wie het wel gelezen heeft.
Joel Campbell was elf jaar oud toen hij met een busrit op het hellende pad naar moord terechtkwam. Dit is de angstaanjagende openingszin van de nieuwe literaire thriller van Elizabeth George. Een beklemmend verhaal over kinderen die door het milieu waarin ze opgroeien van hun toekomst beroofd dreigen te worden. Toby is zeven, Joel elf en Ness vijftien wanneer hun grootmoeder hen dumpt op de stoep van hun tante Kendra. Kendra Osborne, een mooie vrouw van veertig, heeft weinig omkijken naar de schuchtere Joel en de geestelijk gehandicapte Toby. Joel is op school een teruggetrokken eenling, die zich plichtsgetrouw over zijn broertje ontfermt. Hun zusje Ness daarentegen, daalt steeds verder af in een wereld van junks, dealers en geweld. Als Joel en Toby op een dag worden bedreigd, zoekt Joel bescherming bij een ex-vriendje van Ness. Maar deze crimineel vraagt daar wel iets voor terug en Joel slaat daarmee een pad in dat regelrecht naar een desastreuze ontknoping leidt.
Elizabeth George
is geboren als Susan Elizabeth George in Warren, Ohio.
Ze woont nu in Seattle, Washington van waar ze regelmatig trips maakt naar Londen waar ze een flat heeft in Zuid-Kensington.
Ze heeft twee schattige maar ondeugende dashondjes, Titch ( The Burger) en Lucy ( The Drama Queen).
Ze is gehuwd met een gepensioneerde brandweerman Tom McCabe.
Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
"Oorlog: een laffe vlucht uit de problemen van de vrede."
De vrouw is het enige geschenk dat zichzelf verpakt.
Hondenleven
Lekker slapen, heerlijk zacht, stilletjes liggen, weinig gapen. op tijd je eten, wat had je gedacht? Een wandeling elke dag Poezen pakken als het mag. Boze dieven buiten gooien, altijd weg met vlooien. Vertroeteld worden door de baas, konijntjes vangen en soms een haas. Nooit in de kou een beentje kluiven, rollebollen en springen naar de duiven. Putten graven, liefst heel diep en hopen dat 't baasje ze niet ziet. En heel soms in 't bedje slapen, Zachtjes dromen van mijn vriendjes en alle lieve kindjes. Wat is het fijn, hier een hond te zijn.
ZO - heb het weer eens gelapt zé ! ruitenlappen , zooitje van niets
Tezamen aan de dis gezeten zijn wij verzoend met ons bestaan , zolang wij niet bij ons geweten en bij ons hart te rade gaan.
Heere Heeresma
Paul Auster
James Patterson
John Le Carré
Lezen vrijwaart je van gekooide gedachten .
"Bij processen van terroristen zit de zaal bomvol."
Ervaring is eenvoudig de naam die we aan onze fouten geven.
Dankbaarheid is een bloemke , dat in weinig hoven bloeit. -Guido Gezelle.
Emoties, ach,mevrouw, emoties Zijn zo vies ; vis die niet kan zwemmen In mijn uitgekookte zee van ironie .
Armoede brengt volkeren tot revoluties en revoluties brengen het volk weer tot armoede .
Je kunt wel roepen dat je op het juiste spoor zit, maar daar schiet je niks mee op, als de trein stil staat.
Neem eens afstand, dat geeft meer zicht.
Sommige mensen worden zozeer bewierookt dat ze de verstikkingsdood sterven.
Humor is de zwemgordel op de rivier van het leven
Alleen een gek voelt
met beide voeten
hoe diep het water is
Als iemand bij me aanbelt, doe ik altijd mijn jas aan voordat ik de deur open doe. Minder leuk gezelschap zeg ik: "Sorry, ik moet juist weg." Wel leuk gezelschap: "Wat leuk, ik kom net thuis."
"Een bibliothecaris is een boekhouder."
Want men moet nooit te lang verwijlen In den warmen schoot van 't geluk : De schoonste illusies verijlen Onder een voortdurenden druk.
Moeilijker dan leven zonder toekomst is leven zonder verleden. .
Wie twijfelt aan zijn eigen eerlijkheid begint eerlijk te zijn
John Grisham
Er is iets dat de voortijden ons leren En ook de zon die net is opgegaan . Het eeuwige lot der mensen is ontberen, Je hebt alleen wat je kunt laten staan.
Door al wat je bezit laat je je leiden, En waar je meester bent, en je ook knecht, Behoefte ziet zich van genot gescheiden, En plicht hecht zich meteen aan ieder recht.
Als men de taal met een handschoen vergelijkt, die om een inhoud getrokken is, dan past de Duitse, Franse en Italiaanse te ruim, de Nederlandse te strak, terwijl de Engelse als gegoten zit.