Er waren eens drie jonge vrouwen die tegelijkertijd bezwangerd werden door hun liefhebbende echtgenoten.
Ze kenden elkaar niet.
Het was nog in die lang vervlogen tijd dat men met pijn en smart zijn kinderen op de wereld moest zetten en nog niet op TV kon bevallen.
Toen ze alledrie ongeveer zes maanden zwanger waren zeiden hun respectievelijke dokters dat ze naar een kinesist moesten in het ziekenhuis om ademhalingsoefeningen te leren die de pijn zou wegnemen. Toevallig werkten de dokters allemaal in hetzelfde ziekenhuis.
De vrouwen hadden alle drie al een kindje op deze wereldbol gezet en moesten eens hard lachen toen hun dokter deze stelling weer verkondigde.
Maar omdat ze nu wisten hoeveel pijn het écht ging doen besloten ze alledrie om toch een opfris cursus te doen in puffen en hijgen.
Ze wisten dat die lessen gewoon een afleidingsmaneuver was van dokters en dat al dat puffen en hijgen totaal niets veranderde aan de pijn, maar enkel diende om hen te doen zwijgen zodat ze niet tegen hun man of dokter begonnen te brullen en tieren tijdens de arbeid zoals het toen genoemd werd.
Aldus leerden Rita, Anita en Jackie elkaar kennen op deze opfris cursus, alle drie getooid in een zelfde modieuze zwarte kousenbroek en een T-shirt, met hun dikke buik pertinent zichtbaar.
Het was toen helemaal geen mode om je dikke buik te tonen en alle moeite werd gedaan om dit te verbergen onder speciaal daarvoor ontworpen zwangerschaps jurken, meestal met een diepe plooi vooraan in het midden.
Zwangere buiken en borsten moesten in die tijd zoveel mogelijk verborgen worden om mannen en kinderen en oude van dagen niet van hun stuk te brengen.
Toen de drie elkaar voor het eerst zagen in die zwarte collant met die vooruitstekende buik kregen ze alle drie de slappe lach.
Samen met de andere zwangere vrouwen in de groep oefenden ze als dartele zwangere eenden in de daartoe bestemde ruimte in het ziekenhuis.
Van toen af kon het niet meer stuk en werden de drie boezem-, enfin beter gezegd : buikvriendinnen.
De lessen puffen, hijgen en persen werden elke week een heel vrolijke bedoening door hun constant schaterlachen.
Afspraken werden gemaakt om elkaar te bezoeken in het moederhuis na de bevalling.
Eerst beviel de vrouw van Willy 1, kort daarna de vrouw van Willy 2. Een paar dagen later waggelde de vrouw van Bobitschki hun kamer binnen om te zeggen dat zij ook eventjes kwam bevallen.
Ze baarden alle drie een pracht van een zoon: Miguel, Ken en Michael.
De vrouwen sloten toen een pact om elke maand, met kind, elkaar te blijven bezoeken.
Bij deze maandelijkse bezoeken werd de vooruitgang van de jongens vergeleken en werd de band tussen de drie vrouwen steeds hechter.
Ze besloten na een tijdje om hun respectievelijke echtgenoten in hun kring toe te laten en wonder boven wonder, de drie mannen konden het ook uitstekend met elkaar vinden.
Sinds 1975 komen de drie vrouwen bijna alle maanden één keer samen.
Miljoenen oude Belgische franken werden uitgespaard aan psychiaters tijdens deze bijeenkomsten. Alle mogelijke problemen werden daar besproken; schoonmoeders, kinderen, mannen, gezondheid...
En nu in het jaar des Heren 2006 zijn de drie vrouwen nog altijd boezemvriendinnen en de mannen mogen, als ze zich goed gedragen, nog steeds af en toe meekomen.
The end.
|