Ongelooflijk, dit maak je aan de Noordzee zo zelden mee…. al bijna een hele week tropisch weer hier aan de Hollandse Rivièra. Honderdduizend keer beter dan vorig jaar. Toen werd in juli onze caravan bijna weggespoeld en hebben we een maand met rubber botten rondgelopen, op het einde van die vakantie hadden we zwemvliezen tussen onze tenen ontwikkeld.
Ik had aan ventje gezegd dat dit mijn allerlaatste poging was om te kamperen in het noordelijk halfrond en hij heeft geluk, zelfs indien het nu nog ferm begint te regenen kan het bijna niet meer kapot.
Zwemmen in de Noordzee (rondplodderen is een beter woord – ik ga erin tot mijn kin maar niet dieper) en op het strand zitten zonder strandzeil en dekens om je heen is iets dat hier zo zelden voorkomt dat het voor het nageslacht moet onthouden worden.
Daarom wordt het ook hierbij vermeld in mijn dagboek.
‘’Kinderen: anno 2006 heeft jullie moeder drie keer in een week in de Noordzee gezwommen!’’
De caravan zelf lijkt met zo’n mooi weer ook wel drie keer zo groot. We slapen in de caravan, eten soms in de grote voortent, maar met prachtig weer zoals nu, zetten we tafel en stoelen lekker gewoon buiten op het gras, net zoals alle andere kampeerders rond ons en het is dan een heel gezellige boel.
We hebben dan ook nog het geluk dat de andere caravans voor het grootste deel bewoond zijn door ongelooflijk lieve Hollanders. Er zijn ook vrij veel Duitsers en die lopen sinds de wereldcup allemaal heel verdrietig rond. Veel Belgen heb ik hier nog niet ontmoet, die zitten allemaal in ’t zuiden denk ik.
’t Is wel even wennen aan het raar taaltje, maar na een tijdje gaat het en dan zijt ge vertrokken. Ik zie ook af en toe hun verwonderde, onbegrijpende blik ondanks het feit dat ik toch altijd tracht AN te spreken. Ik vind het verschrikkelijk als een Vlaming probeert om Hollands te spreken, dat klinkt zo vreselijk artificieel.
De misverstanden worden soms veroorzaakt door gewone woorden. Als buurman weg is dan zegt zijn vrouwtje, ‘’hij is wat gaan lopen’’ – ik denk bij mezelf ‘’’sportief ventje’’ maar zij bedoelt wandelen. Lopen is hier rennen.
Als je kip eet en zegt : ‘’leg je beentjes maar op dit bord’’ dan lachen zij zich een breuk, ik vraag me nog steeds af waarom?
Aan de overkant staan allemaal enorme caravans met jonge gezinnen en ik zit met verbazing te kijken naar al die jonge mannen, ongelooflijk hoe die hun vrouwtjes helpen; helemaal anders dan bij ons vroeger. Maar ja, ik troost mezelf met de gedachte dat wij van ’68 de weg voor die vrouwtjes geplaveid hebben.
Trouwens nu mag ik echt niet klagen, ventje draagt zijn steentje nu ook flink bij alhoewel het vijfentwintig a dertig jaar terug veel meer dan welkom zou geweest zijn.
In gedachten hoor ik nu mijn vader zeggen; ‘’ shut up you silly woman and thank your lucky stars and be grateful you’ve got such a good husband!’’ - ja wat wilt ge, tegen mijn vader viel niet tegen te spreken, zelfs nu nog beinvloedt hij mijn gedachten, dus ik zal hem nog maar eens gelijk geven anders rust de lieve schat niet in vrede.
Drie oudere koppels links en rechts naast ons – gepensioneerden – zitten hier van mei tot en met september en gaan nooit naar huis, goed of slecht weer ….
Dat vind ik dan van het goede wat te veel. Ik wil af en toe mijn huisje zien. Maar misschien wonen onze camping buren op een klein appartementje en hebben ze geen tuin en dan vinden ze de groene natuur en de zee heerlijk.
Wij komen hier maar af en toe, maar zij houden voor ons alles in’t oog. Is ons windzeil omgevallen, dan rapen ze die netjes op en leggen het gevouwd in de voortent. Piketjes en stokken allemaal mooi naast elkaar. Hollanders noemen die piketjes trouwens ‘haringen’. Ze hebben wel iets met ‘haringen’ als ze niet alleen hun maatjes maar ook ijzeren tentstokjes hetzelfde noemen.
Nu is kamperen nog altijd niet mijn favoriete manier van reizen, maar met zo’n weer heeft het wel iets.
Toch gebiedt mijn aangeboren eerlijkheid om te zeggen dat ik een gat in de lucht zou springen indien morgen iemand me een reis in een luxe vijfsterren hotel aanbood met alles erop en eraan.
In de grond ben ik dus inderdaad een ‘luxepoepke’ zoals ze in Antwerpen zeggen.
Enfin, seffens kruip ik naast mijn ventje op ons bedje van één grote vierkante meter voor ons beiden, niet zo plezant bij een hittegolf, een vreselijk plakkerige bedoening als je dan zo dicht bij elkaar ligt, maar wel lekker warm en knus als de temperatuur een paar graden zakt. Gelukkig voor mij koelt een caravan snel af eens de zon weg is.
Nog even tussendoor vermelden dat vandaag mijn ‘shame bones’ flink pijn doen! Ik ben voor de eerste keer in lange tijd terug op mijn fiets geweest, maar ik kan nog altijd niet mee naar Compostella hoor Pedro.
Trouwens je camping Wulpen van vroeger bestaat nog steeds.
Eens mijn pijnlijke poep wat bekomen is zullen we er eens naartoe fietsen en kijken of die molens waarover je schrijft er nog staan. In Retranchement staat er een hele mooie, maar die is niet kapot hoor.
Zozie, als er nog mensen zijn die inside info over de streek nodig hebben, vraag maar gerust….nu de camping baas voor ons – de computer freaks - een tafeltje heeft neergezet aan de hotspot, wordt het er een heel gezellige boel, nu moet hij nog zorgen voor een lekker fris wit wijntje en dan is het perfect.
Dus Chia, wil je mannen ontmoeten – neem je laptop mee naar een camping met 1 hotspotje….
|