Een geschenk van het geheim opgedragen aan iemand heel speciaal. Het geheim naar jou ...
Vandaag is het begin van mijn nieuw leven . Ik herbegin ... Alle goeie dingen komen naar me toe ... . Ik ben dankbaar dat ik leef
Ik zie schoonheid rondom mij Ik leef met passie en een doel Ik neem tijdom te lachen en tespelen ... elke dag . Ik ben wakker, vol energie en oooh zo levendig
Ik focus me op alle goeie dingen in het leven en zeg dank je wel voor deze. Ik ben in vrede en één met alles... Ik voel de Liefde, de vreugde , de overvloed ...
Ik ben vrij om mezelf te zijn Ik ben magnifiek in een menselijke vorm Ik ben de perfectie van het leven... ! Ik ben dankbaar mezelf te mogen zijn...
Eén van die afstotende krachten voor doelgerichte creatie is de saboterende werking van ons ‘geheugen’.
Als we ons bijvoorbeeld telkens ons ‘miserabele’ verleden herinneren, met al de pijn en de ontberingen die we hebben ervaren, besef dan dat we ons verleden terug doen herleven in het heden.
We kijken met pijn terug naar ‘gisteren’ zonder ons te realiseren dat we daarmee ‘morgen’ weer aan het ontwerpen zijn !
De Universele Geest kent het verschil niet tussen een emotie van ‘nu’ of een emotie die voortkomt uit een herinnering.
Ze houdt enkel rekening met de gevoels-vibratie die wij afleveren om ons leven samen te stellen.
Klaagzangen dragen weinig bij tenzij we ons leven opnieuw willen programmeren met al die ellende die we eigenlijk toch liever niet willen.
Bedank het verleden want het heeft ons gekneed tot een bewuster wezen.
Elke ontgoocheling of elke kwetsuur heeft ons antwoorden gebracht om dichter bij ons Zelf te komen en ons herinnerings-proces te versnellen.
Waarom zouden we het dan veroordelen … ?
Laten we ons niet langer kruisigen aan de ‘dwarsligger’ van een pijnlijk verleden en alle acteurs en figuranten vergeven waarmee we vroeger onze drama’s uitgespeeld hebben.
We zijn er gesterkt uitgekomen, emotioneel stabieler en bewuster.
Het verleden heeft ons gereed gemaakt voor de volgende stap in onze evolutie …..
Blokkades ontstaan doordat je dingen niet hebt geaccepteerd. Het stroomt niet omdat iets niet doorwerkt is. Je bent blijven steken. Je ontloopt een verantwoordelijkheid, een confrontatie, een gevoel. Je laat dingen liggen. Je weigert iets in te zien. Je weigert iets toe te laten. Wanneer een handeling, een gedachte, een ontmoeting gepaard gaat met pijn, met angst, met een vluchtneiging, dan ben je op een blokkade gestoten.
De pijn, de angst, de emotie, zij komen allen uit een verborgen onbewust gebied van jouw geest. We noemen dat het schaduwgebied. Het is niet alleen het negatieve wat daar verborgen ligt. Ook positieve eigenschappen of vermogens, kwaliteiten die je niet in je leven hebt ontwikkeld, kunnen blokkades vormen.
Wanneer je eenzijdig met het denken werkt en nooit toekomt aan rust en creatieve uitingen kan dat evenzeer vanuit het onbewuste treffen, als wanneer je 'slechte' neigingen hebt onderdrukt.
De sleutel tot de oplossing is wat in de duisternis van het onbewuste ofwel de schaduw verborgen ligt, in het licht van het bewustzijn te brengen. Licht verdrijft altijd de duisternis. Zie wat er is, wat er gebeurt. Durf te kijken. Durf te zien dat ook dat verborgene 'jij' bent. Je bent niet alleen het door jou erkende 'ik'. Wat bij jou verborgen blijft, zal zich altijd naar buiten toe manifesteren. Al zeg je iets niet, mensen zullen het voelen. Wanneer je iets onbewust verstopt, zal zich dat ook aan jou en aan anderen kenbaar maken.
Uiteindelijk ben je heel de mens, met alles wat daar in zit en dat is niet altijd even fraai. Laat het toe, zie de beelden, ervaar de gevoelens. Beleef de pijn. Loop er niet voor weg. Veroordeel niet, want anders bouw je weer nieuwe weerstand op, je gaat immers een strijd aan met de aan het licht gebrachte tendensen. Deze werken in het verborgene, en derhalve valt het niet te voorspellen hoe zij zullen reageren, wanneer je ze wegdrukt. Jouw 'ik' heeft daar geen enkele zeggenschap over. Elke bewuste actie van jou kant roept alleen maar een tegengestelde reactie op. Roep het dus ook niet op, maar laat het vanuit zichzelf opbloeien wanneer het zich aandient, wanneer het er is. Laat het komen, maar leef het niet uit. Ga er bewust helemaal in zitten. Beleef de opkomende gevoelens, schrijf ze op, teken ze, beeld ze uit.
Je kan zo wellicht ontdekken wat hun bron is. Kom je er niet alleen uit, ga er dan niet alleen mee zitten, maar deel ze met een vertrouwd iemand. De biecht was zo gek nog niet, wanneer hij gemeend was en niet bedoeld als een gemakkelijke afkoopsom.
Wanneer je iemand -bewust of onbewust- gekwetst hebt, deel dan je inzicht met die ander. Je kan zo aan beide kanten de problemen oplossen.
Laat alles maar aan het licht komen, want zo wordt het aan de duisternis onttrokken en verliest het zijn tegen jou gerichte energie. Je luistert nu serieus naar jouw innerlijk. Dat is genoeg. Span je niet in. Loslaten is toelaten. Ga niet spitten, zoek niet, analyseer niet, maar zet alleen de deur open.
Wanneer je je zo opstelt, en er geen gevecht meer plaatsvindt, zullen vanzelf innerlijke aanwijzingen volgen, die per definitie constructief van aard zijn.
Het leven streeft naar een totaliteit, het leven wil de tegenstellingen verenigen, zodat er Eenheid ontstaat. Alles bestaat als een manifestatie van die Eenheid. Elke afwijzing van een deel van het geheel zal het Leven beantwoorden met pogingen om het afgewezene alsnog te doen aanvaarden. Wanneer je je opstelt zoals voorgesteld, werk je dus mee aan de bedoelingen van het Leven zelf. Vandaar dat het Leven je de aanwijzingen zal geven voor je verdere stappen.
Wat is de wil en wie of wat gebruikt de wil? Volgens het woordenboek is de wil een mentaal vermogen dat bewust wordt gebruikt om te besluiten op welke manier men zal handelen. In de filosofie wordt de wil beschreven als een vermogen om te kiezen waarbij de mens, gebruikmakend van zijn vrijheid van handelen, de mogelijkheid heeft om beslissingen te nemen. In de theosofie wordt de wil omschreven als een neutrale kracht die door het denkvermogen kan worden gebruikt voor goede of slechte doeleinden. Hij behoort tot het gebied van bewustzijn en intelligentie waar we kwaliteiten zoals altruïsme, mededogen, liefde en vergevensgezindheid aantreffen.
Als we kijken naar het kleinste levende organisme staan we verbaasd over het levensraadsel. Zelfs een microscopisch kleine hoeveelheid protoplasma vertoont groei, voortplanting, beweging, en kan zich voeden. Daarmee vergeleken is de mens een complex wezen, en de enige manier om het levensraadsel op te lossen is door onszelf te onderzoeken en te aanschouwen hoe ver de wil in ons bewustzijn doordringt en hoe hij zich aan onze innerlijke zintuigen kenbaar maakt. Wanneer we onszelf onderzoeken, ontdekken we dat we niet slechts wezens van vlees en bloed zijn, maar ook een ‘samenstelling van begeerten, hartstochten, belangen, stemmingen, meningen, vooroordelen, beoordelingen van anderen, voorkeuren en aversies . . .’ Deze samengestelde bundel van kwaliteiten hoort bij het vergankelijke zelf.
Het oude Hermetische gezegde: ‘Achter de wil staat de begeerte’, duidt erop dat de wil een kracht is die door begeerte in beweging wordt gezet. Begeerte staat centraal in de constitutie van de mens, en afhankelijk van de hoeveelheid geestelijke ontwikkeling die de monade heeft doorgemaakt, kan de begeerte opstijgen naar het geestelijke of afdalen naar het dierlijke. Bijvoorbeeld: begeerte is in dieren een instinctieve kracht omdat ze nog niet voldoende zelfbewustzijn hebben ontwikkeld, terwijl ze in de mens een intuïtieve of verstandelijke kracht kan zijn. De meeste mensen schijnen te leven in en naar hun begeerten, en verwarren die vaak met de wil. Begeerte verandert voortdurend en is onstabiel, terwijl de wil constant en stabiel is, een spirituele kracht in ons wezen. In ons dagelijks leven hebben we vaak niet genoeg wilskracht om een week lang één pad te volgen, laat staan een jaar.
Zowel wil als begeerte zijn creatieve krachten; ze vormen ons en onze omgeving. We vormen ons overeenkomstig het beeld van onze begeerten, maar door onze wil te gebruiken zouden we ons kunnen vormen naar het beeld van het goddelijke. We hebben een tweevoudige plicht: ten eerste om onze wil te wekken en sterker te maken door hem te temmen en te gebruiken en hem de absolute leiding in het lichaam te geven; en ten tweede om onze begeerte te zuiveren. Om dit te bereiken hebben we twee werktuigen nodig: kennis en de wil. Kennis geeft ons een basis voor groei en het bereiken van wijsheid; en als de wil onzelfzuchtig wordt gebruikt, stimuleert hij geestelijke groei.
Naast de wil en begeerte beschikken we over andere belangrijke vermogens zoals verbeeldingskracht en discipline. De verbeelding is een vermogen dat, wanneer het door de wil wordt gebruikt, creatieve krachten opwekt en wat door deze wordt voortgebracht. Pythagoras noemde de verbeeldingskracht de herinnering van onze vroegere levens. Ze kan worden gebruikt voor het vergeestelijken, maar ook voor het verstoffelijken, van beelden die in het denkvermogen zijn gevormd, om de gevolgen teweeg te brengen die we verlangen, goede of slechte. Ze kan ons overheersen en ons binden aan de illusies die we hebben gecreëerd, of als we dit vermogen gericht gebruiken en weerstand kunnen bieden aan haar fantastische ingevingen, een krachtig instrument worden om ons leven en onze bestemming vorm te geven.
Discipline is een woord dat we associëren met training in zelfbeheersing en is iets dat we zien als een beperking van onze vrijheid; maar zoals Swami Ranganathananda opmerkte, ‘De slaaf stoort zich aan discipline, de vrije mens verwelkomt echter elke gelegenheid tot zelfdiscipline. . . . [Ze] is de weg om wilskracht te krijgen, ruimdenkende sympathie, een edel karakter en daardoor in alle opzichten een sociale en geestelijke doelmatigheid’ (The Message of the Upanishads, blz. 202). Discipline bevrijdt ons uit de slavernij van onze begeerten, en is essentieel voor menselijke groei:
De wil is werkelijk overal en door iedereen te gebruiken, en we moeten leren er verstandig mee om te gaan en onze begeerten te beheersen. Wie is eigenlijk verantwoordelijk voor hoe we leven en wie we zijn? Niemand anders dan wijzelf.
Één van de belangrijkste etherische oliën is lavendel. De olie is veelzijdig, past bij jong en oud en is relatief veilig. Ze is één van de weinige oliën die onverdund gebruikt kan worden. Deze olie hoort eigenlijk in elke EHBO kast thuis.
De Lavendel is afkomstig uit het Middellandse zeegebied, maar is hier grotendeels verdrongen door de Lavandin, een hybride met een veel grotere opbrengst maar minder rijk aan actieve bestanddelen. Het is een groenblijvende houtachtige struik tot 1 meter hoog met prachtige violetblauwe bloemen. Lavendel wordt nu overal ter wereld gecultiveerd, de olie komt o.a. uit Frankrijk, Spanje, Italië, Engeland, Australië en Griekenland.
De olie wordt verkregen door waterdampdistillatie van de verse bloemtoppen of van de gehele plant onder lage druk. Zij is kleurloos tot lichtgeel met een zoete, bloemige kruidige geur en een houtachtige ondertoon. Lavendel (lavare = wassen) wordt veel gebruikt voor zeep, parfums, oliën en baden. Lavendel heeft een rustgevende werking, helpt bij depressiviteit en brengt emoties in evenwicht. De olie is geschikt voor littekengenezing en brandwonden. Het heeft een antibacteriële werking, pijnstillende eigenschappen en geeft rust aan de huid. Lavendel geeft in de aromatherapie rust, frisheid en reinigt de kamer.
Enkele recepten
Brandwonden: eerst koelen met koud stromend water, dan 1-2 druppels Lavendel op de wond aanbrengen. Dit ieder uur tot de pijn vermindert.
Insectenbeten: Lavendel olie puur op de pijnlijke plaats aanbrengen. Of 2-3 druppels op een vochtig watje aanbrengen en dit op de gewonde plek houden.
Bijen/wespen steek: de angel verwijderen en de steek onmiddellijk met pure Lavendel behandelen, zwelling en pijn blijven dan uit.
Jeugdpuistjes: 10 druppels Lavendel en 5 druppels kamfer in een glas gekookt water doen en hiermee 2x per dag de huid afspoelen of deppen.
Eczeem: meng 5-10 druppels met 50 ml. basisolie en wrijf hier het eczeem dagelijks mee in.
Slecht slapen: 5 druppels Lavendel op het hoofdkussen sprenkelen of 6-10 druppels in de slaapkamer verdampen.
Geurend wasgoed: Voeg een paar druppels toe aan het laatste spoelwater.
Schoonmaak: Voeg 10 druppels per liter toe. Gebruik hiervoor de goedkopere variant Lavandin. Het helpt het huis te ontsmetten en het ruikt heerlijk fris.
Voorzichtig !!!
Omdat Lavendel een licht menstruatiebevorderend middel is, kan het de maandelijkse bloedingen oproepen of stimuleren. Lavendel moet gedurende de eerste drie maanden van de zwangerschap worden vermeden. Lavendelolie is veilig voor alle leeftijdsgroepen, maar mensen met hooikoorts of astma kunnen er allergisch voor zijn. Hogere doseringen etherische olie >1 gram kunnen slaperigheid veroorzaken. Niet combineren met jodium en ijzerzouten.
Het is mogelijk om je te leren afsluiten als je gevoelig bent. Ik bedoel met afsluiten dat je goed voor jezelf gaat zorgen en leert om dingen los te laten. Dit gaat allemaal niet vanzelf en kan heel moeilijk zijn. Of het moeilijk is of makkelijk dat bepaal je zelf. Gevoeligheid toelaten dat vraagt nogal wat van jezelf. Waarschijnlijk omdat je het er best moeilijk mee hebt, heb je geleerd om je op de verkeerde manier af te sluiten. Afsluiten betekent niet dat je alle deuren dicht gooit. Het kan ertoe lijden dat je alle wegen naar jezelf afsluit. Daardoor kan je bijv. heel moe worden, depressief of ziek.
Afsluiten is bedoeld op een positieve manier. Het is een manier om alles wat er bij je binnenkomt te beperken en los te laten. Het klinkt misschien heel moeilijk maar het valt best mee. Het kan zijn dat dat betekent dat je elke dag moet oefenen en misschien wel meerdere keren.
Wat je leert is jezelf te gronden (aarden). Zo leer je om bij jezelf te blijven. De grondoefening vind je onder het kopje meditatie of klik hier. Door deze oefening regelmatig te herhalen leer je sterker en steviger in je schoenen te staan. Gronding kun je ook doen door te eten, lopen in de natuur of ademhalingsoefeningen. Het kan dus op verschillende manieren en probeer het zo vaak mogelijk te doen als maar kunt. Je bent gevoelig dus eigenlijk is het een pre.
Nog een vorm om je goed af te stuiten is te proberen zoveel mogelijk positieve dingen om je heen te hebben. Dit is niet altijd mogelijk maar probeer het zo vaak mogelijk te doen. Ge bijv. niet naar de buurvrouw als je heel veel klaagt. Ga haar niet opzoeken omdat ze zielig is. Wil je op een positieve manier met haar omgaan en haar helpen, vertel haar dan wat je voelt. Ga niet om met mensen die je alleen maar neerhalen. Of beperk je omgang en ga gronden als je toch met deze mensen omgaat. Grond voor dat je deze mensen ziet en erna. Wat ook heel goed is een klank meditatie.
Wat heel belangrijk is dat je jezelf goed leert kennen. Waarom doe je de dingen die je doet? Ga na waar je handelingen vandaan komen en of ze nog bij je passen. Wat je kunt doen is een leuke cursus waar je jezelf goed leert kennen.Wees niet bang om jezelf eens onder de loep te nemen. Jezelf leren kennen betekent dat je sneller naar jezelf zult luisteren waardoor je sneller je grenzen aangeeft.
Grenzen aangeven is dan ook heel belangrijk. Leer kennen wat je wel en niet leuk vind. Zo kun je sneller de stopknop indrukken als er iets gebeurt wat je niet leuk vind. Waarom zou je het toelaten? Om een ander geen pijn te doen? Waarom denk je dat je een ander pijn doet?
Heel veel handelingen die je hebt zijn vaak niet nodig en zijn je waarschijnlijk heel erg tot last. Veranderen is de enige manier om met gevoeligheid om te gaan. Het is vervelend een ander hoeft dat toch ook niet. Waarom jij wel? Gewoon omdat je gevoelig bent en jij een manier wilt vinden om er mee om te gaan.
Nog een belangrijk punt is, leef vandaag. Je kunt maar een dag tegelijk leven en dat is vandaag. Morgen ben je weer bezig met een nieuwe dag. Ga geen tijd verspillen aan wat komen gaat. Ga ook geen zorgen maken over andermans verantwoordelijkheden. Als een ander het nalaat te doen wat hij moet doen ga het dan niet oplossen. Doe wat jijmoet doen en blijf alleen daarbij. Probeer dit zoveel mogelijk te beperken. Blijf bij jezelf.
Wat is kennis? Deze moeilijke vraag richt zich op de basisbouwstenen van het denken en logisch redeneren van de mens. Als we eenmaal openstaan voor de mogelijkheid, dan kunnen we ons afvragen of de wereld die we zien en gewaarworden inderdaad wel werkelijk is. Het is waar dat wij gebonden zijn aan de zintuigen die onze schakel vormen met de wereld om ons heen en dat deze zintuigen feilbaar zijn. Maar welke aanwijzingen zijn er die ons kunnen doen geloven dat de wereld waarmee we in wisselwerking staan gedeeltelijk denkbeeldig is? Dromen – scheppingen van ons bewustzijn en onze verbeeldingskracht die zijn samengesteld uit een stel oorzaken die overal binnenin ons kunnen ontstaan – kunnen alleen die natuurlijke vormen aannemen die ons bewustzijn kan bevatten. Zouden we deze scheppingen vergelijken met wat we in de waaktoestand zien, dan zouden we zien dat onze droombeelden veel weg hebben van kindertekeningen die bestaan uit vormen en schaduwen.
Indien de wereld niet is voortgekomen uit ons eigen bewustzijn maar op zichzelf bestaat, hoe zit het dan met de feilbaarheid van de menselijke waarnemingen? De fysieke menselijke zintuigen zijn in wezen meetinstrumenten, veeleisend en prachtig, maar beperkt. Als we bijvoorbeeld alleen onze vijf zintuigen zouden gebruiken om te proberen de gemoedsgesteldheid van iemand te peilen, dan zouden we moeten afgaan op fysieke reacties zoals tranen of een glimlach. Maar als mensen zo gemakkelijk te doorzien waren, dan zouden we niet gedwongen zijn om taal te gebruiken om gemoedsgesteldheden mee te delen en te begrijpen. En evenzo, als we proberen de natuur te begrijpen met alleen de vijf zintuigen, dan zouden we geen besef hebben van veel van wat zich binnenin ons afspeelt. Deze zintuigen zijn aangepast aan het fysieke en zijn gespecialiseerd in het peilen van de wereld die ze waarnemen. Maar in ieder mens gebeurt zoveel meer dat niet kan worden begrepen door uitsluitend de stoffelijke zintuigen te gebruiken. Als we alleen afgaan op onze fysieke waarnemingen, dan zou veel van wat men over de wereld te weten kan komen en daarvan kan begrijpen, afgesneden worden en latent blijven.
Er zijn natuurlijk niet-fysieke zintuigen. Stel u een vriend voor die van streek is en uithuilt in uw armen. Waarom zou u zelf zijn pijn en angst voelen als er niet meer dan alleen maar tranen en snikken werden overgebracht? Het zou moeilijk zijn deze situaties te verklaren, en onze reacties daarop, als de fysieke zintuigen onze enige informatiebron waren. Hoewel deze emotionele toestanden fysieke neveneffecten voortbrengen, zoals het schokken van het lichaam, zijn deze effecten niet de oorzaak van de reactie in u. Het is algemeen bekend dat oorzaak-en-gevolg-verbanden ingewikkeld zijn. Als een dam doorbreekt en een overstroming veroorzaakt die een stad verwoest, is dan het bouwen van de dam de oorzaak van de overstroming of een constructiefout in de dam? Er is duidelijk een verband tussen de overstroming en de dam, maar de zaak zo te versimpelen door te zeggen dat het bestaan van de dam de enige oorzaak is van de overstroming, gaat voorbij aan het feit van de foute constructie. Als we bij het analyseren van het menselijk lichaam evenzo proberen te betogen dat alles fysiek is en negeren wat er gebeurt tussen de fysieke reactie en onze eigen emoties, dan kunnen we, omdat het emotionele niet wordt begrepen, geneigd zijn het buiten beschouwing te laten.
Wat ‘werkelijk’ is, roept een andere vraag op: hoe weten we dat wat we denken, voelen en zien de werkelijkheid is, en in hoeverre kunnen we onze waarnemingen vertrouwen? Iemand met een psychische aandoening kan dingen waarnemen die de meesten van ons niet zien. Hoe kan zo iemand zijn waarnemingen vertrouwen die anders schijnen te zijn dan wat de meesten van ons zien en voelen? Zijn waarnemingen maken zijn werkelijkheid zo anders dan de norm dat hij misschien niet langer in staat is om met een groot deel van de samenleving in contact te komen. Ieder van ons is echter zoals deze ‘gek’, in zoverre dat we worden geconfronteerd met heel verschillende werkelijkheden die we met elkaar proberen te verzoenen. Als samenleving maken we gebruik van gemeenschappelijke opvattingen, ethiek, moraal, religie, en gewoonten in een poging de verschillen te verzachten die ontstaan door wat we individueel zien en geloven, zodat we het gemakkelijker onderling eens kunnen worden.
Terwijl we begrijpen dat we direct zijn beïnvloed door de wereld waarin we leven, kunnen we ons afvragen wat er zou gebeuren als we twijfelden aan dat waarvan we denken dat het de werkelijkheid is? Wat zou er gebeuren als we zouden proberen de wereld te zien buiten de context die ons is geleerd te aanvaarden en in plaats daarvan zouden proberen met onze eigen ogen de natuur te zien die de wereld om ons heen bezielt? Zouden we worden bestempeld als buitenstaanders die het niet eens zijn met ervaringen waarover men het algemeen eens is, en een wereld zien die de materialistische logica versteld zou doen staan? Indien we de darwinistische evolutiegedachte als feit accepteerden, wat zouden we dan denken als we twee honden zien vechten op straat? Hoe zou het zijn als we niet blindelings accepteerden dat we niet méér kunnen weten over het mens-zijn dan wat we met behulp van onze vijf zintuigen kunnen meten of met de prachtige werktuigen die de wetenschap heeft uitgevonden om ze te versterken? Wat zouden we zien als we naar de wereld probeerden te kijken anders dan met ogen die eenvoudige materiële hypothesen trachten op te stellen die gevolgen verklaren maar de oorzaak zijn innerlijke schoonheid ontzeggen?
Indien er antwoorden op deze vragen zouden zijn, dan kunnen die niet in geschreven woorden worden vervat; ze kunnen alleen worden gevonden door gebruik te maken van de fantastische kracht van het denken, die ieder mens bezit. Als we de vraag stellen: ‘Wat is werkelijkheid?’ dan moeten we naar binnen kijken en de wereld bezien zoals ieder die voor zichzelf schept. We moeten denkwijzen loslaten die proberen controle uit te oefenen op wat we zullen zien voordat we het zelf hebben gezien, en ons keurige universele antwoorden geven die gemakkelijk doordringen in het denken van allen die erdoor worden geraakt. De werkelijkheid is individueel, en de enige manier om die te begrijpen is dat ieder van ons er met zijn eigen ogen, verstand en hart naar kijkt.
Lekker veel knuffelen. Daar groeit een baby goed van. En wie is er niet blij met een troostende arm om z’n schouder als je verdriet hebt? Aanraken en aangeraakt worden is van levensbelang
Een hand op je schouder of een arm om je heen. Wie geen partner heeft mist het knuffelen – soms nog meer dan seks. Niet verwonderlijk, want aanraken is van levensbelang. Als je niet wordt aangeraakt ga je dood. Althans, zo voelt het van binnen. En zo werkt het ook echt. De prikkeling van de huid wordt via de zenuwen doorgegeven aan de kleine hersenen, en dat is precies het gebied waar de menselijke emoties worden geregeld. Met andere woorden: een aanraking brengt je via de hersenen heel direct in contact met je gevoelsleven. Dat leidt ertoe dat je lekker en gezond in je vel steekt. Het is geen aangeboren kunst: de huid en de hersenen moeten ‘leren’ met elkaar te communiceren, de huid moet in de jaren na de geboorte worden gestimuleerd om een kind emotioneel tot bloei te laten komen. Dat blijft gelden voor volwassenen.
Praten helpt niet altijd
Uit onderzoeken van de etholoog Harry Harlow uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw, blijkt dat baby-aapjes die waren weggehaald bij hun moeder en in een laboratorium werden opgevoed door kunstmatige nepmoeders, op oudere leeftijd sociaal onderontwikkeld waren. Ze sloegen zichzelf en wiegden zichzelf eindeloos heen en weer. De resultaten van dat experiment zijn ook van toepassing op mensen. Bij baby’s die niet genoeg worden aangeraakt, geknuffeld en gekoesterd, zie je eenzelfde ontwikkeling: de ontwikkeling van de hersenen en het zenuwstelsel komt in de knel. En dan voornamelijk díe hersendelen die ervoor zorgen dat we vertrouwen kunnen opbouwen in onszelf en in anderen, dat we liefde en intimiteit kunnen geven en ontvangen. Wie dat als kind heeft moeten missen, heeft grote kans later in z’n leven relatieproblemen te krijgen.
Uit de seksuologie is bekend dat mensen die vroeger niet of nauwelijks zijn geknuffeld, als volwassene angst voor aanraking ontwikkelen”, zegt psychologe en seksuologe Ingeborg Timmerman. Zij ziet veel mensen in haar praktijk die een muurtje om zich heen hebben gebouwd. Zoals de vrouw van begin veertig die moeite had om te vrijen met haar nieuwe partner. Hij deed haar aan haar broer denken, die haar vroeger veel had gepest. Van haar ouders had ze weinig troost en steun gehad. Om zich toch veilig te voelen, liet ze zich niet kennen. Haar partner probeerde daar doorheen te breken door haar een beetje te jennen. Dat raakte haar wel, maar op een verkeerde manier, waardoor ze zich nog meer voor hem afsloot. Bij de seksuologe kwam de vrouw niet verder. “Praten is niet altijd de beste manier om dergelijke gevoelsproblemen op te lossen”, zegt Timmerman. “Sommige mensen kunnen zo goed verwoorden wat hen bezighoudt, dat het ze heel goed lukt de gevoelens die daarbij horen, buiten de deur te houden.” Timmerman stuurde de vrouw naar een haptotherapeut.( een haptotherapeut doet wat de ouders hebben nagelaten, raakt mensen aan, geeft ze het gevoel dat ze veilig zijn ). Die kan, kort gezegd, de ‘aanraakschuld’ die mensen in hun jeugd hebben opgelopen, inlossen. Hij doet wat de ouders hebben nagelaten: hij raakt mensen aan, geeft ze het gevoel dat ze veilig bij hem zijn. “Bij hem leerde de vrouw haar muurtje af te breken”, zegt de seksuologe. “Toen ze daarna weer bij mij kwam, konden we wel over haar probleem praten en het oplossen.”
Psychologe Tiffany Field van de Universiteit van Miami weet dat iedereen van aanraking profiteert, of je nu een ‘aanraakschuld’ hebt of niet. Zij werd ooit moeder van een te vroeg geboren kind. Op de intensive care-afdeling voor vroeg geboren baby’s waar ze werkte, zag ze dat de kinderen beter groeiden als ze op een tepel konden zuigen terwijl ze via een slangetje voedsel kregen. Als aanraking van hun mondje al helpt, dan zal aanraking over het hele lichaam vast een nog groter effect hebben, vermoedde ze. Die gedachte stond aan de wieg van de vijf ‘Touch Research Institutes’ die wereldwijd onderzoek doen naar de geestelijke en lichamelijke effecten van massage. Te vroeg geboren kinderen groeien inderdaad sneller als ze worden gemasseerd, zo blijkt uit onderzoek van het TRI. Ze kunnen gemiddeld zes dagen eerder naar huis.
Lekker aangeraakt worden is even belangrijk als een gezond dieet en lichaamsbeweging.
Maar massage doet meer. Het helpt ook bij depressieve volwassenen. Volgens Field doordat door de aanraking minder van het stresshormoon wordt aangemaakt en juist meer serotonine, het lichaamseigen anti-depressivum. Massage helpt ook bij slaapproblemen en pijnbestrijding. Het gaat nog verder: ook jezelf masseren heeft gunstige effecten. Rokers die willen stoppen, roken minder sigaretten wanneer ze hun eigen hand of oorlelletje masseren – drie keer daags, een maand lang. Nog een voorbeeld van de genezende werking van aanraken? Ouderen die op verzoek van het TRI een maand lang kinderen masseerden, voelden zich goed en hadden minder last van depressies. Dit effect was zelfs sterker dan wanneer ze zelf gemasseerd werden, mogelijk omdat ze gemasseerd worden als ongemakkelijker ervoeren dan zelf masseren. Field is ervan overtuigd: aanraken moet, aanraken doet goed. Ze zegt: “Ga naar een masseur of vraag een naaste om je aan te raken. Lekker aangeraakt worden is even belangrijk als een gezond dieet en lichaamsbeweging.”
Gemakkelijk gezegd, maar probeer het maar eens voor elkaar te krijgen als je geen partner hebt – of als je geliefde niet van ‘dat kleffe gedoe’ houdt. “Ik ken veel mensen met huidhonger”, zegt masseuse Monique van der Post. Ze geeft verschillende soorten massages in haar Utrechtse praktijk. Sommige mensen komen bij haar omdat ze stijve spieren hebben, anderen omdat ze het gewoon lekker vinden – “als een extra krent in de levenspap.” Tot haar vaste klanten behoort een 75-jarige vrouw wier man enkele jaren geleden is overleden. Van der Post kan die echtgenoot natuurlijk niet vervangen, maar ze kan die vrouw wel een prettig gevoel geven met haar aanraking. “Als ik masseer”, zegt ze, “doe ik dat met alle aandacht en laat ik mensen zijn zoals ze zijn. De sfeer is heel open en dat ráákt mensen.” Het effect daarvan kan onverwacht sterk zijn. “Ik masseerde eens een vrouw die door haar man niet geknuffeld werd. Na afloop was zij verbouwereerd. Ze kon maar niet begrijpen hoe het mogelijk was dat ze zo geraakt werd door mijn handen – de handen van een vrouw die ze niet kende. De vrouw dacht dat haar lijf niet veel meer voorstelde omdat ze al zo lang niet was aangeraakt, maar zei door mijn aanraking het gevoel te krijgen dat ze toch wat waard was. Van der Post begrijpt de verwarring. “Aanrakingen bevestigen je in je bestaan en als je dat al een tijdje niet meer hebt ervaren, kan dat emotioneel erg schokkend zijn.”
Amerika zou Amerika niet zijn als de ‘huidhonger’ daar niet nog groter was dan bij ons. Cijfers zijn er niet, maar aaifeestjes, de nieuwe rage waar NRC Handelsblad onlangs over berichtte, lijken wel een aanwijzing voor het probleem. Zowel 83-jarigen als mensen van 18 geven zich daar urenlang over aan uitgebreid strelen, knuffelen en kroelen. Seks is verboden, het gaat om ‘de liefdevolle aanraking’. De deelnemers dragen dan ook een kuise pyjama. Een kwart van de bezoekers van de cuddle-party heeft een partner die minder aanhalig is, net zoals de vrouw die naar Monique van der Post ging. Voorlopig heeft zij weinig kans in Nederland ook een knuffelfeest te kunnen bezoeken. Maar de oceaan overvliegen hoeft niet. De ‘flanellen revolutie’, zoals de Amerikanen de aaifeestjes noemen, is al overgewaaid naar Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland.
Wat brengt een kuiken ertoe de schaal te doorbreken en de kou buiten in te gaan? Vanwaar de enorme inspanning die het ongeboren kind zich moet getroosten om geboren te worden? Hebt u ooit gezien hoe de draaddunne ranken van een bottle-brushplant zich loswikkelen uit een ineengerolde knop tot ze uit gaan staan als kleine borsteltjes? Of hebt u wel eens de geurige sterretjes gezien op de kamperfoelie als de getande bloembladen eerst een witte wasachtige kegel vormen voor ze zich in vijf richtingen uitstrekken? Het onmiddellijke fysieke verschijnsel wordt tamelijk goed begrepen, maar een verklaring is er niet voor. Dat is een altijd blijvend raadsel.
Als een kind zijn nieuwsgierigheid onder woorden begint te brengen, gaat het regelrecht tot de kern van de zaak en vraagt: ‘Waar kom ik vandaan, mama?’ En het kind is teleurgesteld in het standaard-antwoord dat het gewoonlijk krijgt, hetzij de ooievaar of de kool of het meer klinische antwoord van de wereld van nu. Dezelfde vraag doet zich voor bij opgroeiende jongeren, of ze die uiten of niet, maar op een nog dringender wijze: ‘Waarom ben ik hier? Wat is het doel van mijn leven of dat van een ander?’ Het ontbreken van een bevredigend antwoord kan een zo ernstig trauma veroorzaken dat sommige jonge mensen hun leven uit frustratie hebben beëindigd.
‘Evolutionisten’ en ‘creationisten’ voeren een voortdurende woordenstrijd, maar missen de middelen om die te winnen. Het ene kamp bestaat uit aanhangers van de populaire zogeheten darwinistische theorie, gebaseerd op het overleven van de (fysiek) geschiktsten en zij hebben zich een weg geforceerd in een tijdelijke oppermacht van de ‘wetenschappelijke’ theorie, en verkondigen een gemeenschappelijke afkomst met de mensapen. Het andere kamp neemt een hypothetische schepping uit niets aan, door een zich ver weg bevindende Persoon die ergens ‘boven ons’ verblijft. Elke alternatieve mogelijkheid wordt buiten beschouwing gelaten.
Toch zijn er alternatieven. Het spreekt vanzelf dat de waarheid zowel voor wetenschap als religie aanvaardbaar moet zijn. Een filosofie die een van beide benaderingen niet vermag te bevredigen moet op een of andere wijze onjuist zijn. Er bestaan vele bronnen van kennis, talrijke geschriften en mythologieën die de loop van de gebeurtenissen vertellen vanaf het eerste verschijnen van ons tegenwoordige wereldstelsel. Die zijn niet beperkt tot één bijbel of één wetenschappelijke theorie, noch tot één enkel geloofsstelsel waarvan de aanhangers menen dat het onfeilbaar en volledig is. Alleen de oudste en meest universele overleveringen kunnen een alomvattend overzicht geven van wat er werkelijk plaatsvond in de aanvang der tijden en kunnen richtlijnen verschaffen waarnaar het menselijk ras kan leven en waardoor het vooruit kan gaan naar de volgende fase in zijn ontwikkeling.
Hoe moeten we als mensen leven? Als we nog steeds het gevoel hebben dat het ons ontbreekt aan een werkomschrijving, een instructieboekje, bedenk dan dat wij aan ons arsenaal – naast de cohesieve kracht die mineralen eigen is, het opwaarts streven van de planten en de emoties van de dierlijke natuur – het geweldige vermogen van het verstand hebben toegevoegd. Zelfs als we de richtlijnen die we bezitten niet zien, gaat het leven door en doet het menselijk systeem, geestelijk, mentaal, emotioneel en fysiek, ervaringen op: het ruwe materiaal waaruit wijsheid wordt gedestilleerd. Misschien lijkt het alsof we ons een tijdje in een stagnerende toestand van apathie bevinden of overweldigd worden door de fysieke eisen van het leven, maar zelfs dan, zonder onze bewuste medewerking, groeien en rijpen we van geboorte tot de dood.
We evolueren, letterlijk: d.w.z. we ontrollen onze menselijke kenmerken van binnen naar buiten in een cyclisch patroon, zoals de blaadjes van een bloem en tonen geleidelijk meer van de eigenschappen die bij ons horen. Misschien zijn we onze goddelijke bron voor een groot deel vergeten doordat we in beslag worden genomen door onze dagelijkse bezigheden, maar toch blijft deze trouw onze inspiratie en de oorsprong van al ons doen en laten. De impuls wordt gefiltreerd door onze persoonlijkheid en kan zich wijzigen en aanpassen aan onze wensen en eisen. Hoeveel effectiever zou deze evolutionaire ontplooiing kunnen zijn als mannen en vrouwen ervoor kozen mee te werken aan het natuurlijke proces van rijping dat onvermijdelijk moet plaatsvinden.
Wat is het dan eigenlijk dat evolueert? In de rijken beneden de mens zien we aanpassingen die kennelijk plaatsvonden om aan de behoeften en de omstandigheden tegemoet te komen. Planten en dieren zijn in staat het lichaam enigermate aan te passen en in de loop van de tijd kenmerken te verwerven die beter aan hun behoeften voldoen. Maar mensen veranderen in hun lichamelijke vorm heel weinig. Wij zijn niet zo afhankelijk van onze fysieke bouw. Behalve wat grootte en kleur betreft, lijken we over de hele aardbol heel veel op elkaar, en dat geldt voor de hele periode van de geschiedenis die we kunnen overzien; er zijn ook geen radicale veranderingen in de vorm van de mens opgemerkt. Mensen verbeteren hun gehoor niet door olifantsoren te kweken of met vleermuis-vleugels te vliegen. Als zulke uitrustingsstukken nodig zijn, worden ze kunstmatig vervaardigd voor het gewenste doel, door de inventiviteit van de menselijke geest en zijn creativiteit. Alle veranderingen en alle groei in het rijk van de mens vinden plaats in het bewustzijn. Wat ontwikkelt, is de innerlijke natuur, geleid en geïnspireerd door de goddelijke impulsen die door de geestelijke ziel filteren, want die is ons essentiële wezen, de ontastbare bron die een waarlijk menselijk, humaan gedrag stimuleert.
Alle heilige geschriften en mythologieën vertellen hetzelfde verhaal over de samengestelde opbouw van de wereld en de verantwoordelijkheden die de staat van menszijn met zich brengt.
Dit is geen onmogelijke taak, maar is door anderen ondernomen en door enkelen met succes volbracht. Als Odin’s krijgers in het Walhalla worden onthaald of de Grieken de Elyzese Velden binnengaan, hebben zij dat recht verdiend door de persoonlijke natuur te overwinnen – ‘te verslaan’ – en de rol van overwinnaar op zich te nemen in de zaak van de menselijke evolutie.
Het bestaan van dat meest innerlijke zelf is iets dat we zelf zullen moeten ontdekken. Het is dat wat de kleuter zijn niet te beantwoorden vraag doet stellen; en het is dat wat die onverzadigbare honger in het hart instandhoudt, de onweerstaanbare drang onze geestelijke identiteit met het goddelijk zelf van het heelal te ontdekken. Wij bevinden ons allemaal op die ontdekkingsreis. Ons kompas en onze wegenkaarten liggen in onze hogere natuur, waar we die onfeilbare gids kunnen vinden met wie de goden langgeleden ons levensrijk begiftigden en hun zegen schonken voor de toekomst van de mensheid.
De keuze is aan ons: we verlagen onze menselijke natuur tot we geen ander doel dienen dan dat van onszelf, ten nadele van het kosmische heelal dat we mede samenstellen, totdat het bewuste zelf inkrimpt tot een non-entiteit die in de molen van de goden wordt vermalen; of, door de ziel in dienst te stellen van de goddelijke bestemming die het menselijk ras wacht, hebben we het glorierijke vooruitzicht ons bewustzijn uit te breiden en in doel te doen samensmelten met dat van de goden en waardig worden hen te helpen de kosmos te regeren.
De maan is voor heksen het belangrijkste object aan de hemel. Zij inspireert en verlicht de heksen. Ze reflecteert de fases in een vrouwenleven (Maagd, Moeder en Wijze) en haar cyclus symboliseert de maandelijkse cyclus van de vrouw. In de meeste culturen wordt de maan dan ook als vrouwelijk bestempeld. Er bestaan meer godinnen dan goden die aan de maan zijn opgedragen.
De essentie van de maankracht ligt uiteindelijk tussen de sterren. De zon haalt de invloeden van het heelal binnen en verspreidt deze over ons zonnestelsel. Elk van onze planeten absorbeert deze energie en vermengt deze met zijn eigen vibraties. Elke planeet weerkaatst zo zijn eigen specifieke compositie van vibraties en energieën. De maan is voor ons het dichtstbijzijnde hemellichaam en daarom het brandpunt van deze vibraties. De maan absorbeert, concentreert en kanaliseert deze energie en wordt via het maanlicht naar onze planeet gedragen.
Om optimaal gebruik te kunnen maken van de energieën van de maan stemmen heksen hun rituelen af op de fases van de maan. Om wat naar je toe te halen werk je met de wassende maan, om wat af te stoten werk je met afnemende maan. De volle maan geeft elk ritueel kracht. Het is de beste tijd voor toewijding en divinatie.
Om je maanmagie te verfijnen zijn er nog meer aspecten waarmee je rekening kunt houden. Elke maand maakt de maan haar ronde door de tekens (sterrenbeelden). De tijd dat zij in een teken verblijft is ongeveer 2½ dag. De energie van de maan wordt dan gekleurd door de vibraties van dat teken.
Bron : http://www.ezinenieuwemaan.nl Met Dank aan Willie Nieuwemaan
Naast de diepzinnige vraagstukken van het leven die gaan over onze ingewikkelde aard waarvan de wortels tot in de diepste diepten van het universum reiken, is er ruimte voor de stille kracht van eenvoud. Deze vriendelijke, ongrijpbare kracht bemoedigt ons in onze stille momenten en zegt ons te leven in het heden en naar binnen te kijken naar de bron van ons wezen.
De Nederlandse Koenen definieert eenvoud als ‘ongekunsteldheid, natuurlijkheid’. Wat wil dit zeggen? Jezelf niet anders voordoen dan je bent? Maar wie zijn we? Onze natuur heeft verschillende kanten, en ook dat wat alles samenbrengt in een enkel individu. We zijn allemaal op zoek naar onszelf terwijl we de verschillende fasen van peuter, kleuter, puber, volwassene en oudere doorlopen, waarbij we steeds meer over onszelf en de wereld waarin we leven ontdekken. Deze fasen gaan vaak met lichamelijke en mentale uitdagingen gepaard waardoor er iets diepers in ons tot geboorte kan komen, en elke keer dat dit gebeurt zien we de wereld met nieuwe ogen. De kunst is, om het zuivere, onbevangen, natuurlijke hart van een kind te bewaren, of opnieuw wakker te roepen, zodat we flexibel blijven en steeds kunnen leren en groeien, want we zijn nooit te oud om te leren.
Er is geen leven zonder dood en geen dood zonder leven, dit zien we overal om ons heen. Geestelijke groei is niet iets vaags of eigenaardigs, iets dat eng is of mysterieus; het hoort tot de normale en natuurlijke ontwikkeling van een mens; het oplichten van sluier na sluier, het steeds dieper doordringen in onszelf. Zo is ook reïncarnatie niet iets onlogisch, want worden we niet elke dag opnieuw geboren?
De grootste obstakels die de natuurlijke ontwikkeling van deze stroom van leven uit het binnenste van onszelf belemmeren, zijn vastgeroeste ideeën en dogma’s die we onszelf opleggen. We kunnen anderen daarvan de schuld geven, maar uiteindelijk laten we zelf bepaalde ideeën in ons leven toe, we accepteren ze en voeden ze. Een door velen aangenomen dogma is dat we een stabiel, niet veranderend zelf zijn, dat we precies weten wie we zijn; en niemand mag die gedachte verstoren. Als we naar alle fasen kijken die een mens doorloopt, zien we dat er geen reden is om dit aan te nemen, want we veranderen voortdurend – we zijn werkelijk een stroom van leven.
Een ander vastomlijnd idee dat leed en pijn in de wereld veroorzaakt is afgescheidenheid, het idee dat wij fundamenteel verschillen van anderen in plaats van te zijn verenigd door universele beginselen. Alle grote leraren hebben gewezen op de Gulden Regel, gebaseerd op de fundamentele eenheid van het leven, maar hoe moeilijk is het gebleken om ernaar te leven. We kunnen dit ook niet op een dogmatische manier doen; maar wanneer we eenmaal de realiteit ontdekken die aan deze Gulden Regel ten grondslag ligt, zal ons hart zich openen met meer en meer begrip voor onze medemensen en voor het leven.
Het gewone proces van groei is niet vrij van obstakels en moeilijkheden, en dit geldt in het bijzonder voor het geestelijke leven. Verruiming van bewustzijn brengt nieuwe gevaren en verantwoordelijkheden met zich mee, en ook hier geldt dat we voor een veilige en effectieve groei moeten gebruikmaken van de toetssteen die we in onszelf hebben, die in sympathie trilt met een groeiend begrip voor onze medemensen.
‘Eenvoud is het kenmerk van het ware’, volgens een oud gezegde. Terwijl we onszelf van binnen naar buiten ontwikkelen, onthullen we meer en meer van de innerlijke waarheid. De diverse situaties en veranderingen in ons dagelijks leven sporen ons voortdurend aan ons te ontwikkelen, maar het is niet altijd gemakkelijk deze kansen te benutten,omdat veranderingen vaak onaangenaam lijken en we ons ertegen verzetten. We hebben welwillendheid, vertrouwen en een gezonde humor nodig, die we ons eigen kunnen maken door meer objectief over de realiteit en onszelf na te denken.
Wat is de aard van de realiteit en van onszelf? Eén fundamentele karakteristiek is voortdurende beweging. De natuur wordt onze moeder genoemd die zo goed mogelijk zorgt voor haar kinderen zodat ze zich steeds verder zullen ontwikkelen. Diep vanbinnen zijn wij de natuur, en vanuit het gezichtspunt van ons hogere zelf zijn wij en de natuur dus één, niet twee. Langzaam leren we door ervaring en soms door lijden ons hiervan echt bewust te worden.
Als we praten over eenvoud of het één-zijn, kunnen we eigenlijk niets uit de weg gaan: het omvat ook onze zwakheden, onze minder edele verlangens, ideeën en gevoelens. Wat moeten we daarmee doen? Willen we ze eigenlijk wel een plaats geven in ons idee van één-zijn en groei? Iedereen heeft wel momenten waarop we het niet kunnen laten om iets te doen of te zeggen wat we in feite niet willen doen of zeggen. Hoe kunnen we hier op een verstandige manier mee omgaan?
Neem bijvoorbeeld begeerte: we zouden dit aspect van ons wezen net zo moeten behandelen als elk ander deel – namelijk met vriendelijkheid en begrijpende liefde, zonder per sé alles goed te keuren, zodat we haar kunnen verfijnen en ontwikkelen, en tot rijpheid laten komen. Maar soms, zoals bij een kind dat voor de zoveelste keer om aandacht schreeuwt wanneer onze eerdere pogingen kennelijk weinig hebben uitgehaald, kan het nodig zijn krachtig op te treden en duidelijke taal te spreken, of het zelfs de rug toe te keren om aan te geven dat genoeg genoeg is. Deze benadering verschilt van de gebruikelijke opvatting dat we deze begeerten zijn en dat het niet uitmaakt als we ze volgen. We moeten ons niet ermee identificeren maar de verantwoordelijkheid nemen om toe te zien op dit aspect van onszelf.
Het leven is niet gemakkelijk; we krijgen niet iets zomaar cadeau, zonder strijd of inspanning.
We kunnen misschien een tijdje op prachtige filosofische wolken drijven, maar dan is daar een vriend, een bedelaar op straat, de oude man die om de hoek woont, een collega op het werk, of onze vrouw en kinderen, voor wie we nu gelijk iets moeten doen, want daar ligt onze taak. De fundamentele ideeën over ons bestaan en ons doel in het leven hebben een heilzame invloed en schijnen door in onze gewone, eenvoudige handelingen. Daardoor worden we preciezer in onze keuzes, allerlei zijwegen kunnen worden vermeden, en zo leren we de betekenis van concentratie. Concentratie is eenvoud, op één punt gericht zijn ‘Eenvoud siert de mens’ wordt wel gezegd en ‘wie het kleine niet eert is het grote niet weerd’. Er is tegenwoordig een overvloed aan materiaal op de markt over ontwikkeling van ons zelf. Zoals alles wat de mensheid doormaakt lijkt dit twee kanten te hebben. Om verstandig met de huidige mogelijkheden om te gaan, is het nodig om onze stappen zorgvuldig en met onderscheidingsvermogen te doen, en nooit de eenvoud van de dingen uit het oog te verliezen, want staat de ‘echte wij’ niet altijd centraal? Eenvoud zegt tot ons: maak je niet teveel zorgen over wat je doet en hoe je het doet; heb vertrouwen en doe je best, neem één stap tegelijk, en de rest volgt op natuurlijke manier vanzelf op deze prachtige reis in de eeuwigheid
Martin Seligman , Amerikaans psycholoog : "Externe omstandigheden hebben slechts 8 tot 15 % invloed op iemand geluksbeleving. Externe omstandigheden die nog de meeste invloed hebben zijn: wonen in een democratisch land, getrouwd zijn, het vermijden van negatieve gebeurtenissen en negatieve emoties, een uitgebreid sociaal netwerk en het aanhangen van een godsdienst. Maar toch is ook daarvan de invloed slechts beperkt. Slegman stelt dan ook dat het belangrijk is om te werken aan de "interne omstandigheden", want het onze manier van denken die bepaalt of we gelukkig zijn en niet dat mooie huis, dat betere lichaam of die hogere status.
Belangrijk is voldoening te voelen over het verleden, optimistisch te zijn over de toekomst en tevreden zijn in het heden. Slegman stelt dat optimisme heel goed is aan te leren; het is niets anders dan het vinden van permanente en structurele oorzaken voor goede gebeurtenissen in combinatie met het benoemen van tijdelijke en specifieke oorzaken voor tegenslagen. Voldoening ziet Seligman als de grote sluis naar geluk. Het gaat er volgens hem niet om het verbeteren van de deugden waar we niet zo goed in zijn, maar juist om het ontdekken en vervolgens benutten en ontwikkelen van onze grootste deugden, op alle gebieden van het leven: in de liefde, op ons werk en bij het opvoeden van kinderen. Dan ontstaat een gevoel van authenticiteit. Wie van zichzelf wil weten wat zijn grootste deugden zijn, kan Seligmans test doen via zijn website. De bezoeker kan daar ook testen hoe optimistisch hij is. Kortom: Bij het scheppen van ons geluk gaat het om het doen van de dingen waar we goed in zijn met een gunstige verwachting die ons kansen laat zien. Het eerste maakt dat we gelukkig zijn, het tweede zorgt er voor dat we geluk hebben.
Het is heel moeilijk is om een oprecht gevoel van zelfwaarde te hebben, juist omdat de maatschappij voortdurend hogere eisen stelt. Men kan niet genoeg diploma’s hebben, men kan niet aantrekkelijk genoeg zijn …….
Een maatschappij die mensen het gevoel geeft dat het altijd beter kan - en het kan uiteraard ook steeds beter , kan niet anders dan mensen op massale schaal ongelukkig maken. Door te streven naar onnoemelijk geluk en een beeld op te hangen van hoe zo’n wereld eruit ziet, hebben mensen voortdurend het gevoel dat zij tot mislukken gedoemd zijn.
Meer zelfs: men voelt zich tot in het diepste van zijn wezen mislukt. Men wordt moedeloos en geraakt snel verveeld. In zeer veel gevallen leidt dit tot psychosen, depressies, neurosen, … Niet toevallig vormen deze geestesziekten de grootste bron van ergernis in onze westerse maatschappijen die er niet in slagen om mensen nog te begeesteren. Hoe kan het ook anders?
“Wij gedragen ons alsof comfort en luxe de voornaamste levensbehoeften zijn; terwijl omecht gelukkig te zijn we alleen iets nodig hebben dat ons enthousiasme kan opwekken.”Kingsley
Maar voor de pessimisten onder ons bestaat er hoop: optimisme valt heel goed aan te leren. In de eerste plaats door het vinden van permanente en structurele oorzaken voor goede gebeurtenissen in combinatie met benoemen van tijdelijke en specifieke oorzaken voor tegenslagen. Noodzakelijke voorwaarde voor dit laatste is het belang van reflexie
Een andere cruciale manier om het geluk aan te trekken heeft te maken met de verwachting van geluk. Dromen van geluksvogels worden vaak vervuld omdat ze de kracht hebben om ‘self-fulfilling prophecy’s’ te worden.
Op het moment dat we beginnen op een andere manier te denken, spreken en handelen ervaren we regelmatig een diep gevoel van vreugde. In het begin lijkt het er alleen maar af en toe te zijn. Maar het is het bewijs dat we op de goede weg zijn. Het helpt ons te vertrouwen in de juistheid van onze keuzes. En hoe vaker we deze vreugde ervaren, hoe vastberadener we zullen worden. Dan gebeuren er kleine en grotere wonderen in ons leven. Tenslotte zullen we beseffen dat het leven een geschenk is. Zolang we ons leven zien als een bestaan vol problemen, missen we kansen. Ons leven is dan regelmatig een bestaan van lijden. Maar wanneer we moeilijke situaties aanvaarden en ze als kansen zien, verandert alles.
In verschillende religies wordt verteld dat we door te lijden het paradijs binnen gaan. Maar er is een andere manier, een zinvoller manier. We kunnen kiezen voor lijden, d.w.z. door ons een slachtoffer van de omstandigheden te voelen. Of we kiezen voor het verruimen van ons bewustzijn. Dan nemen we het heft in handen en geven zelf ons leven vorm. Kiezen we voor het laatste, dan zal ons pad ons meer vreugde dan verdriet brengen. Lijden doen we dan in ieder geval niet meer. We hebben immers ons de verantwoordelijkheid voor ons leven genomen. Dan kunnen we nooit meer een slachtoffer ervan zijn.
Het is wel belangrijk dat we een onderscheid maken tussen 'lijden' en 'verdriet'. Als we lijden dan hebben we het gevoel dat ons iets overkomt, dat er geen uitweg is. Verdriet - bijv. om het verlies van een dierbare - kunnen we hebben terwijl we tegelijkertijd in staat zijn de tijdelijkheid ervan te zien. Door de nieuwe manier van denken, spreken en handelen die we onszelf aanleren, is een probleem een kans geworden. Staan we onszelf de vreugde die ons wacht wel toe? Of denken we dat 'wie voor een dubbeltje geboren is nooit een kwartje wordt'? Het is belangrijk dat we de vreugde ook werkelijk in ons leven verwelkomen. Dat we erin geloven. Dat een vreugdevol moment of een wonder eigenlijk niets anders is dan een 'Vleugje eeuwigheid dat ons even aanraakt'.
IN DE PRAKTIJK
De flat waar iemand woonde, bevond zich op de vierde etage. Er was geen lift. Hij bevond zich aan een drukke weg in een rumoerige buurt. De persoon in kwestie had een nare tijd achter de rug met veel onrust. De nieuwe woning maakte dat de persoon zich niet echt prettig voelde. Tijdens een meditatie sprak de persoon de wens uit voor een ander huis. Met de omschrijving: in een rustige buurt met veel groen. In een goede staat zodat er weinig aan hoefde gedaan te worden. Daarna liet de persoon de wens los.
Een jaar later zag deze een appartement te koop staan dat aansprak. De persoon kende de buurt niet en ging kijken. Het bleek het aan al de wensen te voldoen. Toen naar de makelaar gebeld, bleek er de volgende dag een kijkdag te zijn. Maar iets zei de persoon dat deze beter 's morgens zou gaan. De persoon maakte de afspraak en was de tweede bezoeker. Aangekomen bij het appartement, stond de makelaar buiten te wachten op de eerste bezoeker die niet was verschenen. Dus ging deze met de persoon van het verhaal hier naar binnen. Het appartement was fantastisch. Precies wat deze wilde. De persoon deed een bod en een week later tekende men het voorlopig koopcontract. Deze woont er nu een aantal jaar en is er nog steeds zielsgelukkig mee.
De trein die de naam 'leven' draagt, raast voorbij, dendert door. Alles en iedereen rent, vliegt, dendert door als een razende trein. Leven. Leven is iets wat vaak wordt vergeten. Dan is het leven in de zin van voelen, ervaren, de zintuigen het werk laten doen. Je laten meevoeren in dromen, gedachten. Bij een aanblik van een ander voelen wat hij/zij voelt. Weten welke emoties spelen en hier deelgenoot van zijn. Leven. Echt leven.
Bezieling. Kijk eens om je heen. Kijk de mensen in de ogen. Zoek, voel de gedachten, de geest. Vind je het, is het er? Is er bezieling?
Inertia.
Stilstand is achteruitgang. Wanneer je stil staat is het zichtbaar. Voor vooruitgang is het nodig om een effect te creëeren. Soms een schok effect, een andere keer de schoonheid van het leven in te laten zien. Iets op laten leven, een lust voor het leven, bezieling.
Wat ik mij afvraag... Stilstand kan je identificeren wanneer je letterlijk stil staat, in rust bent. Maar in die trein die men leven noemt, is juist die snelheid niet de ergste vorm van stilstand. Inertia?!
Wie heeft er nou niet schelpen gezocht aan het strand en als kind met verwondering afgevraagd hoe het komt dat je de zee kan horen in de schelp? Schelpen zijn altijd gewaardeerd om hun schoonheid en magische krachten. Ze dienden als geld, amulet, gebruiksvoorwerp en ter versiering. Ook nu nog is de aantrekkingskracht van schelpen groot. Als verzamelobject, maar ook om de subtiele krachten die de schelpen herbergen te (her)ontdekken.
Zo beschrijft Donald Tyson een manier om met behulp van een grote schelp je helderhorendheid te ontwikkelen.
Het ruisende geluid wat doet denken aan golven die zachtjes breken op een zandstrand, wordt veroorzaakt door de bloedstroom in het binnenste van je oor. Het zachte, pulserende geluid wordt gereflecteerd door de schelp. In meditatieve toestand zou je volgens Tyson fragmenten van gesprekken kunnen opvangen, zoals de wind je flarden van een gesprek doen opvangen wat verderop plaatsvindt. In het begin zullen de flarden onsamenhangend zijn. In een later stadium zou je het onderwerp kunnen volgen en in gedachten kunnen gaan mengen in het gesprek. Mensen die aanleg hebben voor deze manier van helderhoren kunnen volgens Tyson op een gegeven moment commentaar terug verwachten van één of meerdere stemmen. Er wordt aangeraden gebruik te maken van je linker oor als je rechtshandig bent en vice versa, maar het is aan jou om te ontdekken welk oor meer receptief is voor deze techniek.
Ik kan me voorstellen dat het een manier kan zijn om in contact te komen met je “innerlijke stem”. Het pulserende geluid wordt immers veroorzaakt door je eigen hartslag. Het luisteren naar je eigen ritme geeft je de kans om meer in contact te komen met je zelf.
Divineren met zeeschelpen is ontwikkeld door Shelley Hanson. Het systeem bestaat uit 200 kaarten met foto’s van schelpen. Net als met Tarot kun je een kaart kiezen of een legging doen. Ze gaat uit van het principe dat je onderbewuste je zal leiden in de keuze van een schelp die op dat moment de meest toepasselijke boodschap voor je heeft. De diepere betekenis van elke schelp haalt ze uit de manifestatie en de leefwijze van het weekdier dat de schelp behuisd. “Zie het als één van de manieren waarop moeder natuur met je communiceert” zegt ze. Als voorbeeld één van haar beschrijvingen:
De Maanslak( Polinices duplicatus) is een weekdier dat je kunt vinden op modderige stranden. Om zichzelf te verfrissen absorbeert de Maanslak water in zijn vlezige gedeelte. Zo blaast hij zichzelf zo op tot wel 4 x zijn normale grootte. Met zijn vlezige voet is hij in staat om een gat te boren in o.a. Kokkels, en ze zo op te eten. Ook gebruikt hij zijn gezwollen lichaam wel om andere zeedieren te verstikken. Om zich terug te trekken in zijn schelp moet hij zichzelf eerst ontdoen van het overtollige vocht. Daar kan hij echter niet te lang blijven want dan zal hij stikken.
Als de Maanslak op je pad komt heb je volgens Hansen de neiging om van een mug een olifant te maken. Wellicht het gevoel dat je niet gezien of gehoord wordt mits je met een overtreffende trap je verhaal doet over je miserie. Dat het werkt is duidelijk. De mensen om je heen zullen een luisterend oor bieden en je zo nodig helpen. Deze contacten zijn echter éénrichtingsverkeer. Eenmaal in rustiger vaarwater zal éénieder weer zijn eigen weg hervatten. De boodschap van de Maanslak is om ook de mooie momenten van het leven te delen. Desnoods in de overtreffende trap. Het delen van magische momenten roept wat anders op dan medelijden. Het schept vreugde en blijdschap. Het nodigt anderen uit ook hun mooie momenten te delen. Zo ontstaat er een basis waarop éénieder zich gezien en geliefd voelt en vriendschap kan ontstaan.
Men is soms geneigd jaloers te zijn op de bloemen, die zonder inspanning hun bloembladen ontvouwen. De zon stort overvloedig zijn gaven uit en zij reageren met hun prachtige bloei en weelderig groen. Zonder inspanning of enige druk openen ze zich voor de stralende mildheid van het zonnehart.
In ons, die tenslotte het menselijke stadium hebben bereikt, doet zich een nieuwe en machtige factor gelden – het overwegende, rusteloze en avontuurlijke denken. Er is niet langer sprake van een louter passieve reactie op de kosmische drang tot groei: er ontstaat een nieuwe neiging tot zelfgeleide evolutie zodat, naast de algemene drang die alle levensvormen bezielt, het verlangen actief wordt zich als een individueel wezen tot uitdrukking te brengen. Bepaalde en speciale neigingen, die zich van binnenuit ontwikkelen in antwoord op de verschillende situaties waarin we ons bevinden tijdens onze lange reis door de stoffelijke gebieden, zoeken een uitweg. De moeiteloze vooruitgang die zo duidelijk zichtbaar is in de lagere rijken, maakt plaats voor een opmerkelijke versnelling wanneer het menselijk stadium is bereikt. Nieuwe krachten komen tot activiteit, nieuwe gevoelens tot leven, en uitingen die in het begin nauwelijks meer zijn dan bijna onhoorbare fluisteringen, willen geleidelijk aan gehoord worden.
Het gebruik leren maken van vermogens waarmee men nog niet vertrouwd is, moet noodzakelijkerwijs vaak tot mislukking leiden, zodat een terugblik op de weg achter ons een spoor van verwoesting en mislukte pogingen te zien geeft.
Gebrek aan ervaring kan alleen worden verholpen door oefening, waardoor we vertrouwd raken met alles; door in doffe wanhoop neer te zitten zullen we slechts hen ontmoedigen die met ons het eeuwige pad bewandelen. Inactiviteit en moedeloosheid zijn tekenen dat we het contact hebben verloren met die onuitputtelijke bron van energie, die ons nooit zal teleurstellen zolang het zonnehart klopt en de heldere fotosfeer haar stralen uitzendt naar alle duistere hoeken van de aarde. Het is aan ons de voorbijgaande momenten aan te wenden en als bewuste werktuigen de universele levenskracht te richten op het grote doel dat al vaag te zien is door de sluier die morgen scheidt van vandaag. Het verleden moet worden vergeten omdat de tijd voor handelen het Eeuwige Nu is, en terugblikken op het pad waarlangs we ons voortbewogen kan alleen maar leiden tot versnippering van de krachten die op ons tegenwoordige werk zouden moeten worden geconcentreerd.
Bestudeerders van de geschiedenis moeten zich vaak hebben verbaasd over het feit dat mensenrassen zich herstelden van catastrofen waardoor ze schijnbaar tot de totale ondergang gedoemd schenen te zijn. In de lange loop van jaren worden de lelijke littekens van de strijd overgroeid door een kleed van groen en bloemen die wuiven in de wind, en velden waar eens legers streden, zijn nu weiden voor het vee. Steden waarvan de torens met de grond gelijk werden gemaakt, verheffen opnieuw hun koepels en tempels naar de ochtendzon, en in het open veld waar eens het gebulder van geschut klonk, laat zich nu de paarzang van merels en leeuweriken horen.
Er zijn ook neutrale perioden, waarin volslagen doodsheid heerst, en dat zijn de tussenpozen, de rustpunten, wanneer de eb voorbij is en de vloed nog niet is begonnen. Deze perioden kunnen voor de onervarenen heel moeilijk zijn, omdat ze geneigd zijn zich alleen en verlaten te voelen, en een kille wanhoop hen schijnt te overspoelen. Maar laten ze geduldig een poosje volhouden, want spoedig zal de onbeweeglijke, stille zee weer opkomen en hen meevoeren op hun reis die geen einde kent.
Deze universele drang werkt overal, en al blijkt onze zelfzuchtige wil weerbarstig te zijn en vormt onze traagheid een rem op de verdere reis, zijn gang is niet te stuiten, en alleen als we bereid zijn samen te werken kan geluk ons deel worden. Tegenwerking leidt tot niets anders dan een vergeefse strijd en een uiteindelijke nederlaag, en voldoening zal altijd ons deel zijn als we zijn doeleinden bevorderen door onze intelligentie te gebruiken.
Ieder die zijn tuin onkruidvrij probeert te houden zal wel eens een zucht van irritatie gelaten hebben bij de aanblik van de paardenbloem, die onuitroeibaar lijkt. Toch verdient dit kruid meer ruimte en aandacht dan het geval is. Het is één van de waardevolste kruiden die de bodem te bieden heeft. Wist je bijvoorbeeld dat de wortel van het kruid vaste gronden los maakt en voedingsstoffen uit diepere lagen naar boven haalt?
In oude tijden werd het kruid Dens Leonis genoemd, wat vertaald naar het Nederlands “Leeuwentand” oplevert. In het Frans “Dent de Lion” wat nog voortleeft in het Engelse Dandilon. Het kruid had nog veel meer volksnamen, zoals Pisbloem en Papencruyt. Het leuke van deze namen is dat ze je gelijk al informatie verschaffen over de werking van de paardenbloem: Ze geeft je kracht, ontwatert en is voor iedereen beschikbaar.
Astrologisch gezien valt de paardenbloem onder de heerschappij van Jupiter. Kruiden die onder Jupiter vallen groeien vaak expansief en de Paardenbloem is daar een goed voorbeeld van. Een enkele bloeiende plant kan in een goed seizoen 5 nieuwe generaties voortbrengen! Het zaad kan zich zonder tussenkomst van insecten voor bevruchting voortplanten. De Paardenbloem bloeit van maart tot november, met april als hoogtepunt.
De karakteristieke pluizenbol werd in de middeleeuwen analoog gezien aan de halo’s waarmee heiligen in die tijd werden afgebeeld en zodoende is er een link gelegd met het spirituele. Jupiter heerst over het element lucht, prachtig gesymboliseerd door het zaad wat met een zuchtje wind verspreid wordt. Dit fenomeen heeft kinderen van alle leeftijden en in alle tijden uitgenodigd om met de pluizenbollen te orakelen. Blaas je alles in één keer weg, dan brengt het geluk. Het aantal zaadjes dat je wegblaast staat voor het aantal jaren dat je nog leeft. Paardenbloemen waren ook geliefd om kettingen van te maken. Overlangs gedeelde stengels krullen namelijk op in water. De holle stengels werden als rietjes gebruikt. Maar neem geen paardenbloemen mee naar huis, want dan plas je in je bed!
De Paardenbloem maakt deel uit van een Keltische legende waarin zij gezien wordt als het kind van vader zon en moeder aarde. Elke ochtend als zij wakker wordt opent zij haar bloemblaadjes en volgt zij de zonnestralen van oost naar west om daarna haar bloem stevig te sluiten en terug te keren in de boezem van moederaarde. Daar de wortel van de Paardenbloem diep in de aarde groeit werd er aangenomen dat de plant contact had met de onderwereld en met haar bloem de krachten van de zon kon opslaan. Hierdoor zou het kruid de kennis hebben van leven, dood en hergeboorte. Door regelmatig Paardenbloem tot je te nemen zou je de intuïtie en telepathische krachten in jezelf versterken.
Joviaanse kruiden zoals de Paardenbloem, werden gezien als middel om de lever en het daarbij behorende sanguinische temperament te versterken. De andere temperamenten zouden hierdoor in balans worden gebracht. De kruiden voeden het bloed, hebben een openend en reinigend effect op lever, gal, pancreas en milt en sterken het kritische vermogen van de patiënt aldus Culpeper. Interessant is de benoeming van de werking bij hypochondrie.
Vandaag de dag wordt deze term gebruikt bij mensen die zich te veel zorgen maken over hun gezondheid terwijl er niets aan de hand is. In de tijd van Culpeper gebruikte men het woord in de zin van de letterlijke vertaling uit het Grieks: een ziekelijke conditie onder het kraakbeen. De lever, liggend onder het kraakbeen dat de ribben met het borstbeen verbindt, geeft bij een disfunctie vaak vage klachten: gevoeligheid onder de ribbenkast en vermoeidheid. Omdat er regelmatig geen andere fysieke klachten gevonden worden zijn deze symptomen door artsen nogal eens bestempeld als hypochondrie in de zin van “ingebeelde ziekte”.
Ook nu wordt de wortel van de Paardenbloem nog steeds gewaardeerd als zijnde het beste en veiligste kruid om lever en gal problemen te behandelen. De bladeren van het kruid zijn een uitstekende diuretica welke vooral ingezet worden bij een hoge bloeddruk. Een groot voordeel is dat dit kruid de nieren niet irriteert, voornamelijk de uitscheiding van natrium bevorderd zonder al teveel kalium te verliezen, wat bij andere diuretica vaak wel het geval is. Dit komt omdat het kruid zelf een hoog gehalte aan kalium bevat. De lever is de ontgifter van het lichaam. Door de lever te stimuleren worden gifstoffen efficiënter en sneller afgevoerd. Met de opvatting dat de meeste ziekten zetelen op vervuiling in het lichaam kan men begrijpen dat paardenbloem in elk kruidenmengsel een plaatsje verdient. Tijdens reinigingskuren neemt zij dan ook een voorname plaats in
De Paardenbloem is een veelzijdig voedingsmiddel. In vroegere tijden was het één van de eerste kruiden die beschikbaar was om als groente te eten. De jonge bladeren smaken in de vroege lente minder bitter en zitten boordevol vitaminen en mineralen, een hoognodige toevoeging na het eenzijdige voedsel van de winter. De knoppen van de bloem kunnen worden ingelegd in het zuur als een alternatief voor kappertjes. Gekookte bloemknoppen smaken zoals spruitjes. De wortel werd vroeger net zoals van de cichorei gebrand om er surrogaatkoffie van te brouwen.
Tot slot nog een gedichtje, want na zo’n verhaal is zij nooit meer zomaar een Paardenbloem:
De gouden pracht is uitgebloeid, De kleine zonnen zijn vergloeid, Het zilveren lantaarntje glimt, Haar licht voordat het dimt, Door de wind die haar pluisjes verwaait, En nieuwe gouden zonnen zaait.
De naam drukt prachtig de haat liefde verhouding uit die de meeste mensen met dit kruid hebben. Allium Sativum of knoflook, wordt al sinds mensenheugenis om zijn geneeskrachtige waarden geprezen en om zijn geur vervloekt. Ze is een van de mooiste voorbeelden van Hippocrates’ stelling dat je voedsel je medicijn en je medicijn je voedsel moet zijn en is een van de eerste gewassen die op grote schaal gecultiveerd werd.
Knoflook is een overblijvend en vorstbestendig knolgewas en behoort tot de lelieachtigen. De roze, witte bloemetjes bloeien in bolvorm. De bieslook, prei, ui en daslook zijn allemaal familie van haar. Oorspronkelijk komt ze uit het Middellandse zee gebied. Al ruim (1500!) voor onze jaartelling werd de geneeskrachtige werking van knoflook door de Egyptenaren beschreven. De arbeiders van de piramiden kregen de bol dagelijks te eten om hun prestatievermogen te verhogen. De bol werd als zo waardevol beschouwd dat ze goed genoeg was om als offer te dienen aan de goden of om mee te geven in graven voor het hiernamaals. Pliney beschreef het als lustopwekkend middel. Ik neem aan dat hij het dan aan beide geliefden voorschreef. Later werd knoflook door zijn geur in hogere kringen geweerd en werd het als ongepast beschouwd om het te nuttigen. In de middeleeuwen werd knoflook op grote schaal gebruikt om bescherming te bieden tegen de pest. De toepassing was zuiver empirisch; mensen die het kruid dagelijks gebruikten bleken beter tegen allerlei besmettingen bestand te zijn.
Pas in 1858 werd er door Louis Pasteur wetenschappelijk bewezen dat de knoflook antibacteriële eigenschappen heeft. In de tweede wereld oorlog werd het nog veel ingezet als alternatief antibiotica voor de soldaten. Nu, anderhalve eeuw later, weten we dat die antiseptische eigenschap slechts het topje van de ijsberg is.
Knoflook is een kruid met een aanvurend karakter. Zij stimuleert de spijsvertering en het immuunsysteem. Gal en lever worden gestimuleerd. De enzymen in knoflook verbeteren de zuurstofuitwisseling in de weefsels waardoor ze optimaal gifstoffen kunnen uitscheiden. Daarnaast zuivert knoflook het bloed en beïnvloed de viscositeit waardoor slibvorming van plaque en bloedstolsels wordt tegen gegaan. Dit is gunstig voor de bloeddruk en het verlaagd de kans op infarcten. Er wordt wel gezegd dat de stollingstijd van het bloed bij regelmatig gebruik tot 30% kan worden verlengd. Iets om rekening mee te houden als je geopereerd moet worden of coagulantia moet gaan gebruiken.
De bol is rijk aan mineralen en sporenelementen en een groot aantal zwavelverbindingen. Zwavel is een sporenelement die een belangrijke rol speelt in de ontgifting van het lichaam. Een ander belangrijk sporenelement in knoflook is Selenium. Van deze stof is een relatie gelegd tussen het percentage in het bloed en het sterftecijfer door kanker. Knoflook wordt gezien als mogelijk kandidaat in de strijd tegen kanker.
De zwavelverbinding allicine is verantwoordelijk voor de doordringende geur. Deze stof wordt rechtstreeks opgenomen in het bloed en uitgescheiden via de longen en de huid. Allicine zorgt voor de antibacteriële werking van knoflook. Naast bacteriën blijken ook virussen en schimmels gevoelig te zijn voor deze stof. Het inzetten van knoflook brengt echter geen resistentie te weeg zoals antibiotica dat doen. Helaas is de stof instabiel en gevoelig voor hitte. Alleen in verse toestand kunnen we optimaal van deze eigenschap gebruik maken.
De geur van knoflook werpt een grote barrière op om het dagelijks te gebruiken. Men heeft dan ook op verschillende manieren geprobeerd om dit te omzeilen. De geurstof is echter essentieel voor de werking van allicine en reukloze knoflook preparaten zijn dus niet antibacterieel werkzaam. Het gebruik van melk of peterselie zijn niet afdoende om de geur te bestrijden. Maar als we massaal aan de knoflook gaan geniet iedereen van de heilzame werking en klaagt niemand meer over de stank. Om baat te hebben bij de eigenschappen van knoflook dient ze langdurig te worden ingezet. Een verse teen knoflook per dag wordt gezien als een onderhoudsdosering. Te veel knoflook kan maagbezwaren opleveren. Sommige mensen zijn allergisch voor knoflook en krijgen last van krampen, flatulentie en diaree. Knoflook als medicijn past niet bij cholerische typen, daar die al een overmaat aan vuur bezitten.
Magisch gezien is knoflook het meest gewaardeerd om haar bescherming tegen bovennatuurlijke en kwade krachten. Eigenlijk niet zo gek dat men er vanuit ging dat de knoflook ook een goed middel zou zijn om je te beschermen tegen het boze oog, de duivel, vampiers, weerwolven en hekserij. Geur heeft iets ongrijpbaars. Je kunt het niet zien, maar je kunt er ook niet omheen. Daarbij weert de geur muskieten, die net als vampiers bloed zuigen. Knoflook correspondeert met mars en vuur. Ze werd ingezet als amulet of in rituelen om kracht, doorzettingsvermogen en bescherming op te roepen. Om het huis te beschermen tegen kwade machten werden strengen knoflook boven deuren en ramen gehangen. In de kerk werd knoflook uitgedeeld om mogelijke vampiers te ontmaskeren. Om te voorkomen dat overledenen in vampiers zouden veranderen werd er een teentje knoflook in de mond gestopt.
Het is opmerkelijk om te lezen hoe deze veronderstelling eeuwen later nog een staartje heeft. In een poging om het verschijnsel van vampiers en weerwolven te verklaren denkt men die gevonden te hebben in de erfelijke ziekte Porfyrie. Porfyrie is een stofwisselingsziekte van de lever, waarbij een bepaald enzym niet voldoende aangemaakt wordt. Dit enzym regelt de productie van hemoglobine, de stof die zuurstof transporteert in het bloed. Door de verstoorde productie van het enzym hoopt zich een bepaalde voorloper van het hemoglobine op in het bloed. Dit is het porfyrine wat wordt uitgescheiden via de urine en de ontlasting. Meest kenmerkende verschijnsel is het donker worden van de urine wanneer deze in het licht staat. De ziekte treedt vaak op in aanvallen, die uitgelokt worden door verschillende factoren zoals: stress, te weinig eten, alcohol en sommige medicijnen. De huid kan bruin verkleuren en zeer gevoelig zijn voor zonlicht waardoor er blaren en zelfs zweren kunnen ontstaan. Soms is er overmatige haargroei op het voorhoofd. De patiënt kan last hebben van angstaanvallen en hallucinaties.
Het gebruik van een gebeds- of meditatieketting is universeel. Vooral Moslims en Rooms-katholieken maken er nu nog gebruik van. De vroegste vorm bestond uit een stuk touw met knopen. Later werden zaden, hout, (edel)steen en metalen gebruikt als kralen. Elke kraal staat voor een gebed of spreuk en samen vormen zij een bepaalde verzameling die men wil reciteren. De ketting dient als instrument om zich volledig te kunnen richten op het spirituele.
De rozenkrans is de gebedsketting van de rooms-katholieken. Het woord doet vermoeden dat er een link is met rozen. Dit is inderdaad het geval, maar verschillende verhalen doen hun ronde. Het engelse woord is rosary, afgeleid van rosarius, wat tuin van rozen betekend. Dit woord werd vooral figuratief gebruikt om een verzameling of collectie aan te duiden. Het engelse woord voor kraal is bead, wat afgeleid is van het Angelsaksische woord bede, wat gebed betekent.
Rond 1300 raakte de techniek om van rozenblaadjes kralen te maken in zwang. Daar rozen van origine uit het oosten komen is het waarschijnlijk dat christelijke monniken de techniek tijdens hun reizen hebben overgenomen. Volgens deze beschrijving ontstond hier de naam rozenkrans. Toch zijn er geen rozenkransen ouder dan 100 jaar die daadwerkelijk van rozenkralen zijn gemaakt. De verklaring van het woord zal dus waarschijnlijk meer gezocht moeten worden in de symboliek van de roos.
De roos is altijd een van de meest gewaardeerde bloemen geweest. Haar schoonheid en geur hebben mensen door de eeuwen heen in vervoering gebracht. In de verschillende culturen staat zij symbool voor liefde, loyaliteit, trouw, vrouwelijkheid, spiritualiteit, psychische krachten, geluk en bescherming. Ze wordt geassocieerd met Venus en Maria (lees: godinnen) en haar geur roept sensualiteit op, kalmeert de zenuwen en verheft de geest.
Zelfgemaakte rozenkralen kunnen een plaats hebben binnen de hekserij. Als onderdeel van een meditatieketting, talisman of amulet zal het voorwerp de kracht krijgen van de roos. In een ketting kun je door middel van aantallen en grootte de maanfasen en de elementen uitbeelden. Zo wordt het een symbool van de cyclus. Elke kraal kan verbonden worden met een spreuk of chant die je herinnert aan de kwaliteiten van de verschillende maanfases en elementen. Je kunt haar dragen tijdens je rituelen, divinatie sessies of maanvieringen. Door de warmte van je huid of handen zal de geur van de roos vrijkomen. Je kunt de rozenkralen combineren met andere kralen om overgangen te markeren. Knoopjes gelegd na elke kraal zorgen er voor dat je niet meer dan één kraal verliest mocht de ketting breken. Mogelijkheden te over dus gebruik je fantasie zodat het een zeer persoonlijk item wordt en het daarmee kracht geeft.
Er bestaan heel veel recepten voor het maken van rozenkralen. Het is een kwestie van uitproberen.
Benodigdheden: ± 30 rozen die geuren en 100 ml rozenwater Snij de blaadjes fijn en wrijf ze tot pulp in een vijzel. Hoe fijner de pulp hoe beter het eindresultaat. Doe de pulp in een pan en voeg het rozenwater toe. Vul eventueel aan met water totdat de pulp net onder water staat. Laat het geheel afgedekt zachtjes enkele uren sudderen. Zorg dat het geheel niet droog kookt. Roer regelmatig en voeg zonodig water toe. Je hele huis zal naar rozen gaan ruiken! Laat het geheel uitlekken in een koffiefilter en vorm van de pasta kralen ter grootte van een knikker. Beoordeel of het geheel stevig genoeg is om aan een ijzerdraadje te rijgen of wacht anders 24 uur. De kralen moeten regelmatig gedraaid worden om hun vorm te behouden en niet vast te plakken aan het draad. Als het weer erg vochtig is kun je besluiten om het drogingproces wat te versnellen door de kralen enkele uren in een oven te leggen op de laagste stand (30 á 40 graden). Zo voorkom je dat de kralen gaan schimmelen. In totaal zal het twee weken duren voordat de kralen volledig droog zijn. Ze zullen krimpen tot de helft van het oorspronkelijke formaat en een rimpelig uiterlijk hebben. Met een fijn schuurpapiertje kun je de ruwe randen weghalen. Bewaar je kralen als je ze niet gebruikt in een afgesloten doosje om de geur zo lang mogelijk te behouden. Met enkele druppels etherische olie van de roos kun je de geur weer versterken. Hou er rekening mee dat de rozenpulp enorm afgeeft en dat de vlekken bijna niet meer te verwijderen zijn. Pas je kleding en gebruiksmateriaal hier op aan. Succes!
Water is de bron van het leven. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het water in oude tijden verbonden was met het idee dat er goden en godinnen huisden die vaak werden vormgegeven als vis of kikker. Bronnen, en later waterputten, hadden nog andere functies, naast het lessen van de dorst en het bevloeien van de akkers.
Heilige bronnen werden bezocht voor divinatie, genezing, vruchtbaarheid en geluk. De bron was vaak gewijd aan een god, godin of heilige. Op de naamdag van de betreffende werd de plek versierd met bloemen. Op jaarfeesten kwam men massaal naar de bron om gunsten te vragen of het lot te beteugelen. De rituelen bestonden vaak uit het drinken van de bron, het wassen van het lichaam of zieke lichaamsdeel, het reciteren van spreuken en de rondgang om de bron. Als dank werden offers achtergelaten in de vorm van stukken kleding, knopen, kralen, spelden of geldstukken. In moderne tijden zijn drijfkaarsen en wierook populair.
Waterbronnen golden in deze streken als de toegang tot de woning van Holda, de godin van de dood, het hiernamaals en de (weder)geboorte. Zij leeft nog voort in het sprookje van vrouw Holle. De meeste legenden over vrouw Holle komen uit Duitsland. In grotten waar water druppelde waste jonge meisjes zich tijdens Ostara om hun jeugd te bewaren. Pas getrouwde vrouwen namen een bad in ondergrondse vijvers om de vruchtbaarheid te bevorderen. In het rijk van Holda zou een boom staan waaraan baby’s hingen.
Ook in andere landen hebben ze hun deel aan heilige bronnen, waarvan sommige zeer oud zijn. Het gaat om waterputten die gegraven zijn op heidense plekken. Daar het Germaanse heidendom doortrokken was van natuurverering, met heilige bomen, stenen en water als levensbronnen, zag men tijdens de kerstening daar een opening om ze aan te passen aan het Christendom. Het water uit de put zou genezing brengen, soms specifiek voor bepaalde aandoeningen. De meeste putten werden gewijd aan Maria of een locale heilige. Vaak werd er een kapel of kerkje bij gebouwd.
Een wens doenbij een vijver of fontein is nog altijd een populaire bezigheid, getuige de vele muntjes die je in de verschillende bronnen overal ter wereld kan ontwaren. Zelfs op mijn nederige murmelsteen in de tuin hebben vrienden muntjes achtergelaten. Frater Chorozon heeft een interessante theorie gegeven waarom een wens zou werken. Hij refereert aan de chaostheorie, die het makkelijkst geïllustreerd word door het vlindereffect. De slag van de vleugels van een vlinder op het zuidelijk halfrond kan in theorie een atmosferische kettingreactie veroorzaken waardoor er, na verloop van tijd, op het noordelijke halfrond een stevige storm ontstaat. Als wij spreken ontstaat er turbulentie in de lucht. Een zichtbaar voorbeeld is de ring van rook die je kan produceren door op de juiste manier je lippen te tuiten en lucht verplaats door het rookwolkje. Gedachten en visualisaties zouden in de elektromagnetische sfeer een golfbeweging veroorzaken, zoals een afstandbediening de tv aanzet.
“Plant je gedachten in chaos en zij verworden tot oogst”. Maar bovenal geldt dat een rotsvast vertrouwen en geloof de mooiste wensen vervult. Het is de ware bron van magie.
Simpel gezegd kun je op twee manieren dood gaan. Je ziet het aankomen of je ziet het niet aankomen. Als je een dodelijke ziekte hebt zie je het aankomen. Als een auto je schept op het zebrapad is het gebeurd voor je het door hebt.
In het eerste geval weet je dat je dood bent, maar je merkt dat het niet is afgelopen. Je blijft nog enkele dagen aardgebonden, daarna word je door lichtwezens gehaald en verlaat je deze sfeer
In het tweede geval ga je dood, maar je denkt dat je nog op aarde leeft. Je hebt slechts één probleem, je ziet iedereen nog, maar het lukt je niet om met hen te communiceren en je begrijpt er geen donder van. Je bent in de aardgebonden sfeer en ziet ook je eigen dode lichaam. Deze "dolende" zielen kunnen pas verder als ze zich bewust worden dat ze overleden zijn en verder willen en durven.
Zij kunnen niet reïncarneren uit deze sfeer. Angst voor het onbekende weerhoudt hen verder te gaan. Ze vervelen zich en 'n enkeling gaat "spoken". Als je contact zoekt met gene zijde - via glaasje draaien, pendelen en dergelijke - dan krijg je hen het eerste aan de lijn. Lichtgelovigen en avonturiers opgelet, zij kennen je gedachten en vertellen je wat jij wilt horen! Goede mediums worden afgeschermd voor deze dolende zielen.
In het geval dat iemand via een ziekbed dood gaat en hij of zij zat al jaren in een rolstoel, dan kan de overledene nog steeds denken dat hij of zij een rolstoel nodig heeft. Aan gene zijde wordt hij of zij opgevangen door liefdevolle lichtwezens om duidelijk te maken, dat ze vrij moeten komen van hun aardse denken, van het nog steeds gehandicapt zijn. Gedurende deze rustperiode neemt hun aarde-bewustzijn af en hun onderbewuste - de herinneringen van de ziel - worden ze zich steeds meer bewust. Afhankelijk van de starheid van iemand duurt deze rustperiode korter of langer. Hierna kan men zijn reis in het hiernamaals vervolgen.
In eerste instantie toont de ziel jou alles van dit leven en je mag er zelf een oordeel over vellen. Niets ontkomt aan jouw eigen oordeel. Je ervaart ook kraakhelder wat het resultaat van jouw gedrag was op anderen. In tweede instantie ervaar je wat het resultaat was van het gedrag van anderen op jou, met de vraag of je het hen kan en wilt vergeven. Deze twee kernprocessen bepalen in welke sfeer je past. Ben je haatdragend en niet vergevingsgezind, dan kom je in de sfeer terecht van je "geestelijke" soortgenoten. Duisternis heet dat. Ben je daarentegen liefdevol en vergevingsgezind dan kom je ook in de sfeer van je "geestelijke" soortgenoten terecht. Zomerland heet dat.
Pas als je de Lichtsferen (voorbij Zomerland) bereikt, dan hoef je niet terug naar de aarde. Je mag wel terug, bijvoorbeeld om iets af te maken of iemand te helpen, maar dat is eigen keus.
De Lichtsferen kent zeven niveaus. Pas als je in de hoogste Lichtsfeer, de zevende Hemel, bent, dan heb je het niveau van het Meesterschap bereikt. Als je Geest daarna kiest om verder te gaan naar de Goddelijke sferen, dan pas raak je je laatste beetje persoonlijkheid kwijt en dus ook je ziel. Maar zover zijn we nog bijlange na niet! Dus wij keren terug op aarde. Er kunnen redenen zijn om sneller of langzamer te reïncarneren. De sfeer waarin een ziel komt, na zijn of haar dood, is op dat moment het startpunt voor verdere groei.
Maar een ding is zeker, zoals je dood gaat, zo kom je aan in het hiernamaals. Ga je met haat dood, dan kom je met haat aan. Het is maar dat je het weet. Dit principe noemt men het "zo beneden, zo boven"-principe. De meeste mensen komen in het Schemergebied aan, omdat onwetendheid en lichtgelovigheid op aarde hun deel was