|
|
Orde: CARNIVORA 7 families; 93 geslachten; 231 soorten.
Katachtige. Familie Fedilae 35 soorten in 4 geslachten O.a. leeuw (panthera leo), jaguar (P. onca), luipaard (P. pardus), tijger (P. tigris), jachtluipaard (Acinonyx jubatus), lynx (Felis lynx), ocelot (F. pardalis), tijgerkat of Margay (F. wiedi), wilde kat (F. silvestris).
Hondachtige. Familie Canidae 35 soorten in 10 geslachten O.a. jakhalzen (Canis adustus, C. aureus, C. mesomelas), coyoty of prairiewolf (C. latrans), wolf (C. lupus), poolvos (alopex lagopus), gewone (of rode) vos (Vulpes vulpes), kitvos (V. velox), rode hond (Cuon alpinus), hyena of steppehond (lycaon pictus).
Beren. Familie Ursidae 7 soorten in 5 geslachten O.a. ijsbeer (Ursus maritimus), bruine beer (U. arctos), brilbeer (Tremarctos ornatus).
Kleine beren. Familie Procyonidae 17 soorten in 8 geslachten O.a. wasbeer (Procyon lotor), witsnuitneusbeer (Nasua narica), reuzenpanda of bamboebeer (Ailuropoda melanoleuca), kleine panda of katbeer (Ailurus fulgens) (de reuzepanda, en soms ook de kleine panda, wordt ook wel ondergebracht in de afzonderlijke familie Ailuropodidae).
Marterachtige. Familie Mustelidae 67 soorten in 26 geslachten O.a. wezel (Mustela nivalis), kleine wezel (M.n. rixosa), zwartvoetbunzing (M. nigripes), hermelijn of grote wezel (M. erminea), das (Meles meles), gestreepte skunk of stinkdier (Mephitis mephitis), otter (Lutra lutra), zeeotter (Enhydra lutris).
Civetkatten. Familie Viverridae 66 soorten in 37 geslachten O.a. koffierat of loewak (Paradoxurus hermaphroditus), genetkatten (geslacht Genetta), stokstaartje (Suricata suricata), Indische ichneumon (Herpestes auropunstatus), dwergmangoeste (Helogale parvula), zebramangoeste (Mungos mungo) (De ichneumons of mangoesten worden soms beschouwd als een afzonderlijke familie, de Herpestidae).
Hyena-achtige. Familie Hyaenidae 4 soorten in 3 geslachten O.a. gevlekte hyena (Crocuta crocuta), bruine hyena of strandwolf (Hyaena brunnea). |
| | |
|
|
De ijsbeer word wel 25.000 keer zo zwaar als de kleinste wezel; de reuzenpanda scharrelt op zijn gemak rond op zoek naar bamboescheuten, terwijl de jachtluipaard met een snelheid van zo'n honderd kilometer per uur een antilope achtervolgt; de in het water levende zeeotter en de in de bomen levende palmmarter komen zelden op vaste grond. Zulke grote verschillen in lichaamsvorm, leefwijze en milieu worden in de hele orde der roofdieren aangetroffen. We vinden er lange en dunne, korte en dikke, snelle en langzame, sterke en kwetsbare, solitaire en sociaal-levende dieren onder; dieren die jagen en dieren waarop gejaagd wordt. Uiterlijk hebben de 231 soorten, 93 geslachten en zeven families weinig gemeen. Wat onderscheidt de Carnivora van andere zoogdieren? In wezen berust hun gezamenlijke afstamming op slechts één gemeenschappelijk kenmerk: ze hebben allemaal vier zogenaamde knipkiezen. Veel soorten van andere orden uit het heden of verleden zijn vleeseters geweest, maar alleen de leden van de Roofdierorde stammen af van voorouders van wie de vierde kies in de bovenkaak en de eerst ware kies in de onderkaak waren aangepast om voedsel te 'knippen'. Alleen de meer roofzuchtige van de huidige soorten hebben dit stel knipkiezen nog in hun oude vorm. Bij soorten die veel planten eten, zoals de panda's zijn het maalkiezen geworden.
|
| | |
|
|
Verspreiding: In het wild levende roofdieren zijn over de hele wereld verspreid, met de poolvossen van Groenland en de wilde katten van het sunamtarctische Marion Eiland als bewoners van de verst uiteen liggende biotopen. Wolven op de toendra, civetkatten in het regenwoud, otters in het water en vossen in de woestijn: zij zijn er zo vele voorbeelden van hoe de roofdieren zich aan alle belangrijke leefgebieden hebben aangepast. Iedere familie is wijdverspreid, en de hondachtige spannen wat dit betreft de kroon. Sommige soorten echter zijn door de mens ingevoerd in gebieden waar ze van oorsprong niet thuishoorden, veelal met rampzalige gevolgen: Indische ichneumons, die naar het Caribisch gebied werden gebracht om ratten te verdelgen, bleken hondsdolheid te verspreiden; wilde katten die op afgelegen eilanden zijn ingevoerd roeien de daar levende loopvogels uit; hermelijn en vossen die respectievelijk in Nieuw-Zeeland en Australie ingevoerd werden om de konijnenstand op peil te houden en voor de jacht, vormen een wezenlijke bedreiging voor de inheemse fauna. Een recente en intrigerende ontwikkeling in het gedrag van de roofdieren is dat ze geheel op eigen initiatief in stedelijke gebieden doorgedrongen zijn, De afvalhopen van het Midden-Oosten voor zien al sinds bijbelse tijden de jakhalzen van lekkere hapjes, stinkdieren en wasberen foerageren in de buitenwijken van Noord-Amerikaanse steden, en in de straten van Harar in Ethiopië worden regelmatig gevlekte hyena's gezien. Sinds de jaren zeventig zijn de roofdieren tot in de grote steden van Europa doorgedrongen; dassen hebben burchten gebouwd in Londen en Kopenhagen, en 's avonds worden er vossen waargenomen in de in straten van Stockholm, Kopenhagen, Parijs, Londen en nog vele andere steden. Om tot nu toe onverklaarbare redenen komen stedelijke vossen en dassen het meest voor in Groot-Brittannië; daarbij worden de vossen vooral in het zuidoosten en in de Midlands van Engeland gezien. In de bebouwde kom van Bristol worden de meeste dassenburchten in particuliere tuinen en stukjes bos gegraven. De dassen foerageren in gebieden die dertig tot tachtig hectare groot zijn. Hun voedsel is gevarieerd; ze eten onder andere regenwormen, die een belangrijke voedingsbestanddeel vormen voor sommige op het platteland levende dassen. Terwijl de plattelandsdassen zich, voorzover bekend, nogal strikt aan hun territorium houden, hebben de stadsdassen woongebieden die elkaar voor een groot deel overlappen. Rondom de universiteitsgebouwen van Oxford en door de hele stad verspreid, worden vaak vossen waargenomen. Het is de vraag wie het bekendst geworden is: de wijfjesvos die haar jongen grootbracht in een autofabriek in Oxford of de vossen die in Londen gezien werden op Trafalgar Square of Waterloo Station! De vossen in Oxford hebben woongebieden van gemiddeld 86 hectare, die alle mogelijke stedelijke leefmilieus omvatten: van tuinen bij rijtjeshuizen tot parken. De dieren vullen het normale voedsel van de plattelandsvos aan met hapjes van voedertafels voor kleinere, dierlijke verkeersslachtoffers. Slechts zelden halen ze vuilnisbakken leeg (hier zijn de boosdoeners meestal honden). |
| | |
|
| | |
|