dieren het mooiste wat er is dieren mijn hobby ik hou van dieren
22-03-2006
tijgers zijn gegeerd
Bedreigingen Tijgers zijn gegeerd Door hun schitterende vacht en schrikwekkende aanblik trokken tijgers als vanzelf de aandacht van jagers. Naast de eer zon krachtig dier te verslaan, konden deze jagers ook nog eens massas geld verdienen door de huid van hun prooi te verkopen.
Maar niet alleen naar de huid van de tijger is vraag. Ook andere lichaamsdelen zijn gegeerd, vooral in de traditionele Oosterse geneeskunde, die tijgerorganen allerlei geneeskrachtige, haast magische kwaliteiten toeschrijft
- Van de tanden wordt een poeder gemaakt, om astma en geslachtsziekten mee te bestrijden. - Aftreksels van de huid van het dier zouden het geheugen verbeteren - Tijgerbeenderen zijn het populairst: ze worden verwerkt in pillen, zalfjes, wijn, Ze hebben de reputatie pijn te verlichten, veroorzaakt door bv. rheuma, malaria, zweren, - Van de staart worden zalfjes gemaakt tegen huidziekten.
maar ook te duchten! De mens is bang van tijgers. Het zijn immers grote, erg sterke dieren, die schijnbaar uit het niets hevig kunnen aanvallen. Er circuleren dan ook de meest afschuwelijke verhalen over tijgers die zonder reden mensen aanvallen. Zo kwam de tijger aan zijn bijnaam menseneter. Nochtans is dit voor de meeste tijgers absoluut geen correcte naam: meestal vallen tijgers enkel mensen aan als ze zich bedreigd voelen. In India bv., worden er jaarlijks een 40-tal mensen door tijgers gedood. Dat lijkt misschien veel, maar in India wonen meer dan een miljard mensen en slangen maken er 40 maal meer slachtoffers. En het autoverkeer laten we dan nog even terzijde
Toch zit de angst voor de tijger er nog steeds diep in. In China beschouwde de wet tijgers gedurende lange tijd als vijanden van de landbouw en de veeteelt, die afgemaakt moeten worden.
Niet alleen de jacht vormt een ernstige bedreiging voor de tijger, ook de inkrimping van zijn leefgebied speelt hem parten. Het aantal mensen in gebieden waar de tijger leeft, neemt razendsnel toe. Al deze mensen hebben voedsel nodig, en een plaats om te wonen. Waar ooit uitgestrekte bossen lagen, vind je vandaag velden en dorpen. Voor de tijger betekent dit een ramp, want er blijft alsmaar minder plaats voor hem over! Zo zorgt ook de bosbouw in de ongerepte bossen in Azië ervoor dat hele delen van het leefgebied van de tijger verdwijnen.
Tijgers zijn de grootste katachtigen die op onze planeet leven. Maar hoe prachtig en sterk ze ook zijn, hun toekomst is verre van zeker
In het begin van de 20ste eeuw leefden er nog 100.000 tijgers in de natuur. Vandaag zijn het er naar schatting nog maar zon 6.000 meer. Niets om fier over te zijn dus. Van de 8 tijger-ondersoorten die vorige eeuw nog op onze aarde te vinden waren, zijn er vandaag bovendien nog maar 5 in leven.
Deze ondersoort van de tijger wordt pas sinds 2005 onderscheiden. Tot die tijd werden deze tijgers tot de Indo-Chinese tijgers gerekend.
Zoals hun naam aangeeft leven ze in Maleisië. Hun verspreidingsgebied (het Maleisisch schiereiland) grenst aan dat van de Indo-Chinese tijger. De scheiding loopt bij de Istmus van Kra (het smalleste deel van het schiereliand, bij de zuidelijkste punt van Myanmar). Er leven naar schatting nog 500 Maleise tijgers in het wild.
De Zuid-Chinese tijger is de zeldzaamste nog bestaande ondersoort van de tijger. Hij hoort thuis in de graslanden, bossen en bergen van zuidelijk China.
Deze tijger is net iets kleiner dan de Indo-Chinese. De grondkleur is vergeleken met de andere tijgers vrij donker rood, de lichte kleur van de buik loopt niet door over de flanken.
In de jaren 1950 werden Zuid-Chinese tijgers beschouwd als schadelijk wild. Vanaf de jaren '80 kreeg de Zuid-Chinese tijger echter wettelijke bescherming, maar stroperij ging door. Naar schatting zijn er nu tussen de 30 en 40 in het wild over. In Chinese dierentuinen zijn er bij elkaar nog ongeveer 50. De toekomst voor deze ondersoort ziet er somber uit.
De Sumatraanse tijger is de kleinste nog levende ondersoort van de tijgers. In de slinkende regenwouden van het Indonesische eiland Sumatra komen er nog 400 tot 500 voor.
Het Wereld Natuur Fonds zet zich in om te zorgen dat het leefgebied van de Sumatraanse tijger beschermd wordt en stroperij wordt tegengegaan.
De Siberische tijger is de grootste ondersoort van de tijgers. Het is ook een van de zeldzaamste. Met zijn dikke vacht en onderhuidse vetlaag is hij goed opgewassen tegen de kou die 's winters in zijn leefgebied kan heersen.
Naar schatting leven er nog ongeveer 480 van deze machtige jagers in het wild. Het Wereld Natuur Fonds doet er alles aan om deze ondersoort voor uitsterven te behoeden.
vaste land Zuidoost-Azië (ten noorden van de Istmus van Kra: Thailand, Cambodja, Laos, Myanmar, Vietnam, Zuidoost-China)
Voedsel
zwijnen, herten, runderen
Lengte
tot 2,6 m (zonder staart)
Gewicht
tot 180 kg
Met naar schatting tussen de 700 en de 1300 exemplaren is de Indo-Chinese tijger na de Bengaalse tegenwoordig de meest talrijke ondersoort van de tijger. De meeste leven in de regenwouden van Thailand. Door het verdwijnen van zijn leefgebied en stroperij is deze tijger echter zeker niet buiten gevaar.
Deze tijger is wat kleiner dan de Bengaalse. De grondkleur van de vacht is donkerder, maar wel lichter dan bij de Zuid-Chinese tijger.
Tot het jaar 2005 werd ook de Maleise tijger nog tot deze ondersoort gerekend.
India, Bangladesh, Nepal, Buthan, Myanmar, West China
Voedsel
zwijnen, herten, runderen
Leeftijd
15 jaar
Lengte
tot 2,65 m (zonder staart)
Gewicht
250 kg
Status
bedreigd
Bekijk de video:
De Bengaalse tijger is een ondersoort van de tijger die nu nog in de grootste aantallen en verspreiding voorkomt in het wild. Rond 1900 waren er alleen in india al tegen de 40.000. In 1972 was dit aantal dramatisch gedaald tot 2000.
Door een goed beschermingsprogramma heeft de Bengaalse tijger zich weer enigszins kunnen herstellen: naar schatting zijn er nu tussen de 3200 en 4500.
max. 2,55 m (Sumatraanse) tot max. 3,3 m (Siberische) zonder staart
Gewicht
max. 140 kg (Sumatraanse) tot max. 384 kg (Siberische)
Onderverdeling
5 ondersoorten
De tijger is de grootste katachtige en onmiskenbaar met zijn zwart gestreepte oranje-gele vacht. Een eeuw leefden er naar schatting nog zo'n 100.000 tijgers in een groot deel van Azië. Door het verdwijnen van zijn leefgebied en vooral door de meedogenloze jacht zijn er nu nog hooguit 7000 tijgers over.
Van de acht ondersoorten zijn er de afgelopen zestig jaar drie uitgestorven: de Javaanse, de Kaspische en de Balinese tijger. Sommige van de vijf overgebleven ondersoorten dreigen ook te verdwijnen, zoals de Zuid-Chinese tijger waarvan er naar schatting nog tussen de 20 en 30 exemplaren in het wild zijn.
Tegenwoordig is de vraag naar tijgerproducten voor traditionele oosterse medicijnen de belangrijkste oorzaak van de aanhoudende stroperij. Het Wereld Natuur Fonds heeft zet zich in voor tijgerreservaten en tegen de handel in tijgerproducten.
Het meest opvallende aan de vliegende katten of vliegende maki's - die overigens niet verwant zijn aan katten en ook niet aan maki's (halfapen) - is de vlieghuid tussen hun staart, poten en nek. Tijdens een sprong strekken ze hun poten en lijken dan op een vlieger. Op deze manier kunnen ze soms wel 100 meter tussen bomen overbruggen zonder veel hoogte te verliezen.
Amur leopard; Far Eastern leopard; Manchurian leopard; Korean leopard
Verspreiding
Verre Oosten, Amoer-gebied (bij Vladivostok)
Voedsel
vooral hazen en herten
Leeftijd
23 jaar (dierentuin)
Lengte
1,5 - 2 m, vrouwtje 1,2 - 1,5 m
Gewicht
37 - 90 kg, vrouwtje 28 - 60 kg
Leefgebied
bebost gebied
Van de 10 ondersoorten van de panter is de amoerpanter de zeldzaamste. Er leven hoogstens 40 exemplaren in Khasan: een relatief klein gebied tussen Vladivostok en de grens met China. Misschien leven er in China ook nog een handvol. In dierentuinen wereldwijd zijn er ongeveer 200.
De basiskleur van de amoerpanter is vrij bleek, de donkere, ononderbroken kringen zijn relatief groot en staan ver uit elkaar. In de winter krijgt hij een erg dikke vacht, met haren van soms 7 centimeter lang.
Oorspronkelijk leefde de amoerpanter in een groot deel van het Amoer-gebied tot en met de bergen in Noordoost-China en Korea. Door de jarenlange jacht en stroperij om zijn vacht en botten (traditionele medicijnen) is de amoerpanter uit het grootste deel van zijn verspreidingsgebied verdwenen. Ook zijn leefgebied wordt door ontginning, bosbranden en aanleg van oliepijpleidingen steeds verder aangetast. Het Wereld Natuur Fonds is actief met de bescherming van het Amoer-gebied en terugdringen van stroperij van de amoerpanter en van de Siberische tijger, die ook in dit gebied leeft.
De wilde kat lijkt veel op een groot uitgevallen (cyperse) huiskat. Een van de ondersoorten van de wilde kat - de Afrikaanse - is de stamvader van de huiskat.
Wilde katten zijn solitaire dieren die op kleine dieren jagen zoals muizen, ratten, lemmingen en konijnen. Vroeger kwamen ze wijdverspreid voor in Eurazië en Afrika, maar tegenwoordig is met name hun leefgebied in Europa sterk beperkt.
De nevelpanter dankt zijn naam aan zijn prachtige, op wolken lijkende vlekken op de vacht. Deze soort is de 'kleinste van de grote katten'. Hij heeft in verhouding erg lange hoektanden. De nevelpanter klimt erg goed en gaat veel in bomen op jacht. Hij vangt echter ook bodembewonende dieren.
antilopen, herten, hagedissen, vogels, apen en andere dieren
Leeftijd
10 - 20 jaar
Lengte
1 - 1,9 m, staart 60 - 110 cm
Gewicht
45 - 85 kg (mannetje), vrouwtje 35 - 50 kg
Status
thans niet bedreigd
Onderverdeling
10 ondersoorten
De luipaard wordt ook wel panter genoemd. Deze forse kat komt voor in bosrijke gebieden in vrijwel geheel Afrika en zuidelijk Azië.
Luipaarden jagen voornamelijk 's nachts en sluipen daarbij geruisloos naar hun prooi waarna ze die bespringen. Ze vangen prooien van het formaat mestkever tot grote antilopen die veel zwaarder zijn dan zijzelf. Zulke grote vangsten slepen ze vaak in een boom, zodat ze niet worden ingepikt door hyena's of jakhalzen.
Bij de luipaard komt regelmatig een zwarte vorm voor: een soort albino, maar dan precies omgekeerd. Deze zwarte panters zijn dus geen aparte soort, maar een variatie van de luipaard.
De leeuw is de enige katachtige die in hechte en duurzame familiegroepen leeft. Meestal bestaat een leeuwengroep uit een stuk of vijf verwante vrouwtjes, hun jongen en een volwassen man.
De leeuwinnen jagen vaak gezamenlijk op een prooi, de man eist bij het verdelen van de gevangen buit het leeuwendeel voor zich op.
Een mannetjesleeuw heeft per dag ongeveer 7 kilo vlees nodig, een vrouwtje ongeveer 5 kilo. De man is ook een stuk groter en heeft imposante manen. Leeuwen jagen soms ook in hun eentje op kleinere prooidieren.
Het jachtluipaard wordt ook vaak cheeta genoemd. Deze katachtige staat bekend als het snelste dier op het land. In een korte sprint kunnen ze snelheden van meer dan 100 km per uur halen en ze trekken net zo snel op als een Ferrari.
Jachtluipaarden jagen vaak midden op de dag. Dat maakt ze extra geliefd bij toeristen en filmmakers. Soms ondervinden de cheeta's last bij het jagen van al die toeschouwers. Een andere lastpak is de leeuw of een hyena die regelmatig buit van cheeta's afpakken of hun jongen doden.
Vroeger werd het jachtluipaard door de Egyptenaren en de Assyriers gebruikt als jachtdier. Hij moest op bevel achter een prooidier aangaan en deze na de vangst naar zijn begeleider brengen.
De zwartvoetkat is het kleinste lid van de familie der katachtigen. Hij dankt zijn naam aan zijn zwarte voetzolen. Het is een uitstekende graver, die zijn prooien vaak te pakken krijgt door ze uit te graven. De zwartvoetkat leeft in droge, woestijnachtige gebieden in zuidelijk Afrika zoals de Karoo en de Kalahari en kan met weinig water toe.
De woestijnkat heeft grote oren en een brede kop. Deze katten jagen voornamelijk 's nachts en houden zich overdag schuil. Ze hoeven nauwelijks te drinken omdat ze voldoende vocht uit hun prooidieren halen. Hun stompe nagels komen goed van pas om prooidieren uit het zand uit te graven.
kleine zoogdieren, vogels, vissen, kikkers, insecten
Lengte
75 - 85 cm, staart 25 - 30 cm
Gewicht
8 - 14 kg
Status
kwetsbaar
De viskat heeft een olijfgrijze vacht met donkere vlekken. Deze katten leven in dichte begroeiing van rivieren, meren, kustgebieden en moerassen. Ze jagen veel op waterdieren en vangen die door er naar te duiken en met de bek te grijpen of ze vanaf de kant met hun poot eruit te slaan.
bergschapen, geiten, yakkalveren, kleine zoogdieren en vogels
Leeftijd
20 jaar (in gevangenschap)
Lengte
1,2 - 1,3 m, staart 0,8 - 1 m
Gewicht
25 - 75 kg
Status
bedreigd
Deze zeldzame katachtige lijkt wat op het gewone panter (luipaard), maar heeft een lichtere en veel vollere vacht en een langere staart. Hij leeft in bergachtig gebied, vaak tot ver boven de boomgrens. In de winter begeeft hij zich lager.
Overdag jaagt de sneeuwpanter op grote maar ook kleinere dieren. Hij besluipt zijn prooi en werpt zich er dan op met een enorme sprong (tot 15 meter!). 's Nachts houdt hij zich schuil in een hol dat enige bescherming biedt tegen de kou.
Deze kat werd in het verleden zwaar bejaagd vanwege zijn vacht. Hoewel streng beschermd worden ze nog steeds illegaal geschoten.
De serval is een kat met lange poten, een slank lijf en een mooie gelige vacht met zwarte stippen. Hij jaagt bij voorkeur in natte gebieden op knaagdieren zoals ratten en muizen. Hij vangt zijn prooien op een vergelijkbare wijze als een vos: met een hoge sprong, waarbij hij met alle vier de voeten tegelijk neerkomt en de prooi met de voorpoten grijpt.
Om een tijger in de natuur te ontdekken, moet je je ogen goed openhouden. In de eerste plaats omdat er niet veel tijgers meer zijn natuurlijk, zodat je al veel geluk moet hebben om er één tegen te komen. Maar in de tweede plaats ook omdat tijgers echte eenzaten zijn. Als geen ander weten ze zich aan het oog te onttrekken. Je moet dus goed uitgeslapen zijn om een tijger te bespeuren!
De voortplanting Tijgers zijn geslachtsrijp als ze 3 à 4 jaar oud zijn. Na een zwangerschap van 93 tot 111 dagen, naargelang de soort, zet een tijgerwijfje 2 tot 3 jongen op de wereld.
Eigenaardige camouflage Sommige mensen kopen een tijgerjas (echt of synthetisch) om op te vallen. Best wel grappig als je weet dat tijgers door hun strepentooi juist onopgemerkt blijven. Als een tijger zich stilletjes voortbeweegt door het hoge gras en tussen de bomen, zorgt de afwisseling van lichte een donkere strepen ervoor dat zijn schaduw gebroken wordt, zodat je hem niet opmerkt. Het strepenmotief van een tijger is ook een beetje zijn identiteitskaart: er zijn geen twee tijgers die precies hetzelfde strepenpatroon hebben. Wetenschappers die tijgers bestuderen, kijken altijd eerst naar de strepen op de kop van de tijger. Zo kunnen ze niet alleen makkelijk de soort herkennen maar ook verschillende individus uit elkaar houden.
Een discrete jager Als de tijger op jacht gaat, zorgen zijn strepen voor een goede camouflage, zodat hij heel dicht bij zijn prooi kan komen. Als hij tot op zon 15 meter genaderd is, maakt de tijger zich klaar voor de aanval. Enkele sprongen en hop, de tijger bespringt zijn totaal verraste prooi. Hij zorgt er ook steeds voor dat hij niet naar zijn prooi sluipt met de richting van de wind mee. Anders zou het slachtoffer wel eens gewaarschuwd kunnen worden door die onvervalste tijgergeur! Tijgers jagen onder meer op wilde zwijnen en herten
Truukje tegen tijgers! In India, waar nog veel tijgers leven, weten mensen precies hoe ze zich moeten beschermen tegen tijgers, dankzij hun kennis van de jachttechnieken van de tijger. Ze dragen een mensenmasker aan de achterkant van hun hoofd als ze het bos intrekken. Zo heeft de tijger altijd het gevoel dat de mens hem aankijkt, aan welke kant hij zich ook bevindt. Daar houdt hij niet van, dus gaat hij op zoek naar een andere prooi!
Grote katten die van water houden Tijgers zijn helemaal niet bang van water, integendeel! Zwemmen vinden ze best wel fijn. Ze schrikken er dan ook niet voor terug zich in zee te wagen, bv. om naar een eilandje wat verderop te zwemmen. Dat is wat anders dan die huiskat van ons, niet?
De roestkat dankt zijn naam aan de roestbruine lengtestrepen die over zijn grijsbruine vacht naar achteren lopen. De roestkat jaagt voornamelijk 's nachts. Het vrouwtje krijgt per keer maar één tot twee jongen.
Deze katachtige leeft voornamelijk in de VS en wordt daar bobcat genoemd. Rode lynxen kunnen op grote hoogten leven: ze zijn waargenomen op 4000 meter. Ze komen zowel in bossen als woestijnachtige gebieden voor. Ze gebruiken vaak holen als schuilplaatsen.
knaagdieren, konijnen, hazen, herten, schapen en jongvee
Lengte
1 - 1,2 m, staart 70 cm
Gewicht
70 - 100 kg
Status
thans niet bedreigd / risico
De poema wordt ook wel bergleeuw genoemd. Ze komen in een veelheid van biotopen in Amerika voor: van het hooggebergte tot het tropische regenwoud en van naaldbossen tot woestijnen. Poema's leven over het algemeen solitair in hun eigen territorium.
De pardellynx is iets kleiner dan de gewone lynx. Hij is zeer zeldzaam en komt alleen nog voor in enkele afgelegen gebieden in Spanje en Portugal. Hij jaagt vooral op konijnen, waarvan hij er ongeveer één per dag verorbert.
De pampakat is ongeveer zo groot als een huiskat. De kleur van de vacht kan sterk verschillen. Er worden verschillende ondersoorten (rassen) onderscheiden, waarvan enkele de hooggelegen grasvlaktes, de pampa's, van Zuid-Amerika bewonen.
Deze Amerikaanse katachtige staat bekend om zijn prachtig getekende vacht. In de jaren zestig en zeventig zijn ze vanwege hun bont sterk bejaagd. Inmiddels is de ocelot in bijna elk land wettelijk beschermd. Hun aantal is op enkele plekken weer iets toegenomen, maar door vernietiging van hun leefgebied (ontbossingen) en stroperij zijn ze op veel plekken nog verder achteruitgegaan.
oostelijke kust van de Middellandse Zee en de Zwarte Zee tot in Laos en Birma
Voedsel
knaagdieren, vogels, kikkers, reptielen, vis
Lengte
50 - 90 cm, staart 25 - 35 cm
Gewicht
4 - 16 kg
Status
thans niet bedreigd
Slanke kat met vrij lange poten die vaak langs oevers van rivieren, kustgebieden en moerassen jaagt. Moerakatten komen ook wel bij sloten en vijvers in de buurt van mensen. Soms vangt een moeraskat zijn prooi zwemmend. Bijzonder voor een kat is, dat het mannetje en het vrouwtje samen voor de jongen zorgen.
Deze kat uit het Aziatische laagland-regenwoud heeft een lange staart en een zachte vacht met een mooie marmerachtige tekening. Het is een bijzonder goede klimmer, die 's nachts eekhoorns, vogels en andere in bomen slapende dieren weet te vangen. Ze jagen ook op de grond.
Zuid-Amerika, Midden-Amerika tot en met het zuiden van de Verenigde Staten
Voedsel
knaagdieren, apen, vogels, opossums, luiaards
Lengte
45 - 80 cm, staart 35 - 50 cm
Gewicht
2,5 - 4 kg
Status
kwetsbaar
Deze kat lijkt op de ocelot, maar is iets kleiner. Het is een uitstekende klimmer die veel te vinden is in beboste gebieden. Ze jagen vooral op dieren die hoog in de bomen leven. Als een margay via de stam van een boom naar beneden klimt, doet hij dat met zijn kop omlaag. De meeste katten gaan andersom naar beneden.
De manoel is een niet zo grote maar wel compact gebouwde kat met korte poten en een dichte, langharige vacht. Hij heeft een brede kop met wijduitstaande oorschelpen. Het is een goede klimmer die voorkomt op grote hoogten onder andere in de Himalaya.
De lynx kwam vroeger in bijna alle grote bosgebieden in Europa en een groot deel van Azië voor. Door de jacht en verdrijving uit hun leefgebied zijn deze katten met hun kenmerkende oorpluimen tegenwoordig vrij zeldzaam geworden. Ze leven vooral nog in afgelegen bergstreken met wat kreupelhout. In enkele bossen in West-Europa zijn opnieuw lynxen uitgezet. In Nederland is vooralsnog niet voldoende aaneengesloten bos voor een herintroductie.
Lynxen jagen bij voorkeur vanuit een hinderlaag. Ze liggen achter een omgevallen boom of rots te wachten tot een prooidier langs komt en doen dan een korte uitval. Als ze hun prooi niet binnen enkele meters te pakken kunnen krijgen laten ze hem lopen
De jaguar is de grootste kat van Amerika. Hij lijkt op een luipaard maar is steviger gebouwd. Vooral zijn kop is breder. Een ander verschil is dat binnen de zwarte 'rozetten' op zijn vacht soms kleinere zwarte vlekken zitten, iets wat bij luipaarden nooit voorkomt.
Jaguars leven vooral in tropische bossen en hebben een voorkeur voor waterrijke gebieden.
van zuidwestelijk Noord-Amerika tot het zuiden van Zuid-Amerika
Voedsel
knaagdieren, vogels, vissen, kikkers
Lengte
55 - 75 cm, staart 35 - 60 cm
Gewicht
5 - 9 kg
Status
thans niet bedreigd
Met zijn spitse snuit en slanke, langgerekte lichaam lijkt de jagoearoendi meer op een marter dan op een kat. Jagoearoendi's jagen gewoonlijk overdag op de grond, zowel in het bos, als in het moeras als in de woestijn.
De Iriomotokat is zeer zeldzaam en komt alleen voor op de Riukiu- en Iriomoto-eilanden ten zuiden van Japan. Daar leeft hij in het subtropische regenwoud, altijd in de buurt van water.
Hij jaagt op watervogels, krabben en andere kleine dieren. Elke kat heeft een eigen territorium van ongeveer twee vierkante kilometer. Volgens sommige opvattingen is de Iriomotokat een ondersoort van de Bengaalse tijgerkat (Felis bengalensis).
kikkers, vissen, hagedissen, vogels, kleine knaagdieren, hazen
Leeftijd
18 jaar
Lengte
45 - 70 cm, staart 25 - 35 cm
Gewicht
2 - 6 kg
Status
kwetsbaar
Deze Zuid-Amerikaanse kat komt vaak voor in bergachtig terrein met een struikachtige begroeiing. Het is een uitstekende klimmer die vaak in bomen slaapt en jaagt vanaf een tak. Maar ze kunnen ook prima jagen op de grond of in het water.
Met zijn zwarte oorpunten en korte staart lijkt de caracal wel wat op een lynx. Ze leven in woestijnachtige gebieden, waar ze met het oog op de warmte vooral 's ochtends en in de avonduren op jacht gaan. Overdag houden ze zich schuil in een hol of een spleet. Doorgaans is een caracal vrij egaal gelig of rossig gekleurd, maar er komen ook geheel zwarte caracals voor.
De Canadese lynx is ongeveer even groot als de gewone (Euraziatische) lynx, waar hij veel op lijkt, maar is minder zwaar. Hij komt voor in de koudere gebieden van Canada en jaagt veel op sneeuwhazen.
De bergkat leeft op de droge, rotsachtige hellingen van het Andesgebergte, boven de boomgrens (3000 meter) tot een hoogte van 5000 meter. Hij heeft een pluche-achtige vacht met een mooie staart met donkere banden.
Deze kat uit Zuidoost-Azië is zo groot als een flinke huiskat. Hij heeft een vachttekening als de margay (een Zuid-Amerikaanse kattensoort).
Het is een echte bosbewoner die uitstekend kan klimmen. Hij bespringt zijn prooi meestal vanuit een boom. Ook kan de tijgerkat goed zwemmen. Hij jaagt in de schemering en 's nachts.
Deze middelgrote kat leeft in bossen van zuidelijk China tot en met Sumatra. Zijn vacht is goudbruin met een kenmerkend wit en grijs streeppatroon op zijn kop. Het vrouwtje werpt 2 tot 3 jongen per keer.
Dit is een ondersoort van de wilde kat, die ook wel Nubische kat of Lybische kat genoemd wordt. Men gaat er vanuit dat deze kat de voorouder is van onze huiskatten. Hij leeft op de steppen en de savannen van Afrika.
De Afrikaanse goudkat heeft een zeer variabele vachtkleur. Deze kan grijsachtig zijn tot roodbruin. Het dier jaagt vaak in het water. Hij leeft vooral in tropisch regenwoud en andere bossen.
De lenige en gespierde katten zijn echte jagers. Hoewel deze roofdieren-familie soortenrijk is en deze soorten in heel verschillende gebieden leven, lijken ze allemaal wel veel op elkaar.
Natuurlijk verschillen ze in tekening van de vacht en in formaat, maar zelfs een huiskat en een tijger zijn duidelijk familie van elkaar. Vooral de kleinere katten kunnen erg goed klimmen.
Met uitzondering van de cheeta kunnen katten hun nagels intrekken, waardoor ze tijdens het lopen niet bot worden. De leeuw is de enige katachtige die in een groep leeft en jaagt. Vele soorten katachtige worden zwaar bejaagd en daardoor in hun voortbestaan bedreigd.
vooral vlees: insecten, spinnen, duizendpoten, hagedissen, knaagdieren en vogels. Ook wel knollen en wortels
Lengte
25 - 35 cm, staart 17 - 25 cm
Gewicht
0,6 - 1 kg
Status
algemeen
Stokstaartjes zijn kleine roofdieren, verwant met de mangoesten. Ze leven in groepen van maximaal 30 dieren in woestijnachtige delen van zuidelijk Afrika. Overdag trekken ze er op uit om voedsel te zoeken.
Vaak staan enkele leden van de groep op wacht om de rest met een fluitend ('let op') of blaffend ('vlucht voor je leven') geluid te kunnen waarschuwen. Bijvoorbeeld voor een naderende roofvogel. 's Nachts verblijven ze in ondergrondse holen, meestal een oude burcht van grondeekhoorns die ze verder uitgegraven hebben.
Dit roofdiertje wordt ook wel vosmangoeste genoemd. Die naam is beter gekozen. Ten eerste is hij eerder vaalgeel (zuidelijk) of grijsachtig (noordelijk) van kleur. Ten tweede heeft hij anders dan andere mangoesten een wollige staart, net als een vos. Tot slot is de naam 'meerkat' de Engelse (en Zuid-Afrikaanse) naam voor een aantal mangoesten, maar in het Nederlands wordt deze naam gegeven aan een soortenrijke groep apen.
Rode meerkatten leven in familiegroepen: een ouderpaar en hun jongen. Ze bewonen oude gangenstelsels van andere dieren, zoals van stokstaartjes en grondeekhoorns, die ze vaak verder uitbreiden.
insecten, kleine zoogdieren, krabben, kikkers, vogels en eieren.
Lengte
75 cm, staart 45 cm
Gewicht
7 - 11 kilo.
Status
algemeen
Civetkatten zijn soepele, slanke dieren die een eigen familie vormen binnen de roofdieren. De Indische civetkat is iets kleiner dan de Afrikaanse- en de Aziatische civetkat en heeft een wat minder contrastrijk vachtpatroon.
Het is een behendige jager van kleine zoogdieren en vogels, die hij besluipt als een kat. Maar als hij de gelegenheid krijgt, pakt deze civetkat wat hij tegenkomt, inclusief insecten en fruit.
De genetkat is een roofdier dat ook in Zuidwest-Europa voorkomt. Hij behoort niet tot de katten maar tot de civetkatten. De genetkat heeft een licht vacht met scherpe donkere vlekken en een langgerekt lichaam met korte poten. Genetkatten houden zich overdag meestal schuil en jagen 's nachts. Het zijn uitstekende klimmers met half-intrekbare nagels.
De fretkat of fossa is het grootste roofdier van Madagaskar. Er is niet veel bekend over deze dieren, terwijl er veel in dierentuinen worden gehouden. Het dier ziet er als een kat uit en werd in eerste instantie ook onder de katachtigen geplaatst. Nu valt hij onder de civetkatten.
De Aziatische civetkat is nauw verwant aan de Afrikaanse civetkat. Ze zijn ongeveer even groot en de leefgewoonten verschillen ook nauwelijks. De kleur van de vacht is wel anders. Het zijn uitgesproken nachtdieren, overdag houden ze zich schuil in hun hol. Ze kunnen zeer goed klimmen en zwemmen. Hun voedsel vangen ze veelal in of rond het water.
De naam 'roofdieren' of 'carnivoren' is wat verwarrend. Soms worden hiermee alle jagende en vleesetende dieren aangeduid, ongeacht hun verwantschap (dus zowel een tijger, als een arend of een libel). Maar het is ook de naam van een orde binnen de zoogdieren, dus van verwante diersoorten zoals tijgers, wolven en beren. Er is zelfs een roofdier die vegetariër is: de reuzenpanda.
Ik ben andrea
Ik ben een vrouw en woon in kapellen () en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 16/01/1944 en ben nu dus 81 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: dieren en alles wat met de natuur te maken heeft.
mijn intresse gaat vooral uit naar alle katachtige maar ook honden en vogels, bloemen,in feite alles wat met dieren te maken heeft