amoerpanter
 © WWF-Russia
Wetenschappelijk |
Panthera pardus orientalis |
Engels |
Amur leopard; Far Eastern leopard; Manchurian leopard; Korean leopard |
Verspreiding |
Verre Oosten, Amoer-gebied (bij Vladivostok) |
Voedsel |
vooral hazen en herten |
Leeftijd |
23 jaar (dierentuin) |
Lengte |
1,5 - 2 m, vrouwtje 1,2 - 1,5 m |
Gewicht |
37 - 90 kg, vrouwtje 28 - 60 kg |
Leefgebied |
bebost gebied |
Van de 10 ondersoorten van de panter is de amoerpanter de zeldzaamste. Er leven hoogstens 40 exemplaren in Khasan: een relatief klein gebied tussen Vladivostok en de grens met China. Misschien leven er in China ook nog een handvol. In dierentuinen wereldwijd zijn er ongeveer 200.
De basiskleur van de amoerpanter is vrij bleek, de donkere, ononderbroken kringen zijn relatief groot en staan ver uit elkaar. In de winter krijgt hij een erg dikke vacht, met haren van soms 7 centimeter lang.
Oorspronkelijk leefde de amoerpanter in een groot deel van het Amoer-gebied tot en met de bergen in Noordoost-China en Korea. Door de jarenlange jacht en stroperij om zijn vacht en botten (traditionele medicijnen) is de amoerpanter uit het grootste deel van zijn verspreidingsgebied verdwenen. Ook zijn leefgebied wordt door ontginning, bosbranden en aanleg van oliepijpleidingen steeds verder aangetast. Het Wereld Natuur Fonds is actief met de bescherming van het Amoer-gebied en terugdringen van stroperij van de amoerpanter en van de Siberische tijger, die ook in dit gebied leeft.
|