De reus met de diepblauwe ogenxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Er was eens een reus met diepblauwe ogen
Hij beminde een heel kleine vrouw
Die droomde van een huisje met een tuin
Waarin gevlamde kamperfoelies bloeiden.
De reus had lief als een reus
Zijn handen waren groot voor grote dingen
Nooit hadden zij de muren kunnen bouwen of het belletje doen schellen
Van het huisje met de tuin waarin gevlamde kamperfoelies bloeiden.
Er was eens een reus met heel blauwe ogen
Hij beminde een heel kleine vrouw
Zij was heel aardig, maar werd vlug moe.
Op de grote wegen van de reus
Had ze zich behaaglijk willen voelen.
Ze zei vaarwel aan de diepblauwe ogen
En in de armen van een rijke dwerg
Liep ze het huisje binnen met een tuin waarin gevlamde kamperfoelies bloeiden.
Nu begrijpt de reus
Dat de liefde van een reus
Zelfs niet mag begraven worden
In het huis waarin gevlamde kamperfoelies bloeien.
Nâzim Hikmet(vertaling Paul Snoek)
|