Foto
Inhoud blog
  • Costa Rica 14 (EINDE)
  • Costa Rica 13
  • Costa Rica 12
  • Costa Rica 11
  • Costa Rica 10
  • Costa Rica 9
  • Costa Rica 8
  • Costa Rica 7
  • Costa Rica 6
  • Costa Rica 5
  • Costa Rica 4
  • Costa Rica 3
  • Costa Rica 2
  • Costa Rica 1
  • Reis naar Lviv, deel 7 en einde.
    Zoeken in blog

    De wereld van Ciske en Lieke
    Francis Velleman en Julia Oosterbaan geven je een inkijkje in hun leven.
    13-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Costa Rica 10

    Donderdag 24 februari – Rincón de la Viejaxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

    Vandaag trekken we het Nationaal Park in. En omdat haast en spoed zelden goed zijn bestellen we een lunchpakket. Zo moeten we ‘s middags niet terug naar de lodge. We rijden met het Beest de enkele kilometers naar de ingang, parkeren hem naast de twee andere auto’s en betalen onze bijdrage. We moeten onze namen in een boek schrijven. Ons groepje van vijf krijgt het nummer negen. Straks, als we het park verlaten, moeten we ons hier terug uitschrijven. Zo weten ze of er niet iemand in één of andere zwavelput is achtergebleven. Want die schijnen hier in overvloed te zijn.

    Maar voorlopig is daar geen spoor van te merken. Via een brug steken we de Colorado rivier over en belanden in het woud. De natuur rondom ons is werkelijk mooi. Dit is een ander woud dan het regenwoud, maar even indrukwekkend. Hier zijn de bomen niet zo groot maar prachtig in hun verscheidenheid. Boven ons zitten apen te kwetteren, dichtbij genoeg om er enkele mooie foto’s van te schieten. We zien een boom met een bast van stekels. We zien een boom die alleen nog maar bestaat uit flarden hardhout, maar hij staat nog fier rechtop, en bovenaan draagt hij takken en groen. We moeten onze eerste mening herzien, want de bomen waar we nu voorbijkomen zijn echte reuzen.

    Het gaat heuvelopwaarts. Een weg is er niet, alleen maar een vaag spoor. Dikke wortels versperren ons de weg en maken het stappen moeilijk. We moeten regelmatig rusten. En dan komt er ons een groep mensen tegemoet. Zij leggen de wandeling op aanraden van hun gids in de omgekeerde richting af. Het zijn Belgen. Er wordt zowel Frans als Nederlands gepraat. Ze zijn van zowat overal, ook van Brussel, en van Alsemberg. Een hele buslading vol. Ze zijn nog wat ouder dan ik en hebben het niet gemakkelijk. Dit is dan ook het moeilijkste stuk van de tocht. Dat merken we later.

    We komen nog een groep tegen. Vlamingen. Niet te geloven, toch? Verder loopt hier bijna niemand rond. Hier en daar een koppeltje, dat is al. Het is hier dan ook echt geen stadswandeling. Het is echt een moeilijke tocht bergop en bergaf, met hier en daar een riviertje dat je over moet steken door op keien te stappen, of via een afgeplatte boomstam over het water.

    Voor ons uit zien we hoe dampen zich een weg zoeken tussen de bomen. We zijn bijna bij de kleine vulkaan, zoals dit fenomeen hier genoemd wordt. Het lijkt inderdaad wat op een kleine krater, borrelend en dampend, zomaar pardoes in het woud. Het is het indrukwekkende begin van wat we nu allemaal te zien krijgen als we verder gaan. Borrelende putten, grijze modder die omhoog spuit; Zwavelputten, geel en groen en rood en stinkend naar rotte eieren. Hete dampen die het zonlicht verduisteren. Opengebarsten puisten, etterende wonden.

    Maar we zijn nog niet in de hel. Die komt later, als we het woud verlaten en op een heet geblakerde vlakte komen. Dit moet wel de oven van Satan zijn. De lucht trilt. De zon brandt ongenadig. Het groen van het woud heeft plaatsgemaakt voor witgrijze struiken en kleine boompjes die krampachtig enkele verdroogde bladeren proberen vast te houden. En toch is hier leven. Van tussen de knoestige takken zit een papegaai ons te beloeren.

    We komen langs een blubberende grijze put en daarna langs een meer waarop groene en goudgele vlekken drijven, cosmetica uit de hel, heet en giftig. Maar erg lang blijven we er niet bij stilstaan. Wat wij nu nodig hebben is schaduw en een uitgang uit deze hete hel.  Uiteindelijk vinden we een pijl met het verlossende woordje “salida” erop. Hij staat niet op een paaltje, nee, hij ligt op de grond, tegen een dikke kei aan, alsof diegenen die hem daar gezet hebben dachten dat elke bezoeker op dit punt door uitputting op handen en knieën zou kruipen.

    Natuurlijk overdrijf ik. Een beetje. Veel. Maar een beproeving was het, daar op het einde, onder die hete zon op die hete vlakte. Niet voor Maïté, gelukkig. Zij lag te slapen in oma’s sterke armen onder de luwte van een badhanddoek. Toen we eindelijk weer in de schaduw van de bomen terechtkwamen gingen we onmiddellijk zitten om wat bij te komen. We aten er ook onze lunch op, onwetend dat er nauwelijks enkele honderden meters verderop houten tafels en banken stonden voor de vermoeide reiziger.

    Maar we hadden er nog niet genoeg van. Toen we deze eerste wandeling achter de rug hadden en weer op ons beginpunt aankwamen rustten we wat uit, om daarna aan een nieuwe tocht te beginnen. Als we hem helemaal zouden afleggen zou hij ons na vier uur stappen en klauteren naar de top van de vulkaan Rincón de la Vieja brengen. Wij houden het echter bij een wandeling van nauwelijks twintig minuten die ons naar een kloof brengt waar het water heerlijk koel is. Er zijn nog mensen, een tiental, verspreid over de stenen flanken van de kloof of zittend op  grote rotsblokken in het water.

    We blijven er een uurtje en gaan dan terug, begeleid door het geluid van ontelbare fluitketels. Beter kan ik het niet uitdrukken. Er vliegt ginds immers een grote vogel rond die het geluid van een fluitketel produceert op het moment dat het water begint te koken. Te gek om los te lopen. Maar als er zo’n ganse vloot vogels boven jou fluitend in de bomen zit, dan weet je echt niet wat je hoort.

    Toen we ons gingen uitschrijven bij de parkwachter – groepje negen had het overleefd – waren er enkele Nederlanders die eerst nu het park inkwamen. Ruim laat, want het was toch al een uur of vier. Nu ja, ze zullen er wel voor het invallen van het duister uitgeraakt zijn, zeker?

    Die avond eten we à la carte in het restaurant van de lodge. Gisteren werd het eten in buffetvorm geserveerd omdat er toen een grote zwerm Amerikaanse studenten was. Die zijn echter vanmorgen vertrokken, zodat er nog weinig gasten in de lodge zijn, een koppel of vijf, zes. Eén van die echtparen – als ze het echt zijn zullen ze het ook wel doen – trekt alle aandacht, net zoals het dat ook al gisteren bij het buffet had gedaan. Hun borden zijn zo volgestapeld met eten dat ze de vorm hebben gekregen van één van de talrijke vulkanen in dit land. Ongelofelijk. Nadat ze alles soldaat hebben gemaakt, herhalen ze hun prestatie trouwens nog eens met een tweede vulkaan. Dat noemt men dan bergen verzetten.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 13/12-19/12 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!