Berlinde de Bruyckere (°1964) uit Gent vond haar weg in de jaren 90.
Zij volgde een opleiding monumentale kunst aan Sint-Lucas in Gent, waar een sterke ambachtelijke traditie bestaat. Ze kreeg er het metier in de vingers dat haar in staat stelt een inhoud uit te drukken in de meest geëigende vorm, of dat nu een beeld, een installatie, een tekening of een zeefdruk is. |
In 1990 werd ze laureaat van de prestigieuze prijs Jeune peinture belge in Brussel. Befaamde werken werden haar Denkvrouwen, frêle figuren met kleurrijke dekens over het hoofd, die ze onder meer toonde op een opgemerkte tentoonstelling in het beeldenpark Middelheim Antwerpen anno 1995. Vaak zijn het figuren met bochels of gezwollen buiken of anderszins gehavende lichamen.In haar tekeningen keren dezelfde bizarre personages terug en blijken ze bovendien uit hun haar te bloeden (zie reeks tekeningen tentoongesteld in Galerie CD, Tielt in 1999).
De Bruyckere geeft vorm aan een beschadigd en verbrokkeld mensbeeld, aan onuitgesproken angsten en verlangens die iedereen kent en onder uiterlijkheden verbergt. Hieruit ontstaan haar laatste nieuwe sculpturen, vrouwelijke figuren voorovergebogen en gebukt onder eenzelfde last overvloedige haren.
Naast haar driedimensionele werken heeft de Bruyckere steeds haar ideeën op papier gezet.
Deze werken (tekeningen, aquarellen, vaak aquarel en gouache gecombineerd op oud papier of karton) ontstaan voor de beelden en kunnen als zelfstandige reeksen functioneren.
Ze bezitten dezelfde sfeer als de sculpturen en installaties: ze zijn onrustwekkend en er gaat iets dreigends vanuit dat ons aan het denken zet, maar tegelijkertijd zijn ze van zon weinig alledaagse schoonheid en getuigen ze van zon eerlijke verwondering, dat ze de toeschouwers een moment kunnen onderdompelen in een puur esthetische ervaring.
|