Maar elk jaar in de zomer krijgen we een heel ander beeld van de
eilanden te zien, bij de traditionele Grindadráp - ofwel het
Faeröers voor griendenjacht. Dan kleurt de kustlijn bloedrood en liggen
er honderden dode dolfijnen en grienden op het strand.
De dieren worden dan door kleine boten in het nauw gedreven aan het
Skálabotnur-strand. Vervolgens lopen de bewoners het water in om de
dieren te doden met grote messen.
Al honderden jaren lang is het een traditie - het vlees van de dolfijnen
staat al eeuwenlang op het menu,maar er klinkt meer en meer protest
tegen.
Vorig jaar werden er zo maar liefst 1.400 dieren afgeslacht,een record.
"Een vergissing", klonk het toen. De omvang van de school dieren zou
verkeerd ingeschat zijn.
Maar die vergissing krijgt nu wel een staartje. Wereldwijd tekenden
1,3 miljoen mensen een petitie om het einde van de traditionele jacht
te eisen.
Daar konden de 50.000 Faeröerders niet doof voor blijven.
Een totale ban komt er niet, maar er worden wel grenzen gesteld:
de komende twee jaar mogen er maar 500 dieren geslacht worden.
Normaal gezien wordt het voorstel over enkele weken goedgekeurd.
"We erkennen dat er aspecten van de jacht niet bevredigend zijn,
meer bepaald het groot aantal gedode dieren.
Het is onwaarschijnlijk dat de vangst op lange termijn duurzaam
zal zijn", klinkt het in een statement van het ministerie van Visserij.
Maar, zo vervolgt het bericht, "de vangsten van kleine walvissen
vormen een belangrijke aanvulling op het levensonderhoud van de
bewoners, die al eeuwenlang afhankelijk zijn van de zee voor
hun economie en lokale voedselzekerheid."
In 2024 zal de traditie opnieuw onder de loep genomen worden.