Noebnefer
Samen met Neferkara en Neferseker behoort Noebnefer tot de minst bekende koningen van de Tweede Dynastie. Al deze namen zijn enkel gekend uit inscripties uit de necropool van Sakkara. Zoals we reeds onder Sened hebben besproken kunnen deze koningen gelijktijdig met Sechemib, Peribsen en Chasechem hebben geregeerd maar dan in Neder-Egypte. Meer waarschijnlijk echter regeerden ze in de 5 tot 10 jaar voor de zogenaamde lacune (hudjefa) die we terugvinden op de lijst van Sakkara en de Turijnse koningslijst. Na deze lacuna zouden dan Sechemhib en Peribsen hebben geregeerd. Belangrijk om te vermelden is wel dat de namen van al deze vorsten vermeld worden voor de lacune. De periode na hun regering moet dan obligaat nog duisterder geweest zijn.
Een andere hypothese echter laat vermoeden dat de beide lijsten de regering van Peribsen als deze lacune zouden laten voorkomen . Een beetje als een "damnatio memoriae (=vervloeking van de herinnering aan zijn naam)" door de schrijvers die in hun tijdperk ( we zullen zien dat dit niet zo was in de archaïsche periode) Peribsen en zijn religieuze hervormingen aanzagen als een ketter.
Volgens Manetho is Chaires, die zeventien jaar regeerde, de zesde koning van de tweede dynastie. Volgens de Turijnse koningslijst werd Sened opgevolgd door Neterka en hoewel deze op de lijsten van Abydos niet wordt vermeld is het mogelijk dat Net(f)erka en Chaires dezelfde persoon zijn. 1. De regeringsperiodelbij Manetho lijkt mij dan wel wat overdreven.
Men associëert Chaires van Manetho2 allen maar met Nwbnefer omdat dit de beste manier is om de volgende koningen bij Manetho n.m.l. Nephercheres and Sesochris te laten overeenkomen met Neferkara en Neferkaseker. Chaires kan echter wel mogelijks gelinkt worden aan een mysterieuze Kara, bekend van een zegel afkomstig uit El Kab3. Maar tenzij er ergens een fout in de lezing van de naam is opgetreden kan Chaires op geen enkele manier teruggebracht tot of afgeleid worden uit Nwbnefer.
De naam Noebnefer komt slechts voor op twee inscripties op de befaamde vazen uit het Djoser complex 4 te Sakkara waar we het reeds herhaaldelijk over gehad hebben. De eerste vaas komt uit de oostelijke gallerijen onder de pyramide en de tweede uit de put in het zuidelijke schatkamer.
Onder de nesoet biti tekens onderscheidt men duidelijk de gouden halsketting die staat voor nwb en het teken nfr.In het hwt (=paleis of tempel) teken merken we binnen duidelijk het bordspelteken Mn, gevolgd door t en een archaïsche vorm van het anch teken. Leesrichting:van rechts naar links en van boven naar onder. |
Beide inscripties zijn gegraveerde inscripties. Ze spreken beide over een paleis met naam "Hwt Mnt-'Anch Nswt-biti Nwbnefer" 5. Op de inscriptie Lacau en Lauer IV nr. 98 wordt hetzelfde gebouw Mnt-'Ankh in verband gebracht met de Gouden naam ( Rn) van Ni-Netjer. Noebnefer kan echter niet de nesoet-biti naam van Ni-Netjer zijn daar we deze kennen ( het is eveneens Ni-Netjer)6
B. Gunn 7 vraagt zich af of Nwbnfr niet de nesoet-biti naam van Nebra zou kunnen zijn ? Dit kan wel juist zijn want vrijwel geen enkele inscriptie op de stenen vazen vermeldt de naam Nebra. En de nesoet-biti naam van Horus Nebra is niet gekend en Noebnefer is dus wel kandidaat. Dit zou ook perfect passen bij de opmerking van W.Helck dat Ni-Netjer's en Noebnefer's regeringen in tijd weinig uit elkaar zouden hebben gelegen. Uit een aantal associaties kan inderdaad worden afgeleid dat Ni-Netjer en Noebnefer vrijwel contemporain waren8In dit geval zou Ni-Netjer de directe opvolger van Nebra (noebnefer) zijn.
Wat betreft de periode waarin Noebnefer zou hebben geregeerd postuleert W. Helck (op.cit) in zijn studie over de chronologie van de inscripties op de vazen in het Djoser's complex dat Nwbnefer in tijd dicht bij Ni-Netjer stond en mogelijks de derde in rij was na Oeneg en Sened.
P. Kaplony 9plaatst Noebnefer tussen Oeneg en Sened.
We zullen bij de volgende koning verder onderzoeken of Noebnefer dezelfde persoon kan zijn als Neferkara en Neferkaseker (beide ook nesoet-biti namen). Noebnefer wordt verder nergens genoemd in latere periodes. Deze koning kan slechts een paar jaar of misschien zelfs maar een paar maand hebben geregeerd . Er is overigens geen enkel monument noch koninklijk noch privaat gevonden waarop zijn naam bewaard bleef buiten hogergenoemde vazen.
1. W.Emery, 1963, " Het Oudste Egypte" p. 83 2. Dautzenberg in G.M. 94 3. Petrie 'Scarabs and Cylinders' pl. VIII; id. 'History' 7.ed p.26 4. Lacau en Lauer 1959. " Pyramide а Degrés IV Inscriptions gravées sur les vases", pl VI.3-4 (nos 99-100) 5. Kaplony leest de naam als 'Nfr-nb' i.p.v. Nwbnfr 6. T.Wilkinson 1999, Early Dynastic Egypt p.89 7.B.Gunn A.S.A.E.28 8. W.Helck 1979. "Die Datierung der Gefässaufschriften der Djoserpyramide", ZДS 106, p.124 9. P. Kaplony, 1965 "Bemerkungen zu einigen Stengefässe mit archaischen Königsnamenn M.D.A.I.K. 20, p.1-46
|