Disclaimer In verband met een recent dispuut omtrent plagiaat wil ik bendadrukken dat deze teksten uiteraard niet origineel zijn maar een condensatie van teksten die over dit onderwerp werden gepubliceerd. Ik kan de geschiedenis van Egypta niet heruitvinden en mijn persoonlijke bijdragen aan origineel onderzoek hierover zijn nihil. Ik tracht hier met zoveel mogelijk bronvermelding een samenvatting te geven over wat hedendaags bekend is. Ronald Milo
Foto
Inhoud blog
  • Bewerking van stukje van 03/03/2006 over dynastie 0
  • Anoebis02
  • Horus valk
  • neboe
  • Horus ? Schorpioen een koning uit Dynastie 0

     

    100%
    150%
    200%

    loupe voor wie de kleine tekst moeilijk kan lezen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     

    Hierboven vind je een afbeelding van de god HAPI, de Nijlgod of beter gezegd de God van de Overstroming van de NIjl. De Egyptenaren maakten immers een onderscheid tussen de nijl als stroom, die ze "iteroe" noemden, en de welvaart brengende overstroming die ze personifiлerden in de god Hapi. Hij werd meestal voorgesteld met een hangbuikje en hangborsten (een teken van welvaart voor de oude Egyptenaren) en met een haartooi van waterplanten. Vaak wordt hij echter ook in de verschillende provincies ( nomen) afgebeeld met het embleem van de provincie op zijn hoofd. Dit is ook het geval in bovenstaande afbeelding. Hapi werd vooral vereerd te Assoean en Jebel el Silsila waar hij geacht werd rond te dwalen in de grotten bij de eerste stroomversnelling (cataract). In de Delta daarentgen geloofde men dat hij in grot nabij Memfis woonde. Om hem te vereren en gunstig te stemmen werden, meestal in de nabijheid van een nilometer, offergiften in de stroom gegooid.

      Woordenschat

    .

    WELKOM OP DEZE WEBSITE GEWIJD AAN ALLE ASPECTEN VAN HET OUDE EGYPTE DER FARAO'S

    Inhoud



    Een herschikking van het blog is aan de gang om alle delen aanklikbaar te maken vanuit het centrale Inhoudsmenu. Enig geduld wordt op prijs gesteld. Ondertussen kan u nog steeds bij de artikels terecht via de inhoud in rechterkolom
    e-mail van de auteur: ronald.milo@skynet.be
    17-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Religie indeling

    • Scheppingsverhalen en andere mythen
      • Scheppingsverhalen
        • Scheppingsverhaal van Memphis
        • Scheppingsverhaal van Elefantine
        • Scheppingsverhaal van Hermopolis Magna
        • Scheppingsverhaal van Heliopolis
      • Andere Mythen
        • Osiris Mythe
        • Isis en Osiris
        • De strijd tussen Horus en Seth
        • De vernietiging van de mens
        • Isis en de geheimen naam van Ra
    • De Goden
    • Tempels en priesters
    • Godsdienst en het hiernamaals
      • Ka, ba en ach
      • Pyramideteksten
      • Sarcofaagteksten
      • Dodenboek
      • Begrafenis
      • Mummificatie
      • Graven
    • Magie en volksgeloof

    17-05-2008 om 17:32 geschreven door ramsesje


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lijst van de goden

    • Aker
    • Amenofis (Amenhotep),
      zoon van Hapoe
    • Amonet (Imenet,Amaunet)
    • Amon (Imen)
    • Anat
    • Anoebis (Inpoe)
    • Anoekis
    • Apis
    • Apofis
    • Arensnoefis
    • Astarte
    • Atoem
    • Aton (Iten)
    • Baäl
    • Baba
    • Banebdjedet
    • Bastet
    • Bat
    • Benoe
    • Bes
    • Boechis
    • Chebechsenoef
    • Chepri
    • Chnoem
    • Chonsoe
    • Doeamoetf
    • Geb
    • Hapi
    • Hapi
    • Hathor
    • Hatmehit
  • Hehet
  • Heket
  • Herishef
  • Hoe
  • Hoeh (Heh)
  • Horus (Hor)
  • Ihy
  • Imhotep
  • Imseti
  • Ipi (Ipet)
  • Isis
  • Isjtar
  • Kadesj
  • Kek
  • Keket
  • Maät
  • Mafdet
  • Mandoelis
  • Moehoen(MWHWN)
  • Mehet-Weret
  • Merteseger
  • Meschent
  • Mihos
  • Min
  • Mnevis
  • Moet
  • Montoe
  • Naunet
  • Nefertoem
  • Neith
  • Nechbet
  • Neper
  • Nephthis
  • Noen
  • Noet
  • Onoeris
  • Osiris
  • Pachet
  • Ptah
  • Re(Ra)
  • Renenoetet
  • Resjef (Resjep)
  • Sah
  • Satet(Satis)
  • Sechmet
  • Selket
  • Sesjat
  • Seth
  • Sia
  • Sjaj
  • Sjezmoe
  • Sjoe
  • Sobek
  • Sokar
  • Sothis
  • Tajet
  • Tatenen
  • Taweret
  • Tefnoet
  • Thot (Djehoeti)
  • Toëris
  • Wadjet(Edjo)
  • Wepwawet(Oepoeaoet)
  • Wosret
    • 17-05-2008 om 00:00 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)
      03-05-2008
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Bestuur

      Het Bestuur

      • De Koning
        • De Vijf namen van de koning
        • Goddelijke geboorte
        • Hoogste priester en handhaver van de wereldorde
        • God en sterveling
        • Ornaat en insigna
        • De koning en zijn beeltenis
        • Huwelijk en opvolging
      • De Residentie en familie van de farao
        • Het paleis
        • Familie
        • Harem en haremintriges
      • Het staatsbestuur
        • De Beide landen
        • Het centrale gezag
        • De gouwen en het gouwbestuur
        • Staatsbestuur in het Oude Rijk
        • Ontwikkelingen in het Middenrijk
        • Ontwikkelingen in het Nieuwe Rijk
        • Latere ontwikkelingen
      • Het rechtsbestel
        • Wetten en processen
        • Recht en Orde :de politie

      03-05-2008 om 00:00 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)
      19-04-2008
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cursus Hiërogliefen

      Cursus Hiërogliefen lezen

      19-04-2008 om 00:51 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geologische periodes van de aarde


      Voor een beter begrip van de geologische evolutie van de Nijl worden hier de opeenvolgende geologische periodes op een rijtje gezet. Voor de Nijl zijn alleen de laatste periodes van belang. Maar het leek ons nuttig en interessant om ook de andere periodes in het licht te zetten en even de grote trekken ervan te bespreken.


      EON
      ERA
      PERIODE TIJDVAK Tijd geleden
      in Ma
      Fanerozoïcum Cenozoïcum Quartair Holoceen 0 - 0,011560 Ma
      Pleistoceen 0,011560 - 2,588
      Neogeen* Plioceen 2,588 - 5,332
      Mioceen 5,332 - 23,03
      Paleogeen* Oligoceen 23,03 - 33,9
      Eoceen 33,9 - 55,8
      Paleoceen 55,8 - 65,5
      Mezozoïcum Krijt Laat 65,5 - 99,6
      Vroeg 99,6 - 145,5
      Jura Malm 145,5 - 161,2
      Dogger 161,2 - 175,6
      Lias 175,6 - 199,6
      Trias Keuper 199,6 - 228,0
      Muschelkalk 228,0 -245,0
      Buntsandstein 245,0 - 251,0
      Paleozoïcum Perm 251,0 - 299
      Carboon 299,0 - 359,2
      Devoon 359,2 - 416,0
      Siluur 416,0 - 443,7
      Ordovicium 443,7 - 488,3
      Cambrium 488,3 - 542,0
      Proterozoïcum** Neoproterozoïum Ediacarium 542 - 630
      Cryogenium 630 - 850
      Tonium 850 - 1000
      Mesoproterozoïcum Stenaium 1000 - 1200
      Ectasium 1200 - 1400
      Callymium 1400 - 1600
      Paleoproterozoïcum Statherium 1600 - 1800
      Orosirium 1800 - 2050
      Rhyacium 2050 - 2300
      Siderium 2300 - 2500
      Archaïcum** Neoarchaïcum 2500 - 2800
      Mesoarchaïcum 2800 - 3200
      Paleoarchaïcum 3200 - 3600
      Eoarchaïcum 3600 - 3800
      Hadeïcum 3800 - ca.4560
      * Het Neogeen en het Paleogeen vormen het Tertiar
      ** Het Archaïcum en het Proterozoïcum vormen samen het Precambrium

      De tijdschaal wordt uitgedrukt in miljoen jaar (Ma) . Ze vangt aan met het eerste eon het Hadeïcum ( afgeleid van de Griekse god van de onderwereld Hades) . Het is de periode tussen het ontstaan van de aarde en het voorkomen van de eerste sedimentaire gesteenten. Het oudtse bekend mineraal gesteente dateert van 4.400 Ma geleden. Men neemt algemeen aan dat er tijdens het Hadeïcum geen leven bestond op aarde.

      Archaïcum
      (ook Archeïcum of Archeozoïcum en in het Engels: Archean of Archaean) genaamd. Dit tijdperk duurde van 3800 tot 2500 miljoen jaar (2,5 Ga) geleden. Samen met het Hadeïcum en Proterozoïcum wordt het Archeïcum ook als Precambrium aangeduid. Deze periode is verder onderverdeeld in de vier era's zoals te zien op het schema.

      In het Archaïcum ontstonden de eerste cellen en er wordt aangenomen dat zo'n 70% van de landmassa op aarde in dit tijdvak is ontstaan.  Ook vormden zich eenvoudige bacteriën en planten zoals algen, die door middel van fotosynthese glucose konden maken uit zonlicht , CO2en water waarbij ook zuurstof werd geproduceerd.

      De volgende eon is het Proterozoïcum. Een tijdperk waarbij complexe levende organismen nog niet veelvuldig voorkwamen. De eon wordt ingedeeld in drie era waarbij in het Paleoproterozoïcum de continenten voor het eerst stabiliseerden. De era wordt verder onderverdeeld in verschillende periodes.

      Tijdens het Orosirium vonden botsingen tussen de aarde en twee grote asteroïeden plaats en tijdens het Statherium vormde zich een supercontinent Columbia.

      Tijdens het Mesoproterozoïcum vormde zich voor het eerst een zuurstof bevattende atmosfeer. Voor deze tijd was alle leven op aarde anaëroob (met een ademhalingscyclus zonder zuurstof) en was zuurstof zelfs toxisch voor het leven. Een groot gedeelte van het aardse leven verdween dan ook tijdens deze periode (Zuurstof katastrofe). In het Callymium brak het supercontinent Columbia in stukken. Ook ontstond toen, meer bepaald in de Ectasium periode de eerste vorm van sexuele reproductie ( rode algen) . Het  Stenium zag het ontstaan van een nieuw supercontinent Rodinia genaamd.

      Binnen het tijdsbestek van het Neoproterozoïcum situeren zich een paar ijstijdperken waarbij deze in het Cryogeen bijzonder zwaar waren en ijs de aarde bedekte  tot aan de evenaar (Sneeuwbal Aarde)

      Aarde tijdens de Cryogene periode naar William T. Hyde, Thomas J. Crowley, Steven K. Baum and W. Richard Peltier in Nature 405, 425-429(25 May 2000).


      Tijdens deze cryogene periode brak het supercontinent Rodinia in stukken en begon de vorming van het supercontinent Pannotia. Multicellulaire organismen zijn karakteristiek voor de laatste periode voor het Cambrium het Edicarium.

      Het eon volgend op het precambrium en tevens het huidige eon is het Fanerozoïcum of het eon van het zichtbare leven. De biodiversiteit tijdens dit eon zal geweldig toenemen. Het wordt onderverdeeld in drie era waarvan de Paleozoïsche era de eerste is met als eerste periode het Cambrium. Een periode waarin de biodiversiteit exponentieel toenam. Men spreekt dan ook van de "Cambrische explosie". Bij de start van het paleozoïcum bestonden alleen bacterieën, algen en sponsen. Op het eind van de era vinden we op de continenten verschillende reptielsoorten en moderne planten. De era start kort na het uiteenvallen van het supercontinent Pannotia en het stoppen van het Varanger Ijstijdperk. Tegen het eind van de era vormden de verschillende continenten opnieuw een supercontinent Pangea genaamd.

      Aarde bij aanvang van het cambrium

      Op het Cambrium volgt het Ordovicium. Een periode die begint en eindigt in en catastrofe waarbij een groot deel van het leven op aarde uitsterft. Zuid-Amerika en Afrika vormden één continent, Gondwana genaamd, dat afdreef naar de Zuidpool. De continenten Laurentia, Siberia,en Baltica bleven gescheiden (sind het uiteenvallen van Pannotia ), maar Baltica begon naar Laurentia te bewegen en Avalonia brak los van Gondwana en ging op drift naar het noorden naar Laurentia toe. De zeespiegel was hoog . Op het eind van periode bereikte Gondwana de zuidpool en was bedekt met ijs. De periode eindigde met de vernietiging van 49 tot 60% van alle levende mariniene soorten vermoedelijk door herhaalde ijstijdperken.

      Nu volgt het Siluur. Gondwana bleef zich verder naar het zuiden bewegen maar de ijskappen waren minder uitgesproken en de zeespiegel rees dus nog hoger. De andere continenten dreven naar elkaar en naar de evenaar toe en vormden een tweede supercontinent naast Gondwana namelijk Euramerica. De botsing van Noord-Amerika met Europa gaf aanleiding tot uitgesproken bergvorming ( Caledonische bergvorming) Op eind van de periode daalde de zeespiegel. Het klimaat was uitgesproken warm. Het zeeleven ging zijn gang en de eerste beenvisssen verschenen in de oceanen. Op het eind grepen een paar kleine uitstervingsperiodes plaats

      Volgt nu het Devoon Tijdens deze periode ontwikkelden zich de eerste vissen met poten en gingen zij aan land. Tegen het eind van de periode werd het zeeleven weer getroffen door een periode van uitsterven.

      In het zuiden bevond zich het supercontinent Gondwana en in het noorden het contineent Siberië met in het midden het kleine supercontinent Euroamerika ( gevormd uit de botsing van Laurentia en Baltica) . Het klimaat wisselde van continent tot continent en van periode tot periode. Het Devoon wordt ook wel eens het tijdperk van de vissen genaamd maar deze benaming onderschat de ontwikkeling van andere soorten. Tijdens het Devoon naderden Laurasia en Gondwana elkaar. Bij de equator gaf Euroamerika door consolidatie de aanleiding tot de vorming van Pangea . De zeespiegel bleef hoog. Aan land grijpt de Devoon explosie plaats met de ontwikkeling van arthropoden, insecten, de eerste bomen en zaadvormde planten. Op het einde van de periode hebben we terug te maken met een grote uitstervingperiode waarbij een groot aantal vissoorten en marien leven, vooral in warm water, verdwijnen.

      Nu volgt het Carboon waarbij aan land Coniferen verschijnen. Gondwana, stoot op Euramerika (Laurasia) en het supercontinent Pangea, hieruit gebormd,  doet aldus zijn intrede. Noord China (dat aansluit bij het eind van het Carboon) en Zuid-China blijven eerst nog gescheiden van Laurasia. Het klimaat was warm maar koelde af tegen het eind van de periode. Be basis voor steenkoolvorming op grote schaal werd gevormd door uitzonderlijk grote moeraswouden in Noord-Amerika en Europa. De uitvinding van het "ei met een vruchtvlies of amnion" , dat verhindert dat de foetus in de vruchtzak  uitdroogt laat aan de viervoeters toe zich nu ook op land voort te planten. In het midden en op het eind van de periode deed zich opnieuw een periode van uitsterven voor.

      Het Perm is de volgende periode, gekenmerkt door onder meer een lagere zeespiegel. Bijna alle landmassa's, op uitzondering van delen van Oost-Azië, waren in een enkel supercontinent Pangea verenigd. Hierdoor werd de kustlijn veel korter en stierven een aantal soorten in deze biotoop uit.

      Het Cimmeria dreef weg van Gondwana naar het noorderlijke Laurasia. Een continentaal klimaat met extreme hoge en lage temperaturen en moesson regens domineerde. Uitgestrekte woestijnen waren geen zeldzaamheid op Pangeia.

      Bij het begin van het Perm domineerde een ijstijd maar geleidelijk werd het klimaat warmer met brede fluctuaties. Het Perm eindigde met de grootste periode van uitsterven van soorten; 95 % van het mariene- en 70% van het landleven ging tenonder . Klimaatverandering, verkorting van de kustlijn en voortdurende uitbarstingen van vulkanen waren hiervoor misschien verantwoordelijk. Andere hypotheses zoals straling afkomstig van een naburige supernova of de inslag van een meteoriet die een krater van meer dan 500 km in Antarctica sloeg behoren tot de meer tot de verbeelding sprekende mogelijke oorzaken.

      Deze inslag zou mogelijk ook de afsplitisng van Australië van Antarctica ( beide onderdelen van Gondwana) veroorzaakt hebben. Maar fossielen in Groenland wijzen eerder op een traag en geleidelijk uitsterven dan op een ramp. Grote reptielen( voorlopers van de zoogdieren) deden het echter vrij goed.

      Pangeia in het late Perm met onderaan Gondwana en daarboven Noord-Amerika en Europa en helemal bovenaan Siberiл
      met Zuid-en Noord-China als eilanden in oostelijke richting

      Met het Perm eindigt het Paleozoïcum en vangt de era van het Mesozoïcum of het tijdperk van de "middelste leven" aan. Het wordt evenwel ook vaak het tijdperk van de Dinosaurussen genaamd naar de dominante fauna van deze era. Het was een era met grote tectonische activiteit en met belangrijke veranderingen in evolutie en klimaat.

      De continenten dreven uit elkaar naar hun huidige positie. Eerst deelde Pangeia zich op in een noordelijk continent Laurasia en het zuidelijke Gondwana. Daarna deelde Laurasia zich op in Noord-Amerika en Europa. Gondwanan viel uiteen in Zuid-Amerika, Afrika, Australië, Antarctica en het Indisch subcontinent. Hierbij ontstond de huidige Atlantische kustlijn. Het klimaat was buitengewoon warm. Tegen het eind van de era waren alle elementen van "modern" leven ter plaatste. De era wordt onderverdeeld in drie perioden: het Trias, het Jura en het Krijt.

      Het Trias was over het algemeen droog, met grote schommelingen van temperatuur tijdens de seizoenen. Een trend die reeds werd ingezet in het late Carboon en werd bevorderd door de grootte van Pangeia en de relatief lage zeespiegel. Later begon de zeebodem te rijzen met als gevolg grote overstromingen.

      Pangeia begon te splijten (bv New Yersey slitste zich af van Marokko) zonder echter uit elkaar te vallen. Dit bracht meer land in contact met water, stabiliseerde de temperatuur, deed de vochtigheidsgraad stijgen en kromp de woestijnen in. Toch bleef het klimaat warm en droog met op Pangeia een uitgesproken continentaal patroon (warme zomers, koude winters, moessonregens) maar met een gematigd en vochtig klimaat t.h.v. de polen.

      Laat in het Trias ontstonden de eerste zoogdieren. Het waren kleine, insectenetende nachtdieren. Het feit dat ze vooral ' s nacht leefden forceerde hen tot de ontwikkeling van een vacht en een hogere graad van metabolisme. De periode begon en eindigde met een tijd waarin heel wat diersoorten uitstierven. Vooral het leven in de oceanen werd getroffen.

      Tijdens het Jura valt Pangaea uit elkaar en ontstaat het noordelijk supercontonent Laurasia en het zuidelijk supercontinent Gondwana. De noordelijke Atlantische Oceaan was vrij nauw en de zuidelijke bestond nog niet. Het klimaat was warm en er zijn geen aanwijzingen voor ijszones maar er was ook geen land aan beide polen. Het Jura was het gouden tijdperk voor bepaalde dinosaurussen ook verschenen de eerste vogels en zoogdieren met placenta. Coniferen domineerden de flora.

      Het einde van het Krijt , de laatste periode uit het Mesozoïcum is scherp gedefiniëerd door de aanwezigheid van een iridiumrijke laag afkomstig van de meteoorinslag die de Chicxulub krater in Yucatan en de Golf van Mexico vormde. Deze inslag wordt verantwoordelijk gehouden voor de grote uitstervingsperiode die het Krijt van de Paleogene periode van het Tertiair scheidt.

      Gedurende het Krijt splitste Pangaea verder op om de huidige continenten te vormen. De ligging van deze continenten was echter nog substantieel verschillend van de huidige. De Atlantische Oceaan werd langzaam breder en breder. Gondwana was nog intact bij het begin van het Krijt maar  Zuid-Amerika, Antarctica en Australië splitsten zich later af van Afrika (Indië en Madagascar bleven wel aan elkaar gehecht ). De Zuid Atlantische en de Indische Oceaan vormden zich en grote onderzeese bergketens werden gevormd. Op een bepaald ogenblik was zelfs een derde van de huidige landmassa door de zee verzwolgen.

      Over het klimaat tijdens het Krijt is men het nog niet helemaal eens. Hogere concentraties van CO2 in de atmosfeer (door vulcanisme) schijnen de wereldtemperatuur overal ter wereld identiek gemaakt te hebben door het broeikaseffect. De gemiddelde temperatuur lag ook 10° C hoger wat mogelijks aanleiding gaf tot het feit dat tegen het midden van de periode de equatoriale wateren en landmassa's te warm werden om nog leven te herbergen.

      Op het land vierden de grote dinosuarussen hoogtij. Zoogdieren waren klein en nog niet zeer talrijk. Insecten begonnen zich te diversificiëren: mieren termieten, vlinders, motten e.a. ontstonden. Op de grens tussen Krijt en Tertiair tijdperk situeert zich opnieuw een periode van uitsterven. Door vulkanische activiteit en de inslag van de meteoor waren er overvloedig stofdeeltjes in de atmosfeer hierdoor drong het zonlicht moeilijker door tot de aarde. De planten en het phytoplankton, die afhankelijk waren van fotosynthese, leden het zwaarst en daar zij een belangrijkdeel van de voedselketen van de herbivoren vormden stierven ook grote hoeveelheden van deze diersoorten uit. Ook hun vleesetende predatoren deelden daardoor in hetzelfde lot. De Dinosaurussen die ofwel platen- ofwel vleeseters waren gingen ten onder en stierven uit. Omnivoren, insecteneters en krengeneters echter overleefden daar hun voedselbronnen meer voorradig waren. Zoogdieren en vogels, die de periode overleefden voedden zich met insecten, larven, wormen en slangen die op hun beurt leefden van dierlijk en plantaardig afval. Met het Krijt eindigt het mesozoïcum.

      De continenten in het Late Krijttijdperk

      De laatste en huidige era is het bekend als het Cenozoïcum . Zoogdieren zijn de dominante diersoort van deze era. Het Cenozoïcum is verdeeld in drie periodes: het Paleogeen en Neogeen, die vroeger bekend stonden als het Tertiair en verder het Quartair.

      Tijdens deze era gaan de continenten hun huidige positie innemen. Het Cenozïcum was voor wat het klimaat betreft een periode van langzame afkoeling. In het begin werden de zonnestralen nog tegengehouden door de deeltjes in de atmosfeer afkomstig van het impact van de meteoor en van vulkanische activiteit. Nadat tijdens het Oligoceen Australië volledig los kwam van Antarctica koelde het klimaat gevoelig af door het op gang komen van de Antarctische Circumpolaire Stroming welke diep koud Antarctisch water naar de oppervlakte bracht. Tijdens het Mioceen werd het opnieuw warmer door een toename van het CO2.
      Toen Zuid-Amerika zich vasthechte aan Noord-Amerika en de isthmus van Panama gecreëerd werd koelde de Noordpool sterk af door een versterking van de Humboldt en Golf Stroom wat leidde tot een laatste Glaciaal Maximum.

      De era vangt aan met het Paleogeen (ook Palaeogeen)Het is het tijdperk waarin de zoogdieren van relatief kleine, eenvoudige vormen evolueerden in een plethora van diverse soorten. Sommige van deze zoogdieren evolueerden naar grote vormen die op het land domineerden, andere leerden te leven in zee of een gespecialiseerde omgeving op het land of zelfs in de lucht. Ook vogels namen een hoge vlucht tijdens deze periode en ontwikkelden zich in moderne vormen.

      De continenten bewogen wat en het klimaat koelde wat af; De binnenzeeën uit Noord-Amerika verdwenen in het begin van het Paleogeen. Men deelt het Paleogeen in in tijdvakken met name het Paleoceen, Eoceen en Oligoceen.

      De continenten in het Late Paleogeen-Eoceen

      Het Paleoceen Het Paleoceen volgt onmiddellijk op de periode waarin de dinosaurussen uitstierven. De vrijgekomen plaats werd ingenomen door zoogdieren. Het waren echter nog primitieve zoogdieren met een lagere hersen-lichaam verhouding dan de huidige zoogdieren.

      In het begin was het klimaat koeler en droger dan in het voorafgaande Krijt maar op het einde van de periode treedt het  zogenaamde "Paleoceen-Eoceen Thermale Maximum" op, waarbij de temperatuur wereldwijd omhoogschoot. Daardoor werden de stromingen in de atmosfeer en de in de Oceanen verstoord wat tot het uitsterven van bepaalde diepzeesoorten leidde. Tropische vegetatie kwam voor in Patagonië en Groenland , aan de polen heerste een koel maar gematigd klimaat. Noord- Amerika, Europa, Australië en zuidelijk Zuid-Amerika waren warm en gematigd, de evenaarstreken waren tropisch met ten zuiden en ten noorden ervan hete en droge gordels.

      De continenten dreven naar hun huidige positie. Supercontinent Laurasia was nog niet in drie gesplitst. Europa en Groenland waren nog verbonden, Noord-Amerika en Azië waren nog verbonden met een landbrug, maar Groenland en Noord-Amerika waren aan hun scheiding begonnen. Zuid- en Noord-Amerika waren nog gescheiden door een equatoriale zee. Wat Gondwana betreft: Afrika, Zuid-Amerika en Australië dreven verder uit elkaar. Afrika stevende in noordelijke richting af op Europa aldus traag de Thetys Oceaan sluitend. Indië stevende af op Azië en de botsing van beide subcontinenten zou het ontstaan geven aan het Himalayagebergte. De binnenzeeën van Europa en Noord-Amerika traden terug.

      Moderne planten ontwikkelden zich o.a. cactussen en palmen. Het warm en vochtige klimaat gaf aanleiding tot het ontstaan van tropische bossen over gans de aarde. De Polen waren ijsvrij en bebost.

      Het volgende tijdvak is het Eoceen. De aanvang van het Eoceen kenmerkt zich door het ontstaan van de moderne zoogdieren. Het einde wordt bepaald door een periode van uitsterven die men de "Grande Coupure" (de grote breuk in continuпteit) noemt en die mogelijks werd veroorzaakt door inslag van grote meteorieten in Siberië en Chesapeake Bay, wat gepaard ging met klimaatverandering, de eerste ijsvorming t.h.v. de polen en flinke daling van het zeeniveau.

      De extreme opwarming van het Paleoceen-Eoceen Maximum duurde slechts 100.000 jaar. Het klimaat in de tropen was waarschijnlijk gelijkaardig aan dit van vandaag de dag, maar een tropische regen klimaatzone strekte zich uit tot 45° noorderbreedte. Aan de polen was het klimaat erder gematigd.

      Bij aanvang van het Eoceen waren Australië en Antarctica nog verbonden. Bij de splitsing echter werden de warme equatoriale stromingen van Antarctica weggehouden en een geïsoleerd koud waterkanaal ontstond tussen beide continenten. Antarctica begon af te koelen en de Oceaan er omheen begon te bevriezen en zond koud water naar het noorden waardoor de afkoeling nog versterkt werd.

      Laurasia splitste zich. Europa, Groenland en Noord-Amerika werden gescheiden. India begon zijn botsing met de Aziatische plaat en de vorming van het Himalayagebergte.

      Op enkele droge woestijnzones na was de ganse aarde bedekt met bos. Tegen het midden van de periode echter begon de afkoeling en op het einde van het Eoceen waren de binnencontinenten droger en begon het bos merkelijk dunner te worden. De nieuwe grassoorten beperkten zich nog  tot de oevers van meren en rivieren en hadden nog geen savannes en grote grasvlakten gevormd. Met de afkoeling begonnen ook de seizoenvariaties en bomen met vallende bladeren halden langzaam de bovenhand op de groenblijvende tropische soorten.

      Tegen het eind van de periode waren grote delen van Noord-Amerika en , Europa met dergelijke bossen bedekt. Het regenwoud hield echter stand in equatoriaal Zuid-Amerika, Afrika, Indië en Australië.  Antarctica verloor zijn subtropisch regenwoud en was tegen het begin van het Oligoceen bedekt met wouden, bestaande uit bladverliezende bomen,  en grote toendra's.

      Zoogdieren waren meestal klein met slechts 60% van de grootte van hun primitieve voorgangers uit het Paleoceen en ook kleiner dan hun opvolgers.  Kleinere dieren waren wellicht beter aangepast aan het hete klimaat van het Eoceen. Deze periode zag ook het ontstaan van de vroegste primaten alhoewel andere geleerden de mening toegedaan zijn dat deze reeds in het Krijt ontstonden. Ook walvissen en olifanten deden hun eerste verschijning tijdens dit tijdperk.

      Met de "Grande Coupure" of een onderbreking in de continuпteit en een grote "turn-over" van zoogdieren in Europa eindigt het Eoceen . De breuk markeert de overgang van een zuiver endemische Europese fauna voor de breuk naar een gemengde fauna met sterk Aziatische inslag erna.

      Op het Eoceen vogt dan het Oligoceen.Met een duur van een tiental miljoen jaar is het een relatief korte periode. De naam betekent (oligo=weinig , kainos=nieuw) in feite " weinig nieuws" en verwijst naar de geringe toename van soorten moderne zoogdieren vergeleken met de evolutionaire uitbarsting van het vorige tijdperk. Vaak wordt het Oligoceen beschouwd als een overgangsperiode tussen de archaïsche wereld van het tropische Eoceen en de meer modern uitziende ecosystemen van het Mioceen. Het klimaat bleef nog warm maar de afkoeling die uiteindelijk tot de ijstijden in het Pleistoceen zou leiden ging van start tegen het einde van dit tijdperk.

      De continenten verplaatsten zich langzaam verder naar hun huidige posities. In Europa kwamen de Alpen tot stand door de druk van het Afrikaans continent tegen Europa. Het begin van het Oligoceen wordt ook gekenmerkt door een korte invasie van de zee in Europa. Er schijnt ook een brede landbrug te hebben bestaan tussen Noor-Amerika en Europa langswaar de fauna zich kon verplaatsen. Ergens tijdens het Oligoceen kwam Zuid-Amerika los van Antarctica en ging noordwaarts op drift naar Noord-Amerika toe en liet zo toe dat de Antarctische Circumpolaire Golfstroom zich instelde rond het geïsoleerde Antarctica, dat snel afkoelde en waar zich een permanente ijskap instelde.

      Wat de flora betreft werden over gans de wereld de tropische en subtropische wouden vervangen door bossen bestaande uit bomen met vallend blad aangepast aan een gematigd klimaat. Grote open vlaktes en woestijnen werden meer gemeengoed. Grassen die in het Eoceen zich beperkt hadden tot rivieroevers gingen de open vlakte opzoeken. Moderne savanna's echter waren er nog niet. De meer open landschapsvorm gaf ook de mogelijkheid aan de dieren om grotere vormen aan te nemen. In het geпsoleerde Zuid-Amerika ontwikkelde zich een speciale vorm van Oligocene fauna. verschillend van die vand e andere continenten. Naast de zoogdieren gooiden ook de reptielen hoge ogen. In de oceaneen verschenen de eerste walvissen. De Oceanen koelden verder af.

      Het Mioceen ( 23,03 tot 5,33 miljoen jaar geleden), betekent ( meioon=minder, kaino= new) "minder recent" omdat er 18% minder moderne ongewervelde zeedieren waren dan in het daaropvolgende Plioceen, waarmee het samen het Neogeen tijdperk vormt . De aarde koelde verder af. Men kan echter geen duidelijke wereldwijde grens trekken tussen het Mioceen en het voorafgaande en volgende tijdperk. Deze grens wordt eerder lokaal bepaald aan de hand van de graad van afkoeling.

      De continenten gingen hun moderne posities innemen. Alleen de landbrug tussen Zuid- en Noord-Amerika ontbrak nog. Zuid-Amerika naderde echter de subductie zone in de Stille Oceaan ( waar de platen onder elkaar schuiven) en daardoor vormde zich het Andes gebergte en de naar het zuiden gerichte landtong van Midden-Amerika. India oefende steeds meer druk uit op Azië en vormde aldus steeds meer bergketens. Afrika verenigde zich met de Euraziatische plaat van Turkije tot Arabië, daardoor verdween de Thetys zee. Door de botsing vormde zich ook bergketens in het westen van het Middellandse Zee gebied wat samen met een verlaging van de Oceaanspiegel aanleiding gaf tot een tijdelijke opdroging van de Middellandse Zee op het einde van het Mioceen. Dit fenomeen dat bekend staat als de "Messinische Zoutwater Crisis" lag mede aan de oorsrong van de diepe canyon gevormd door de Eonijl.

      Het klimaat werd kouder maar ook droger omdat de koelere atmosfeer slechts in staat was een mindere hoeveelheid vocht vast te houden. Een ophoging van Oost-Afrika in het late Mioceen was ook, althans gedeeltelijk, verantwoordelijk voor de afname van het tropisch regenwoud aldaar. Ook Australië werd droger daar het zich bewoog naar een regio met minder regenval.

      Grassteppen breidden zich geweldig uit en wouden verminderden in aantal en oppervlakte door het koelere en drogere klimaat. Grassen differentieerden zich verder en evolueerden samen met de grote herbivoren, waaronder de herkauwers. Tussen 6 en 7 miljoen jaar geleden trad er een plotse expansie op van grassen die op een efficiëntere mannier CO2 konden assimileren maar die ook rijker waren aan silica (silicium oxide) wat aanleiding gaf tot het uitsterven van de grote herbivoren.

      De fauna van het Mioceen deed zeer modern aan met herkenbare wolven, wasberen, paarden, bevers, herten, kamelen en walvissen. Zeezoogdieren waren eerder schaars en alleen in het geïsoleerde Zuid-Amerika en Austalië ontwikkelde zich een sterk van de rest verschillende fauna. Ook kraaien, eenden, alken, korhoenders en uilen deden hun intrede in het Mioceen. Tegen het eind van het Mioceen waren bijna alle moderne vogelfamilies ter plaatse. Bruine algen "kelp" genaamd ontwikkelden zich en lieten nieuwe soorten van zeeleven ontstaan: ondermeer otters, vissen en verschillende ongewervelde soorten. Ook de walvisachtigen diversifieerden zich. Tijdens deze periode leefden een hondertal soorten apen. Zij verschilden onder elkaar in grootte, dieet en anatomie.Het is niet echt duidelijk uit de fossielen op te maken welke aap de voorvader was van de hominiden en de mens maar moleculair onderzoek wijst erop dat deze aap leefden van zo een 12 tot 5 miljoen jaar geleden.

      In het oosten van Antarctica vormden zich gletsjers in het Mid-Mioceen. De Oceanen koelden verder af en de ijskap in Antarctiac begon zijn huidige vorm aan te nemen. De Groenlandse ijskap zou nog op zich laten wachten tot ongeveer 3 miljoen jaar geleden in het Plioceen.



      Het Plioceen ( 5,33 tot 1,80 miljoen jaar geleden) is het tweede tijdvak uit de Neogene periode. Het begin van dit tijdperk is geen wereldwijde gebeurtenis maar verschilt van regio tot regio als overgang van het warmere Mioceen naar het koelere Plioceen. Sommige geologen vinden zelfs dat een bredere opdeling in Neogene en Paleogene periode meer zinvol is dan de verder doorgedreven indeling in tijdvakken. De overgang naar het erop volgende Pleistoceen (Quaternair) is duidelijker en wordt gekenmerkt door het uitsterven van verschillende mariene soorten. Narciso Benitez van de Johns Hopkins Universiteit stelt hiervoor een belangrijke afbraak van de ozonlaag veroorzaakt door de explosie van een supernova verantwoordelijk.


      Het klimaat werd koeler, droger en meer seizoengebonden zoals ons modern klimaat. Op Antartica ontwikkelde zich gletsjers en zowat drie miljoen jaar geleden vormde zich ook een ijskap bij de noordpool. Ijsvorming in gebieden met gemiddelde breedtegraad begon reeds voor het einde van het tijdvak. De globale verkoeling zorgde voor een vermindering van de bossen en verspreiding van grasland en savannes.


      De continenten dreven verder naar locaties die van eerst 250km tot tenslotte nog maar 70 km van hun huidige posities verwijderd waren. Zuid Amerika verenigde zich met Noord-Amerika via de isthmus van Panama. Daardoor werden echter warme equatoriale oceaanstromingen afgesneden en zette de verkoeling van de Atlantische Oceaan zich in. De verkoeling werd medeveroorzaakt door de koude stromingen afkomstig van de beide polen. De botsing van Afrika op Europa vormde de Middellandse Zee en de landbrug tussen Alaska en Azië kwam onder water te liggen.


      De tropische plantengroei nam wereldijd af in het Plioceen. Loofbossen kwamen in de plaats en coniferen en toendra's bedekten het grootste gedeelte van het noorden. Grasvlakten verspreiddden zich over alle continenten (Antarctica uitgezonderd) . Het tropisch regenwoud was beperkt tot een smalle band rond de evenaar en naast droge savannes ontstonden er in Azië en Afrika ook woestijnen.


      Mariene en land fauna was essentiëel reeds modern al was de contintale fauna iets primitieve dan de huidige. De vorming van de landbrug tussen de beide Amerika's betekende de achteruitgang van de buideldieren van Zuid-Amerika. De herbivoren werden over het algemeen groter en hun predators eveneens. De eerste herkenbare hominide de Australopithecus verschijnt tijdens het Plioceen.

      19-04-2008 om 00:00 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)
      18-04-2008
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paleo-, Proto-, Pre- en Neonijl

      Paleonijl

      Volgens Saïd1 volgt op de Eonijl en de Mediterane Golf Fase de periode waarin de Paleonijl zich vormde. De Paleonile zou de grootste en langstbestaande van de vijf geschiedkundig bestaande Nijlrivieren zijn en stroomde tussen 3,3 en 1,8 miljoen jaar geleden (Plioceen) door Egypte. De rivier vondt vermoedelijk zijn oorsprong in het westen van Soedan tijdens een periode van overvloedige regenval. Gedurende deze fase van de rivier zette zich sediment afkomstig uit de Oostelijke en Westelijke Woestijn neer in de halfgevulde Grote Canyon van de Eonijl en drong zo de golf gevormd door Middellandse Zee terug uit Egypte. Maar toen veranderde het klimaat plots drastisch en werd het geweldig droog en de Paleonijl hield op met stromen en droogde langzaam op. Daarna zou er gedurende een miljoen jaar (1,8 tot 0,8 miljoen geleden) geen stroom meer vloeien en werd de Sahara gevormd zich. Said beschrijft de aldus ontstane Egyptische woestijn als sterk gelijkend op het huidige " Leeg Kwartier" van Saoedi Arabiл.



      1. Rushdi Saïd: The Geological Evolution of the River Nile. Springer-Verlag, New York, 1981

      Terug naar beginpagina 

      18-04-2008 om 00:56 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)
      23-03-2008
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geografie

      Geografie van Egypte

      • Etymologie van Egypte
      • De Nijl
      • De Delta
      • De Vallei
      • De oases
      • De westelijike woestijn
      • De oostelijke woestijn
      • De flora
      • De fauna


      Terug naar het begin van het blog

      23-03-2008 om 00:00 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (2)
      22-03-2008
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geschiedenis

       

      Geschiedenis

      • Een Overzicht van de Egyptische geschiedenis
      • Lijst van de farao's
      • Bronnen voor de koningslijsten
      • Chronologie
      • De prehistorie
      • Predynastische tijd (tot 3200 v.chr.)
      • Protodynastische tijd (3200-3065 v.Chr.)
      • Thinietentijd (3065-2686 v.Chr.)
        • Dynastie 1
        • Dynastie 2
      • Het Oude Rijk (2686-2181 v.Chr)
      • Eerste Tussentijd (2181 -2055 v.Chr.)
        • Dynastie 7
        • Dynastie 8
        • Dynastie9/10
      • Midden Rijk (2055-1795)
        • Dynastie 11
        • Dynastie 12
      • Tweede Tussentijd (1795-1550 v.Chr.)
        • Dynastie 13
        • Dynastie 14
        • Dynastie 15 (Grote Hyksos)
        • Dynastie 16 (Kleine Hyksos)
        • Dynastie 17
      • Nieuwe Rijk (1552-1069 v.Chr.)
        • Dynastie 18
        • Dynastie 19
        • Dynastie 20
      • Derde Tussentijd ( 1069-664)
        • TIJDPER VAN TANIS (1069-945 v.Chr.)
          • Dynastie 21
          • Groot-priester van Amon in Thebe
        • LIBISCH TIJDPERK (954- 715 v.Chr.)
          • Dynastie 22
          • Dynastie 23
          • Koningen van Hereakleopolis
          • Koningen van Hermopolis
          • Dynastie 24
          • Nubische koningen
        • ETHIOPISCHE TIJDPERK (716-656)
          • Dynastie 25 ( koninge van Koesj)
      • Saïtische Periode (664-525 v.Chr.)
        • Dynastie 26
      • Perzische Periode (525-332 v.Chr.)
          EERSTE PERZISCHE VEROVERING (525-404 v.Chr.)
          • Dynastie 27
        • LAATSTE INHEEMSE DYNASTEN (404-341 v.Chr.)
          • Dynastie 28
          • Dynastie 29
          • Dynastie 30
        • TWEEDE PERZISCHE VEROVERING (343-332 v.Chr.)
      • Hellenisteche Periode (332-30 v.Chr.
        • Macedonische Dynastie
        • Dynastie der Ptolemeeën
        • Inheemse vorsten te Thebe
      • Romeinse periode


      Terug naar het begin van het blog

      22-03-2008 om 00:00 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (1)
      19-03-2008
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eonijl

      Eonijl

      De huidige Nijl is op zijn minst de vijfde rivier1 die vanuit de Ethiopische hooglanden noordwaarts vloeide. Satelliet beelden hebben verschillende opgedroogde waterlopen aangetoond in de westelijke woestijn. Maar er bestaat ook een grote canyon, nu opgevuld met fluviaal en marien sediment, die men de Eonijl heeft genoemd. Deze canyon bevindt zich ook onder Caïro  en kan op zijn minst gevolgd worden tot aan Assoean, 900 km meer zuidelijk.  Deze canyon, 9,5 tot 20 km breed, en 450 meter dieper dan de Grand Canyon (namelijk 2460 m versus 2000 m) en ook stijler ( 1/400 versus 1/600) vormde de oude bedding van de Nijl in het late Mioceen ( Mioceen= 24,6 tot 5,1 miljoen jaar geleden) 1. De Eonijl vervoerde een zogenaamd clastisch sediment ( d.i. een sediment bestaande uit brokstukken van rots die elders worden afgezet om opnieuw rots te vormen) naar de Middellandse zee, waar verschillende gasvelden werden ontdekt tussen dit sediment.


      Net voor de laat Miocene Messinische Zoutwater Crisis Periode, toen de Middellandse zee een gesloten bassin vormde en bijna volledig verdampte, sneed de Nijl zijn loop uit tot op het toenmalige niveau van deze zee. Dit niveau lag beduidend lager dan het algemeen wereldniveau van de oceanen. Gaande van enkele honderden meter beneden dit niveau te Assoean tot 2.500 m te Caïro. Deze onmetelijke canyon is nu opgevuld met sediment afkomstig van de stroom en de zee. De afsluiting van de Middellandse zee van de Atlantische Oceaan gebeurde waarschijnlijk door tectonische krachten waardoor Afrika tegen Europa werd gedrukt en de Straat van Gibraltar tussen Marokko en Spanje en werd dichtgedrukt.


      Het Tanganyika meer draineerde toen naar het noorden in deze Nijl tot de Virunga vulkanen in Rwanda deze afloop kwamen blokeren. De Nijl was toen nog veel langer dan nu waarbij de verstafgelegen bovenloop en bronnen zich in het huidige Zambia situeerden.


      Hoe werd dit Nijldal ontdekt ?


      Het was de Russische geleerde I.S.Chumakov, een lid van het team van Soviet ingenieurs dat aan de Assoean dam werkte in de zestiger jaren van vorige eeuw, die boringen uitvoerde in de Nubische rotsen, van oever tot oever ( althans zo bevestigt één bron), om een stabiele fundering voor de dam te vinden. Toen men in het midden van de rivier een boring uitvoerde ging men eerst doorheen de gewone 6 tot 9 meter sediment van zand en slib maar botste toen op een volgende 270 meter van sediment vooralleer men op graniet rots stootte 2. Zo ondekte men deze uitzonderlijk diepe en nauwe bedding van de oude verborgen rivier.


      Toen Chumakov en zijn medewerkers de kolom sediment onderzochten, ontdekten ze in de onderste lagen diepzee slib uit het Plioceen ( 5,1 miljoen jaar oud). Dat betekende dat de Middellandse zee vijf miljoen jaar geleden ooit met een als spaghetti dunne arm tot in Assoean had gereikt . Het bewijs hiervoor werd nog versterkt doordat Chumakov niet alleen de dunne schelpjes van marien plankton maar zelf haaientanden vond in dit sediment.


      Chumakov was dan ook enthousiast wanneer hij in de "Pravda" een uittreksel uit de "New York Times" las waarbij Kenneth J. Hsu en collegae, die boringen in de bodem van de Middenlandse Zee hadden uitgevoerd vanop een speciaal hiervoor uitgerust schip , de "Glomar Challenger", hun bevindingen beschreven die zijn eigen vaststellingen kwamen bevestigen namelijk dat de Middellandse Zee ergens tussen 5,59 en 5.33 miljoen jaar geleden was uitgedroogd2 om dan, volgens geoloog W.Ryan, 5 miljoen jaar geleden opnieuw onder te lopen na de catastrofale collaps van de dam van Gibraltar3 aldus een uitzonderlijke overstroming met zout water veroorzakend die men de Messinische Zoutwater Crisis Periode noemt ( naar de Messinische periode uit he Mioceen tijdperk) (7)


      De Glomar Challenger met de speciale boortoren middenscheeps


      De aldus ontstane gigantische waterval vulde met een debiet van 40.000 km³/jaar ( meer dan 1000 maal het debiet van de Niagara) het drooggevallen gebied. Daarbij werd de isthmus verder uitgesleten tot zo een 300 m onder de bodem van de binnenstromende Atlantische Oceaan4. Zelf met zo een impressionante influx duurde het nog 100 jaar voor het Mediterane bassin gevuld was. (Terloops weze het vermeld dat Hsu suggereert dat de isthmus vandaag de dag opnieuw een tendens vertoont om te vernauwen.) Het gevolg voor Egypte was dat de Eonijl canyon nu volliep met zeewater.


      Hsu, en al, postuleerden in 1973 dat  een uitgedroogde Middellandse Zee" & het noodzakelijk maakt dat de basis van de erosie ( ondermeer door de Eonijl) toen honderden meters onder de oceaanspiegel moest liggen. Dit werd dus bevestigt door Chumakov's resulaten. Maar ook in Libië, Syrië en Israel werden gelijkaardige canyons beschreven. 5. Meer recent (1999) werd door Krijgsman, en al, beschreven dat de Mediterane zeespiegel circa 900 а 1000 m zou gedaald zijn afgaande op de canyons van de Rhône, Ebro en de Po ingesneden in de Mediterane rand6 en volgens Sampsell lagen de vlaktes op de bodem van de zee meer dan 2.700 m onder deze rand7 .



      Boring aan boord van de Glomar Challenger

      Hoe vormde zich deze Nijl-canyon ?


      De verdamping van de zee had een diepgaande invloed op de stromen, zoals beschreven werd door geologen van de Universiteit van Dallas (Texas) 8: Toen de zeespiegel daalde en daalde begonnen stromen die eens langzaam in zee vloeiden nu de onderliggende rots in te snijden. Naarmate het niveau van de zee daalde werd de instroomhelling steeds steiler en de erosieve kracht sterker en werd de relatief zachte kalksteen dieper en dieper ingesneden. De sterkere erosieve kracht zorgde ervoor dat bijrivieren in de bovenloop opgenomen werden en hogergelegen drainages opvingen. De toename van het debiet door de opgevangen stromen ging op zijn beurt weer de erosieve kracht versterken wat dan weer de uitbreiding van het drainage systeem stroomopwaarts deed toenemen. Dit leidde uiteindelijk tot de vorming van de Eonijl met zijn uitzonderlijk grote en diepe canyon.


      Toen Hsu het sediments op de bodem van de Middellandse Zee onderzocht vond hij dat de "sluis" thv de Straat van Gibraltar gedurende het Late Mioceen ( Mioceen = 24,6 miljoen tot 5,1 miljoen jaar geleden) verschillende malen open en dicht ging en het uiteindelijk begaf tijdens een finale zondvloed toen een éénrichtings-vloedgolf zich ongehinderd van de Atlantische Oceaan naar de Middellandse Zee verplaatste. Dit trad op bij het begin van het Plioceen (5.1 miljoen jaar geleden). Het Pliocene sediment als gevolg van deze instroom dat Hsu vond in de Mediterrane bodem was hetzelfde als het Plioceen marine sediment dat Chumakov vond te Assoean.


      Toen de barrière van Gibraltar het eens en voor goed begaf vulde het Atlantische water dus niet alleen het Mediterrane bassin,maar ook de nieuwgevormde canyon van de Nijl, die nu terug een estuarium vormde gelijkaardig aan de fjorden van Noorwegen8 . Dit estuarium werd dan traagjes opgevuld met sediment aangebracht door de Paleonijl  [zie verder] die van uit het zuiden kwam aanvloeien. Er ontstond toen 3 tot 4 miljoen jaar geleden een landschap dat niet zo veel verschilde van het huidige8



      1. Rushdi Said: The Geological Evolution of the River Nile. Springer-Verlag, New York, 1981, aangehaald in Bonnie M. Sampsell:  A Traveler  s Guide to the Geology of Egypt The American University in Cairo Press, 2003, p. 30.
      2. Kenneth J. Hsu:  The Mediterranean Was a Desert , Princeton University Press, NJ, 1983, p. 28. &http://www.semp.us/publications/biot_reader.php?BiotID=350 over de boring met de Glomar Challenger
      3. William Ryan and Walter Pitman: Noahs Flood , Simon and Schuster, 1998, p. 88.
      4 William Ryan and Walter Pitman:  Gibraltar  s Waterfall in  Noah  s Flood . Simon & Schuster, 1998, p. 83.
      5. KJ Hsu, WBF Ryan, MB Cita:  Late Miocene dessication of the Mediterranean in Nature 242, 240-244 ( 23 maart, 1973), p. 243.
      6. W. Krijgsman, FJ Hilgen, I Raffi, et al:  Chronology, causes and progression of the Messinian salinity crisis. In Nature 400, 652-655 (12 August 1999), p. 654
      7. Bonnie M. Sampsell:  A Traveler  s Guide to the Geology of Egypt , American University in Cairo Press, New York, 2003, p. 29.
      8.Introduction to the Nile at: http://www.utdallas.edu/geosciences/remsens/Nile/g...;

      -foto boring : htpp://scilib.ucsd.edu/sio/archives/photos/61pic.jpg
      -foto Glomar Challenger :www-odp.edu/images/glomar.jpg

      Terug naar beginpagina 

      19-03-2008 om 00:00 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)
      28-12-2007
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nijl_Quaternair

      Evolutie van de Nijl in het Quaternair tijdperk

      De Huidige situatie

      Om de evolutie van de Nijl in het Quaternaire Tijdperk te verstaan is het onontbeerlijk om de originaliteit, enig op aarde, van deze regio onder ogen te brengen met name het contrast tussen de vallei van de Nijl en de Delta. Langs de ene zijde een smalle vallei omringd door brandende woestijnen en anderzijds de wijdse groene Delta. In het Quaternair is de tegenstelling tussen deze regio's nu eens toe- en dan weer afgenomen naargelang de veranderingen in het klimaat. Niet alleen het klimaat ter plaatste maar ook dit van veraf gelegen oorden zoals de streek der Grote Meren en bergketens van Abyssiniл (Ethiopiл). Wanneer de woestijn vervangen werd door steppes gingen de mensen zich in kleine groejes verspreiden maar werd het klimaat warmer en droger dan dwong de natuur hen zich te verzamelen in de vallei waarbij de organisatie in steeds groter wordende groepen als het ware onvermijdelijk werd.


      In het noorden van het land zal de nabijheid van de Middellandse zee de jaarlijkse neerslag verhogen ( 240 mm te Alexandriл) en de temperatuur binnen bepaalde grenzen bufferen ( 26 C maandgemiddelde in augustus te Alexandriл). Eens men meer in het binnenland binnendringt loopt de temperatuur snel op evenals het verschil tussen winter- en zomertemperatuur ( maandgemiddelde van 41°C in augustus en 7,5°C in januari te Oeadi-Halfa). De relatieve droogte van de lucht zal het verschil tussen de dag en nacht temperatuur nog doen aangroeien en vaak ligt de nachtelijke temperatuur zelfs tegen het vriespunt aan.


      Ten westen van de Nijlvallei strekken zich de zand- en kalkstenen plateaus van de Libysche woestijn uit. Het zijn de hamadas, begrensd door plotse steile wanden en doorsneden met uitgedroogde valleien gevuld met duinvelden. Breuken begrenzen langwerpige depressies waarin zich een keten van oases (Kharga, Farafra, Sioeah) hebben genesteld.In het noorden domineren deze hamadas de depresie van Kattara en in het noordwesten deze van de Fajoem. In het oosten vormen de bergen, van de Arabishe keten een meer uitgesproken reliлf en domineren de Rode Zee met hun steile, rechte breuklijnen daterend uit het Tertiair.

      De Nijl zelf, deze miraculeuze stroom die door de Egyptenaren tot god werd verheven, stroomt meer dan 3000 km door de Egyptische woestijn zonder ook maar йn zijarm te ontvangen. Zijn debiet wordt bepaald door dit van de Witte Nijl dat zijn water ontvangt via de Semliki vanuit het George- en Edwardmeer en via de Kagera vanuit het Victoriameer. Vanuit het Albertmeer vertrekt de Bahr-ed-Djebel ( de stroom van de bergen), ontvangt verschillende bijrivieren od zijn rechteroever en daalt snel af naar de Soedanese vlakte. De Witte Nijl, de verlenging van de Bahr ed-Djebel naar het noorden toe draineert dus streken gelegen op de evenaar en zijn debiet is het ganse jaar behoorlijk groot. In Khartoem ontvangt de Witte Nijl de Blauwe Nijl en wat meer stroomafwaarts de Atbara. Beide stromen ontspringen in het Ethiopisch gebergte en worden voornamelijk gevoed door de zomerregens die begin mei beginneen en begin september eindigen. De Witte Nijl zorgt dus voor een basisdebiet waarop zich tijdens de zomer het toegenomen debiet van de Blauwe Nijl en de Atbara ent waardoor de overstromingen ontstaan.


      Evolutie in het Quaternair

      wordt vervolgd
      <>.

       

      28-12-2007 om 00:00 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)
      03-11-2007
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Opvatting over geschiedenis

      OUD EGYPTISCHE OPVATTING OVER HET BEGIN VAN DE GESCHIEDENIS

      Volgens de faraonische gedachte bestond er geen geschiedenisen ook geen technische of intellectuele vooruitgang. De fysische wereld was geschapen door de oergod. De monarchie, geboren met de zon, had zijn vorm en functies aangenomen wanneer Horus, zegevierend over Seth, de Twee Landen verenigd had. Nadien hadden half-goden geregeerd over Egypte, obscure monarchieën, centraal of regionaal, in Memphis en This (volgens Manetho)," dienaars of volgelingen van Horus" in Hiérakonpolis en Boeto ( volgens een priesterlijke encyclopedie uit de Late Tijd). De troonsbestijging van een zekere Menes luidde dan de periode van de menselijke koningen in. Maar deze historische koningen zijn daarom, volgens hun opvatting, niet minder goden. Erfgenaam en vertegenwoordiger van Re zorgt iedere nieuwe Horus door het uitvoeren van de juiste rites voor het functioneren van de cosmos en onderhoudt hij de juiste orde (Maat) op het ondermaanse.


      Dit oerconservatief concept maakt van de geschiedenis een eeuwige herhaling en houdt ook in dat alles al geschapen werd in de primordiale momenten van het scheppingsproces. Alles of toch bijna alles. Het is dan ook niet verwonderlijk om te constateren dat de kunst en de gewijde teksten die die moeten aantonen "wat er is" en "wat er moet zijn" iedere plastische of technische vernieuwing, die werd uitgevonden of ingevoerd gedurende de drie duizend jaar dat het faraonisch rijk zich staande hield, afstompten of zelfs verwaarloosden.


      En wat "primitief", "prehistorisch", of "totemachtig" lijkt in de iconografie (beeldvorming) of het bestuur van deze uitzonderlijk "moderne" staat is in feite allen maar "primordiaal"( in de betekenis van bij de schepping ontstaan) maar dan wel meer dan ooit actueel.


      In het Oud-Egyptisch collectief geheugen komen maar zelden verwijzingen voor naar een menselijke voor- of protogeschiedenis. In de vergelijkende ethnologie merkt hierover op dat wat vooral opvalt niet alleen het ontbreken is van een eerste mens of een primitief koppel maar ook van elke sage die een of ander held ten tonele voert om de "beschaving" aan te brengen. Zelfs een buitengewone innovatie, de uitvinding van de pyramide als koningsgraf en de architectuur in gehouwen steen onder koning Djoser ( 3e Dynastie) werd uiteindelijk aan de goden toegeschreven. De architect Imhotep werd een zoon van de god Ptah, de god die hout en steen geschapen had en kunsten en ambachten had uitgevonden.

      DE HUIDIGE OPVATTING

      In het begin kende men in het westen ook niet veel van de obscure milennia van de prehistorie en de duistere eeuwen van de eerste twee dynastieën. Toen in 1866 Emmanuel de Rougé zijn "Recherches sur les monuments qu'on peut attribuer aus six premières dynasties de Manéthon " ( Opzoekingen over de monumenten die men aan de eerste zes dynastieën van Manetho kan toeschrijven) publiceerde, reikte de kennis niet veel verder dan de derde en vierde dynastie.


      De Egyptenaren lieten de schepping plaatsvinden 30.000 jaar en het verschijnen van de mens 5.000 jaar voor Christus geboorte. Dit was onaanvaardbaar volgens de toen heersende katholieke opvatting. Volgens de bijbel was de schepping niet ouder dan circa 4000 jaar. De katholieke wereld werd dan ook gescandaliseerd door de opvatting van Champolion die de mening van de Egyptenaren bijtrad. Het zogenaamd "Egypte van voor de zondvloed " werd slechts moeizaam en sporadisch ontdekt. Het is pas in 1868/9 dat de geoloog Arcelin en de prehistoricus Hamy voor het eerst de prehistorische ateliers in het zand van de Saïd ontdekten. Zo werd de prehistorie van de Nijl ingepast in de algemene prehistorie van de mensheid.


      De Thinitentijd begon pas vorm te nemen met de opgravingen van Amélineau te Abydos in de jaren 1890. Ondertussen is veel veranderd en de minitieuse methodes van de moderne archeologie zijn er in geslaagd de eerste technische realisaties van de opeenvolgende bevolkingen van de Nijlvallei in kaart te brengen als lokale mijlpalen van de algemene technische vooruitgang van de mensheid. Ze zijn er ook in geslaagd de elementen te reconstrueren die ons laten begrijpen hoe een monarchische staat ontsproot uit de verscheidenheid van deze lokale beschavingen


      Wat het paleolithicum betreft kunnen we nog niet echt, tenzij uit gewoonte en conventie , spreken van Egyptenaren. Noch het landschap, noch zijn bewoners waren toen al wat ze in historische tijden zouden worden. Wat men aan de Nijl dan kan beschrijven is een vooruitgang in de werktuigen en adaptatie aan de omgeving van kleine groepen jagers, vissers en plukkers. Een Paleolithicum met meer dan genoeg lokale variaties binnen een Afrikaans geheel. Met interesse ontdekken we hier voor het eerst de systematische exploitatie van wat Egypte te bieden had o.a. visserij in stilstaand water, geologische kennis maar ook het oudst bekende graf op het Afrikaans continent.


      Hierbij dient men zich voor de geest te houden dat de geschiedenis van Neder-Egypte op dit gebied zowel topografische als chronologische hiaten vertoont die er misschien geen zijn, omdat de erosie verschillende sites kan hebben vernietigd en aanslibbing er andere diep hebben bedolven. In feite gaat het, wanneer men in deze omstandigheden spreekt over Neder-Egypte in tegenstelling met Boven-Egypte, omde Fajoem en het uiterste noorden van Midden-Egypte enerzijds en de "Saïd" ten zuiden van Assioet anderzijds. De tussenliggende vlakte en de Delta zijn, gegeven de huidige stand van zaken, nog een onbeschreven blad alhoewel de opgravingen van Thomas Von der Way te Boeto daar wel enige verandering in hebben gebracht.


      In het neolithicum zien we het ontstaan van veeteelt (rund, schaap, geit, varken) en landbouw ( granen) die ook later de basis van de Egyptische economie zullen blijven. Later komt het gebruik van koper en het gebruik van in de zon gedroogde tichelsteen. Toch zal het metaal het gebruik van silex nog niet verdringen en de kunst om silex te bewerken zal zelf zijn hoogtepunt bereiken en het gebruiksmateriaal bij uitstek blijven ook onder de farao's


      Beeldje van een gebaarde man, Nagada I, Gebelein, musée Gumet Lyon, afmetingen 32 x 7 x5

      Dan doen de eerste afbeeldingen van mens en dier hun intrede, voorwerpen die men toeschrijft aan de Nagada-cultuur. Vorm en iconografische thema's sluiten nochtans weinig aan bij het latere Egypte van de farao's Maar dan komen ook de votiefknotsen en de paletten waar men beter en beter de evolutie in continuiteit van de ene cultuur (Nagada) naar de andere (Faraonische) kan volgen.


      Er schijnen twee grote cultuurgroepen te hebben bestaan. Eén in het noorden bij de punt van de Delta de andere in Boven-Egypte, deze laatste blijkbaar een groter voortbrenger van artistieke creaties. Het zou dus blijken dat in de tijd van de "Volgelingen van Horus" er twee Egyptes hebben bestaan die dienden verenigd te worden. De urbanisatie van Hieraconpolis, bij het eind van het vierde millenium, schijnt overeen te stemmen met de aanwezigheid van een monarchie. Tegenwoordig meent men ook in het mythische Boeto in de Delta een overeenkomstig centrum van koninklijke macht te mogen erkennen al is niet iedereen het hierover eens.


      Daarenboven meent de archeologie een opschuiven stroomafwaarts van artefacten uit het zuiden en dus ook van mensen uit deze streek te mogen opmerken en tonen enkele vondsten van predynastische koningen tekenen die op veroveringen wijzen. Verovering van het noorden door het zuiden of vreedzame penetratie ? Het is in deze politieke en culturele context dat op een zeer korte periode hiërogliefen, het gebruik van papyrus, de karakteristieke afbeeldingen van goden en farao in zwang geraken. Horus Narmer in wie we de klassieke Menes menen te mogen erkennen scheidt, een beetje arbitrair misschien, tenslotte de prehistorie van de historie



      .

       

      03-11-2007 om 00:00 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)
      04-10-2007
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De prehistorie

      De Prehistorie van Egypte

      • Inleiding
      • Geschiedenis van de ontdekking van de prehistorie in de Nijlvallei.
      • De Evolutie van de Nijl in het Quaternair Tijdperk
        • De Huidige toestand
        • De evolutie
      • Het Paleolithicum in de Nijlvallei
        • Het Oud Paleolthicum
        • Het Midden Paleolithicum
        • Het Jonge Paleolithicum
          • De site van Nazlet-Khzater-4
          • De Sjoewichat-cultuur
        • Laat Paleolithicum
          • De culturen
          • Economie
        • Het Epipaleolithicum
      • Het Neolithicum in de Nijlvallei
        • De oorsprong
        • Boeren en veetelers in de Nijlvallei
        • De Nagada cultuur
          • Maaidi-Boeto cultuur in het Noorden
          • Nagada I cultuur in het Zuiden
          • Nagada II cultuur
          • Nagada III cultuur

      04-10-2007 om 00:39 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)
      27-06-2007
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MUMMIE VAN HATSJEPSOET GEÏDENTIFICEERD

      Vandaag werd door Zahi Awass, hoofd van de Oudheidkundige dienst van Egypte bekend gemaakt dat de mummie KV60 definitief dient beschouwd als de mumie van de vrouwelijke farao Hatsjepsoet.

      Het uiteindelijke bewijs werd gevonden in een doosje dat de naam van deze vrouwelijke farao droeg, waarin namelijk, naast ondermeer haar lever, een tand van haar zat. Het ivoren doosje werd gevonden te Deir el Baheri in de cache DB320.

      Een scan van het doosje toonde een tand die,wanneer hij gemeten werd juist paste binnen de fractie van een milimeter in de holte van de ontbrekende molaar in de mond van de mummie van de obese dame in graf met kenletters KV60 in de vallei rechtover KV20 waar het echte graf van Hatsjepsoet zich bevindt "(...)

      De archeologisch, forensische en wetenschappelijke onderzoekingen die tot de idenstificatie van de mummie leidden zullen woorden voorgesteld in "Secrets of Egypt's Lost Queen," een documentaire die wordt uitgezonden op 15 juli om 21 uur ET/PT op Discovery Channel", die de draagbare CT-scan in bruikleen gaf.

      Dokter Zahi Awass heeft reeds een website met het ganse verhaal :
      "The Search for Hatshepsut and the Discovery of her Mummy" http://www.guardians.net/hawass/hatshepsut/search_for_hatshepsut.htm

      Andere links:
       http://snipr.com/1nkgh [http://dsc.discovery.com/news/2007/06/25/egyptqueen_ arc.html?category=archaeology&guid=20070625181630 &dcitc=w19-502-ak-0000]
      http://www.reuters.com/article/scienceNews/idUSL2589587820070625 http://news.yahoo.com/s/nm/20070625/sc_nm/egypt_mummy_dc_1 http://www.abcnews.go.com/Technology/story?id=3313952&page=1 http://www.newkerala.com/news5.php?action=fullnews&id=42016

      Links in het Nederlands

      http://snipr.com/1nkgi
      [http://www.trouw.nl/laatstenieuws/ln_buitenland/article737588.ece/ Egyptologen_Hatsjepsoets_mummie_is_gevonden]

      27-06-2007 om 23:01 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)
      18-06-2007
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

      HORUS SANACHT [NESOEBITI NABKA ?]

      DE POSITIE VAN DEZE KONING IN DE LIJST IS NIET EENDUIDIG BEPAALD.

      Bevindingen van 1996 te Oemm el Qa'ab in de tombe V van Chasechemoei zouden argumenteren voor een direkte opvolging van Chasechemoei- Netjerichet (Djoser). De argumenten om aan te nemen dat Djoser zijn vader (of schoonvader ?) Chasechemoei begroef zijn zeer sterk. Maar dit is niet onoverkomelijk want we weten dat zegels van Hotepsechemoei werden gevonden in de tombe van Qa'a en niettegenstaande dat zouden ook hier op zijn minst twee koningen Sneferka en Ba hem, zij het kortstsondig, zijn voorafgegaan. Helaas, ook dit laatste is niet 100% bewezen.

      In de tijd dat Horus Sechemchet nog niet bekend was dacht men dat hij de opvolger van Djoser was. Er zijn inderdaad argumenten om dit aan te nemen beweert Francesco Rafaele maar hij haalt niet aan welke.

      Recent echter werd hij opnieuw achter Sechemcet of Chaba geplaatst.(Swelim, Kahn)

      Maar bewijsmateriaal uit de necropool van Zawijet el Arian, Beit Challaf en Sakkara maken het moeilijk om de opeenvolging van Sanacht-Djoser (Beit Challaf), Djoser-Sechemhet (Sakkara Trap pyramide) Sechemhet-Chaba (ondergonds plan van de pyramide) uit elkaar te halen.

      WAT IS ER VAN HEM BEKEND

      • 1.

        Er zijn van hem zegelafdrukken gevonde te Elefantine

        Plan van mastaba K2 te Bet Challaf (Garstang, 1903, Mahasna en Bet Khallaf, PLaat 18, het graf van Hen-necht.


      • 2.

        te Bet Challaf zijn ook maar sterk beschadigde zegelafdrukken en inscripties van hem gevonden in mastaba K2 (Kahl et al. 1995 p.140-151), die in tegenstelling met wat men een tijd heeft geloofd niet aan hem maar een van zijn ambtenaren behoorde.(Nicolas Grimal 1988 Histoire de l'Egypte Ancienne p 80) of misschien aan een (zijn?) koningin. Ook de vrouw van Chasechemoei en mogelijks moeder van Sanacht, Ni-maat-hapi,is als kandidate voorgesteld geweest. Maar har naam komt alleen voor in de naburige mastaba K1 waar vooral zegelafdrukken van Djoser werden gevonden, alsook ййn van Peribsen. (Vandier -Manuel I , 870 ; Reisner - Develop. ; Lauer - Pyr. Degr.)

        In het voornaamste en zuidelijke graf werd het skelet aangetroffen van een zeer grote man ( bijna 1,90m). Nu is he zo dat Manetho verhaalt dat ййn van de laatste koningen van de Tweede Dynastie, die hij Sesochris noemt meer dan 3 el lang was. De sarcofaag zelf was opgegeten door de mieren (John Garstang op.cit. p. 11-14; Nabil Swelim Some Problems, 1983, 95). De naam van de dode begraven in het noordelijke deel van is niet bewaard gebleven alhoewel we kunnen gissen dat het bijna zeker de vrouw van de eigenaar van het graf zal geweest zijn.

        De mastaba K2 is dus dubbel. De bovenstrcutuur is gelijkaardig aan deze van van K1 (een grote mastaba, zonder niches en mogelijks met een kapel in openlucht) maar rust op een soort laag platform zoals de trappyramide. De eerste trap vertrekt aan de noord-oost hoek van het dak en wisselt tweemaal van richting maar is minder groot dan de tweede meer zuidelijke trap. Het derde deel van de eerte trap loopt door een soort gewelfde tunnel waarvan het dak uit tichelsteen bestaat die in lagen doorgaan tot de top van de mastaba. Daarna wordt de gang afgesloten door ee valhek. Hierna bevindt zich hetgrafgedeelte met een hall met een kleine plaats en een nis in de oostelijke wand, daarna haaks op de hall een gang in west-oost richting die uitmondt in de begraafkamer Deze schijnt oorspronkelijk bedoelt voor de vrouw van de eigenaar maar is waarschijnlijk nooit gebruikt.

        De tweede trap vertrekt ook op de top van het dak en verloopt eerst oost-west, daarna noord-zuid, in het tweede deel hiervan loopt hij door een tunnel waarvan de ingang afgesloten is door een valhek, na de tunnel stoot men opnieuw op een valhek, dat het grafgedeelte afsluit. Dit bestaat uit een lange gang met aan elke zijde telkens drie kamertjes en die uitmondt in een soort hall. Het graf aan de westzijde is door een smal gangetje verbonden met de hoofdgang.

        Aan de zuidzijde van de mastaba zien aan de buitenkant nog een eigenaardigheid namelijk de resten van helling, die toeliet van zich op het dak van de mastaba te begeven. Zonder twijfel hebben alle mastaba's zo een helling bezeten maar is er zo weinig van overgebleven omdat deze helling waarschijnlijk werd afgebrooken na de begrafenis.

        De mastaba werd opgegraven door Garstang, dei Sanacht verkeerdelijk las als Hen-Necht de bovenbouw is kleiner dan deze van K1 (65 x 23,5m )en mogelijks is dit dubbel graf van een oudere datum dan zijn buur K1. ( Garstang Mahasna and Bet Khallaf, 1903 p. 11). Naast de platform onderbouw schijnt K2 ook een trapvormige bovenbouw ( althans toch een trapvormige kern) bezeten te hebben wat een voorbode lijkt te zijn van de trapvormige pyramide van Djoser.

        Maar zoals gezegd behoort het graf naar alle waarschijnlijkheid toch niet aan Sanacht toe. Waar Sanacht dan zelf begraven is weten we nog niet maar de meest waarschijnlijke plaats zou te Sakkara zijn ten westen van het Djoser compleks. Lauer meent dat zijn graf zich bevindt onder de begrafenistempel van Oenas.

      • 3.

        Misschien kan ook een vroege structuur ( mastaba 1) binnen de omheining van de trappyramide aan hem worden toegeschreven.

        Reliлf uit de Wadi Maghara


      • 4.

        Zandsteenreliлf gevonden in de nabijheid van de turkoois mijnen van de Wadi Maghara in de Sinaп toont o.a. de Horus Sanacht met zijn naam in een serech. De koning neemt de bekende positie aan "van het neerslaan van de vijand".

      WAT ZIJN DE MOGELIJKHEDEN ?

      • 1.Sanacht achter Sechemchet is moeilijk aanvaardbaar dit zou zijn regering met ca 20 jaar van deze van Djoser scheiden. Dit is onwaarschijnlijk daar de architectuur van de mastaba's van Beit-Challaf op sterke verwantschap met de trappyramide wijzen. Het feit dat het graf aan een edelman van hem toebehoorde zou dit argument al dan niet kunnen wijzigen.

      • 2.Sanacht na Chaba is om dezelfde reden moeilijk aanvaardbaar en bovendien interpoleren we iemand tussen Sechemchet en Chaba. Nu het pyramide compleks van Chaba is, zij het dan op kleinere schaal, architecturaal direct vergelijkbaar met dit van Sechemhet. Deze laatste moet op basis van de graffiti op de muren, de koningslijsten en de keuze van necropool en plaats van zijn grafcomplex aldaar onmiddellijk op Djoser volgen.

      • 3. De reliлfs van Djoser, Seckhemhet en Sanacht in de Wadi Maghara (Sinaп)schijnen onderling weinig stijlverschillen te vertonen.

      • 4. Dus zou het wel eens kunnen dat Sanacht voor Djoser heeft geregeerd en misschien een familielid (broer ?)van hem was. In dat geval kan zijn regering maar van korte duur zijn geweest wat accordeert met de weinige monumenten die van hem zijn overgebleven. Vijf tot zeven jaar schijnt een aanvaardbare periode.

        IS SANACHT DEZELFDE PERSOON ALS NEBKA

        De argumenten voor de identiteit van nesoet-biti Nebka en Horus Sanacht wegen niet zeer zwaar en de discussie is vandaag de dag nog niet helemaal beslist. Het was Kurt Sethe die op een zegelafdruk van Bet Challaf, waarop de twee namen samen voorkwamen, de naam [NEB] KA las. (Cambridge Anc. Hist. vol. I pt.2 pag 157 en Drioton-Vandier -CLIO- p.200). Hierbij dient vermeld dat alleen het KA gedeelte van de naam duidelijk leesbaar was. (Garstang M.& Bet Khallaf pl. XIX,7).

        Helck daarentegen (Thinitenzeit' p. 107) denkt dat Nebka en Sanacht twee verschillende koningen zijn. Maar dan belandden we in het volgende probleem dat we namelijk geen duidelijke argumenten hebben om de ene achter of voor de andere te plaatsen. (Helck in Z.A.S. 106,1979 p. 130). Zoals we reeds gezegd hebben kan de mastaba K2 te Bet Khallaf waarschijnlijk niet toegeschrevn worden aan Sanacht. Petrie (A History I pp. 29-30 7.ed.)en Barta (op.cit) denken dan weer dat Sanacht identiek is aan Nebka maar tevens aan Nebkara. R.Weill (II et III dynasties) ziet in Neferka dezelfde persoon als Sanacht.

        Enkele sporen wijzen er op dat Nebka een cartoche (seshen) zou gebruikt hebben voor zijn tweede naam. Tijdens e rest van de dynastie bleef de Horus naam (serech) echter predomineren en het is pas onde de regering van Hoeni, Snofroe en Choefoe dat de nesoet-biti namen in cartouche de meest gebruikte namen worden.

        (aan dit artikel wordt nog gewerkt)

      18-06-2007 om 00:00 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)
      14-06-2007
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE DYNASTIE WISSEL en de OVERGAN NAAR HET OUDE RIJK

      REDEN VAN DE DYNASTIE WISSEL

      Manetho geeft de wissel van dynastie aan samen met de wissel van hoofdstad van This naar Memphis. Nu is het wel zo dat, alhoewel Chasechemoei blijkbaar de hoofdstad terugbracht naar Hierakonpolis, in he zuiden, de andere koningen van de Tweede Dynastie ook goed vertegenwoordigd zijn te Sakkara ( de begraafplaats van Memphis) en dit zou dan kunneen duiden op een verleggen van de hoofdstad naar Memphis reeds voor de aanvang van de Derde Dynastie. Zowel This als Memphis echter liggen begraven onder moderne steden en zijn dus verloren voor verder doorgedreven archeologisch onderzoek. Dit kan leiden tot vervalsing van onze conclusies daar we afhankelijk zijn van het toeval voor wat bewaard werd of verloren ging

      Met de Derde Dynastie laten de archeologen na de THINIETENTIJD of het ARCHAISCH RIJK nu het OUDE RIJK een aanvang nemen. Nochtans is de Derde Dynastie eerder een overgangsperiode, zowel vanuit politiek, religieus als artisiteik oogpunt, tussen de Archaische Tijd (die zelf reeds in vele aspecten als volwassen en vol innovatie kan beschouwd worden) en de luisterrijke periode van de Grote Pyramidenbouwers van de Vierde Dynastie waar het Oude Rijk zijn hoogtepunt bereikt.

      Niettegenstaande het gebrek aan bronnen blijkt deze periode zeer belangrijk voor de daaropvolgende Egyptische geschiedenis en cultuur. Dit zal ondermeer blijken uit:

      • De verschuiving van het astrale (Horus, Hathor) naar het solaire( pyramiden, cartouches, god Ra) karakter van de religie.

      • De eerste pyramiden en begrafenis compleksen horen thuis in de 50-60 jaar die Djoser van Hoeni scheiden. De vooruitgang in de structuur van deze koninklijke graven is niet zuiver architecturaal maar berust ondermeer op de verschuiving naar de Heliopolitaanse zonne-doctrine en nog meer op het feit dat het centraal bestuur nu bekwaam is om grote massa's werkvolk, die nodig waren om deze grafmonumenten te bouwen, op de been te brengen, te onderhouden en van het nodige materiaal en grondstoffen te voorzien.

      • Dit laatste doel werd ondermeer bereikt door de burelen van de centrale administratie te verspreiden over het ganse territorium om aldus over te kunnen gaan tot een efficiëntere inning van taksen en belastingen. Deze inningssystemen waren wel reeds sinds eeuwen ter plaatse maar het is pas onder de Derde Dynastie dat het systeem zeer efficiënt wordt door geografische spreiding van personeel en middelen via een sterk gecentraliseerd bestuur. Een voorbeeld daarvan is de nederzetting te Elefantine. De koningen van de Vierde Dynastie zullen dan ook gretig gebruik maken van de vorderingen gemaakt op dit gebied door hun rechtstreekse voorgangers en het zal hen toelaten zich te concentreren niet alleen op hun bouwactiviteiten maar tevens ook op veelbelovende militaire activiteiten buiten de grenzen.

      • Verschillende nieuwe titels en ambten verschijnen ten tonele als bewijs voor de ontwikkeling van een tot in de periferie verspreid netwerk van het staatssysteem, tevens ruggengraat van deze niewbakken bureaucratie. Deze periode is kenmerkend voor de overgang van de gedecentraliseerde Thinitische methode van werken naar de meer gecentraliseerde structuur van de Memphitische staat.

      • In de mastaba van Hesire vinden we voor het eerst, naast de traditionele afbeelding van de dode tegenover zijn offer ( cfr. private steles in Abydos en Heloean) nu ook de de afbeelding van de overledene terwijl hij toeziet op de productie van de goederen voor zijn graf. Dit concept is een verbreding van het figuratieve systeem1 in de graven. Dit systeem bestond in den beginne slechts uit de vermelding van de naam van de overledene, later begeleid door zijn titels en lijsten van goederen om tenslotte te eindigen bij de scenes "gegrepen uit het dagelijkse leven" begeleid door een uitgebreide biografie. De eerste grote biografie, deze van Methen, wordt slechts een paar jaar na de regering van Hoeni gedateerd.

      • Het schrift wordt dan ook steeds verfijnder niet alleen op het esthetische vlak maar ook naar vorm en inhoud (cfr. de panelen in de pyramide van Djoser en de fragmenten van de tempel van Heliopolis).

      • De beeldhouwwerken in het bijzonder de koninklijke en private standbeelden, alhoewel niet in overvloed aanwezig, benaderen steeds meer op artistiek en stilistisch gebied het dogma van het classicisme van de Vierde Dynastie.

      • In deze overgangsperiode neemt ook de traditie een aanvang van het gebruik bij begravingen van een programma van "artistieke expresie" dat sterk gebonden is aan het "traject" doorheen de tombe2



      VERVOLG 1. Barocas 1978, Ideologia e lavoro...'
      2. Mrs W. Wood in J.A.R.C.E. 15

      14-06-2007 om 00:00 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (2)
      05-06-2007
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE DERDE DYNASTIE

      De Derde Dynastie

      Er is een geruststellende overeenkomst tussen het aantal namen van koningen van deze Derde Dynastie in de koningslijsten en van de Horus en nesoet-biti namen op de monumenten. Maar deze overeenkomst is in feite maar schijn want men weet nog steeds niet zeker wat bij wie hoort en zelfs over de volgorde van de koningen is er geen eenstemmigheid. Hieronder vind je een tabel met de namen zoals ze in de koningslijsten voorkomen

      Turijnse papyrus Abydos Sakkara Manetho
      Neb-ka (19 jaar) Neb-Ka - Necherophes (28 jaar)
      Djoser-it (19 jaar) Djoser-za Djoser Thosorthos(29 jaar)
      Djoser-ti (6) Teti Djoser-Teti Tyreïs (6)
      [hoe] Djefa (6) Sedjes - Mesochris (17)
      - Nefer-ka-ra Neb-ka-ra Souphis (16)
      Hoe-[ni] (24) - Hoeni ?Aches (42)

      De horus namen op monumenten gevonden zijn:

      • Netjerichet
      • Sechemchet
      • Sanacht
      • Khaba
      • Ba (?)
      • Qa Hedjet
      Hierbij staat zeker vast dat Djoser overeenkomt met de Horus Netjerichet

      Als cartouche namen zijn bekend:

      • Djoser
      • Djoser-teti
      • Nebka
      • Sedjes
      • Nebkara
      • Neferka
      • Hoeni-hoe nesoet H

      Voegen we hier aan toe aan dat archeologische vondsten erop wijzen dat Horus Netjerichet(Djoser) onmiddellijk zou gevolgd zijn op Chasechemoei en dus de eerste koning van dynastie zou zijn in tegenstelling met wat de lijsten van Abydos, Turijn  en Manetho aanduiden. Anderzijds is er archeologische evidentie dat de opvolger van Djoser-Netjerichet inderdaad Horus Sechemchet zou zijn wiens nebti naam met zekerheid Djeserti is, zodat hier monumenten en lijsten overeenkomen. Bovendien bestaat er ook geen twijfel over dat de koning met nesoet-biti naam Hoeni de laatste koning van de dynastie was; Tot daar de zekerheden. De volgorde van de horus namen Sanacht, Khaba en Qa-Hedjet is onzeker evenals het feit aan wie de nesoet-biti Nebka dient toegewezen.

       

      De duur van de Derde Dynastie

      Derde Dynastie op de Papyrus van Turijn

      De Turijnse Papyrus geeft en totaal van 74 jaar wat een vrij korte periode is1. Manetho geeft echter een totaal van 214 jaar wat wellicht overdreven is2. Een realistische schatting voor de duur van de regering van de zes of zeven koningen van de Derde Dynastie lijkt te gaan van 70-80 tot 120-130 jaar.

      Op de verschillende fragmenten van de Annalensteen bleef geen enkele naam van de koningen van de Derde Dynastie bewaard op de lijneen die dekoninklijke titulatuur en de naam van de koninginmoeder bevatten. De laatste reconstructies3 plaatsen Chasechemoei, de laatste koning van de Tweede Dynastie , aan het begin van de vijfde lijn. Logischerwijze volgen hier dan de vorsten van Derde Dynastie zodat het laatste jaar van Hoeni's regering samenvalt met de laatste jaarbox op deze lijn. DE fragmenten die we bezitten moeten dan gerelateerd zijn aan de zes laatste jaar van Nebka en de vijf eerste van Djoser (lijn vijf van het Palermo fragment) en de laatste jaren van Djoser de zes of zeven van de totale regering van Sechemchet en de twee eerste van dezes opvolger moeten zich dan bevinden op de onleesbare lijn vijf van K1 ( voornaamste Caпro fragment; vier jaar van het begin van de regering van Hoeni ( of mogelijks Nebka) bevinden zich op het Petrie fragment( de recto kant van dit laatste fragment moet rechts van P of links van K1 worden geplaaatst). Dr. Nabil Swelim die een extensieve studie gemaakt heeft over de Derde Dynastie geeft 138 jaar als de lengte van de totale regeringsduren.

      CHRONOLOGISCHE TABEL VAN DE DERDE DYNASTIE GEBASEERD OP DE STUDIE
      ENKELE PROBLEMEN IN DE GESCHIEDENIS VAN DE DERDE DYNASTIE (1983) p.224

      door Dr. Nabil M.A. SWELIM

      HORUS NAMEN
      Andere eigentijdse namen

      Koningslijsten NIeuwe Rijk
      Abydos
      Sakkara
      Turijn
      Africanus (Af)
      Eusebius (E)
      Eratosthenes (Er)
      Regeringsjaren
      Begrafenis Monumenten
      1
      Chaba
      Hornoeb Irtdjetef
      Nebka
      Nebka
      -
      Nebka
      Necherophis (Af)
      Nechrochis (E)
      19
      Hierakonpolis Omheining(Fort)
      2
      Sa
      Sadjeser
      Djeser
      Djesersa
      Djeser
      Djeserit
      Tosorthros (Af)
      Sesorthos (E)
      19
      Gisr el Modir te Sakkara
      3
      Ba
      Teti
      Teti
      -
      -
      Tyreis (Af)
      7
      Ptahhotep omheining te Sakkara
      4
      Sanacht
      (Koning "W") *
      lacune
      (sedjes)
      -
      -
      Mesochris (Af)
      Momcheiri (Er)
      17
      El Deir omheining/tichelstenen massief te Aboe Roasj
      5
      Netjerichet
      Netjerichetranoeb,
      Senwy or Sensen,
      (King "X")
      *
      lacuna
      (sedjes)
      -
      -
      Soyphis (Af)
      Stoichos (Er)
      30
      Trappyramide compleks te Sakkara
      6
      Sechemchet
      Djeserty anch
      lacune
      (Sedjes)
      Djeserteti
      Djeserty
      Tosortasis (Af)
      Gosormies (Er)
      16
      Onafgewerkt Trappyramide compleks te Sakkara
      7
      ?
      Nebkara
      lacune
      (sedjes)
      Nebkara
      lacune
      (hudjefa)
      Aches (Af)
      Mares (Er)
      3,5
      Onafgewerkte pyramide te Zawiyet el Aryan
      8
      ?
      Neferka
      Neferkara
      -
      lacune
      (hudjefa)
      Sephuris (Af)
      Anoyphis (Er)
      2,5
      Lagen Pyramide te Zawiyet el Aryan
      9
      Qahedjet
      Hoeni
      -
      Hoeni
      Hoeni
      Kerpheris (Af)
      24
      Meydoem Pyramide

      Deze studie is ondertussen ook al twintig jaar oud en de huidige inzichten van de auteur kunnen verschillen van deze hierboven aangegeven. * Koning "W" en "X" zijn de twee koningen op de Palermosteen lijn V recto).


      Derde Dynastie Koningslijst volens Kaploni5

      Horus Za
      nijsoet-biti Oer-Za-Chnoem 6
      2 maand, 23 dagen
      Horus Netjerychet
      nisoet-biti nebti Netjerychet (Ra) Noeb
      19 jaar
      Horus Sechemkhet
      nisoet-biti Nebti Djoserti
      6 jaar
      Horus NechetZa (Zanacht)
      nisoet-biti Nebka (-Ra)
      Horus Tehenoe (.j) Noeb 7
      19 jaar
      Horus Chaba
      nisoet-biti Sjenaka
      Netjer Noeb
      6 jaar
      Horus NebHedjet
      nisoet H(oe)
      Noeb Nebhedjet
      24 jaar
      (tot. c. 74 jaar)

      U kan dus zelf vaststellen dat de opvolging van deze koningen absoluut niet vaststaat althans niet buiten de hogergenoemde zekerheden.Zeker is ook dat de begraafplaaats van de koning zich niet meer te Abydos bevond maar verhuisde naar Memphis(Sakkara-Gizeh). Maar ook de toekenning van de begrafenismonumente te Meidoem en Zawijet  el-Arijan aan een bepaalde koning vertoont nog moeilijkheden. Het einde van de Derde Dynastie is met een zekere waarschijnlijkheid rond 2575 v.Chr. te plaatsen8

      DERDE DYNASTIE: EEN OVERZICHT

      Ongetwijfeld wordt de Derde Dynastie gedomineerd door de regering van de grote koning Djoser. Tijdens zijn ambtsperiode bereikt de Egyptische beschaving voor het eerst een absoluut hoogtepunt. Getuigen hiervan zijn niet alleen de merkwaardige monumentale werken die niet beperkt blijven tot de architectuur. Dit is ook het tijdperk waarbij we van private personen iets meer te weten komen dan hun naam en titulatuur dit dankzij hun intelligentie, wijsheid, capaciteiten en de schittering van hun laatste verblijfplaats.

      Hier ontbreken nog enkele paragrafen die later zullen worden aangevuld

      Maar zoals bij de vorige dynastie is de centrale periode van de dynastie een periode met lacunae in onze kennis. Lacunae, die vermoedelijk reeds bestonden in de tijd van de Ramessieden toen, zoals we eerder hebben gezien voornaamste ons bekende koningslijsten (Abydos, Sakkara, Turijn) werden samengesteld.Daaarom ook de verschillen. Namen als Neferkara en Nebkara komen maar op één lijst voor. Nerferkara als vijfde van vijf op de Abydos lijst en Nebkara als derde van de vier in de Sakkara lijst. Op deze laatste lijst is de eerste koning Djoser, die in de Canon van Turijn en de Abydos lijst na Nebka wordt geplaatst. De Turijnse papyrus plaatst bovendien Nebka als laatste koning van de Tweede Dynastie om aldus een duidelijke cesuur van de regering van Djoser met de voorgaande regeringen aan te duiden.

      Sedjes vinden we alleen in de lijst van Abydos, op de vierde plaats terwijl op deze plaats de papyrus van Turijn zes jaar van een koning met naam ".....djefa" plaatst. Dit wordt echter gereconstrueerd als Hoedjefa ( eerder dan het aan Sedjes gelijkluidende Sedjefa. Dit woord zijn we reeds in de vorige dynastie tegengekomen in de betekenis van een lacuna die voorkwam op de lijst waarvan werd gecopiëerd9.

      Barta in zijn chronologie van het Oude Rijk, gebaseerd op een analyse van Annalensteen10 echter stelt dat Hoedjefa de naam van koning is, die hij gelijksteld Neferkara/Sedjes, die in deze periode geïdentificeerd werd met Horus Chaba

      Een stele, aangekocht door het Louvre museum eind de zestiger jaren, toont een Horus Qa Hedjet rechtsaande en omhelsd door de god Horus.Deze stele werd eerder toegeschreven aan koning Qa'a van de Eerste Dynastie. Maar omdat deze stele stilistisch eerder aansluit bij de reliëfs in de Whadi Maghara wordt hij door Barta11 toegeschreven aan de Derde Dynastie en Qa Hedjet aldus geïdentificeerd met Hoeni, wiens Horus naam trouwens nog steeds niet bekend is.

      Het lijkt dan ook waarschijnlijk dat voor Hoeni verschillende vorsten telkens gedurende een korte periode hebben geregeerd wat de mogelijke verwarring in de lijsten, althans voor de periode na Sechemchet, in de hand zou hebben gewerkt.

      Men begint nu gewoonlijk de Dynsatie met koning Nebka/Sanacht alhoewel Drioton en Vandier12 hem na Djoser plaatsen en de Kahl13 hem nu na Sechemchet plaatst.

      Sechemhet (Teti, Djosertei en Djoserti), duidelijk aanwezig te Sakkara komt nu voor Chaba waar hij hem vroeger opvolgde. Aan Chaba wordt de gelaagde pyramide van Zawiyet el Aryan toegesschreven

      REDEN VAN DE DYNASTIE WISSEL

      wordt vervolgd.


      1. T.Wilkinson 1999. "Early Dynastic Egypt" blz 95 , Gardiner 'The Royal Canon of Turin' - 1959 en J. Malek in J.E.A. 68 p. 93-106
      2. P. O'Mara in G.M. 147 geeft een vergelijking van data tussen de Turijnse Papyrus en Manetho
      3. Kaiser Z.A.S. 86, Helck M.D.A.I.K. 30 en Thinitenzeit, Barta Z.A.S. 108
      4. Dr. Nabil Swelim 1983, The Archaeological Society of Alexandria; Archaeological & Historical Studies n. 7
      5. P. Kaploni in R.A.R. I, 1977 p. 146-55
      6. I.A.F. p. 380, 468, 611
      7. I.A.F. III n. 806
      8. Baines en Malek 1980:36
      9. Goedicke J.E.A. 42 p.50
      10. Barta Z.A.S. 108, 1981
      11. Barta op. cit. en Kahl et al 1995
      12. Drioton en Vandier p 109
      13. Kahl op.cit.

      05-06-2007 om 00:00 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)
      18-05-2007
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEURENDE STENEN

      In een vorige aflevering hebben we gezien dat een identificatie van de steensoorten en chemische stoffen  in hiërogliefenschrift op basis van hun kleur niet veel opleverde. Davidovits zou zich dan op andere eigenschappen van chemische stoffen namelijk reuk en smaak willen baseren.

      In zijn boek II Euterpe beweert Herodotos dat de priesters uit Memphis hem vertelt hadden dat op de pyramide van Cheops men in hiërogliefen de som geschreven had  die was uitgegeven aan de arbeiders onder de vorm van ramenas,  look en uien en dat de persoon die voor hem deze inscriptie geïnterpreteerd had beweerde dat deze som, die hij zich goed herinnerde, 1700 zilveren talenten bedroeg ( meer dan 100 miljoen Euro). In vulgariserende
      geschriften werd deze uitspraak vaak herhaald en werden de arbeiders beschreven als stinkend naar ui en look
      .

      Davidovits heeft dit echter op een andere manier geïnterperteerd en hij beweert dat het hier zou handelen om de kost van de expedities om mineralen van het type arsenaat op te halen uit de koper en turquoise mijnen in de Sinaï.  (Davidovits, 1978, 1982). In de mineraalkunde bestaat er immers een eenvoudige methode om mineralen te definiëren namelijk hen verwarmen met een kleine vlam en als er onmiddellijk een lookgeur vrijkomt heeft men te doen met arsenaten (ijzer of koperarsenaat) .

      Davidovits is dan aktief gaan kijken naar de namen van mineralen in het hiërogliefenschrift om te zien of er verwijzingen naar ui, look en radijs in voorkwamen. Voor elk van deze groenten en hun geuren werden vertegenwoordigers gevonden.

      • DE UIENSTEEN : In kolom 15 eindigt de steen "oetesji"  met een determinatief  die lang het onderwerp van discussie is geweest.  Brugsch leest HEDSJ en geeft er de betekenis "wit" aan.  Barguet leest het anders maar vertaalt het niet en Harris verklaart dat de vertaling in het ongewisse dient te blijven. Davidovits lees  HEDSJ, maar zijn vertaling is "ui" . De steen oetesji zou dan kunnen vertaald worden als steen die naar ui riekt. 

      • DE LOOKSTEENl: Look is gesuggereerd geworden voor HOETEM en TAAM, uit de stam TEM. In kolom 16 zou het mineraal TEM-IKR, waarbij  KR betekent zwak, 
        dan een mineraal zijn dat zwakjes naar look ruikt. .

      • DE RADIJSSTEEN: Radijs komt overeen met KAOEe en KA-T. In kolom 16, zou het mineraal  KA-Y dan de steen met radijsreuk kunnen zijn..


        FIGUUR ( komt later)

      De vertaling rekening houdend met hoger vermelde feiten zou dan kunnen zijn :

      (Kol. 11): Er is een bergmassief in de oostelijke streek ( Elefantine) die alle mineralen bevat, alle (geërodeerde) gesteenten, verbrijzeld (dus geschikt voor aggregatie), alle produkten
      (Kol. 12) die men nodig heeft om de tempels van de goden van het Noorden en het Zuiden te bouwen, de nissen voor de heilige dieren, de pyramide voor de koning (koningsgraf) en alle beelden die overeind staan in de tempels en de heiligdommen. Meer nog, al deze scheikunduge producten zijn voor het aangezicht van Khnoem en rond hem geplaatst. .
      (Kol. 13)...daar is midden in de rivier een rustplaats voor ieder man die de delfstoffen aan hun beide zijden bewerkt. 
      (Kol. 15) Leert ons de namen van de steenmaterialen die men dient te vinden  … bekhen, het dode (geërodeerde) graniet , mhtbt, r’qs, oetesji-hedsj (uiensteen) .. prdny, tesjy.
      (Kol. 16) Leert ons de namen van de zeldzame mineralen stroomopwaarts... goud, zilver, ijzer, lapis-lazuli, turquoise, thnt (chrysocollum), Jaspis, Ka-y (radijssteen), gruis (?), emerald, temikr (looksteenl), en verder, nesjemet, ta-mehy, hemaget, ibehet, bekes-anch, groene kleurstof, zwart antimoon en rode oker...…
      (Kol.18) ...heeft vastgesteld dat God rechtstond....Hij heeft tot mij gesproken  : “Ik ben Chnoem, uw schepper, mijn armen zijn rondom jou, om je lichaam te steunen om
      (Kol. 19) uw ledematen te bewaren. Ik vertrouw je mineralen op mineralen toe … sinds de schepping heeft niemand ze ook bewerkt (om steen te maken ?) om tempels van de goden te bouwen of vernielde tempels te herstellen.....

      Volgens Davidovits beschrijft de stèle van de Hongersnood de uitvinding van de constructie met steen ( toegeschreven aan Djoser en Imhotep de bouwers van de trappenpyramide te Sakkara)
      Volgens de tekst zou zou deze uitvinding resulteren uit de behandeling van verschillende mineralen en delfstoffen die dan chemische producten, betrokken bij de vervaardiging van syntehtische steen of een type van beton, zouden zijn.

       

      18-05-2007 om 01:46 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SORRY

      Maar mijn computer heeft zich in een aanval van acute zelfoverschatting opgeblazen. Door de hitte van de CPU zijn enkele condensatoren in de buurt gesmolten en is de voeding niet meer stabiel. IK werk nu op een oud beestje en zal dus voorlopig geen afbeeldingen kunnen toevoegen. Maar vermoedelijk zal alles weer in orde zijn tegen volgende week donderdag.

      18-05-2007 om 00:31 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (1)
      15-05-2007
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.en nog over stenen

      Steen Mthay

      Deze steen roept een interessante discussie op. De naam bevat de stam van het woord "mat", wat "graniet" betekent. Harris (p.72) is akkoord met Barguet wanneer deze opmerkt dat het eigenaardig is dat graniet als dusdanig nergens opduikt in de tekst. Het is immers de meest typische steen uit deze streek. Het is dan ook waarschijnlijk dat Mat of graniet verschuild gaat in het woord Mthay. Nochtans, buiten de eigenaardige schrijfwijze hier op deze stиle, wordt graniet steeds geschreven met het teken mA(sikkel) echter vergezeld van verschillende adjectieven. In kolom 15 echter is er geen sprake van een sikkel maar van een vogel ontdaan van van vleugels en pluimen. Deze manier van schrijven van "me" vindt men ook in het woord "moet" , "zich doden". "Meth" betekent trouwens ook "sterven". Anderzijds wordt graniet(mat) dikwijls geschreven met het ideogram "hart", het leven; wat dan zou duiden op "levende graniet". Davidovits veronderstelt dat de auteur van de Hongersnoodstиle een vorm van graniet bedoeld heeft die geлrodeerd, fragiel en gedesaggregeerd zou zijn en die men in enkele geologische lagen aantreft. Hij zou dan om dit te benadrukken in tegenstelling met "levend graniet" eerder "dood graniet" bedoeld hebben.

      Ain

      Kolom 15 begint met de aanhef:" Leer de namen van Ain (steen). Het hiлroglief-woord voor vaste steen, steen om te bouwen, blokken steen is Ainr. De naam van het grootste deel van soliede rotsen wordt neboemd met Ainr en een adjectief. Harris maakt geen enkel onderscheid tussen Ain en Ainr. Merk ook op de gelijkenis tussen ain en het Coptisch woor "Oen" voor steen. Nochtans wordt Ainr bijna uitsluitend gebruikt voor steen die men gebruikt om te bouwen. Ain moet dan als een zeer algemeen woord voor steen worden opgevat , een substantie in tegenstelling met ander materiaal zoals hout en metaal.

      Woord met onbekende fonetische waarde

      In het woordenboek vinden we dat het een determinatief is voor aroma, geur maar dan niet geassociлerd aan parfum. Het heeft eerder betrekking op stoffen die een geur verspreiden, die rieken of walmen zonder daarbij noodzakelijk een slechte geur te verspreiden en is zeker niet te interpreteren als stinken. Soms wordt dit teken in verband gebracht met een zekere vorm van "genieten".

      Men vindt het terug in kolom 12. Voor Brugsch is het een zalf. Barguet en Lichtheim vertalen het niet en gebruiken de algemen term "producten" in verband met deze geciteerd in kolom 11  aat nb rwd wtsAw mineralen en stenen.

      Voor sommigen zou dit ideogram een blaas of een vaas met een riekende vloeistof ( maar geen parfum) gevuld voorstellen. Anderesgezegd vindt Davidovits het zou kunneen staan voor een chemisch product. De meeste chemische producten hebben immers een karakteristieke geur waardoor een bedreven chemicus het product onmiddellijk kan herkennen. Volgens kolom 11 en 12 zijn deze riekende producten mineralen en materialen die essentiлel zijn voor de constructie van tempels en pyramiden.

      Lexicografische studies van antieke mineralen veronderstelen dat deze mineralen hun naam vaak ontlenen aan hun kleur. Zo vindt men in de Griekse namen van half-edelstenen er verschillende met de stam "chryso" of geel. De toepassing van dit principe door Barguet, Harris en Lichtheim op de mineralen, ertsen en stenen van de Hongersnoodstele hebben weinig opgeleverd. Voor de meeste namen werden geen eigentijdse equivalenten gevonden. Davidovits echter meent dat men eerder in het concept geur en mischien ook smaak de oplossing van het probleem dient te zoeken. Darbij volgt hij eenvoudig de methode van de antieken die door kleur, geur en smaak de chemsische stoffen wisten te karakteriseren. ( wordt vervolgd)

      15-05-2007 om 01:43 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)
      02-05-2007
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog enkele belangrijke technische woorden van de hongersnoodstèle

      Nog enkele belangrijke woorden :

      • Het woord aAt (aät). In kolom 16 vinden verschillende namen "aAt". Volgens Harris moet men aAt beschouwen als een woord voor mineraal dat betrekking heeft op ertsen. In kolom 19 worden deze mineralen voor het eerst voorgesteld, in een context waarbij sprake is van de uitvinding van de "bouw met stenen"

      • Het woord tS (tesj). Het samengesteld woord aAT neb rwd wtSaw op het eind van kolom 11 heeft daarbij een speciale betekenis. Barguet vertaalt dit als "kostbare materialen en hardsteen uit de groeven".



        In een nota schrijft hij echter dat de vertaling onjuist kan zijn gezien de eigenaardige grafie van het woord In plaats van tesjaw leest Barguet echter Sjeti .

        De stam tS heeft de algemene betekenis van: verbreizelen, splijten, uit elkaar halen en het werkwoord btS (betesj) betekend "iets oplossen, desaggregeren. Vandaar dat Davidovits besluit dat rwd wtSaw gelijk natuurlijk desaggregaat betekent zoals geërodeerde of uit elkaar gevallen materiaal (steen). rwd zou dan kunnen geëtrapoleerd worden als zijnde het ideogram voor het beschrijven van de agglomeratie (in het begin van het woord zoals hier) of als ideogram-determinatief voor geagglomereerde steen ( geologisch of synthetisch) op het eind van het woord. Indien deze veronderstelling juist is dan zouden er van de stenen materialen in kolom 15 een aantal fragiel of gemakkelijk te desaggregeren moeten zijn. Twee namen bevatten de stam tS en vier niet.

      • Het woor bxn (bechen) werd teruggevonden in inscripties bij de wadi Hammamat, in de woestijn ten zuidoosten van Assoean en wordt verondersteld zwart basalt, dioriet, een zandachtige schist, porfier, greywacke of psammitisch gneis voor te stellen1. Ook volgens de inscripties 2 van de wadi Hammamat zou de ontginning van het "bxn" in de wadi op een zeer primitieve manier hebben plaatsgevonden waarbij de gekozen blokken gewoon de berg werden afgegooid waar ze dan gespleten of in talrijke stukken gebroken zouden aanbelanden.



        1. Lucas et Rowe, 1938; Morgan, 1894)
        2. Couyat-Montet


        Het kan nuttig zijn deze woorden ( lezing van links naar rechts en horizontaal)  trachten terug te vinden in de tekst ( lezing van rechts naar links in verticale kolommen)  

      02-05-2007 om 23:54 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)


      Inhoud blog
    • Bewerking van stukje van 03/03/2006 over dynastie 0
    • Anoebis02
    • Horus valk
    • neboe
    • Horus ? Schorpioen een koning uit Dynastie 0
    • Anoebis
    • Laatste Updates
    • Aker
    • Lijst Farao's
    • Samenvatting van de geschiedenis
    • Amon
    • Religie indeling
    • Lijst van de goden
    • Het Bestuur
    • Cursus Hiërogliefen
    • Geologische periodes van de aarde
    • Paleo-, Proto-, Pre- en Neonijl
    • Geografie
    • Geschiedenis
    • Eonijl
    • Nijl_Quaternair
    • Opvatting over geschiedenis
    • De prehistorie
    • MUMMIE VAN HATSJEPSOET GEÏDENTIFICEERD
    • DE DYNASTIE WISSEL en de OVERGAN NAAR HET OUDE RIJK
    • DE DERDE DYNASTIE
    • GEURENDE STENEN
    • SORRY
    • en nog over stenen
    • Nog enkele belangrijke technische woorden van de hongersnoodstèle
    • Technische woorden van de Hongersnoodstéle.
    • Pyramiden in beton ?
    • Pyramiden in Beton ?
    • OEFENING
    • Offerformule Deel IV
    • Pyramiden in beton !?! Deel 2
    • Pyramiden uit gereaggregeerde steen ?
    • DERDE DYNASTIE
    • Chasechem /Chasechemoei
    • Sechemib
    • Peribsen (volledig)
    • OFFERFORMULE DEEL III
    • Woordenlijst
    • WOORDENLIJST
    • De offerformule
    • Neferkaseker of Neferkasokar
    • Neferkara
    • Noebnefer
    • BA
    • OENEG
    • Werkwoorden
    • Verder vervolg Ni-Netjer
    • Vervolg Ninetjer
    • Vervolg van Farao Ninetjer (Tweede Dynastie)
    • Het tweede kistje
    • Een beetje practijk
    • Ninetjer
    • Meervoud en een Neb probleem
    • NEBRA
    • Tombe A (het graf van Hetepsechemoei ?
    • Expeditie naar de bronnen van de nijl
    • Transliteratie
    • Lauer J.-P.
    • Archeologische problemen
    • TOEVOEGING
    • kA
    • Woordenlijst
    • HERHALING
    • INLEIDING TWEEDE DYNASTIE
    • HORUS BA
    • Horus Vogel en /of Horus Sekhet
    • Qa'a, of Qa of Ka'a of Ka
    • Horus Qa'a, laatste grote koning van de eerste dynastie
    • Sedjemef
    • Horus SEMERCHET
    • Oplossinge oefening
    • Horus Adjib
    • Suffixen
    • Horus DEN
    • Laatste drieletter-tekens
    • Tweede deel Drieletter-tekens
    • HORUS DEN
    • Wat GRAMMATICA (tegen de goesting maar nodig)
    • Drieletter-tekens Deel 1
    • Koningin Mer-Neith
    • Transliteratie
    • Horus Djet (Wadji- Oeadji)
    • Oplossing van de opgave
    • Mensoffers bij de farao's
    • Bericht
    • pa & ma, is niet vader & moeder
    • Horus DJER II
    • Gelukkig Nieuwjaar !
    • De seizoenen
    • Leren tellen
    • Horus DJER en Uitwijding over de tijdrekening van de Egyptenaren2
    • Horus DJER en Uitwijding over de tijdrekening vab de Egyptenaren
    • LES HIEROGLIEFEN
    • Horus AHA
    • TWEELETTER-TEKENS
    • MET VERLOF
    • Wie was Menes ?
    • OP ALGEMENE AANVRAAG
    • Eikes, een spinnekop
    • OOSTENDE
    • Cursus deel
    • Abydos
    • Canon van Turijn
    • Les 3
    • De andere payrus van Turijn
    • Les 2
    • Bronnen 3
    • Hiërogliefen Les 1
    • Lijst abydos
    • bronnen 1
    • Wist Je ?
    • HIEROGLIEFEN CURSUS ?
    • Bronnen van de koningslijsten vb. Eerste Dynastie
    • Eigennaam
    • Troonnaam
    • cartouche
    • Gouden Horus
    • Nebti naam
    • Titulatuur van de farao
    • Narmer palet
    • DYNASTIE 0
    • Peribsen

      E-mail mij

      Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


      Foto

      Gastenboek

      Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


      Blog als favoriet !



      Blog tegen de regels? Meld het ons!
      Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!