REDEN VAN DE DYNASTIE WISSEL
Manetho geeft de wissel van dynastie aan samen met de wissel van hoofdstad van This naar Memphis. Nu is het wel zo dat, alhoewel Chasechemoei blijkbaar de hoofdstad terugbracht naar Hierakonpolis, in he zuiden, de andere koningen van de Tweede Dynastie ook goed vertegenwoordigd zijn te Sakkara ( de begraafplaats van Memphis) en dit zou dan kunneen duiden op een verleggen van de hoofdstad naar Memphis reeds voor de aanvang van de Derde Dynastie. Zowel This als Memphis echter liggen begraven onder moderne steden en zijn dus verloren voor verder doorgedreven archeologisch onderzoek. Dit kan leiden tot vervalsing van onze conclusies daar we afhankelijk zijn van het toeval voor wat bewaard werd of verloren ging
Met de Derde Dynastie laten de archeologen na de THINIETENTIJD of het ARCHAISCH RIJK nu het OUDE RIJK een aanvang nemen. Nochtans is de Derde Dynastie eerder een overgangsperiode, zowel vanuit politiek, religieus als artisiteik oogpunt, tussen de Archaische Tijd (die zelf reeds in vele aspecten als volwassen en vol innovatie kan beschouwd worden) en de luisterrijke periode van de Grote Pyramidenbouwers van de Vierde Dynastie waar het Oude Rijk zijn hoogtepunt bereikt.
Niettegenstaande het gebrek aan bronnen blijkt deze periode zeer belangrijk voor de daaropvolgende Egyptische geschiedenis en cultuur. Dit zal ondermeer blijken uit:
-
De verschuiving van het astrale (Horus, Hathor) naar het solaire( pyramiden, cartouches, god Ra) karakter van de religie.
-
De eerste pyramiden en begrafenis compleksen horen thuis in de 50-60 jaar die Djoser van Hoeni scheiden. De vooruitgang in de structuur van deze koninklijke graven is niet zuiver architecturaal maar berust ondermeer op de verschuiving naar de Heliopolitaanse zonne-doctrine en nog meer op het feit dat het centraal bestuur nu bekwaam is om grote massa's werkvolk, die nodig waren om deze grafmonumenten te bouwen, op de been te brengen, te onderhouden en van het nodige materiaal en grondstoffen te voorzien.
-
Dit laatste doel werd ondermeer bereikt door de burelen van de centrale administratie te verspreiden over het ganse territorium om aldus over te kunnen gaan tot een efficiëntere inning van taksen en belastingen. Deze inningssystemen waren wel reeds sinds eeuwen ter plaatse maar het is pas onder de Derde Dynastie dat het systeem zeer efficiënt wordt door geografische spreiding van personeel en middelen via een sterk gecentraliseerd bestuur. Een voorbeeld daarvan is de nederzetting te Elefantine. De koningen van de Vierde Dynastie zullen dan ook gretig gebruik maken van de vorderingen gemaakt op dit gebied door hun rechtstreekse voorgangers en het zal hen toelaten zich te concentreren niet alleen op hun bouwactiviteiten maar tevens ook op veelbelovende militaire activiteiten buiten de grenzen.
-
Verschillende nieuwe titels en ambten verschijnen ten tonele als bewijs voor de ontwikkeling van een tot in de periferie verspreid netwerk van het staatssysteem, tevens ruggengraat van deze niewbakken bureaucratie. Deze periode is kenmerkend voor de overgang van de gedecentraliseerde Thinitische methode van werken naar de meer gecentraliseerde structuur van de Memphitische staat.
-
In de mastaba van Hesire vinden we voor het eerst, naast de traditionele afbeelding van de dode tegenover zijn offer ( cfr. private steles in Abydos en Heloean) nu ook de de afbeelding van de overledene terwijl hij toeziet op de productie van de goederen voor zijn graf. Dit concept is een verbreding van het figuratieve systeem1 in de graven. Dit systeem bestond in den beginne slechts uit de vermelding van de naam van de overledene, later begeleid door zijn titels en lijsten van goederen om tenslotte te eindigen bij de scenes "gegrepen uit het dagelijkse leven" begeleid door een uitgebreide biografie. De eerste grote biografie, deze van Methen, wordt slechts een paar jaar na de regering van Hoeni gedateerd.
-
Het schrift wordt dan ook steeds verfijnder niet alleen op het esthetische vlak maar ook naar vorm en inhoud (cfr. de panelen in de pyramide van Djoser en de fragmenten van de tempel van Heliopolis).
-
De beeldhouwwerken in het bijzonder de koninklijke en private standbeelden, alhoewel niet in overvloed aanwezig, benaderen steeds meer op artistiek en stilistisch gebied het dogma van het classicisme van de Vierde Dynastie.
-
In deze overgangsperiode neemt ook de traditie een aanvang van het gebruik bij begravingen van een programma van "artistieke expresie" dat sterk gebonden is aan het "traject" doorheen de tombe2
VERVOLG
1. Barocas 1978, Ideologia e lavoro...' 2. Mrs W. Wood in J.A.R.C.E. 15
14-06-2007 om 00:00
geschreven door ramsesje
|