Disclaimer In verband met een recent dispuut omtrent plagiaat wil ik bendadrukken dat deze teksten uiteraard niet origineel zijn maar een condensatie van teksten die over dit onderwerp werden gepubliceerd. Ik kan de geschiedenis van Egypta niet heruitvinden en mijn persoonlijke bijdragen aan origineel onderzoek hierover zijn nihil. Ik tracht hier met zoveel mogelijk bronvermelding een samenvatting te geven over wat hedendaags bekend is. Ronald Milo
Foto
Inhoud blog
  • Bewerking van stukje van 03/03/2006 over dynastie 0
  • Anoebis02
  • Horus valk
  • neboe
  • Horus ? Schorpioen een koning uit Dynastie 0

     

    100%
    150%
    200%

    loupe voor wie de kleine tekst moeilijk kan lezen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     

    Hierboven vind je een afbeelding van de god HAPI, de Nijlgod of beter gezegd de God van de Overstroming van de NIjl. De Egyptenaren maakten immers een onderscheid tussen de nijl als stroom, die ze "iteroe" noemden, en de welvaart brengende overstroming die ze personifiлerden in de god Hapi. Hij werd meestal voorgesteld met een hangbuikje en hangborsten (een teken van welvaart voor de oude Egyptenaren) en met een haartooi van waterplanten. Vaak wordt hij echter ook in de verschillende provincies ( nomen) afgebeeld met het embleem van de provincie op zijn hoofd. Dit is ook het geval in bovenstaande afbeelding. Hapi werd vooral vereerd te Assoean en Jebel el Silsila waar hij geacht werd rond te dwalen in de grotten bij de eerste stroomversnelling (cataract). In de Delta daarentgen geloofde men dat hij in grot nabij Memfis woonde. Om hem te vereren en gunstig te stemmen werden, meestal in de nabijheid van een nilometer, offergiften in de stroom gegooid.

      Woordenschat

    .

    WELKOM OP DEZE WEBSITE GEWIJD AAN ALLE ASPECTEN VAN HET OUDE EGYPTE DER FARAO'S

    Inhoud



    Een herschikking van het blog is aan de gang om alle delen aanklikbaar te maken vanuit het centrale Inhoudsmenu. Enig geduld wordt op prijs gesteld. Ondertussen kan u nog steeds bij de artikels terecht via de inhoud in rechterkolom
    e-mail van de auteur: ronald.milo@skynet.be
    11-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aker

    Aker

    Aker was een god van de aarde. Hij hield toezicht op de overgang van de westelijke naar de oostelijke horizon, die de in- en uitgang van de onderwereld vormden. Daar waar de zon verween en zijn nachtelijke tocht in de wereld van de doden begon en daar waar iedere ochtend de zon weer oprees uit deze donkere wereld hield hij de wacht. Hij wordt meestal afgebeeld als twee rug aan rug zittende leeuwen maar ook als een stuk land met aan elk uiteinde ofwel een leeuwenkop ofwel een mensenhoofd. In het begin betrof het een stukje land met slechts aan één zijde een mensenhoofd 1 en pas later werd een tweede hoofd toegevoegd om hem als goddelijk wezen te onderscheiden2. De god door wiens lichaam de zon werd opgeslokt en dit terug verliet na haar nachtelijke tocht door er doorheen.

    Afbeelding van de Aker(oe), als twee leeuwen, die de opgaande zon Achet op hun rug en de hemel Noet op hun hoofd schragen, Afbeelding uit het Dodenboek van Ani , negentiende dynastie,ca 1250, geschilderd op papyrus

    Sinds het Nieuwe Rijk worden ook de voorpoten van een leeuw aan het hoofd toegevoegd. Het wordt dan als het ware een dubbelsfinx . Nu en dan zal het mensenhoofd door een leeuwenkop vervangen worden. Waarom de overgang van mensen naar leeuwenhoofd plaatst vond is niet met zekerheid geweten. Aanleiding daarvoor kan geweest zijn dat Aker in de dodenteksten vaak optrekt met de luchtgod Sjoe (en dus met Roeti, het leeuwenpaar van Leontopolis, die met Sjoe en Tefnoet geïdentificeert werden )3 . De dode wil namelijk niet in de aarde blijven; wel willen zijn voeten op Aker (aarde) rusten maar zijn hoofd wil zich door Sjoe (lucht) omringd zien 4. De leeuwen of de hoofden zijn respectievelijk naar het westen en het oosten gericht waar de zon ondergaat en opstaat.

    In de pyramide teksten 5 spreekt men tot de mensen voor wie de poorten van de onderwereld geopend zijn aldus " de poorten van de aardegod (Aker) zijn geopend voor jou". Aker is dus, ondanks de gruwel die hij opwekt, de dode niet ongunstig gezind en onder de amuletten die men aan de doden meegeeft vindt men ook afbeeldingen van Aker 6. Maar hier is één van de leeuwenkoppen soms vevangen door een stierenhoofd. Een verwijzing naar Osiris, "de stier ven het Westen".

    Verder vinden we Aker vooral in kosmische afbeeldingen terug. De koningsinscripties uit het Oude Rijk zijn dikwijls symbolisch door aarde, hemel en hemelsteunen omringd, waarbij de aarde door Aker uitgebeeld wordt.7. Verder vinden we Aker in afbeeldingen van de kringloop van de zon. 's Nachts beweegt de zon zich door het lichaam van deze God ( een variante op de doorgang van de zon door het lichaam van de hemelgodin Noet) om 's morgens weer uit zijn lichaam te voorschijn te komen. Men beeldt dit uit door de zonnebark tussen de hoofden van Aker te laten opgaan zoals de zon tussen de bergen.8.


    Aker draagt het zonneschip

    Zo worden beide hoofden dan ook symbool voor het oosten en het westen en van daaruit is het kleine stap om hen te bezien als bewakers van deze horizonten, die de toegang tot de geheimen van de onderwereld bewaken. In de latere theologie zullen de leeuwen afzonderlijk beschouwd  "Sef" en "Doeaoe" genaamd worden wat zoveel wil zeggen als "gisteren" en "vandaag". Aker stond dus nauw in betrekking tot de reis van de zon in de onderwereld en later werd de houder van de mast van de zonneboot dan ook met Aker geïdentificeerd.

    Ook werd het concept van de sfinxachtige figuren die de onderwereld bewaakten uitgebreid en beelden van leeuwen of sfinxen werden aan de ingang van graftomben en paleizen gezet om deze te bewaken.

    Al bij al speelt Aker maar een bescheiden rol ind e myhtologie en als aardgod werd hij al snel door Geb uit de kosmogenie van Heliopolis (On) overvleugeld, daar waar de pyramide teksten 9 beide goden nog als gelijkwaaridg behandelen. Soms komen ze samen voor in afbeeldingen en de gestalte van Geb wordt dan door Aker op de rug of de schouder gedragen.

    In de oudste teksten werd zijn naam nog geschreven met het teken "aarde" , een smal stukje land. De naam van deze god in hiërogliefen vindt u hieronder. Het heeft niets moeilijk en is in zuivere unileterale tekens geschreven met het teken van zittende god als determinatief.

    Anderzijds komt ook de meervoudsvorm van Aker n.m.l. Akeroe voor. Normaal betreft het twee goden en verwachten we een dualis "Akeroei" en deze komt ook voor. In vele gevallen echter zijn de Akeroe aardegeesten die onder de vorm van slangen de doden bedreigen 10

    • 1. Pyramide teksten nr 504, 658. Zie ook voor een dergelijke afbeeldinghet Narmerpalet : nml. het hoofd van de zgn. Delta bewoner met in de neus de haak vastgehouden door de Horusvalk vastzittend aan het landstukje begroeid met papyrus
    • 2.Pyramide teksten 796 .
    • 3. G.Roeder : 1915 Urkunden zur Religion des alten Дgypten
    • 4.Pyramide teksten 325.
    • 5.Pyramide teksten nr 769, 1014, 1713
    • 6.Reisner; 1914 Amulets pl 22
    • 7.L. Borchardt, 1910-13, Das Grabmal des Kцnings Sahure I
    • 8.E. Lefébure, 1886, Les hypogées royaux de Thébes. Div 1. Le tombeau de Séti I
    • 9.Pyramide teksten nr 796
    • 10. Sethe Zeitschrift für ägyptische Sprache und Atertumskunde, 59,96;64,4

    Lit:
      Hans Bonnet, Lexikon der ägyptischen Religions-Geschichte ; I. Shaw & P.Nicholson, The Dictionary of Ancient Egypt, Budge E.A.W., The Gods of the Egyptians; M.Lurker, An illustrated Dictionary of teh Gods ansd Symbols of Ancient Egypt; M.Damiano-Appia ,L'Egypte, dictionairre Encyclopédique


      Terug naar de godenlijst

    11-07-2008 om 21:01 geschreven door ramsesje


    >> Reageer (0)
    03-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lijst Farao's
    ...

    Lijst van de farao's

  • THINIETENTIJD (3065-2686 v.Chr.)
    • 1e Dynastie 3100-2890

      • Narmer ca 3100
      • Aha ca. 3100
      • Djer ca. 3000
      • Djet ca. 2980
      • Den (Oedimoe) ca. 2950
      • koningin Mer-Neith ? ca.2950
      • Anedjib ca.2925
      • Semerchet ca. 2900
      • Qa'a ca.2890

    • 2e Dynastie 2890-2686

      • Hetepsechemoei ca. 2890
      • Raneb ca. 2895
      • Nynetjer
      • Oeneg
      • Sened
      • Peribsen ca. 2700
      • Chasechemoei ca. 2686

  • HET OUDE RIJK (2686-2181 v.Chr)
    • 3e Dynastie 2686 - 2613

      • Sanacht =? Nebka 2686 - 2667
      • Djoers = Horus Netjerichet 2667 - 2648
      • Sechemchet 2648 - 2640
      • Chaba 2640 - 2637
      • Hoeni 2637 - 2613

    • 4e Dynastie 2613 - 2494

      • Sneferoe 2613 - 2589
      • Choefoe (Cheops) 2589 - 2566
      • Djedefra (Radjedef) 2566 - 2558
      • Chafra (Chephren) 2558 - 2532
      • Menkaoera (Mycerinus) 2532 - 2503
      • Shepseskaf 2503 - 2498

    • 5e Dynastie 2494 - 2345

      • Oeserkaf 2494 - 2487
      • Sahoera 2487 - 2475
      • Neferirkara 2475 - 2455
      • Sjepseskara 2455 - 2448
      • Raneferef 2448 - 2445
      • Nyoesserra 2445 - 2421
      • Mekaoehor 2421 - 2414
      • Djedkara 2414 - 2375
      • Oenas 2375 - 2345

    • 6e Dynastie 2345 - 2181

      • Teti 2345 - 2323
      • Oeserkara 2323 - 2321
      • Pepy I (Meryra) 2321 - 2287
      • Merenra 2287 - 2278
      • Pepi II (Neferkara) 2278 - 2184
      • Nitikret (Nitokris) 2184 - 2181
  • EERSTE TUSSENTIJD (2181 -2040 v.Chr.)
    • 7e en 8e Dynastie 2181 - 2125

      Verschillende kortstondig regerende koningen waaronder
      • Wadjkara ( Demedjibtaoei)
      • Qakara Iby

    • 9e en 10e Dynastie (te Herakleopolis) 2160 - 2025

      • Chety (Achtoy) I Meryinra
      • Neferkara III
      • Chety II Wahkara
      • Senenen [...]
      • Chety III
      • Chety IV
      • Verschillende koningen
      • Meryhathor
      • Chety V Nebkaoere
      • Merykara
      • Ity ?

    • 11e Dynastie 2125 - 2055 (eerst allen te Thebe 2125 - 2055 daarna gans Egypte 2055 - 1985

      • Mentoehotep I Tepy aa'
      • Antef I Sehertawy 2115 - 2112
      • Antef II Wahanch 2112 - 2063
      • Antef III Nachnebtepnefer 2063 - 2055
      • Mentoehotep II Nebhepetra 2055 - 2004
      • Mentoehotep III Sanchkara 2004 - 1992
      • Mentoehotep IV Nebtawyra 1992 - 1985

  • MIDDENRIJK (2055-1795)
    • 11e Dynastie 2055-1985 cfr supra
    • 12e Dynastie

      • Amenemhat I Sehetepibra 1985 - 1955
      • Senwosret I Cheperkara 1965 - 1920
      • Amenemhat II Noebkaura 1922 - 1878
      • Sewosret II Chacheperrra 1880 - 1874
      • Senwosret III Chakaura 1874 - 1855
      • Amenemhat III Nimaatra 1855 - 1808
      • Amenemhat IV Maacheroera 1808 - 1799
      • Koningin Sobekneferoe Sobekkara 1799 - 1795

  • TWEEDE TUSSENTIJD (1795-1550 v.Chr.)
    • 13e Dynastie 1795 - na 1650
      Zowat zeventig vorsten onder wie

      • Hor Awibra
      • Chendjer Oeserkara
      • Sobekhotep III Sechemrasewadjtawi
      • Neferhotep I Chasechemra
      • Sobekhotep IV Chaneferra ca 1725

    • 14e Dynastie 1750 - 1650

      Mindere koningen die waarschijnlijk tegelijktertijd met de dertiende dynastie regeerden

    • 15e Dynastie (Grote Hyksos) 1650 - 1550

      • Salitis
      • Chyan Seoeserenra ca 1600
      • Apepi Aaoeserra ca 1555
      • Chamoedi

    • 16e Dynastie (Kleine Hyksos) 1650 - 1550

      Mindere Huksos vorsten regerden tegelijkertijd met de zestiende dynastie

    • 17e Dynastie 1650 - 1550

      Verschillende koningen die te Thebe regeeerden waarvan de voornaamste

      • Antef Noebcheperra
      • Taa I Senachtenra
      • Taa II Sekenenra ca 1560
      • Kamose Oeadjcheperra 1555 - 1550

  • NIEUWE RIJK (1550-1069 v.Chr.)
    • 18e Dynastie 1550 - 1295

      • Achmose Nebpehtyra 1550 - 1525
      • Amenhotep I Djeserkara 1525 - 1504
      • Thoetmose I Aacheperkara 1504 - 1492
      • Thoermose II Aacheperenra 1492 - 1479
      • Thoetmose III Mencheperra 1479 - 1425
      • Hatsjepessoet Maatkara 1473 - 1458
      • Amenhotep II Aacheperoera 1427 - 1400
      • Thoetmoses IV Mencheperoera 1400 - 1390
      • Amenhotep III Nebmaatra 1390 - 1352
      • Amenhoep IV /Achenaten Nefercheroerawaenra 1352 - 1336
      • Nefer neferoeaten /Smenchara 1338 -1336
      • Toetanchaten/Toetanchamon Nebcheroera 1336 - 1327
      • Ay Chepercheperoera 1327 - 1323
      • Horemheb Djesercheroera 1323 - 1295

    • 19e Dynastie 1295 - 1186

      • Rameses I Menpehtyra 1295 - 1294
      • Sety I Menmaatra 1294 - 1279
      • Rameses II Oesermaatra Setepenra 1279 - 1213
      • Merenptah Baenra 1213 - 1203
      • Amenmessoe Menmira 1203 - 1200
      • Seti II Oesercheperoera Setepenra 1200 - 1194
      • Saptah Achenra Stepenra 1194 - 1188
      • Taoesret Sitrameritamoen 1188 - 1186

    • 20e Dynastie 1186 - 1069

      • Sethnachte Oeserchaoera Meryamoen 1186 - 1184
      • Rameses III Oesermaatra Meryamoen 1184 - 1153
      • Rameses IV Hekamaatra Setepenamoen 1153 - 1147
      • Rameses V Oesermaatra Secheperenra 1147 - 1143
      • Rameses VI Nebmaatra Meryamoen 1143 - 1136
      • Rameses VII Oesermaatra Setepenra Meryamoen 1136 - 1129
      • Ramesses VIII Oesermaatra Achenamoen 1129 - 1126
      • Rameses IX Neferkara Setepenra 1126 - 1108
      • Ramesses X Chepermaatra Setepenra 1108 - 1099
      • Rameses XI menmaatra Setepenptah 1099 - 1069

  • DERDE TUSSENTIJDPERK 1069-664)
    • TIJDPER VAN TANIS (1069-945 v.Chr.)
      • 21e Dynastie (Tanis) 1069 - 945

        • Smendes Hedjcheperra Setepenra 1069 -1043
        • Amenemnisoe Neferkara 1043 - 1039
        • Psoesennes I (Pasebachaennioet) Aacheperra Setepenamoen 1039 - 991
        • Amenemope Oesermaatra Setepenamoen 993 - 984
        • Osorkon de Oude Aacheperra Setepenra 984 - 978
        • Siamoen Netjercheperra Setepenamoen 978 - 959
        • Psoesennes II (Pasebachaennioet) Ticheperoera Setepenra 959 - 945

      • Groot-priester van Amon in Thebe


    • LIBISCH TIJDPERK (954- 715 v.Chr.)
      • 22e Dynastie (Boebastis)

        • Sjesjonk I Hedjcheperra Setepenra 945 - 924
        • Osorkon I Sechemcheperra 924 - 889
        • Sjesjonk II Hekacheperra Setepenra (ca 890 co-regent)
        • Takelot I 889 - 874
        • Osorkon II Oesermaatra Setepenamoen 874 - 850
        • Takelot II Hedjcheperra Setepenra/amoen 850 - 825
        • Sjesjonk III Oesermaatra 825 - 773
        • Pimay oesermaatra 773 - 767
        • Sjesjonk V Aacheperra 767 - 730
        • Osorkon IV Aacheperra Setepenamoen 730 - 715

      • 23e Dynastie tegelijketrtijd regerende koningen

        • Koningen te Hereakleopolis Magna
        • Koningen te Hermopolis Magna
        • Koningen te Leontopolis
        • Koningen te Tanis

        waarvan slechts drie hier genoemd worden
        • Pedoebastis I Oesermaatra 818 - 793
        • Sjesjonk IV ca 780
        • Osorkon III Oesermaatra Setepenamoen 777 - 749

      • Dynastie 24 727 - 715

        • Bakenrenef (Bocchoris) 727 - 715

      • Nubische koningen
  • LATE PERIODE 747 - 332
    • 25e Dynastie ( koningen van Koesj) 747 - 656

      • Piy (Pianchy) 747 - 716
      • Sjabako Neferkara 716 - 702
      • Sjabitko Djedkaoera 702- 690
      • Taharka Choenefertemra 690 - 664
      • Tanoetamani Bakara 664 - 656

    • 26e Saпtische Dynastie 664 - 525

      • Nakaoe 672 - 664
      • Psamtek I Wahibra 664 - 610
      • Nekaoe II Wehemibra 610 -595
      • Psamtek II Neferibra 595 - 589
      • Apries Haaibra 589 - 570
      • Ahmose II Chnemibra 570 - 526
      • Psamtek III Anchkaenra 526 - 525

    • 27e Dynastie (Eerste Perzische verovering ) 525 - 404

      • Cambyses 525 - 522
      • Darius I 522 - 486
      • Xerxes I 486 -465
      • Artaxerxes I 465 - 424
      • Darius II 424 - 405
      • Artaxerxes II 405 - 359

    • LAATSTE INHEEMSE DYNASTEN (404-341 v.Chr.)
      • 28e Dynastie 404 - 399

        • Amyrtaios 404 - 399

      • 29e Dynastie 399 - 393

        • Nepherites I 399 - 393
        • Hakor Chnemmaatra 393 - 380
        • Nepherites II ca 380

      • 30e Dynastie 380 - 343

        • Nectanebo I Cheperkara 380 -362
        • Teos Irmaatenra 362 - 360
        • Nectanebo II Senedjemibra Setepenanhoer 360 - 343

    • Tweede Perzische Verovering (343-332 v.Chr.)

      • Artaxerxes III Ochus 343 - 338
      • Arses 338 - 336
      • Darius III Codoman 336 - 332

  • HELLENISTISCHE PERIODE (332-30 v.Chr.
    • Macedonische Dynastie 332 - 305

      • Alexander de grote 332 - 323
      • Philippos Arrhidaios 323 - 317
      • Alexander IV 317 - 310 (titulair 310 - 305)

    • Dynastie der Ptolemeeлn 305 - 30

      • Ptolemaios I Soter 305 - 285
      • Ptolemaios II Philadelphos 285 - 246
      • Ptolemaios III Euergetes 246 - 221
      • Ptolemaios IV Philopator 221 - 205
      • Ptolemaios V Epiphanes 205- 180
      • Ptolemaios VI Philometor 180 - 145
      • Ptolemaios VII Neos Philopator 145
      • Ptolemaios VIII Euergetes II 170 - 116
      • Ptolemaios IX Soter II 116 - 107
      • Ptolemaios X Alexander I 107 - 88
      • Prolemaios IX Soter II (opnieuw) 88 - 80
      • Ptolemaios XI Alexander II 80
      • Ptolemaios XII Neos Dionysos Auletes 80 - 51
      • Cleopatra VII Philopator 51 - 30
      • Ptolemaios XIII 51 - 47
      • Ptolemaios XIV 47 - 44
      • Ptolemaios XV Cesarion 44 - 30

    • Inheemse vorsten te Thebe
  • ROMEINSE PERIODE 30 v.Chr - 395 na Chr.


      Terug naar Geschiedenis
    • 03-07-2008 om 00:00 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)
      27-05-2008
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Samenvatting van de geschiedenis

      Samenvatting van de geschiedenis van het Oude Egypte

      Geleerden verdelen de lange geschiedenis van het Oude Egypte in periodes en dynasties.

      Een dynastie bestaat uit een serie koningen die niet alleen door familiale banden maar ook gemeenschappelijk geografische origine, gemeenschappelijke hoofdstad of een ander element bij elkaar horen. Het huidige systeem van dynasties gaat terug op het werk van Manetho, een Egyptische priester die in opdracht van de Griekse farao in ca 300 v.Chr. een geschiedenis van Egypte schreef. Hij gebruikte daarbij oudere manuscripten uit tempelarchieven en deelde de farao's in in een reeks van dertig dynasties. Deze onderverdeling is nog steeds in gebruik maar dan wel herzien op basis van nieuwer historisch materiaal.


      De indeling in periodes is een uitvinding van de moderne Egyptologie waarbij de dynasties gegroepeerd worden in grotere tijdvakken meestal overeenkomend met periodes van eenheid en verdeeldheid van het land.

      De Dynastische Periode van Egypte begint rond het jaar 3000 v.Chr. wanneer het land onder één centrale regering komt. Voor die tijd was Egypte verdeeld over een paar lokale machtscentra en deze periode staat bekend als de Predynastische Periode. Meestal bedoeld men met de Protodynastische Periode de periode van de eenmaking van het land vlak voor de Eerste Dynastie. Meest waarschijnlijk was deze eenmaking niet het gevolg van een enig feit of veldslag maar een langzaam en progressief gebeuren.


      Manetho laat zijn 1e Dynastie beginnen met de legendarisch koning Menes, die Noord- en Zuid-Egypte verenigde en een nieuwe hoofdstad bouwde te Memfis ( net ten zuiden van het huidige Cairo). De Egyptologen zijn er nog steeds niet uit met wie, van de archeologisch bekende farao's, deze Menes nu moet geïdentificeerd worden. Tegenwoordig neemt men aan dat de eerste koning van de 1e Dynastie ofwel Aha, ofwel zijn voorganger, Narmer zou zijn. Maar in feite zijn er veel argumenten om aan te nemen dat reeds een aantal koningen voor Narmer controle hebben uitgeoefend over een groot deel van, zoniet over gans, Egypte. De Egyptologen groeperen deze koningen in een "Dynastie 0".



      Strijdknots met afbeelding van koning "Schorpioen" (Dynastie 0)

      De dynasties 1 en 2 werden door Egyptologen gegroepeerd in een ARCHAÏSCHE PERIODE (ca 3200 -2686 v.Chr.) die ook naar de stad van afkomst (This) van deze farao's wel eens THINIETENTIJD genoemd wordt. Tijdens deze periode kunnen we reeds de ontwikkeling volgen van vrijwel alle traditionele aspecten van de Egyptische beschaving op gebied van regering, godsdienst, kunst, schrift e.a.


      Beeld van farao Chasechem (Dyn. 2)

      Maar het is tijdens de Dynastie 3 tot 6, gegroepeerd in het OUDE RIJK (ca. 2686 - 2172 ) dat de Egyptische cultuur volledig tot bloei kwam. Dit is de tijd waarin de grote pyramiden werden gebouwd en ook deze van het verschijnen van volledige hiërogliefen teksten.


      Beeld van koning Djoser (Derde Dyn)

      Na de Zesde Dynastie begon het centraal gezag in Egypte te verslappen en ving een periode van oproer en verwarring aan, die bekend staat al de EERSTE TUSSENPERIODE (Dynasties 8- 11, 2173 - 2040).

      Manetho's Zevende Dynastie schijnt echter niet overeen te komen met enig bekende koning. Tegen het eind van de periode regeerden in Egypte twee tegen elkaar wedijverende dynasties: de Tiende Dynastie met als hoofdstad Herakleopolis in het noorden en de Elfde Dynastie, met als basis Thebe in het zuiden.


      Gewicht met de cartouche van farao Chety Nebkaoere (9 & 10 dyn.)

      Rond 2040 slaagde Mentoehotep II, een koning van de Elfde Dynastie, erin opnieuw gans Egypte onder zijn scepter te herenigen. Daarmee werd de periode van het MIDDENRIJK (Dynasties 11 -12, ca 2040 - 1786) ingezet. Met de Twaalfde Dynastie, die vanuit een nieuwe hoofdsad Lisht (een dertigtal kilometer van Cairo verwijderd) regeerde, begon een tweede luisterrijke periode voor de Egyptische cultuur. De eerste grote werken in de Egyptische literatuur werden toen geschreven in een fase van de Egyptische taal die bekend staat onder de naam klassiek of Midden-Egyptisch.


      Koning Sesostris I (dynastie 12) 1965-1920 v.Chr.

      Na de Twaalfde Dynastie begon het centrale gezag opnieuw te verzwakken en begon voor Egypte de TWEEDE TUSSENPERIODE (1789 -1552 v.Chr. Dynasties 13-17). Deze startte nog tijdens de Dertiende Dynastie toen een aantal lokale heersers de controle over de Delta overnam. Rond 1650 namen heersers van een Aziatische nederzetting in Delta de controle over het grootste gedeelte van Egypte over. De Egyptenaren noemden deze koningen de "heka hasoet", de buitenlandse heersers of Hyksos. Deze koningen worden traditioneel ondergebracht in de Vijftiende Dynastie. Ondertussen nam de Dertiende Dynastie een einde maar rond Thebe, in het zuiden van Egypte stond een nieuwe dynastie van lokale heersers (Zeventiende Dynastie ) op en in de Westelijke Delta regeerden koningen van de Zestiende Dynastie ( waarschijnlijk als vazallen van de Hyksos).




      Beeld en cartouche van koning Apepi = Ippi (Hyksos)

      Na een serie gevechten slaagden de koningen van de Zeventiende Dynastie er in de Hyksos te verdrijven en Egypte weer onder één scepter te herenigen. Dit luidde het begin van de Achtiende Dynastie en meteen ook van HET NIEUWE RIJK (1552 -1069 v.Chr., dynasties 18-20) in. De Egyptische cultuur straalde weer uit en nu ook over een groot deel van het Nabije-Oosten, dat de farao's van de Achtiende Dynastie hadden weten te veroveren. Grote bouwprojekten werden op touw gezet maar op het eind van de Achtiende Dynastie zou de "ketterse " farao Achnaton een periode inluidden van onrust (hij trachte een monotheïstische godsdienst op poten te zetten). Dit tijdperk van Achnaton en zijn onmiddellijke opvolgers waaronder Toetacnhamon staat bekend als de "Amarna periode" (ca 1350-1323 v.Chr.).


      Reuzenbeeld van Ramses II (tempel te Aboe Simbel)

      De laatste farao van de Achtiende Dynastie Horemheb slaagde er wel in de gevolgen van de hervorming en de verwaarlozing van de buitenlandse betrekkingen recht te trekken en heerste opnieuw over een stabiel en sterk rijk. De meeste vorsten van de twee volgende dynasties droegen de naam Ramses en deze periode staat bekend als de periode van de Ramessieden(Dynasties 19-20, ca 1295- 1070/69 v.Chr.). De regering van Ramses II (ca 1279-1213 v.Chr. ) vormde het hoogtepunt van deze periode, gekenmerkt door een vredesverdrag met de Hittieten ( de tweede grootmacht van het Nabije-Oosten) , opmerkelijke vorderingen in de theologie en de filosofie en de grootste bouwprojecten sinds de pyramiden 1300 jaar voordien.

      Alhoewel de meeste opvolgers van Ramses II dezelfde naam droegen waren het maar zwakke afspiegelingen die met moeite de erfenis voort torsten.
       
      Na de dood van de laatste farao van de Twintigste Dynastie Ramses XI verviel Egypte terug in een staat van verdeeldheid, bekend als de DERDE TUSSENPERIODE (1069-664, dynasties 21-25). Het land werd verscheurd tussen elkaar bekampende dynasties van autochtone ( Dynastie 21 en 24), Libische (Dynasties 22 en 23) en Nubische (Dynastie 25) vorsten. Slecht rond 650 slaagde een inheemse dynastie (Dynastie 26, ca 664-525 v.Chr.) erin Egypte terug onder één kroon te verenigen. Deze vorsten hadden Saïs in de Delta als hoofdstad en de periode staat bekend als het Saïtische Tijdvak. Het werd gekenmerkt door een heropleving van de traditionele kunst en levensnormen gebaseerd op de klassieke voorbeelden uit het Oude - en het Midden- Rijk


      Afbeelding van farao Psammetichos I 644-610 v.Chr. (Saïtische periode)

      De Saïtische periode kwam echter brutaal tot een eind door de verovering van Egypte door de Perzen in 525 v.Chr. Voor het eerst in de eeuwenlange geschiedenis van Egypte werd het land geregeerd niet als een onafhankelijk koninkrijk maar als een provincie van een vreemd rijk.

      Tijdens de volgende tweehonderd jaar bekend als de LATE PERIODE ( Dynasties 27-30, 525- 332 v.Chr.) verkeerde Egypte onder Perzische heerschappij (Dynastie 27) met daar tussenin korte periodes waarin inheemse vorsten de controle over het land wisten te heroveren (Dynasties 28-30) . In 343 v.Chr. echter onderwierpen de Perzen, nu definitief, het land en verdreven de laatste farao Nectanabo II. Het zal tot 1952 duren eer Egypte zijn onafhankelijkheid zal herwinnen.

      Toen Alexander de Grote het Perziche Rijk veroverde viel ook Egypte in zijn handen (332 v.Chr.). Na zij dood zou Egypte onder het gezag van een van zijn generaals, Ptolemaios genaamd, vallen. Alhoewel ze van Macedonische komaf waren regeerden hij en zijn opvolgers als echte Egyptische farao's. Gedurende hun driehonderjarig bewind, bekend als de Ptolemeïsche Periode ( 323 -30 v.Chr.) zou Egypte opnieuw heropleven onder een sterk centraal gezag met een voortdurend programma van herbouwing en verbouwing van de oudere monumenten.


      Munt van Ptolemaios IV Philopator 221-205 v.Chr.

      Aan dit tijdvak kwam een eind in 30 v.Chr. toen Marucs Antonius, bondgenoot van Cleopatra VII door Octavianus ( de latere keizer Augustus) verslagen werd in de zeeslag bij Actium. Egypte werd een provincie van het Romeinse Rijk. Alhoewel gedurende de eerste vierhonderd jaar Egypte zijn tradities min of meer behield onder de Romeinse keizers als nominale farao's , ging de Egyptische identiteit toch progressief verloren. Eerst door beinvloeding van het christendom  (Koptisch Tijdvak) en daarna in 641 door deze van de  Islam (bij de verovering van het land door de Arabieren).



      Terug naar geschiedenis

      27-05-2008 om 00:00 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)
      18-05-2008
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Amon

      Amon



      Belangrijkste cultuscentra waren :Thebe, Hermopolis Magna ( Khnoem in het Egyptisch, het moderne el Asjmoenein), Meroë in Ethiopië en de oase van Siwa in Libië

      Zijn naam werd geschreven :



      Zijn naam betekende "de Verborgene" en een van zijn grafschriften was "mysterieus van gedaante . De naam zou verband houden met het werkwoord "imni" dat verstoppen betekent. Maar het is ook mogelijk dat zijn naam verband houdt met een oud Lybisch woord "aman" dat water betekent. De onmogelijkheid om een naam (nomen) voor deze complexe godheid te vinden werd opgelost door hem "asja renou" i.e "rijk aan namen" te noemen.


      Voorstelling: Ondanks het geheim van zijn gedaante, als schepper en bron van alle leven waarin hij onzichtbaar was, werd Amon voorgesteld als een man met een hoofdtooi met twee pluimen, maar ook als een man met een ramskop (sjeft) of als een ram ( Ovis platyra) met naar binnen gebogen horens dicht bij de kop en dus duidelijk verschillend van het ram met horizontale horens ( Ovis logipes palaeoegypticus) dat karakteristiek was voor de godheid Chnoem. Een blauwe huidskleur ( lucht ?) was karakteristiek voor de afbeelding van Amon.



      Bekend zijn ook de criosphinxen: leeuwenbeelden met ramskoppen die tussen hun poten een beeld van de farao houden en waarmee de dreven die de tempels van Loeksor en Karnak met elkaar verbonden, afgeboord waren. Ook de "Oeserhat", de magnifieke processieboot van Amon, de Heer van de Twee Horens, was aan de boeg en achtersteven met ramskoppen versierd.



      De ram werd reeds in de prehistorie in de Sahara vereerd en drong van daar door naar de Nijvallei waar hij het onderwerp werd van verschillende religieuse syncretismen ( versmeltingen); zoals deze van de Nubische ram, vereerd te Kerma en de rest van Nubië en de Egyptische Amon.

      Criosfinxen langs de processieweg van Karnak


      Soms werd hij ook afgebeeld als een "smn"-gans ( Alopochen aegyptiaca). In een hymne op de papyrus "Leiden 1350" wordt hij beschreven als " de grote schreeuwer " , een oergans. Ook de slang, waarin hij zich reïncarneerde was als heilig dier aan hem gewijd.


      Soms werd hij verbonden met de vruchtbaarheidsgod Min tot Amon-Min of Amon-Kamoetef ( stier van zijn moeder). In dat geval werd hij ithyiphallisch (met een stijve penis) afgebeeld . Mogelijks werd Min, de god van het naburige Coptos, te Thebe vereerd voor Amon. Beide voeren ze in hun afbeeldingen de karakteristiek pluimen op hun kroon, wat op verwantschap zou kunnen wijzen.


      Als Amon-Ra werd hij ook verbonden met de zonnegod Ra, een van de dominerende goden uit het Oude Rijk. Het zou onder de Vijfde Dynastie zijn dat de vereniging met Ra tot stand kwam . In die hoedanigheid draagt hij een zonneschijf naast de pluimen op zijn kroon (zie afbeelding 3 hierboven: Amon met het ramshoofd  waarbij de zonneschijf duidelijk te zien is voor de pluimen). Deze verbintenis met de populaire godheid Ra was een van de oorzaken van zij algemene opgang later.


      Amon, de heer die in alle dingen verblijft , werd ook geacht de ziel (ba) van alle dingen te zijn.


      Amon was oorspronkelijk samen met zijn gemalin Amaunet één van de 4 koppels van oergoden van de ogdoade (Grieks voor een groep van acht) uit de scheppingsmythe van Hermopolis Magna. Hij personifieerde de wind of de verborgen kracht van de lucht. Hij was een scheppingsgod die zichzelf kon opwekken door de vorm aan te nemen van een slang die zijn huid afwerpt. In die functie was hij bekend als Amon Kametef (hij die zijn tijd vervuld).


      Zijn voornaamste cultuscentrum was de tempel van Karnak te Thebe waar hij samen met zijn echtgenote , de gier-moedergodin, Moet en hun kind de maangod Chonsoe als goddelijke triade werd vereerd.


      Hij wordt voor het eerst vernoemd in de pyramide teksten uit de vijfde dynastie (ca 2350 - ca 2345) waar zijn gemalin Amonet of Amaunet is. ( = Amon + vrouwelijke eind "t")


      Men weet niet precies wanneer men begon met Amon te Thebe te vereren maar als lucht en windgod veronderstelt men dat Amon misschien een god van de plaatselijke schippers was. Zeker is dat helemaal niet. Wel zeker is dat tijdens de "Eerste Tussenperiode" een tempel aan hem gewijd bestond te Thebe.


      Met de opgang van de dynasten van Thebe werd Amon steeds belangrijker zodat hij tenslotte de oppergod van het staatspantheon van de Egyptenaren werd. Later vereenzelfdigden de Grieken onder de Ptolemeeën hem met Zeus en de Romeinen met Jupiter. Zijn opkomst dankte hij vooral aan deze van de plaatselijke Thebaanse heersers, die sinds Mentoehotep II progressief het land wisten te herenigen na een periode van oproer en onenigheid onder de gouwvorsten (Eerste Tussenperiode). Een inscriptie van Senoesret I (ca 1965- ca 1920 v.Chr.) , uit de vroege twaalfde dynastie, in de jubileumkapel te Karnak beschrijft Amon als "de koning der goden". Senoesret was bovendien de eerste vorst die te Karnak een heiligdom oprichtte.


      Het was Amon-Ra, de Thebaanse manifestatie van de zonnegod, die de expansie van het Egyptische koninkrijk over Nubië en de Levant voorzat. Hij werd geassocieerd met de heersende farao maar het was de Thebaanse priesterklasse die gebruik maakte van het prestige van de cultus van Amon-Re om tegen het eind van het Nieuwe Rijk hun rivaliteit met de farao te legitimiseren.


      De opkomst van de farao's van de vijfentwintigste dynastie afkomstig uit Koesj leidde tot een renaissance van de cultus van Amon, daar de Nubiërs geloofden dat de werkelijke thuisbasis van Amon de Djebel Barkal in Noord-Soedan was. Koningen als Piy, Sjabaka en Taharqa associeerden zich met de cultus van Amon en trachten de cultus en de heilige plaatsen nieuw leven in te blazen. De tempel van Darius te Hibis in de oasis van Kharga en het orakel van Amon in de oasis van Siwa bleven prestige uitstralen tot aan de tijd van Alexander de Grote.



      Bronnen: -J.Zandee: De hymnen aan Amon van papyrus Leiden 1350, Leiden, 1948
      -Lucia Gahlin; Egypte goden, mythen en religie,Utrecht 2001
      -K.Sethe: Amun und die acht Urgцtter, Leipzig, 1929
      -Hans Bonnet:Lexikon der Äyptischen religionsgeschichte; 1952
      -Champollion J.F. Panthйon Egyptien,1823 -Wallis Budge E.A. The Gods of the Egyptians,1904
      -M.Damiano-Appia. Dictionair encyclopédique de l'Ancienne Egypte,1999
      -I.Shaw & P.Nicholson, The Dictionary of Ancient Egypt,1995

        18-05-2008 om 00:00 geschreven door ramsesje


        >> Reageer (1)
        17-05-2008
        Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Religie indeling

        • Scheppingsverhalen en andere mythen
          • Scheppingsverhalen
            • Scheppingsverhaal van Memphis
            • Scheppingsverhaal van Elefantine
            • Scheppingsverhaal van Hermopolis Magna
            • Scheppingsverhaal van Heliopolis
          • Andere Mythen
            • Osiris Mythe
            • Isis en Osiris
            • De strijd tussen Horus en Seth
            • De vernietiging van de mens
            • Isis en de geheimen naam van Ra
        • De Goden
        • Tempels en priesters
        • Godsdienst en het hiernamaals
          • Ka, ba en ach
          • Pyramideteksten
          • Sarcofaagteksten
          • Dodenboek
          • Begrafenis
          • Mummificatie
          • Graven
        • Magie en volksgeloof

        17-05-2008 om 17:32 geschreven door ramsesje


        >> Reageer (0)
        Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lijst van de goden

        • Aker
        • Amenofis (Amenhotep),
          zoon van Hapoe
        • Amonet (Imenet,Amaunet)
        • Amon (Imen)
        • Anat
        • Anoebis (Inpoe)
        • Anoekis
        • Apis
        • Apofis
        • Arensnoefis
        • Astarte
        • Atoem
        • Aton (Iten)
        • Baäl
        • Baba
        • Banebdjedet
        • Bastet
        • Bat
        • Benoe
        • Bes
        • Boechis
        • Chebechsenoef
        • Chepri
        • Chnoem
        • Chonsoe
        • Doeamoetf
        • Geb
        • Hapi
        • Hapi
        • Hathor
        • Hatmehit
      • Hehet
      • Heket
      • Herishef
      • Hoe
      • Hoeh (Heh)
      • Horus (Hor)
      • Ihy
      • Imhotep
      • Imseti
      • Ipi (Ipet)
      • Isis
      • Isjtar
      • Kadesj
      • Kek
      • Keket
      • Maät
      • Mafdet
      • Mandoelis
      • Moehoen(MWHWN)
      • Mehet-Weret
      • Merteseger
      • Meschent
      • Mihos
      • Min
      • Mnevis
      • Moet
      • Montoe
      • Naunet
      • Nefertoem
      • Neith
      • Nechbet
      • Neper
      • Nephthis
      • Noen
      • Noet
      • Onoeris
      • Osiris
      • Pachet
      • Ptah
      • Re(Ra)
      • Renenoetet
      • Resjef (Resjep)
      • Sah
      • Satet(Satis)
      • Sechmet
      • Selket
      • Sesjat
      • Seth
      • Sia
      • Sjaj
      • Sjezmoe
      • Sjoe
      • Sobek
      • Sokar
      • Sothis
      • Tajet
      • Tatenen
      • Taweret
      • Tefnoet
      • Thot (Djehoeti)
      • Toëris
      • Wadjet(Edjo)
      • Wepwawet(Oepoeaoet)
      • Wosret
        • 17-05-2008 om 00:00 geschreven door ramsesje


          >> Reageer (0)
          03-05-2008
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Bestuur

          Het Bestuur

          • De Koning
            • De Vijf namen van de koning
            • Goddelijke geboorte
            • Hoogste priester en handhaver van de wereldorde
            • God en sterveling
            • Ornaat en insigna
            • De koning en zijn beeltenis
            • Huwelijk en opvolging
          • De Residentie en familie van de farao
            • Het paleis
            • Familie
            • Harem en haremintriges
          • Het staatsbestuur
            • De Beide landen
            • Het centrale gezag
            • De gouwen en het gouwbestuur
            • Staatsbestuur in het Oude Rijk
            • Ontwikkelingen in het Middenrijk
            • Ontwikkelingen in het Nieuwe Rijk
            • Latere ontwikkelingen
          • Het rechtsbestel
            • Wetten en processen
            • Recht en Orde :de politie

          03-05-2008 om 00:00 geschreven door ramsesje


          >> Reageer (0)
          19-04-2008
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cursus Hiërogliefen

          Cursus Hiërogliefen lezen

          19-04-2008 om 00:51 geschreven door ramsesje


          >> Reageer (0)
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geologische periodes van de aarde


          Voor een beter begrip van de geologische evolutie van de Nijl worden hier de opeenvolgende geologische periodes op een rijtje gezet. Voor de Nijl zijn alleen de laatste periodes van belang. Maar het leek ons nuttig en interessant om ook de andere periodes in het licht te zetten en even de grote trekken ervan te bespreken.


          EON
          ERA
          PERIODE TIJDVAK Tijd geleden
          in Ma
          Fanerozoïcum Cenozoïcum Quartair Holoceen 0 - 0,011560 Ma
          Pleistoceen 0,011560 - 2,588
          Neogeen* Plioceen 2,588 - 5,332
          Mioceen 5,332 - 23,03
          Paleogeen* Oligoceen 23,03 - 33,9
          Eoceen 33,9 - 55,8
          Paleoceen 55,8 - 65,5
          Mezozoïcum Krijt Laat 65,5 - 99,6
          Vroeg 99,6 - 145,5
          Jura Malm 145,5 - 161,2
          Dogger 161,2 - 175,6
          Lias 175,6 - 199,6
          Trias Keuper 199,6 - 228,0
          Muschelkalk 228,0 -245,0
          Buntsandstein 245,0 - 251,0
          Paleozoïcum Perm 251,0 - 299
          Carboon 299,0 - 359,2
          Devoon 359,2 - 416,0
          Siluur 416,0 - 443,7
          Ordovicium 443,7 - 488,3
          Cambrium 488,3 - 542,0
          Proterozoïcum** Neoproterozoïum Ediacarium 542 - 630
          Cryogenium 630 - 850
          Tonium 850 - 1000
          Mesoproterozoïcum Stenaium 1000 - 1200
          Ectasium 1200 - 1400
          Callymium 1400 - 1600
          Paleoproterozoïcum Statherium 1600 - 1800
          Orosirium 1800 - 2050
          Rhyacium 2050 - 2300
          Siderium 2300 - 2500
          Archaïcum** Neoarchaïcum 2500 - 2800
          Mesoarchaïcum 2800 - 3200
          Paleoarchaïcum 3200 - 3600
          Eoarchaïcum 3600 - 3800
          Hadeïcum 3800 - ca.4560
          * Het Neogeen en het Paleogeen vormen het Tertiar
          ** Het Archaïcum en het Proterozoïcum vormen samen het Precambrium

          De tijdschaal wordt uitgedrukt in miljoen jaar (Ma) . Ze vangt aan met het eerste eon het Hadeïcum ( afgeleid van de Griekse god van de onderwereld Hades) . Het is de periode tussen het ontstaan van de aarde en het voorkomen van de eerste sedimentaire gesteenten. Het oudtse bekend mineraal gesteente dateert van 4.400 Ma geleden. Men neemt algemeen aan dat er tijdens het Hadeïcum geen leven bestond op aarde.

          Archaïcum
          (ook Archeïcum of Archeozoïcum en in het Engels: Archean of Archaean) genaamd. Dit tijdperk duurde van 3800 tot 2500 miljoen jaar (2,5 Ga) geleden. Samen met het Hadeïcum en Proterozoïcum wordt het Archeïcum ook als Precambrium aangeduid. Deze periode is verder onderverdeeld in de vier era's zoals te zien op het schema.

          In het Archaïcum ontstonden de eerste cellen en er wordt aangenomen dat zo'n 70% van de landmassa op aarde in dit tijdvak is ontstaan.  Ook vormden zich eenvoudige bacteriën en planten zoals algen, die door middel van fotosynthese glucose konden maken uit zonlicht , CO2en water waarbij ook zuurstof werd geproduceerd.

          De volgende eon is het Proterozoïcum. Een tijdperk waarbij complexe levende organismen nog niet veelvuldig voorkwamen. De eon wordt ingedeeld in drie era waarbij in het Paleoproterozoïcum de continenten voor het eerst stabiliseerden. De era wordt verder onderverdeeld in verschillende periodes.

          Tijdens het Orosirium vonden botsingen tussen de aarde en twee grote asteroïeden plaats en tijdens het Statherium vormde zich een supercontinent Columbia.

          Tijdens het Mesoproterozoïcum vormde zich voor het eerst een zuurstof bevattende atmosfeer. Voor deze tijd was alle leven op aarde anaëroob (met een ademhalingscyclus zonder zuurstof) en was zuurstof zelfs toxisch voor het leven. Een groot gedeelte van het aardse leven verdween dan ook tijdens deze periode (Zuurstof katastrofe). In het Callymium brak het supercontinent Columbia in stukken. Ook ontstond toen, meer bepaald in de Ectasium periode de eerste vorm van sexuele reproductie ( rode algen) . Het  Stenium zag het ontstaan van een nieuw supercontinent Rodinia genaamd.

          Binnen het tijdsbestek van het Neoproterozoïcum situeren zich een paar ijstijdperken waarbij deze in het Cryogeen bijzonder zwaar waren en ijs de aarde bedekte  tot aan de evenaar (Sneeuwbal Aarde)

          Aarde tijdens de Cryogene periode naar William T. Hyde, Thomas J. Crowley, Steven K. Baum and W. Richard Peltier in Nature 405, 425-429(25 May 2000).


          Tijdens deze cryogene periode brak het supercontinent Rodinia in stukken en begon de vorming van het supercontinent Pannotia. Multicellulaire organismen zijn karakteristiek voor de laatste periode voor het Cambrium het Edicarium.

          Het eon volgend op het precambrium en tevens het huidige eon is het Fanerozoïcum of het eon van het zichtbare leven. De biodiversiteit tijdens dit eon zal geweldig toenemen. Het wordt onderverdeeld in drie era waarvan de Paleozoïsche era de eerste is met als eerste periode het Cambrium. Een periode waarin de biodiversiteit exponentieel toenam. Men spreekt dan ook van de "Cambrische explosie". Bij de start van het paleozoïcum bestonden alleen bacterieën, algen en sponsen. Op het eind van de era vinden we op de continenten verschillende reptielsoorten en moderne planten. De era start kort na het uiteenvallen van het supercontinent Pannotia en het stoppen van het Varanger Ijstijdperk. Tegen het eind van de era vormden de verschillende continenten opnieuw een supercontinent Pangea genaamd.

          Aarde bij aanvang van het cambrium

          Op het Cambrium volgt het Ordovicium. Een periode die begint en eindigt in en catastrofe waarbij een groot deel van het leven op aarde uitsterft. Zuid-Amerika en Afrika vormden één continent, Gondwana genaamd, dat afdreef naar de Zuidpool. De continenten Laurentia, Siberia,en Baltica bleven gescheiden (sind het uiteenvallen van Pannotia ), maar Baltica begon naar Laurentia te bewegen en Avalonia brak los van Gondwana en ging op drift naar het noorden naar Laurentia toe. De zeespiegel was hoog . Op het eind van periode bereikte Gondwana de zuidpool en was bedekt met ijs. De periode eindigde met de vernietiging van 49 tot 60% van alle levende mariniene soorten vermoedelijk door herhaalde ijstijdperken.

          Nu volgt het Siluur. Gondwana bleef zich verder naar het zuiden bewegen maar de ijskappen waren minder uitgesproken en de zeespiegel rees dus nog hoger. De andere continenten dreven naar elkaar en naar de evenaar toe en vormden een tweede supercontinent naast Gondwana namelijk Euramerica. De botsing van Noord-Amerika met Europa gaf aanleiding tot uitgesproken bergvorming ( Caledonische bergvorming) Op eind van de periode daalde de zeespiegel. Het klimaat was uitgesproken warm. Het zeeleven ging zijn gang en de eerste beenvisssen verschenen in de oceanen. Op het eind grepen een paar kleine uitstervingsperiodes plaats

          Volgt nu het Devoon Tijdens deze periode ontwikkelden zich de eerste vissen met poten en gingen zij aan land. Tegen het eind van de periode werd het zeeleven weer getroffen door een periode van uitsterven.

          In het zuiden bevond zich het supercontinent Gondwana en in het noorden het contineent Siberië met in het midden het kleine supercontinent Euroamerika ( gevormd uit de botsing van Laurentia en Baltica) . Het klimaat wisselde van continent tot continent en van periode tot periode. Het Devoon wordt ook wel eens het tijdperk van de vissen genaamd maar deze benaming onderschat de ontwikkeling van andere soorten. Tijdens het Devoon naderden Laurasia en Gondwana elkaar. Bij de equator gaf Euroamerika door consolidatie de aanleiding tot de vorming van Pangea . De zeespiegel bleef hoog. Aan land grijpt de Devoon explosie plaats met de ontwikkeling van arthropoden, insecten, de eerste bomen en zaadvormde planten. Op het einde van de periode hebben we terug te maken met een grote uitstervingperiode waarbij een groot aantal vissoorten en marien leven, vooral in warm water, verdwijnen.

          Nu volgt het Carboon waarbij aan land Coniferen verschijnen. Gondwana, stoot op Euramerika (Laurasia) en het supercontinent Pangea, hieruit gebormd,  doet aldus zijn intrede. Noord China (dat aansluit bij het eind van het Carboon) en Zuid-China blijven eerst nog gescheiden van Laurasia. Het klimaat was warm maar koelde af tegen het eind van de periode. Be basis voor steenkoolvorming op grote schaal werd gevormd door uitzonderlijk grote moeraswouden in Noord-Amerika en Europa. De uitvinding van het "ei met een vruchtvlies of amnion" , dat verhindert dat de foetus in de vruchtzak  uitdroogt laat aan de viervoeters toe zich nu ook op land voort te planten. In het midden en op het eind van de periode deed zich opnieuw een periode van uitsterven voor.

          Het Perm is de volgende periode, gekenmerkt door onder meer een lagere zeespiegel. Bijna alle landmassa's, op uitzondering van delen van Oost-Azië, waren in een enkel supercontinent Pangea verenigd. Hierdoor werd de kustlijn veel korter en stierven een aantal soorten in deze biotoop uit.

          Het Cimmeria dreef weg van Gondwana naar het noorderlijke Laurasia. Een continentaal klimaat met extreme hoge en lage temperaturen en moesson regens domineerde. Uitgestrekte woestijnen waren geen zeldzaamheid op Pangeia.

          Bij het begin van het Perm domineerde een ijstijd maar geleidelijk werd het klimaat warmer met brede fluctuaties. Het Perm eindigde met de grootste periode van uitsterven van soorten; 95 % van het mariene- en 70% van het landleven ging tenonder . Klimaatverandering, verkorting van de kustlijn en voortdurende uitbarstingen van vulkanen waren hiervoor misschien verantwoordelijk. Andere hypotheses zoals straling afkomstig van een naburige supernova of de inslag van een meteoriet die een krater van meer dan 500 km in Antarctica sloeg behoren tot de meer tot de verbeelding sprekende mogelijke oorzaken.

          Deze inslag zou mogelijk ook de afsplitisng van Australië van Antarctica ( beide onderdelen van Gondwana) veroorzaakt hebben. Maar fossielen in Groenland wijzen eerder op een traag en geleidelijk uitsterven dan op een ramp. Grote reptielen( voorlopers van de zoogdieren) deden het echter vrij goed.

          Pangeia in het late Perm met onderaan Gondwana en daarboven Noord-Amerika en Europa en helemal bovenaan Siberiл
          met Zuid-en Noord-China als eilanden in oostelijke richting

          Met het Perm eindigt het Paleozoïcum en vangt de era van het Mesozoïcum of het tijdperk van de "middelste leven" aan. Het wordt evenwel ook vaak het tijdperk van de Dinosaurussen genaamd naar de dominante fauna van deze era. Het was een era met grote tectonische activiteit en met belangrijke veranderingen in evolutie en klimaat.

          De continenten dreven uit elkaar naar hun huidige positie. Eerst deelde Pangeia zich op in een noordelijk continent Laurasia en het zuidelijke Gondwana. Daarna deelde Laurasia zich op in Noord-Amerika en Europa. Gondwanan viel uiteen in Zuid-Amerika, Afrika, Australië, Antarctica en het Indisch subcontinent. Hierbij ontstond de huidige Atlantische kustlijn. Het klimaat was buitengewoon warm. Tegen het eind van de era waren alle elementen van "modern" leven ter plaatste. De era wordt onderverdeeld in drie perioden: het Trias, het Jura en het Krijt.

          Het Trias was over het algemeen droog, met grote schommelingen van temperatuur tijdens de seizoenen. Een trend die reeds werd ingezet in het late Carboon en werd bevorderd door de grootte van Pangeia en de relatief lage zeespiegel. Later begon de zeebodem te rijzen met als gevolg grote overstromingen.

          Pangeia begon te splijten (bv New Yersey slitste zich af van Marokko) zonder echter uit elkaar te vallen. Dit bracht meer land in contact met water, stabiliseerde de temperatuur, deed de vochtigheidsgraad stijgen en kromp de woestijnen in. Toch bleef het klimaat warm en droog met op Pangeia een uitgesproken continentaal patroon (warme zomers, koude winters, moessonregens) maar met een gematigd en vochtig klimaat t.h.v. de polen.

          Laat in het Trias ontstonden de eerste zoogdieren. Het waren kleine, insectenetende nachtdieren. Het feit dat ze vooral ' s nacht leefden forceerde hen tot de ontwikkeling van een vacht en een hogere graad van metabolisme. De periode begon en eindigde met een tijd waarin heel wat diersoorten uitstierven. Vooral het leven in de oceanen werd getroffen.

          Tijdens het Jura valt Pangaea uit elkaar en ontstaat het noordelijk supercontonent Laurasia en het zuidelijk supercontinent Gondwana. De noordelijke Atlantische Oceaan was vrij nauw en de zuidelijke bestond nog niet. Het klimaat was warm en er zijn geen aanwijzingen voor ijszones maar er was ook geen land aan beide polen. Het Jura was het gouden tijdperk voor bepaalde dinosaurussen ook verschenen de eerste vogels en zoogdieren met placenta. Coniferen domineerden de flora.

          Het einde van het Krijt , de laatste periode uit het Mesozoïcum is scherp gedefiniëerd door de aanwezigheid van een iridiumrijke laag afkomstig van de meteoorinslag die de Chicxulub krater in Yucatan en de Golf van Mexico vormde. Deze inslag wordt verantwoordelijk gehouden voor de grote uitstervingsperiode die het Krijt van de Paleogene periode van het Tertiair scheidt.

          Gedurende het Krijt splitste Pangaea verder op om de huidige continenten te vormen. De ligging van deze continenten was echter nog substantieel verschillend van de huidige. De Atlantische Oceaan werd langzaam breder en breder. Gondwana was nog intact bij het begin van het Krijt maar  Zuid-Amerika, Antarctica en Australië splitsten zich later af van Afrika (Indië en Madagascar bleven wel aan elkaar gehecht ). De Zuid Atlantische en de Indische Oceaan vormden zich en grote onderzeese bergketens werden gevormd. Op een bepaald ogenblik was zelfs een derde van de huidige landmassa door de zee verzwolgen.

          Over het klimaat tijdens het Krijt is men het nog niet helemaal eens. Hogere concentraties van CO2 in de atmosfeer (door vulcanisme) schijnen de wereldtemperatuur overal ter wereld identiek gemaakt te hebben door het broeikaseffect. De gemiddelde temperatuur lag ook 10° C hoger wat mogelijks aanleiding gaf tot het feit dat tegen het midden van de periode de equatoriale wateren en landmassa's te warm werden om nog leven te herbergen.

          Op het land vierden de grote dinosuarussen hoogtij. Zoogdieren waren klein en nog niet zeer talrijk. Insecten begonnen zich te diversificiëren: mieren termieten, vlinders, motten e.a. ontstonden. Op de grens tussen Krijt en Tertiair tijdperk situeert zich opnieuw een periode van uitsterven. Door vulkanische activiteit en de inslag van de meteoor waren er overvloedig stofdeeltjes in de atmosfeer hierdoor drong het zonlicht moeilijker door tot de aarde. De planten en het phytoplankton, die afhankelijk waren van fotosynthese, leden het zwaarst en daar zij een belangrijkdeel van de voedselketen van de herbivoren vormden stierven ook grote hoeveelheden van deze diersoorten uit. Ook hun vleesetende predatoren deelden daardoor in hetzelfde lot. De Dinosaurussen die ofwel platen- ofwel vleeseters waren gingen ten onder en stierven uit. Omnivoren, insecteneters en krengeneters echter overleefden daar hun voedselbronnen meer voorradig waren. Zoogdieren en vogels, die de periode overleefden voedden zich met insecten, larven, wormen en slangen die op hun beurt leefden van dierlijk en plantaardig afval. Met het Krijt eindigt het mesozoïcum.

          De continenten in het Late Krijttijdperk

          De laatste en huidige era is het bekend als het Cenozoïcum . Zoogdieren zijn de dominante diersoort van deze era. Het Cenozoïcum is verdeeld in drie periodes: het Paleogeen en Neogeen, die vroeger bekend stonden als het Tertiair en verder het Quartair.

          Tijdens deze era gaan de continenten hun huidige positie innemen. Het Cenozïcum was voor wat het klimaat betreft een periode van langzame afkoeling. In het begin werden de zonnestralen nog tegengehouden door de deeltjes in de atmosfeer afkomstig van het impact van de meteoor en van vulkanische activiteit. Nadat tijdens het Oligoceen Australië volledig los kwam van Antarctica koelde het klimaat gevoelig af door het op gang komen van de Antarctische Circumpolaire Stroming welke diep koud Antarctisch water naar de oppervlakte bracht. Tijdens het Mioceen werd het opnieuw warmer door een toename van het CO2.
          Toen Zuid-Amerika zich vasthechte aan Noord-Amerika en de isthmus van Panama gecreëerd werd koelde de Noordpool sterk af door een versterking van de Humboldt en Golf Stroom wat leidde tot een laatste Glaciaal Maximum.

          De era vangt aan met het Paleogeen (ook Palaeogeen)Het is het tijdperk waarin de zoogdieren van relatief kleine, eenvoudige vormen evolueerden in een plethora van diverse soorten. Sommige van deze zoogdieren evolueerden naar grote vormen die op het land domineerden, andere leerden te leven in zee of een gespecialiseerde omgeving op het land of zelfs in de lucht. Ook vogels namen een hoge vlucht tijdens deze periode en ontwikkelden zich in moderne vormen.

          De continenten bewogen wat en het klimaat koelde wat af; De binnenzeeën uit Noord-Amerika verdwenen in het begin van het Paleogeen. Men deelt het Paleogeen in in tijdvakken met name het Paleoceen, Eoceen en Oligoceen.

          De continenten in het Late Paleogeen-Eoceen

          Het Paleoceen Het Paleoceen volgt onmiddellijk op de periode waarin de dinosaurussen uitstierven. De vrijgekomen plaats werd ingenomen door zoogdieren. Het waren echter nog primitieve zoogdieren met een lagere hersen-lichaam verhouding dan de huidige zoogdieren.

          In het begin was het klimaat koeler en droger dan in het voorafgaande Krijt maar op het einde van de periode treedt het  zogenaamde "Paleoceen-Eoceen Thermale Maximum" op, waarbij de temperatuur wereldwijd omhoogschoot. Daardoor werden de stromingen in de atmosfeer en de in de Oceanen verstoord wat tot het uitsterven van bepaalde diepzeesoorten leidde. Tropische vegetatie kwam voor in Patagonië en Groenland , aan de polen heerste een koel maar gematigd klimaat. Noord- Amerika, Europa, Australië en zuidelijk Zuid-Amerika waren warm en gematigd, de evenaarstreken waren tropisch met ten zuiden en ten noorden ervan hete en droge gordels.

          De continenten dreven naar hun huidige positie. Supercontinent Laurasia was nog niet in drie gesplitst. Europa en Groenland waren nog verbonden, Noord-Amerika en Azië waren nog verbonden met een landbrug, maar Groenland en Noord-Amerika waren aan hun scheiding begonnen. Zuid- en Noord-Amerika waren nog gescheiden door een equatoriale zee. Wat Gondwana betreft: Afrika, Zuid-Amerika en Australië dreven verder uit elkaar. Afrika stevende in noordelijke richting af op Europa aldus traag de Thetys Oceaan sluitend. Indië stevende af op Azië en de botsing van beide subcontinenten zou het ontstaan geven aan het Himalayagebergte. De binnenzeeën van Europa en Noord-Amerika traden terug.

          Moderne planten ontwikkelden zich o.a. cactussen en palmen. Het warm en vochtige klimaat gaf aanleiding tot het ontstaan van tropische bossen over gans de aarde. De Polen waren ijsvrij en bebost.

          Het volgende tijdvak is het Eoceen. De aanvang van het Eoceen kenmerkt zich door het ontstaan van de moderne zoogdieren. Het einde wordt bepaald door een periode van uitsterven die men de "Grande Coupure" (de grote breuk in continuпteit) noemt en die mogelijks werd veroorzaakt door inslag van grote meteorieten in Siberië en Chesapeake Bay, wat gepaard ging met klimaatverandering, de eerste ijsvorming t.h.v. de polen en flinke daling van het zeeniveau.

          De extreme opwarming van het Paleoceen-Eoceen Maximum duurde slechts 100.000 jaar. Het klimaat in de tropen was waarschijnlijk gelijkaardig aan dit van vandaag de dag, maar een tropische regen klimaatzone strekte zich uit tot 45° noorderbreedte. Aan de polen was het klimaat erder gematigd.

          Bij aanvang van het Eoceen waren Australië en Antarctica nog verbonden. Bij de splitsing echter werden de warme equatoriale stromingen van Antarctica weggehouden en een geïsoleerd koud waterkanaal ontstond tussen beide continenten. Antarctica begon af te koelen en de Oceaan er omheen begon te bevriezen en zond koud water naar het noorden waardoor de afkoeling nog versterkt werd.

          Laurasia splitste zich. Europa, Groenland en Noord-Amerika werden gescheiden. India begon zijn botsing met de Aziatische plaat en de vorming van het Himalayagebergte.

          Op enkele droge woestijnzones na was de ganse aarde bedekt met bos. Tegen het midden van de periode echter begon de afkoeling en op het einde van het Eoceen waren de binnencontinenten droger en begon het bos merkelijk dunner te worden. De nieuwe grassoorten beperkten zich nog  tot de oevers van meren en rivieren en hadden nog geen savannes en grote grasvlakten gevormd. Met de afkoeling begonnen ook de seizoenvariaties en bomen met vallende bladeren halden langzaam de bovenhand op de groenblijvende tropische soorten.

          Tegen het eind van de periode waren grote delen van Noord-Amerika en , Europa met dergelijke bossen bedekt. Het regenwoud hield echter stand in equatoriaal Zuid-Amerika, Afrika, Indië en Australië.  Antarctica verloor zijn subtropisch regenwoud en was tegen het begin van het Oligoceen bedekt met wouden, bestaande uit bladverliezende bomen,  en grote toendra's.

          Zoogdieren waren meestal klein met slechts 60% van de grootte van hun primitieve voorgangers uit het Paleoceen en ook kleiner dan hun opvolgers.  Kleinere dieren waren wellicht beter aangepast aan het hete klimaat van het Eoceen. Deze periode zag ook het ontstaan van de vroegste primaten alhoewel andere geleerden de mening toegedaan zijn dat deze reeds in het Krijt ontstonden. Ook walvissen en olifanten deden hun eerste verschijning tijdens dit tijdperk.

          Met de "Grande Coupure" of een onderbreking in de continuпteit en een grote "turn-over" van zoogdieren in Europa eindigt het Eoceen . De breuk markeert de overgang van een zuiver endemische Europese fauna voor de breuk naar een gemengde fauna met sterk Aziatische inslag erna.

          Op het Eoceen vogt dan het Oligoceen.Met een duur van een tiental miljoen jaar is het een relatief korte periode. De naam betekent (oligo=weinig , kainos=nieuw) in feite " weinig nieuws" en verwijst naar de geringe toename van soorten moderne zoogdieren vergeleken met de evolutionaire uitbarsting van het vorige tijdperk. Vaak wordt het Oligoceen beschouwd als een overgangsperiode tussen de archaïsche wereld van het tropische Eoceen en de meer modern uitziende ecosystemen van het Mioceen. Het klimaat bleef nog warm maar de afkoeling die uiteindelijk tot de ijstijden in het Pleistoceen zou leiden ging van start tegen het einde van dit tijdperk.

          De continenten verplaatsten zich langzaam verder naar hun huidige posities. In Europa kwamen de Alpen tot stand door de druk van het Afrikaans continent tegen Europa. Het begin van het Oligoceen wordt ook gekenmerkt door een korte invasie van de zee in Europa. Er schijnt ook een brede landbrug te hebben bestaan tussen Noor-Amerika en Europa langswaar de fauna zich kon verplaatsen. Ergens tijdens het Oligoceen kwam Zuid-Amerika los van Antarctica en ging noordwaarts op drift naar Noord-Amerika toe en liet zo toe dat de Antarctische Circumpolaire Golfstroom zich instelde rond het geïsoleerde Antarctica, dat snel afkoelde en waar zich een permanente ijskap instelde.

          Wat de flora betreft werden over gans de wereld de tropische en subtropische wouden vervangen door bossen bestaande uit bomen met vallend blad aangepast aan een gematigd klimaat. Grote open vlaktes en woestijnen werden meer gemeengoed. Grassen die in het Eoceen zich beperkt hadden tot rivieroevers gingen de open vlakte opzoeken. Moderne savanna's echter waren er nog niet. De meer open landschapsvorm gaf ook de mogelijkheid aan de dieren om grotere vormen aan te nemen. In het geпsoleerde Zuid-Amerika ontwikkelde zich een speciale vorm van Oligocene fauna. verschillend van die vand e andere continenten. Naast de zoogdieren gooiden ook de reptielen hoge ogen. In de oceaneen verschenen de eerste walvissen. De Oceanen koelden verder af.

          Het Mioceen ( 23,03 tot 5,33 miljoen jaar geleden), betekent ( meioon=minder, kaino= new) "minder recent" omdat er 18% minder moderne ongewervelde zeedieren waren dan in het daaropvolgende Plioceen, waarmee het samen het Neogeen tijdperk vormt . De aarde koelde verder af. Men kan echter geen duidelijke wereldwijde grens trekken tussen het Mioceen en het voorafgaande en volgende tijdperk. Deze grens wordt eerder lokaal bepaald aan de hand van de graad van afkoeling.

          De continenten gingen hun moderne posities innemen. Alleen de landbrug tussen Zuid- en Noord-Amerika ontbrak nog. Zuid-Amerika naderde echter de subductie zone in de Stille Oceaan ( waar de platen onder elkaar schuiven) en daardoor vormde zich het Andes gebergte en de naar het zuiden gerichte landtong van Midden-Amerika. India oefende steeds meer druk uit op Azië en vormde aldus steeds meer bergketens. Afrika verenigde zich met de Euraziatische plaat van Turkije tot Arabië, daardoor verdween de Thetys zee. Door de botsing vormde zich ook bergketens in het westen van het Middellandse Zee gebied wat samen met een verlaging van de Oceaanspiegel aanleiding gaf tot een tijdelijke opdroging van de Middellandse Zee op het einde van het Mioceen. Dit fenomeen dat bekend staat als de "Messinische Zoutwater Crisis" lag mede aan de oorsrong van de diepe canyon gevormd door de Eonijl.

          Het klimaat werd kouder maar ook droger omdat de koelere atmosfeer slechts in staat was een mindere hoeveelheid vocht vast te houden. Een ophoging van Oost-Afrika in het late Mioceen was ook, althans gedeeltelijk, verantwoordelijk voor de afname van het tropisch regenwoud aldaar. Ook Australië werd droger daar het zich bewoog naar een regio met minder regenval.

          Grassteppen breidden zich geweldig uit en wouden verminderden in aantal en oppervlakte door het koelere en drogere klimaat. Grassen differentieerden zich verder en evolueerden samen met de grote herbivoren, waaronder de herkauwers. Tussen 6 en 7 miljoen jaar geleden trad er een plotse expansie op van grassen die op een efficiëntere mannier CO2 konden assimileren maar die ook rijker waren aan silica (silicium oxide) wat aanleiding gaf tot het uitsterven van de grote herbivoren.

          De fauna van het Mioceen deed zeer modern aan met herkenbare wolven, wasberen, paarden, bevers, herten, kamelen en walvissen. Zeezoogdieren waren eerder schaars en alleen in het geïsoleerde Zuid-Amerika en Austalië ontwikkelde zich een sterk van de rest verschillende fauna. Ook kraaien, eenden, alken, korhoenders en uilen deden hun intrede in het Mioceen. Tegen het eind van het Mioceen waren bijna alle moderne vogelfamilies ter plaatse. Bruine algen "kelp" genaamd ontwikkelden zich en lieten nieuwe soorten van zeeleven ontstaan: ondermeer otters, vissen en verschillende ongewervelde soorten. Ook de walvisachtigen diversifieerden zich. Tijdens deze periode leefden een hondertal soorten apen. Zij verschilden onder elkaar in grootte, dieet en anatomie.Het is niet echt duidelijk uit de fossielen op te maken welke aap de voorvader was van de hominiden en de mens maar moleculair onderzoek wijst erop dat deze aap leefden van zo een 12 tot 5 miljoen jaar geleden.

          In het oosten van Antarctica vormden zich gletsjers in het Mid-Mioceen. De Oceanen koelden verder af en de ijskap in Antarctiac begon zijn huidige vorm aan te nemen. De Groenlandse ijskap zou nog op zich laten wachten tot ongeveer 3 miljoen jaar geleden in het Plioceen.



          Het Plioceen ( 5,33 tot 1,80 miljoen jaar geleden) is het tweede tijdvak uit de Neogene periode. Het begin van dit tijdperk is geen wereldwijde gebeurtenis maar verschilt van regio tot regio als overgang van het warmere Mioceen naar het koelere Plioceen. Sommige geologen vinden zelfs dat een bredere opdeling in Neogene en Paleogene periode meer zinvol is dan de verder doorgedreven indeling in tijdvakken. De overgang naar het erop volgende Pleistoceen (Quaternair) is duidelijker en wordt gekenmerkt door het uitsterven van verschillende mariene soorten. Narciso Benitez van de Johns Hopkins Universiteit stelt hiervoor een belangrijke afbraak van de ozonlaag veroorzaakt door de explosie van een supernova verantwoordelijk.


          Het klimaat werd koeler, droger en meer seizoengebonden zoals ons modern klimaat. Op Antartica ontwikkelde zich gletsjers en zowat drie miljoen jaar geleden vormde zich ook een ijskap bij de noordpool. Ijsvorming in gebieden met gemiddelde breedtegraad begon reeds voor het einde van het tijdvak. De globale verkoeling zorgde voor een vermindering van de bossen en verspreiding van grasland en savannes.


          De continenten dreven verder naar locaties die van eerst 250km tot tenslotte nog maar 70 km van hun huidige posities verwijderd waren. Zuid Amerika verenigde zich met Noord-Amerika via de isthmus van Panama. Daardoor werden echter warme equatoriale oceaanstromingen afgesneden en zette de verkoeling van de Atlantische Oceaan zich in. De verkoeling werd medeveroorzaakt door de koude stromingen afkomstig van de beide polen. De botsing van Afrika op Europa vormde de Middellandse Zee en de landbrug tussen Alaska en Azië kwam onder water te liggen.


          De tropische plantengroei nam wereldijd af in het Plioceen. Loofbossen kwamen in de plaats en coniferen en toendra's bedekten het grootste gedeelte van het noorden. Grasvlakten verspreiddden zich over alle continenten (Antarctica uitgezonderd) . Het tropisch regenwoud was beperkt tot een smalle band rond de evenaar en naast droge savannes ontstonden er in Azië en Afrika ook woestijnen.


          Mariene en land fauna was essentiëel reeds modern al was de contintale fauna iets primitieve dan de huidige. De vorming van de landbrug tussen de beide Amerika's betekende de achteruitgang van de buideldieren van Zuid-Amerika. De herbivoren werden over het algemeen groter en hun predators eveneens. De eerste herkenbare hominide de Australopithecus verschijnt tijdens het Plioceen.

          19-04-2008 om 00:00 geschreven door ramsesje


          >> Reageer (0)
          18-04-2008
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paleo-, Proto-, Pre- en Neonijl

          Paleonijl

          Volgens Saïd1 volgt op de Eonijl en de Mediterane Golf Fase de periode waarin de Paleonijl zich vormde. De Paleonile zou de grootste en langstbestaande van de vijf geschiedkundig bestaande Nijlrivieren zijn en stroomde tussen 3,3 en 1,8 miljoen jaar geleden (Plioceen) door Egypte. De rivier vondt vermoedelijk zijn oorsprong in het westen van Soedan tijdens een periode van overvloedige regenval. Gedurende deze fase van de rivier zette zich sediment afkomstig uit de Oostelijke en Westelijke Woestijn neer in de halfgevulde Grote Canyon van de Eonijl en drong zo de golf gevormd door Middellandse Zee terug uit Egypte. Maar toen veranderde het klimaat plots drastisch en werd het geweldig droog en de Paleonijl hield op met stromen en droogde langzaam op. Daarna zou er gedurende een miljoen jaar (1,8 tot 0,8 miljoen geleden) geen stroom meer vloeien en werd de Sahara gevormd zich. Said beschrijft de aldus ontstane Egyptische woestijn als sterk gelijkend op het huidige " Leeg Kwartier" van Saoedi Arabiл.



          1. Rushdi Saïd: The Geological Evolution of the River Nile. Springer-Verlag, New York, 1981

          Terug naar beginpagina 

          18-04-2008 om 00:56 geschreven door ramsesje


          >> Reageer (0)
          23-03-2008
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geografie

          Geografie van Egypte

          • Etymologie van Egypte
          • De Nijl
          • De Delta
          • De Vallei
          • De oases
          • De westelijike woestijn
          • De oostelijke woestijn
          • De flora
          • De fauna


          Terug naar het begin van het blog

          23-03-2008 om 00:00 geschreven door ramsesje


          >> Reageer (2)
          22-03-2008
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geschiedenis

           

          Geschiedenis

          • Een Overzicht van de Egyptische geschiedenis
          • Lijst van de farao's
          • Bronnen voor de koningslijsten
          • Chronologie
          • De prehistorie
          • Predynastische tijd (tot 3200 v.chr.)
          • Protodynastische tijd (3200-3065 v.Chr.)
          • Thinietentijd (3065-2686 v.Chr.)
            • Dynastie 1
            • Dynastie 2
          • Het Oude Rijk (2686-2181 v.Chr)
          • Eerste Tussentijd (2181 -2055 v.Chr.)
            • Dynastie 7
            • Dynastie 8
            • Dynastie9/10
          • Midden Rijk (2055-1795)
            • Dynastie 11
            • Dynastie 12
          • Tweede Tussentijd (1795-1550 v.Chr.)
            • Dynastie 13
            • Dynastie 14
            • Dynastie 15 (Grote Hyksos)
            • Dynastie 16 (Kleine Hyksos)
            • Dynastie 17
          • Nieuwe Rijk (1552-1069 v.Chr.)
            • Dynastie 18
            • Dynastie 19
            • Dynastie 20
          • Derde Tussentijd ( 1069-664)
            • TIJDPER VAN TANIS (1069-945 v.Chr.)
              • Dynastie 21
              • Groot-priester van Amon in Thebe
            • LIBISCH TIJDPERK (954- 715 v.Chr.)
              • Dynastie 22
              • Dynastie 23
              • Koningen van Hereakleopolis
              • Koningen van Hermopolis
              • Dynastie 24
              • Nubische koningen
            • ETHIOPISCHE TIJDPERK (716-656)
              • Dynastie 25 ( koninge van Koesj)
          • Saïtische Periode (664-525 v.Chr.)
            • Dynastie 26
          • Perzische Periode (525-332 v.Chr.)
              EERSTE PERZISCHE VEROVERING (525-404 v.Chr.)
              • Dynastie 27
            • LAATSTE INHEEMSE DYNASTEN (404-341 v.Chr.)
              • Dynastie 28
              • Dynastie 29
              • Dynastie 30
            • TWEEDE PERZISCHE VEROVERING (343-332 v.Chr.)
          • Hellenisteche Periode (332-30 v.Chr.
            • Macedonische Dynastie
            • Dynastie der Ptolemeeën
            • Inheemse vorsten te Thebe
          • Romeinse periode


          Terug naar het begin van het blog

          22-03-2008 om 00:00 geschreven door ramsesje


          >> Reageer (1)
          19-03-2008
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eonijl

          Eonijl

          De huidige Nijl is op zijn minst de vijfde rivier1 die vanuit de Ethiopische hooglanden noordwaarts vloeide. Satelliet beelden hebben verschillende opgedroogde waterlopen aangetoond in de westelijke woestijn. Maar er bestaat ook een grote canyon, nu opgevuld met fluviaal en marien sediment, die men de Eonijl heeft genoemd. Deze canyon bevindt zich ook onder Caïro  en kan op zijn minst gevolgd worden tot aan Assoean, 900 km meer zuidelijk.  Deze canyon, 9,5 tot 20 km breed, en 450 meter dieper dan de Grand Canyon (namelijk 2460 m versus 2000 m) en ook stijler ( 1/400 versus 1/600) vormde de oude bedding van de Nijl in het late Mioceen ( Mioceen= 24,6 tot 5,1 miljoen jaar geleden) 1. De Eonijl vervoerde een zogenaamd clastisch sediment ( d.i. een sediment bestaande uit brokstukken van rots die elders worden afgezet om opnieuw rots te vormen) naar de Middellandse zee, waar verschillende gasvelden werden ontdekt tussen dit sediment.


          Net voor de laat Miocene Messinische Zoutwater Crisis Periode, toen de Middellandse zee een gesloten bassin vormde en bijna volledig verdampte, sneed de Nijl zijn loop uit tot op het toenmalige niveau van deze zee. Dit niveau lag beduidend lager dan het algemeen wereldniveau van de oceanen. Gaande van enkele honderden meter beneden dit niveau te Assoean tot 2.500 m te Caïro. Deze onmetelijke canyon is nu opgevuld met sediment afkomstig van de stroom en de zee. De afsluiting van de Middellandse zee van de Atlantische Oceaan gebeurde waarschijnlijk door tectonische krachten waardoor Afrika tegen Europa werd gedrukt en de Straat van Gibraltar tussen Marokko en Spanje en werd dichtgedrukt.


          Het Tanganyika meer draineerde toen naar het noorden in deze Nijl tot de Virunga vulkanen in Rwanda deze afloop kwamen blokeren. De Nijl was toen nog veel langer dan nu waarbij de verstafgelegen bovenloop en bronnen zich in het huidige Zambia situeerden.


          Hoe werd dit Nijldal ontdekt ?


          Het was de Russische geleerde I.S.Chumakov, een lid van het team van Soviet ingenieurs dat aan de Assoean dam werkte in de zestiger jaren van vorige eeuw, die boringen uitvoerde in de Nubische rotsen, van oever tot oever ( althans zo bevestigt één bron), om een stabiele fundering voor de dam te vinden. Toen men in het midden van de rivier een boring uitvoerde ging men eerst doorheen de gewone 6 tot 9 meter sediment van zand en slib maar botste toen op een volgende 270 meter van sediment vooralleer men op graniet rots stootte 2. Zo ondekte men deze uitzonderlijk diepe en nauwe bedding van de oude verborgen rivier.


          Toen Chumakov en zijn medewerkers de kolom sediment onderzochten, ontdekten ze in de onderste lagen diepzee slib uit het Plioceen ( 5,1 miljoen jaar oud). Dat betekende dat de Middellandse zee vijf miljoen jaar geleden ooit met een als spaghetti dunne arm tot in Assoean had gereikt . Het bewijs hiervoor werd nog versterkt doordat Chumakov niet alleen de dunne schelpjes van marien plankton maar zelf haaientanden vond in dit sediment.


          Chumakov was dan ook enthousiast wanneer hij in de "Pravda" een uittreksel uit de "New York Times" las waarbij Kenneth J. Hsu en collegae, die boringen in de bodem van de Middenlandse Zee hadden uitgevoerd vanop een speciaal hiervoor uitgerust schip , de "Glomar Challenger", hun bevindingen beschreven die zijn eigen vaststellingen kwamen bevestigen namelijk dat de Middellandse Zee ergens tussen 5,59 en 5.33 miljoen jaar geleden was uitgedroogd2 om dan, volgens geoloog W.Ryan, 5 miljoen jaar geleden opnieuw onder te lopen na de catastrofale collaps van de dam van Gibraltar3 aldus een uitzonderlijke overstroming met zout water veroorzakend die men de Messinische Zoutwater Crisis Periode noemt ( naar de Messinische periode uit he Mioceen tijdperk) (7)


          De Glomar Challenger met de speciale boortoren middenscheeps


          De aldus ontstane gigantische waterval vulde met een debiet van 40.000 km³/jaar ( meer dan 1000 maal het debiet van de Niagara) het drooggevallen gebied. Daarbij werd de isthmus verder uitgesleten tot zo een 300 m onder de bodem van de binnenstromende Atlantische Oceaan4. Zelf met zo een impressionante influx duurde het nog 100 jaar voor het Mediterane bassin gevuld was. (Terloops weze het vermeld dat Hsu suggereert dat de isthmus vandaag de dag opnieuw een tendens vertoont om te vernauwen.) Het gevolg voor Egypte was dat de Eonijl canyon nu volliep met zeewater.


          Hsu, en al, postuleerden in 1973 dat  een uitgedroogde Middellandse Zee" & het noodzakelijk maakt dat de basis van de erosie ( ondermeer door de Eonijl) toen honderden meters onder de oceaanspiegel moest liggen. Dit werd dus bevestigt door Chumakov's resulaten. Maar ook in Libië, Syrië en Israel werden gelijkaardige canyons beschreven. 5. Meer recent (1999) werd door Krijgsman, en al, beschreven dat de Mediterane zeespiegel circa 900 а 1000 m zou gedaald zijn afgaande op de canyons van de Rhône, Ebro en de Po ingesneden in de Mediterane rand6 en volgens Sampsell lagen de vlaktes op de bodem van de zee meer dan 2.700 m onder deze rand7 .



          Boring aan boord van de Glomar Challenger

          Hoe vormde zich deze Nijl-canyon ?


          De verdamping van de zee had een diepgaande invloed op de stromen, zoals beschreven werd door geologen van de Universiteit van Dallas (Texas) 8: Toen de zeespiegel daalde en daalde begonnen stromen die eens langzaam in zee vloeiden nu de onderliggende rots in te snijden. Naarmate het niveau van de zee daalde werd de instroomhelling steeds steiler en de erosieve kracht sterker en werd de relatief zachte kalksteen dieper en dieper ingesneden. De sterkere erosieve kracht zorgde ervoor dat bijrivieren in de bovenloop opgenomen werden en hogergelegen drainages opvingen. De toename van het debiet door de opgevangen stromen ging op zijn beurt weer de erosieve kracht versterken wat dan weer de uitbreiding van het drainage systeem stroomopwaarts deed toenemen. Dit leidde uiteindelijk tot de vorming van de Eonijl met zijn uitzonderlijk grote en diepe canyon.


          Toen Hsu het sediments op de bodem van de Middellandse Zee onderzocht vond hij dat de "sluis" thv de Straat van Gibraltar gedurende het Late Mioceen ( Mioceen = 24,6 miljoen tot 5,1 miljoen jaar geleden) verschillende malen open en dicht ging en het uiteindelijk begaf tijdens een finale zondvloed toen een éénrichtings-vloedgolf zich ongehinderd van de Atlantische Oceaan naar de Middellandse Zee verplaatste. Dit trad op bij het begin van het Plioceen (5.1 miljoen jaar geleden). Het Pliocene sediment als gevolg van deze instroom dat Hsu vond in de Mediterrane bodem was hetzelfde als het Plioceen marine sediment dat Chumakov vond te Assoean.


          Toen de barrière van Gibraltar het eens en voor goed begaf vulde het Atlantische water dus niet alleen het Mediterrane bassin,maar ook de nieuwgevormde canyon van de Nijl, die nu terug een estuarium vormde gelijkaardig aan de fjorden van Noorwegen8 . Dit estuarium werd dan traagjes opgevuld met sediment aangebracht door de Paleonijl  [zie verder] die van uit het zuiden kwam aanvloeien. Er ontstond toen 3 tot 4 miljoen jaar geleden een landschap dat niet zo veel verschilde van het huidige8



          1. Rushdi Said: The Geological Evolution of the River Nile. Springer-Verlag, New York, 1981, aangehaald in Bonnie M. Sampsell:  A Traveler  s Guide to the Geology of Egypt The American University in Cairo Press, 2003, p. 30.
          2. Kenneth J. Hsu:  The Mediterranean Was a Desert , Princeton University Press, NJ, 1983, p. 28. &http://www.semp.us/publications/biot_reader.php?BiotID=350 over de boring met de Glomar Challenger
          3. William Ryan and Walter Pitman: Noahs Flood , Simon and Schuster, 1998, p. 88.
          4 William Ryan and Walter Pitman:  Gibraltar  s Waterfall in  Noah  s Flood . Simon & Schuster, 1998, p. 83.
          5. KJ Hsu, WBF Ryan, MB Cita:  Late Miocene dessication of the Mediterranean in Nature 242, 240-244 ( 23 maart, 1973), p. 243.
          6. W. Krijgsman, FJ Hilgen, I Raffi, et al:  Chronology, causes and progression of the Messinian salinity crisis. In Nature 400, 652-655 (12 August 1999), p. 654
          7. Bonnie M. Sampsell:  A Traveler  s Guide to the Geology of Egypt , American University in Cairo Press, New York, 2003, p. 29.
          8.Introduction to the Nile at: http://www.utdallas.edu/geosciences/remsens/Nile/g...;

          -foto boring : htpp://scilib.ucsd.edu/sio/archives/photos/61pic.jpg
          -foto Glomar Challenger :www-odp.edu/images/glomar.jpg

          Terug naar beginpagina 

          19-03-2008 om 00:00 geschreven door ramsesje


          >> Reageer (0)
          28-12-2007
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nijl_Quaternair

          Evolutie van de Nijl in het Quaternair tijdperk

          De Huidige situatie

          Om de evolutie van de Nijl in het Quaternaire Tijdperk te verstaan is het onontbeerlijk om de originaliteit, enig op aarde, van deze regio onder ogen te brengen met name het contrast tussen de vallei van de Nijl en de Delta. Langs de ene zijde een smalle vallei omringd door brandende woestijnen en anderzijds de wijdse groene Delta. In het Quaternair is de tegenstelling tussen deze regio's nu eens toe- en dan weer afgenomen naargelang de veranderingen in het klimaat. Niet alleen het klimaat ter plaatste maar ook dit van veraf gelegen oorden zoals de streek der Grote Meren en bergketens van Abyssiniл (Ethiopiл). Wanneer de woestijn vervangen werd door steppes gingen de mensen zich in kleine groejes verspreiden maar werd het klimaat warmer en droger dan dwong de natuur hen zich te verzamelen in de vallei waarbij de organisatie in steeds groter wordende groepen als het ware onvermijdelijk werd.


          In het noorden van het land zal de nabijheid van de Middellandse zee de jaarlijkse neerslag verhogen ( 240 mm te Alexandriл) en de temperatuur binnen bepaalde grenzen bufferen ( 26 C maandgemiddelde in augustus te Alexandriл). Eens men meer in het binnenland binnendringt loopt de temperatuur snel op evenals het verschil tussen winter- en zomertemperatuur ( maandgemiddelde van 41°C in augustus en 7,5°C in januari te Oeadi-Halfa). De relatieve droogte van de lucht zal het verschil tussen de dag en nacht temperatuur nog doen aangroeien en vaak ligt de nachtelijke temperatuur zelfs tegen het vriespunt aan.


          Ten westen van de Nijlvallei strekken zich de zand- en kalkstenen plateaus van de Libysche woestijn uit. Het zijn de hamadas, begrensd door plotse steile wanden en doorsneden met uitgedroogde valleien gevuld met duinvelden. Breuken begrenzen langwerpige depressies waarin zich een keten van oases (Kharga, Farafra, Sioeah) hebben genesteld.In het noorden domineren deze hamadas de depresie van Kattara en in het noordwesten deze van de Fajoem. In het oosten vormen de bergen, van de Arabishe keten een meer uitgesproken reliлf en domineren de Rode Zee met hun steile, rechte breuklijnen daterend uit het Tertiair.

          De Nijl zelf, deze miraculeuze stroom die door de Egyptenaren tot god werd verheven, stroomt meer dan 3000 km door de Egyptische woestijn zonder ook maar йn zijarm te ontvangen. Zijn debiet wordt bepaald door dit van de Witte Nijl dat zijn water ontvangt via de Semliki vanuit het George- en Edwardmeer en via de Kagera vanuit het Victoriameer. Vanuit het Albertmeer vertrekt de Bahr-ed-Djebel ( de stroom van de bergen), ontvangt verschillende bijrivieren od zijn rechteroever en daalt snel af naar de Soedanese vlakte. De Witte Nijl, de verlenging van de Bahr ed-Djebel naar het noorden toe draineert dus streken gelegen op de evenaar en zijn debiet is het ganse jaar behoorlijk groot. In Khartoem ontvangt de Witte Nijl de Blauwe Nijl en wat meer stroomafwaarts de Atbara. Beide stromen ontspringen in het Ethiopisch gebergte en worden voornamelijk gevoed door de zomerregens die begin mei beginneen en begin september eindigen. De Witte Nijl zorgt dus voor een basisdebiet waarop zich tijdens de zomer het toegenomen debiet van de Blauwe Nijl en de Atbara ent waardoor de overstromingen ontstaan.


          Evolutie in het Quaternair

          wordt vervolgd
          <>.

           

          28-12-2007 om 00:00 geschreven door ramsesje


          >> Reageer (0)
          03-11-2007
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Opvatting over geschiedenis

          OUD EGYPTISCHE OPVATTING OVER HET BEGIN VAN DE GESCHIEDENIS

          Volgens de faraonische gedachte bestond er geen geschiedenisen ook geen technische of intellectuele vooruitgang. De fysische wereld was geschapen door de oergod. De monarchie, geboren met de zon, had zijn vorm en functies aangenomen wanneer Horus, zegevierend over Seth, de Twee Landen verenigd had. Nadien hadden half-goden geregeerd over Egypte, obscure monarchieën, centraal of regionaal, in Memphis en This (volgens Manetho)," dienaars of volgelingen van Horus" in Hiérakonpolis en Boeto ( volgens een priesterlijke encyclopedie uit de Late Tijd). De troonsbestijging van een zekere Menes luidde dan de periode van de menselijke koningen in. Maar deze historische koningen zijn daarom, volgens hun opvatting, niet minder goden. Erfgenaam en vertegenwoordiger van Re zorgt iedere nieuwe Horus door het uitvoeren van de juiste rites voor het functioneren van de cosmos en onderhoudt hij de juiste orde (Maat) op het ondermaanse.


          Dit oerconservatief concept maakt van de geschiedenis een eeuwige herhaling en houdt ook in dat alles al geschapen werd in de primordiale momenten van het scheppingsproces. Alles of toch bijna alles. Het is dan ook niet verwonderlijk om te constateren dat de kunst en de gewijde teksten die die moeten aantonen "wat er is" en "wat er moet zijn" iedere plastische of technische vernieuwing, die werd uitgevonden of ingevoerd gedurende de drie duizend jaar dat het faraonisch rijk zich staande hield, afstompten of zelfs verwaarloosden.


          En wat "primitief", "prehistorisch", of "totemachtig" lijkt in de iconografie (beeldvorming) of het bestuur van deze uitzonderlijk "moderne" staat is in feite allen maar "primordiaal"( in de betekenis van bij de schepping ontstaan) maar dan wel meer dan ooit actueel.


          In het Oud-Egyptisch collectief geheugen komen maar zelden verwijzingen voor naar een menselijke voor- of protogeschiedenis. In de vergelijkende ethnologie merkt hierover op dat wat vooral opvalt niet alleen het ontbreken is van een eerste mens of een primitief koppel maar ook van elke sage die een of ander held ten tonele voert om de "beschaving" aan te brengen. Zelfs een buitengewone innovatie, de uitvinding van de pyramide als koningsgraf en de architectuur in gehouwen steen onder koning Djoser ( 3e Dynastie) werd uiteindelijk aan de goden toegeschreven. De architect Imhotep werd een zoon van de god Ptah, de god die hout en steen geschapen had en kunsten en ambachten had uitgevonden.

          DE HUIDIGE OPVATTING

          In het begin kende men in het westen ook niet veel van de obscure milennia van de prehistorie en de duistere eeuwen van de eerste twee dynastieën. Toen in 1866 Emmanuel de Rougé zijn "Recherches sur les monuments qu'on peut attribuer aus six premières dynasties de Manéthon " ( Opzoekingen over de monumenten die men aan de eerste zes dynastieën van Manetho kan toeschrijven) publiceerde, reikte de kennis niet veel verder dan de derde en vierde dynastie.


          De Egyptenaren lieten de schepping plaatsvinden 30.000 jaar en het verschijnen van de mens 5.000 jaar voor Christus geboorte. Dit was onaanvaardbaar volgens de toen heersende katholieke opvatting. Volgens de bijbel was de schepping niet ouder dan circa 4000 jaar. De katholieke wereld werd dan ook gescandaliseerd door de opvatting van Champolion die de mening van de Egyptenaren bijtrad. Het zogenaamd "Egypte van voor de zondvloed " werd slechts moeizaam en sporadisch ontdekt. Het is pas in 1868/9 dat de geoloog Arcelin en de prehistoricus Hamy voor het eerst de prehistorische ateliers in het zand van de Saïd ontdekten. Zo werd de prehistorie van de Nijl ingepast in de algemene prehistorie van de mensheid.


          De Thinitentijd begon pas vorm te nemen met de opgravingen van Amélineau te Abydos in de jaren 1890. Ondertussen is veel veranderd en de minitieuse methodes van de moderne archeologie zijn er in geslaagd de eerste technische realisaties van de opeenvolgende bevolkingen van de Nijlvallei in kaart te brengen als lokale mijlpalen van de algemene technische vooruitgang van de mensheid. Ze zijn er ook in geslaagd de elementen te reconstrueren die ons laten begrijpen hoe een monarchische staat ontsproot uit de verscheidenheid van deze lokale beschavingen


          Wat het paleolithicum betreft kunnen we nog niet echt, tenzij uit gewoonte en conventie , spreken van Egyptenaren. Noch het landschap, noch zijn bewoners waren toen al wat ze in historische tijden zouden worden. Wat men aan de Nijl dan kan beschrijven is een vooruitgang in de werktuigen en adaptatie aan de omgeving van kleine groepen jagers, vissers en plukkers. Een Paleolithicum met meer dan genoeg lokale variaties binnen een Afrikaans geheel. Met interesse ontdekken we hier voor het eerst de systematische exploitatie van wat Egypte te bieden had o.a. visserij in stilstaand water, geologische kennis maar ook het oudst bekende graf op het Afrikaans continent.


          Hierbij dient men zich voor de geest te houden dat de geschiedenis van Neder-Egypte op dit gebied zowel topografische als chronologische hiaten vertoont die er misschien geen zijn, omdat de erosie verschillende sites kan hebben vernietigd en aanslibbing er andere diep hebben bedolven. In feite gaat het, wanneer men in deze omstandigheden spreekt over Neder-Egypte in tegenstelling met Boven-Egypte, omde Fajoem en het uiterste noorden van Midden-Egypte enerzijds en de "Saïd" ten zuiden van Assioet anderzijds. De tussenliggende vlakte en de Delta zijn, gegeven de huidige stand van zaken, nog een onbeschreven blad alhoewel de opgravingen van Thomas Von der Way te Boeto daar wel enige verandering in hebben gebracht.


          In het neolithicum zien we het ontstaan van veeteelt (rund, schaap, geit, varken) en landbouw ( granen) die ook later de basis van de Egyptische economie zullen blijven. Later komt het gebruik van koper en het gebruik van in de zon gedroogde tichelsteen. Toch zal het metaal het gebruik van silex nog niet verdringen en de kunst om silex te bewerken zal zelf zijn hoogtepunt bereiken en het gebruiksmateriaal bij uitstek blijven ook onder de farao's


          Beeldje van een gebaarde man, Nagada I, Gebelein, musée Gumet Lyon, afmetingen 32 x 7 x5

          Dan doen de eerste afbeeldingen van mens en dier hun intrede, voorwerpen die men toeschrijft aan de Nagada-cultuur. Vorm en iconografische thema's sluiten nochtans weinig aan bij het latere Egypte van de farao's Maar dan komen ook de votiefknotsen en de paletten waar men beter en beter de evolutie in continuiteit van de ene cultuur (Nagada) naar de andere (Faraonische) kan volgen.


          Er schijnen twee grote cultuurgroepen te hebben bestaan. Eén in het noorden bij de punt van de Delta de andere in Boven-Egypte, deze laatste blijkbaar een groter voortbrenger van artistieke creaties. Het zou dus blijken dat in de tijd van de "Volgelingen van Horus" er twee Egyptes hebben bestaan die dienden verenigd te worden. De urbanisatie van Hieraconpolis, bij het eind van het vierde millenium, schijnt overeen te stemmen met de aanwezigheid van een monarchie. Tegenwoordig meent men ook in het mythische Boeto in de Delta een overeenkomstig centrum van koninklijke macht te mogen erkennen al is niet iedereen het hierover eens.


          Daarenboven meent de archeologie een opschuiven stroomafwaarts van artefacten uit het zuiden en dus ook van mensen uit deze streek te mogen opmerken en tonen enkele vondsten van predynastische koningen tekenen die op veroveringen wijzen. Verovering van het noorden door het zuiden of vreedzame penetratie ? Het is in deze politieke en culturele context dat op een zeer korte periode hiërogliefen, het gebruik van papyrus, de karakteristieke afbeeldingen van goden en farao in zwang geraken. Horus Narmer in wie we de klassieke Menes menen te mogen erkennen scheidt, een beetje arbitrair misschien, tenslotte de prehistorie van de historie



          .

           

          03-11-2007 om 00:00 geschreven door ramsesje


          >> Reageer (0)
          04-10-2007
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De prehistorie

          De Prehistorie van Egypte

          • Inleiding
          • Geschiedenis van de ontdekking van de prehistorie in de Nijlvallei.
          • De Evolutie van de Nijl in het Quaternair Tijdperk
            • De Huidige toestand
            • De evolutie
          • Het Paleolithicum in de Nijlvallei
            • Het Oud Paleolthicum
            • Het Midden Paleolithicum
            • Het Jonge Paleolithicum
              • De site van Nazlet-Khzater-4
              • De Sjoewichat-cultuur
            • Laat Paleolithicum
              • De culturen
              • Economie
            • Het Epipaleolithicum
          • Het Neolithicum in de Nijlvallei
            • De oorsprong
            • Boeren en veetelers in de Nijlvallei
            • De Nagada cultuur
              • Maaidi-Boeto cultuur in het Noorden
              • Nagada I cultuur in het Zuiden
              • Nagada II cultuur
              • Nagada III cultuur

          04-10-2007 om 00:39 geschreven door ramsesje


          >> Reageer (0)
          27-06-2007
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MUMMIE VAN HATSJEPSOET GEÏDENTIFICEERD

          Vandaag werd door Zahi Awass, hoofd van de Oudheidkundige dienst van Egypte bekend gemaakt dat de mummie KV60 definitief dient beschouwd als de mumie van de vrouwelijke farao Hatsjepsoet.

          Het uiteindelijke bewijs werd gevonden in een doosje dat de naam van deze vrouwelijke farao droeg, waarin namelijk, naast ondermeer haar lever, een tand van haar zat. Het ivoren doosje werd gevonden te Deir el Baheri in de cache DB320.

          Een scan van het doosje toonde een tand die,wanneer hij gemeten werd juist paste binnen de fractie van een milimeter in de holte van de ontbrekende molaar in de mond van de mummie van de obese dame in graf met kenletters KV60 in de vallei rechtover KV20 waar het echte graf van Hatsjepsoet zich bevindt "(...)

          De archeologisch, forensische en wetenschappelijke onderzoekingen die tot de idenstificatie van de mummie leidden zullen woorden voorgesteld in "Secrets of Egypt's Lost Queen," een documentaire die wordt uitgezonden op 15 juli om 21 uur ET/PT op Discovery Channel", die de draagbare CT-scan in bruikleen gaf.

          Dokter Zahi Awass heeft reeds een website met het ganse verhaal :
          "The Search for Hatshepsut and the Discovery of her Mummy" http://www.guardians.net/hawass/hatshepsut/search_for_hatshepsut.htm

          Andere links:
           http://snipr.com/1nkgh [http://dsc.discovery.com/news/2007/06/25/egyptqueen_ arc.html?category=archaeology&guid=20070625181630 &dcitc=w19-502-ak-0000]
          http://www.reuters.com/article/scienceNews/idUSL2589587820070625 http://news.yahoo.com/s/nm/20070625/sc_nm/egypt_mummy_dc_1 http://www.abcnews.go.com/Technology/story?id=3313952&page=1 http://www.newkerala.com/news5.php?action=fullnews&id=42016

          Links in het Nederlands

          http://snipr.com/1nkgi
          [http://www.trouw.nl/laatstenieuws/ln_buitenland/article737588.ece/ Egyptologen_Hatsjepsoets_mummie_is_gevonden]

          27-06-2007 om 23:01 geschreven door ramsesje


          >> Reageer (0)
          18-06-2007
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

          HORUS SANACHT [NESOEBITI NABKA ?]

          DE POSITIE VAN DEZE KONING IN DE LIJST IS NIET EENDUIDIG BEPAALD.

          Bevindingen van 1996 te Oemm el Qa'ab in de tombe V van Chasechemoei zouden argumenteren voor een direkte opvolging van Chasechemoei- Netjerichet (Djoser). De argumenten om aan te nemen dat Djoser zijn vader (of schoonvader ?) Chasechemoei begroef zijn zeer sterk. Maar dit is niet onoverkomelijk want we weten dat zegels van Hotepsechemoei werden gevonden in de tombe van Qa'a en niettegenstaande dat zouden ook hier op zijn minst twee koningen Sneferka en Ba hem, zij het kortstsondig, zijn voorafgegaan. Helaas, ook dit laatste is niet 100% bewezen.

          In de tijd dat Horus Sechemchet nog niet bekend was dacht men dat hij de opvolger van Djoser was. Er zijn inderdaad argumenten om dit aan te nemen beweert Francesco Rafaele maar hij haalt niet aan welke.

          Recent echter werd hij opnieuw achter Sechemcet of Chaba geplaatst.(Swelim, Kahn)

          Maar bewijsmateriaal uit de necropool van Zawijet el Arian, Beit Challaf en Sakkara maken het moeilijk om de opeenvolging van Sanacht-Djoser (Beit Challaf), Djoser-Sechemhet (Sakkara Trap pyramide) Sechemhet-Chaba (ondergonds plan van de pyramide) uit elkaar te halen.

          WAT IS ER VAN HEM BEKEND

          • 1.

            Er zijn van hem zegelafdrukken gevonde te Elefantine

            Plan van mastaba K2 te Bet Challaf (Garstang, 1903, Mahasna en Bet Khallaf, PLaat 18, het graf van Hen-necht.


          • 2.

            te Bet Challaf zijn ook maar sterk beschadigde zegelafdrukken en inscripties van hem gevonden in mastaba K2 (Kahl et al. 1995 p.140-151), die in tegenstelling met wat men een tijd heeft geloofd niet aan hem maar een van zijn ambtenaren behoorde.(Nicolas Grimal 1988 Histoire de l'Egypte Ancienne p 80) of misschien aan een (zijn?) koningin. Ook de vrouw van Chasechemoei en mogelijks moeder van Sanacht, Ni-maat-hapi,is als kandidate voorgesteld geweest. Maar har naam komt alleen voor in de naburige mastaba K1 waar vooral zegelafdrukken van Djoser werden gevonden, alsook ййn van Peribsen. (Vandier -Manuel I , 870 ; Reisner - Develop. ; Lauer - Pyr. Degr.)

            In het voornaamste en zuidelijke graf werd het skelet aangetroffen van een zeer grote man ( bijna 1,90m). Nu is he zo dat Manetho verhaalt dat ййn van de laatste koningen van de Tweede Dynastie, die hij Sesochris noemt meer dan 3 el lang was. De sarcofaag zelf was opgegeten door de mieren (John Garstang op.cit. p. 11-14; Nabil Swelim Some Problems, 1983, 95). De naam van de dode begraven in het noordelijke deel van is niet bewaard gebleven alhoewel we kunnen gissen dat het bijna zeker de vrouw van de eigenaar van het graf zal geweest zijn.

            De mastaba K2 is dus dubbel. De bovenstrcutuur is gelijkaardig aan deze van van K1 (een grote mastaba, zonder niches en mogelijks met een kapel in openlucht) maar rust op een soort laag platform zoals de trappyramide. De eerste trap vertrekt aan de noord-oost hoek van het dak en wisselt tweemaal van richting maar is minder groot dan de tweede meer zuidelijke trap. Het derde deel van de eerte trap loopt door een soort gewelfde tunnel waarvan het dak uit tichelsteen bestaat die in lagen doorgaan tot de top van de mastaba. Daarna wordt de gang afgesloten door ee valhek. Hierna bevindt zich hetgrafgedeelte met een hall met een kleine plaats en een nis in de oostelijke wand, daarna haaks op de hall een gang in west-oost richting die uitmondt in de begraafkamer Deze schijnt oorspronkelijk bedoelt voor de vrouw van de eigenaar maar is waarschijnlijk nooit gebruikt.

            De tweede trap vertrekt ook op de top van het dak en verloopt eerst oost-west, daarna noord-zuid, in het tweede deel hiervan loopt hij door een tunnel waarvan de ingang afgesloten is door een valhek, na de tunnel stoot men opnieuw op een valhek, dat het grafgedeelte afsluit. Dit bestaat uit een lange gang met aan elke zijde telkens drie kamertjes en die uitmondt in een soort hall. Het graf aan de westzijde is door een smal gangetje verbonden met de hoofdgang.

            Aan de zuidzijde van de mastaba zien aan de buitenkant nog een eigenaardigheid namelijk de resten van helling, die toeliet van zich op het dak van de mastaba te begeven. Zonder twijfel hebben alle mastaba's zo een helling bezeten maar is er zo weinig van overgebleven omdat deze helling waarschijnlijk werd afgebrooken na de begrafenis.

            De mastaba werd opgegraven door Garstang, dei Sanacht verkeerdelijk las als Hen-Necht de bovenbouw is kleiner dan deze van K1 (65 x 23,5m )en mogelijks is dit dubbel graf van een oudere datum dan zijn buur K1. ( Garstang Mahasna and Bet Khallaf, 1903 p. 11). Naast de platform onderbouw schijnt K2 ook een trapvormige bovenbouw ( althans toch een trapvormige kern) bezeten te hebben wat een voorbode lijkt te zijn van de trapvormige pyramide van Djoser.

            Maar zoals gezegd behoort het graf naar alle waarschijnlijkheid toch niet aan Sanacht toe. Waar Sanacht dan zelf begraven is weten we nog niet maar de meest waarschijnlijke plaats zou te Sakkara zijn ten westen van het Djoser compleks. Lauer meent dat zijn graf zich bevindt onder de begrafenistempel van Oenas.

          • 3.

            Misschien kan ook een vroege structuur ( mastaba 1) binnen de omheining van de trappyramide aan hem worden toegeschreven.

            Reliлf uit de Wadi Maghara


          • 4.

            Zandsteenreliлf gevonden in de nabijheid van de turkoois mijnen van de Wadi Maghara in de Sinaп toont o.a. de Horus Sanacht met zijn naam in een serech. De koning neemt de bekende positie aan "van het neerslaan van de vijand".

          WAT ZIJN DE MOGELIJKHEDEN ?

          • 1.Sanacht achter Sechemchet is moeilijk aanvaardbaar dit zou zijn regering met ca 20 jaar van deze van Djoser scheiden. Dit is onwaarschijnlijk daar de architectuur van de mastaba's van Beit-Challaf op sterke verwantschap met de trappyramide wijzen. Het feit dat het graf aan een edelman van hem toebehoorde zou dit argument al dan niet kunnen wijzigen.

          • 2.Sanacht na Chaba is om dezelfde reden moeilijk aanvaardbaar en bovendien interpoleren we iemand tussen Sechemchet en Chaba. Nu het pyramide compleks van Chaba is, zij het dan op kleinere schaal, architecturaal direct vergelijkbaar met dit van Sechemhet. Deze laatste moet op basis van de graffiti op de muren, de koningslijsten en de keuze van necropool en plaats van zijn grafcomplex aldaar onmiddellijk op Djoser volgen.

          • 3. De reliлfs van Djoser, Seckhemhet en Sanacht in de Wadi Maghara (Sinaп)schijnen onderling weinig stijlverschillen te vertonen.

          • 4. Dus zou het wel eens kunnen dat Sanacht voor Djoser heeft geregeerd en misschien een familielid (broer ?)van hem was. In dat geval kan zijn regering maar van korte duur zijn geweest wat accordeert met de weinige monumenten die van hem zijn overgebleven. Vijf tot zeven jaar schijnt een aanvaardbare periode.

            IS SANACHT DEZELFDE PERSOON ALS NEBKA

            De argumenten voor de identiteit van nesoet-biti Nebka en Horus Sanacht wegen niet zeer zwaar en de discussie is vandaag de dag nog niet helemaal beslist. Het was Kurt Sethe die op een zegelafdruk van Bet Challaf, waarop de twee namen samen voorkwamen, de naam [NEB] KA las. (Cambridge Anc. Hist. vol. I pt.2 pag 157 en Drioton-Vandier -CLIO- p.200). Hierbij dient vermeld dat alleen het KA gedeelte van de naam duidelijk leesbaar was. (Garstang M.& Bet Khallaf pl. XIX,7).

            Helck daarentegen (Thinitenzeit' p. 107) denkt dat Nebka en Sanacht twee verschillende koningen zijn. Maar dan belandden we in het volgende probleem dat we namelijk geen duidelijke argumenten hebben om de ene achter of voor de andere te plaatsen. (Helck in Z.A.S. 106,1979 p. 130). Zoals we reeds gezegd hebben kan de mastaba K2 te Bet Khallaf waarschijnlijk niet toegeschrevn worden aan Sanacht. Petrie (A History I pp. 29-30 7.ed.)en Barta (op.cit) denken dan weer dat Sanacht identiek is aan Nebka maar tevens aan Nebkara. R.Weill (II et III dynasties) ziet in Neferka dezelfde persoon als Sanacht.

            Enkele sporen wijzen er op dat Nebka een cartoche (seshen) zou gebruikt hebben voor zijn tweede naam. Tijdens e rest van de dynastie bleef de Horus naam (serech) echter predomineren en het is pas onde de regering van Hoeni, Snofroe en Choefoe dat de nesoet-biti namen in cartouche de meest gebruikte namen worden.

            (aan dit artikel wordt nog gewerkt)

          18-06-2007 om 00:00 geschreven door ramsesje


          >> Reageer (0)
          14-06-2007
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE DYNASTIE WISSEL en de OVERGAN NAAR HET OUDE RIJK

          REDEN VAN DE DYNASTIE WISSEL

          Manetho geeft de wissel van dynastie aan samen met de wissel van hoofdstad van This naar Memphis. Nu is het wel zo dat, alhoewel Chasechemoei blijkbaar de hoofdstad terugbracht naar Hierakonpolis, in he zuiden, de andere koningen van de Tweede Dynastie ook goed vertegenwoordigd zijn te Sakkara ( de begraafplaats van Memphis) en dit zou dan kunneen duiden op een verleggen van de hoofdstad naar Memphis reeds voor de aanvang van de Derde Dynastie. Zowel This als Memphis echter liggen begraven onder moderne steden en zijn dus verloren voor verder doorgedreven archeologisch onderzoek. Dit kan leiden tot vervalsing van onze conclusies daar we afhankelijk zijn van het toeval voor wat bewaard werd of verloren ging

          Met de Derde Dynastie laten de archeologen na de THINIETENTIJD of het ARCHAISCH RIJK nu het OUDE RIJK een aanvang nemen. Nochtans is de Derde Dynastie eerder een overgangsperiode, zowel vanuit politiek, religieus als artisiteik oogpunt, tussen de Archaische Tijd (die zelf reeds in vele aspecten als volwassen en vol innovatie kan beschouwd worden) en de luisterrijke periode van de Grote Pyramidenbouwers van de Vierde Dynastie waar het Oude Rijk zijn hoogtepunt bereikt.

          Niettegenstaande het gebrek aan bronnen blijkt deze periode zeer belangrijk voor de daaropvolgende Egyptische geschiedenis en cultuur. Dit zal ondermeer blijken uit:

          • De verschuiving van het astrale (Horus, Hathor) naar het solaire( pyramiden, cartouches, god Ra) karakter van de religie.

          • De eerste pyramiden en begrafenis compleksen horen thuis in de 50-60 jaar die Djoser van Hoeni scheiden. De vooruitgang in de structuur van deze koninklijke graven is niet zuiver architecturaal maar berust ondermeer op de verschuiving naar de Heliopolitaanse zonne-doctrine en nog meer op het feit dat het centraal bestuur nu bekwaam is om grote massa's werkvolk, die nodig waren om deze grafmonumenten te bouwen, op de been te brengen, te onderhouden en van het nodige materiaal en grondstoffen te voorzien.

          • Dit laatste doel werd ondermeer bereikt door de burelen van de centrale administratie te verspreiden over het ganse territorium om aldus over te kunnen gaan tot een efficiëntere inning van taksen en belastingen. Deze inningssystemen waren wel reeds sinds eeuwen ter plaatse maar het is pas onder de Derde Dynastie dat het systeem zeer efficiënt wordt door geografische spreiding van personeel en middelen via een sterk gecentraliseerd bestuur. Een voorbeeld daarvan is de nederzetting te Elefantine. De koningen van de Vierde Dynastie zullen dan ook gretig gebruik maken van de vorderingen gemaakt op dit gebied door hun rechtstreekse voorgangers en het zal hen toelaten zich te concentreren niet alleen op hun bouwactiviteiten maar tevens ook op veelbelovende militaire activiteiten buiten de grenzen.

          • Verschillende nieuwe titels en ambten verschijnen ten tonele als bewijs voor de ontwikkeling van een tot in de periferie verspreid netwerk van het staatssysteem, tevens ruggengraat van deze niewbakken bureaucratie. Deze periode is kenmerkend voor de overgang van de gedecentraliseerde Thinitische methode van werken naar de meer gecentraliseerde structuur van de Memphitische staat.

          • In de mastaba van Hesire vinden we voor het eerst, naast de traditionele afbeelding van de dode tegenover zijn offer ( cfr. private steles in Abydos en Heloean) nu ook de de afbeelding van de overledene terwijl hij toeziet op de productie van de goederen voor zijn graf. Dit concept is een verbreding van het figuratieve systeem1 in de graven. Dit systeem bestond in den beginne slechts uit de vermelding van de naam van de overledene, later begeleid door zijn titels en lijsten van goederen om tenslotte te eindigen bij de scenes "gegrepen uit het dagelijkse leven" begeleid door een uitgebreide biografie. De eerste grote biografie, deze van Methen, wordt slechts een paar jaar na de regering van Hoeni gedateerd.

          • Het schrift wordt dan ook steeds verfijnder niet alleen op het esthetische vlak maar ook naar vorm en inhoud (cfr. de panelen in de pyramide van Djoser en de fragmenten van de tempel van Heliopolis).

          • De beeldhouwwerken in het bijzonder de koninklijke en private standbeelden, alhoewel niet in overvloed aanwezig, benaderen steeds meer op artistiek en stilistisch gebied het dogma van het classicisme van de Vierde Dynastie.

          • In deze overgangsperiode neemt ook de traditie een aanvang van het gebruik bij begravingen van een programma van "artistieke expresie" dat sterk gebonden is aan het "traject" doorheen de tombe2



          VERVOLG 1. Barocas 1978, Ideologia e lavoro...'
          2. Mrs W. Wood in J.A.R.C.E. 15

          14-06-2007 om 00:00 geschreven door ramsesje


          >> Reageer (2)
          05-06-2007
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE DERDE DYNASTIE

          De Derde Dynastie

          Er is een geruststellende overeenkomst tussen het aantal namen van koningen van deze Derde Dynastie in de koningslijsten en van de Horus en nesoet-biti namen op de monumenten. Maar deze overeenkomst is in feite maar schijn want men weet nog steeds niet zeker wat bij wie hoort en zelfs over de volgorde van de koningen is er geen eenstemmigheid. Hieronder vind je een tabel met de namen zoals ze in de koningslijsten voorkomen

          Turijnse papyrus Abydos Sakkara Manetho
          Neb-ka (19 jaar) Neb-Ka - Necherophes (28 jaar)
          Djoser-it (19 jaar) Djoser-za Djoser Thosorthos(29 jaar)
          Djoser-ti (6) Teti Djoser-Teti Tyreïs (6)
          [hoe] Djefa (6) Sedjes - Mesochris (17)
          - Nefer-ka-ra Neb-ka-ra Souphis (16)
          Hoe-[ni] (24) - Hoeni ?Aches (42)

          De horus namen op monumenten gevonden zijn:

          • Netjerichet
          • Sechemchet
          • Sanacht
          • Khaba
          • Ba (?)
          • Qa Hedjet
          Hierbij staat zeker vast dat Djoser overeenkomt met de Horus Netjerichet

          Als cartouche namen zijn bekend:

          • Djoser
          • Djoser-teti
          • Nebka
          • Sedjes
          • Nebkara
          • Neferka
          • Hoeni-hoe nesoet H

          Voegen we hier aan toe aan dat archeologische vondsten erop wijzen dat Horus Netjerichet(Djoser) onmiddellijk zou gevolgd zijn op Chasechemoei en dus de eerste koning van dynastie zou zijn in tegenstelling met wat de lijsten van Abydos, Turijn  en Manetho aanduiden. Anderzijds is er archeologische evidentie dat de opvolger van Djoser-Netjerichet inderdaad Horus Sechemchet zou zijn wiens nebti naam met zekerheid Djeserti is, zodat hier monumenten en lijsten overeenkomen. Bovendien bestaat er ook geen twijfel over dat de koning met nesoet-biti naam Hoeni de laatste koning van de dynastie was; Tot daar de zekerheden. De volgorde van de horus namen Sanacht, Khaba en Qa-Hedjet is onzeker evenals het feit aan wie de nesoet-biti Nebka dient toegewezen.

           

          De duur van de Derde Dynastie

          Derde Dynastie op de Papyrus van Turijn

          De Turijnse Papyrus geeft en totaal van 74 jaar wat een vrij korte periode is1. Manetho geeft echter een totaal van 214 jaar wat wellicht overdreven is2. Een realistische schatting voor de duur van de regering van de zes of zeven koningen van de Derde Dynastie lijkt te gaan van 70-80 tot 120-130 jaar.

          Op de verschillende fragmenten van de Annalensteen bleef geen enkele naam van de koningen van de Derde Dynastie bewaard op de lijneen die dekoninklijke titulatuur en de naam van de koninginmoeder bevatten. De laatste reconstructies3 plaatsen Chasechemoei, de laatste koning van de Tweede Dynastie , aan het begin van de vijfde lijn. Logischerwijze volgen hier dan de vorsten van Derde Dynastie zodat het laatste jaar van Hoeni's regering samenvalt met de laatste jaarbox op deze lijn. DE fragmenten die we bezitten moeten dan gerelateerd zijn aan de zes laatste jaar van Nebka en de vijf eerste van Djoser (lijn vijf van het Palermo fragment) en de laatste jaren van Djoser de zes of zeven van de totale regering van Sechemchet en de twee eerste van dezes opvolger moeten zich dan bevinden op de onleesbare lijn vijf van K1 ( voornaamste Caпro fragment; vier jaar van het begin van de regering van Hoeni ( of mogelijks Nebka) bevinden zich op het Petrie fragment( de recto kant van dit laatste fragment moet rechts van P of links van K1 worden geplaaatst). Dr. Nabil Swelim die een extensieve studie gemaakt heeft over de Derde Dynastie geeft 138 jaar als de lengte van de totale regeringsduren.

          CHRONOLOGISCHE TABEL VAN DE DERDE DYNASTIE GEBASEERD OP DE STUDIE
          ENKELE PROBLEMEN IN DE GESCHIEDENIS VAN DE DERDE DYNASTIE (1983) p.224

          door Dr. Nabil M.A. SWELIM

          HORUS NAMEN
          Andere eigentijdse namen

          Koningslijsten NIeuwe Rijk
          Abydos
          Sakkara
          Turijn
          Africanus (Af)
          Eusebius (E)
          Eratosthenes (Er)
          Regeringsjaren
          Begrafenis Monumenten
          1
          Chaba
          Hornoeb Irtdjetef
          Nebka
          Nebka
          -
          Nebka
          Necherophis (Af)
          Nechrochis (E)
          19
          Hierakonpolis Omheining(Fort)
          2
          Sa
          Sadjeser
          Djeser
          Djesersa
          Djeser
          Djeserit
          Tosorthros (Af)
          Sesorthos (E)
          19
          Gisr el Modir te Sakkara
          3
          Ba
          Teti
          Teti
          -
          -
          Tyreis (Af)
          7
          Ptahhotep omheining te Sakkara
          4
          Sanacht
          (Koning "W") *
          lacune
          (sedjes)
          -
          -
          Mesochris (Af)
          Momcheiri (Er)
          17
          El Deir omheining/tichelstenen massief te Aboe Roasj
          5
          Netjerichet
          Netjerichetranoeb,
          Senwy or Sensen,
          (King "X")
          *
          lacuna
          (sedjes)
          -
          -
          Soyphis (Af)
          Stoichos (Er)
          30
          Trappyramide compleks te Sakkara
          6
          Sechemchet
          Djeserty anch
          lacune
          (Sedjes)
          Djeserteti
          Djeserty
          Tosortasis (Af)
          Gosormies (Er)
          16
          Onafgewerkt Trappyramide compleks te Sakkara
          7
          ?
          Nebkara
          lacune
          (sedjes)
          Nebkara
          lacune
          (hudjefa)
          Aches (Af)
          Mares (Er)
          3,5
          Onafgewerkte pyramide te Zawiyet el Aryan
          8
          ?
          Neferka
          Neferkara
          -
          lacune
          (hudjefa)
          Sephuris (Af)
          Anoyphis (Er)
          2,5
          Lagen Pyramide te Zawiyet el Aryan
          9
          Qahedjet
          Hoeni
          -
          Hoeni
          Hoeni
          Kerpheris (Af)
          24
          Meydoem Pyramide

          Deze studie is ondertussen ook al twintig jaar oud en de huidige inzichten van de auteur kunnen verschillen van deze hierboven aangegeven. * Koning "W" en "X" zijn de twee koningen op de Palermosteen lijn V recto).


          Derde Dynastie Koningslijst volens Kaploni5

          Horus Za
          nijsoet-biti Oer-Za-Chnoem 6
          2 maand, 23 dagen
          Horus Netjerychet
          nisoet-biti nebti Netjerychet (Ra) Noeb
          19 jaar
          Horus Sechemkhet
          nisoet-biti Nebti Djoserti
          6 jaar
          Horus NechetZa (Zanacht)
          nisoet-biti Nebka (-Ra)
          Horus Tehenoe (.j) Noeb 7
          19 jaar
          Horus Chaba
          nisoet-biti Sjenaka
          Netjer Noeb
          6 jaar
          Horus NebHedjet
          nisoet H(oe)
          Noeb Nebhedjet
          24 jaar
          (tot. c. 74 jaar)

          U kan dus zelf vaststellen dat de opvolging van deze koningen absoluut niet vaststaat althans niet buiten de hogergenoemde zekerheden.Zeker is ook dat de begraafplaaats van de koning zich niet meer te Abydos bevond maar verhuisde naar Memphis(Sakkara-Gizeh). Maar ook de toekenning van de begrafenismonumente te Meidoem en Zawijet  el-Arijan aan een bepaalde koning vertoont nog moeilijkheden. Het einde van de Derde Dynastie is met een zekere waarschijnlijkheid rond 2575 v.Chr. te plaatsen8

          DERDE DYNASTIE: EEN OVERZICHT

          Ongetwijfeld wordt de Derde Dynastie gedomineerd door de regering van de grote koning Djoser. Tijdens zijn ambtsperiode bereikt de Egyptische beschaving voor het eerst een absoluut hoogtepunt. Getuigen hiervan zijn niet alleen de merkwaardige monumentale werken die niet beperkt blijven tot de architectuur. Dit is ook het tijdperk waarbij we van private personen iets meer te weten komen dan hun naam en titulatuur dit dankzij hun intelligentie, wijsheid, capaciteiten en de schittering van hun laatste verblijfplaats.

          Hier ontbreken nog enkele paragrafen die later zullen worden aangevuld

          Maar zoals bij de vorige dynastie is de centrale periode van de dynastie een periode met lacunae in onze kennis. Lacunae, die vermoedelijk reeds bestonden in de tijd van de Ramessieden toen, zoals we eerder hebben gezien voornaamste ons bekende koningslijsten (Abydos, Sakkara, Turijn) werden samengesteld.Daaarom ook de verschillen. Namen als Neferkara en Nebkara komen maar op één lijst voor. Nerferkara als vijfde van vijf op de Abydos lijst en Nebkara als derde van de vier in de Sakkara lijst. Op deze laatste lijst is de eerste koning Djoser, die in de Canon van Turijn en de Abydos lijst na Nebka wordt geplaatst. De Turijnse papyrus plaatst bovendien Nebka als laatste koning van de Tweede Dynastie om aldus een duidelijke cesuur van de regering van Djoser met de voorgaande regeringen aan te duiden.

          Sedjes vinden we alleen in de lijst van Abydos, op de vierde plaats terwijl op deze plaats de papyrus van Turijn zes jaar van een koning met naam ".....djefa" plaatst. Dit wordt echter gereconstrueerd als Hoedjefa ( eerder dan het aan Sedjes gelijkluidende Sedjefa. Dit woord zijn we reeds in de vorige dynastie tegengekomen in de betekenis van een lacuna die voorkwam op de lijst waarvan werd gecopiëerd9.

          Barta in zijn chronologie van het Oude Rijk, gebaseerd op een analyse van Annalensteen10 echter stelt dat Hoedjefa de naam van koning is, die hij gelijksteld Neferkara/Sedjes, die in deze periode geïdentificeerd werd met Horus Chaba

          Een stele, aangekocht door het Louvre museum eind de zestiger jaren, toont een Horus Qa Hedjet rechtsaande en omhelsd door de god Horus.Deze stele werd eerder toegeschreven aan koning Qa'a van de Eerste Dynastie. Maar omdat deze stele stilistisch eerder aansluit bij de reliëfs in de Whadi Maghara wordt hij door Barta11 toegeschreven aan de Derde Dynastie en Qa Hedjet aldus geïdentificeerd met Hoeni, wiens Horus naam trouwens nog steeds niet bekend is.

          Het lijkt dan ook waarschijnlijk dat voor Hoeni verschillende vorsten telkens gedurende een korte periode hebben geregeerd wat de mogelijke verwarring in de lijsten, althans voor de periode na Sechemchet, in de hand zou hebben gewerkt.

          Men begint nu gewoonlijk de Dynsatie met koning Nebka/Sanacht alhoewel Drioton en Vandier12 hem na Djoser plaatsen en de Kahl13 hem nu na Sechemchet plaatst.

          Sechemhet (Teti, Djosertei en Djoserti), duidelijk aanwezig te Sakkara komt nu voor Chaba waar hij hem vroeger opvolgde. Aan Chaba wordt de gelaagde pyramide van Zawiyet el Aryan toegesschreven

          REDEN VAN DE DYNASTIE WISSEL

          wordt vervolgd.


          1. T.Wilkinson 1999. "Early Dynastic Egypt" blz 95 , Gardiner 'The Royal Canon of Turin' - 1959 en J. Malek in J.E.A. 68 p. 93-106
          2. P. O'Mara in G.M. 147 geeft een vergelijking van data tussen de Turijnse Papyrus en Manetho
          3. Kaiser Z.A.S. 86, Helck M.D.A.I.K. 30 en Thinitenzeit, Barta Z.A.S. 108
          4. Dr. Nabil Swelim 1983, The Archaeological Society of Alexandria; Archaeological & Historical Studies n. 7
          5. P. Kaploni in R.A.R. I, 1977 p. 146-55
          6. I.A.F. p. 380, 468, 611
          7. I.A.F. III n. 806
          8. Baines en Malek 1980:36
          9. Goedicke J.E.A. 42 p.50
          10. Barta Z.A.S. 108, 1981
          11. Barta op. cit. en Kahl et al 1995
          12. Drioton en Vandier p 109
          13. Kahl op.cit.

          05-06-2007 om 00:00 geschreven door ramsesje


          >> Reageer (0)


          Inhoud blog
        • Bewerking van stukje van 03/03/2006 over dynastie 0
        • Anoebis02
        • Horus valk
        • neboe
        • Horus ? Schorpioen een koning uit Dynastie 0
        • Anoebis
        • Laatste Updates
        • Aker
        • Lijst Farao's
        • Samenvatting van de geschiedenis
        • Amon
        • Religie indeling
        • Lijst van de goden
        • Het Bestuur
        • Cursus Hiërogliefen
        • Geologische periodes van de aarde
        • Paleo-, Proto-, Pre- en Neonijl
        • Geografie
        • Geschiedenis
        • Eonijl
        • Nijl_Quaternair
        • Opvatting over geschiedenis
        • De prehistorie
        • MUMMIE VAN HATSJEPSOET GEÏDENTIFICEERD
        • DE DYNASTIE WISSEL en de OVERGAN NAAR HET OUDE RIJK
        • DE DERDE DYNASTIE
        • GEURENDE STENEN
        • SORRY
        • en nog over stenen
        • Nog enkele belangrijke technische woorden van de hongersnoodstèle
        • Technische woorden van de Hongersnoodstéle.
        • Pyramiden in beton ?
        • Pyramiden in Beton ?
        • OEFENING
        • Offerformule Deel IV
        • Pyramiden in beton !?! Deel 2
        • Pyramiden uit gereaggregeerde steen ?
        • DERDE DYNASTIE
        • Chasechem /Chasechemoei
        • Sechemib
        • Peribsen (volledig)
        • OFFERFORMULE DEEL III
        • Woordenlijst
        • WOORDENLIJST
        • De offerformule
        • Neferkaseker of Neferkasokar
        • Neferkara
        • Noebnefer
        • BA
        • OENEG
        • Werkwoorden
        • Verder vervolg Ni-Netjer
        • Vervolg Ninetjer
        • Vervolg van Farao Ninetjer (Tweede Dynastie)
        • Het tweede kistje
        • Een beetje practijk
        • Ninetjer
        • Meervoud en een Neb probleem
        • NEBRA
        • Tombe A (het graf van Hetepsechemoei ?
        • Expeditie naar de bronnen van de nijl
        • Transliteratie
        • Lauer J.-P.
        • Archeologische problemen
        • TOEVOEGING
        • kA
        • Woordenlijst
        • HERHALING
        • INLEIDING TWEEDE DYNASTIE
        • HORUS BA
        • Horus Vogel en /of Horus Sekhet
        • Qa'a, of Qa of Ka'a of Ka
        • Horus Qa'a, laatste grote koning van de eerste dynastie
        • Sedjemef
        • Horus SEMERCHET
        • Oplossinge oefening
        • Horus Adjib
        • Suffixen
        • Horus DEN
        • Laatste drieletter-tekens
        • Tweede deel Drieletter-tekens
        • HORUS DEN
        • Wat GRAMMATICA (tegen de goesting maar nodig)
        • Drieletter-tekens Deel 1
        • Koningin Mer-Neith
        • Transliteratie
        • Horus Djet (Wadji- Oeadji)
        • Oplossing van de opgave
        • Mensoffers bij de farao's
        • Bericht
        • pa & ma, is niet vader & moeder
        • Horus DJER II
        • Gelukkig Nieuwjaar !
        • De seizoenen
        • Leren tellen
        • Horus DJER en Uitwijding over de tijdrekening van de Egyptenaren2
        • Horus DJER en Uitwijding over de tijdrekening vab de Egyptenaren
        • LES HIEROGLIEFEN
        • Horus AHA
        • TWEELETTER-TEKENS
        • MET VERLOF
        • Wie was Menes ?
        • OP ALGEMENE AANVRAAG
        • Eikes, een spinnekop
        • OOSTENDE
        • Cursus deel
        • Abydos
        • Canon van Turijn
        • Les 3
        • De andere payrus van Turijn
        • Les 2
        • Bronnen 3
        • Hiërogliefen Les 1
        • Lijst abydos
        • bronnen 1
        • Wist Je ?
        • HIEROGLIEFEN CURSUS ?
        • Bronnen van de koningslijsten vb. Eerste Dynastie
        • Eigennaam
        • Troonnaam
        • cartouche
        • Gouden Horus
        • Nebti naam
        • Titulatuur van de farao
        • Narmer palet
        • DYNASTIE 0
        • Peribsen

          E-mail mij

          Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


          Foto

          Gastenboek

          Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


          Blog als favoriet !



          Blog tegen de regels? Meld het ons!
          Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!