Disclaimer In verband met een recent dispuut omtrent plagiaat wil ik bendadrukken dat deze teksten uiteraard niet origineel zijn maar een condensatie van teksten die over dit onderwerp werden gepubliceerd. Ik kan de geschiedenis van Egypta niet heruitvinden en mijn persoonlijke bijdragen aan origineel onderzoek hierover zijn nihil. Ik tracht hier met zoveel mogelijk bronvermelding een samenvatting te geven over wat hedendaags bekend is. Ronald Milo
Foto
Inhoud blog
  • Bewerking van stukje van 03/03/2006 over dynastie 0
  • Anoebis02
  • Horus valk
  • neboe
  • Horus ? Schorpioen een koning uit Dynastie 0

     

    100%
    150%
    200%

    loupe voor wie de kleine tekst moeilijk kan lezen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     

    Hierboven vind je een afbeelding van de god HAPI, de Nijlgod of beter gezegd de God van de Overstroming van de NIjl. De Egyptenaren maakten immers een onderscheid tussen de nijl als stroom, die ze "iteroe" noemden, en de welvaart brengende overstroming die ze personifiлerden in de god Hapi. Hij werd meestal voorgesteld met een hangbuikje en hangborsten (een teken van welvaart voor de oude Egyptenaren) en met een haartooi van waterplanten. Vaak wordt hij echter ook in de verschillende provincies ( nomen) afgebeeld met het embleem van de provincie op zijn hoofd. Dit is ook het geval in bovenstaande afbeelding. Hapi werd vooral vereerd te Assoean en Jebel el Silsila waar hij geacht werd rond te dwalen in de grotten bij de eerste stroomversnelling (cataract). In de Delta daarentgen geloofde men dat hij in grot nabij Memfis woonde. Om hem te vereren en gunstig te stemmen werden, meestal in de nabijheid van een nilometer, offergiften in de stroom gegooid.

      Woordenschat

    .

    WELKOM OP DEZE WEBSITE GEWIJD AAN ALLE ASPECTEN VAN HET OUDE EGYPTE DER FARAO'S

    Inhoud



    Een herschikking van het blog is aan de gang om alle delen aanklikbaar te maken vanuit het centrale Inhoudsmenu. Enig geduld wordt op prijs gesteld. Ondertussen kan u nog steeds bij de artikels terecht via de inhoud in rechterkolom
    e-mail van de auteur: ronald.milo@skynet.be
    26-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Horus SEMERCHET

    Horus SEMERKET

    Zijn nesoe biti naam was IRI NETJER. Zijn horus naam werd vertaald als "Hij die de twee Meesteressen bewaard" (en zijn nesoe biti naam als " Bloedverwant van de goden". Grimal 1988).
    Hij is zeker de eerste koning die bij het nageslacht een slechte faam genoot omwille van het feit dat hij waarschijnlijk de troon usurpeerde op zijn voorganger, wiens naam hij uit diens jubileum vazen liet wissen. Zijn naam werd dan weer in de lijst van Saqarra weggelaten en overal uitgewist door zijn opvolger Ka'a.

    De naam onder het patronaatschap van de twee Meesteresssen, de godinnen Nekhbet en Wadjit, werd reeds door Horus Aha ingevoerd, maar Semerkhet was de eerste om deze naam met de koninklijke titulatuur te associëren Het zal pas tijdens de twaalfde dynastie zijn dat deze naam definitief gaat deel uitmaken van de titulatuur.

    Zijn naam op de lijst van Abydos en de steen van Palermo, uitgebeeld door een staande priesterfiguur, wordt gelezen evenals de naam op de Turijnse Papyrus ( waar hij daarentegen gespeld wordt met vier éénletterklanken SMSM) als Semsem, de Semempse van Manetho, die volgens deze laatste gedurende 18 jaar regeerde en tijdens wiens regering " een grote ramp over Egypte neerdaalde". Soms komt zijn nebti naam gekoppeld aan de nesoet-biti naam voor.

    Niettegenstaande zijn korte regering werd er toch een Sed-feest gevierd waarvan enkele fragmenten uit Abydos getuigenis afleggen. Eigenaardig geboeg wordt dit feest niet vermeld op de het fragment K1 (steen van Caпro) van de steen van Palermo maar waarvan echter twee jaar niet leesbaar meer zijn.

    Te Abydos wordt graf U (29 x31 m )aangenomen het zijn te zijn. Het graf overtreft verre dat zijn voorganger De grafkamer is in tichelsteen en er zijn 68 bijgraven. De toegang tot de grafkamer bevindt zich aan de oost-zijde en loopt door in een hellende gang naar de grafkamer. Aanvankelijk was het graf bedekt met hout. De eerder soliede bijgraven omringen het graf en het lijkt waarschijnlijk dat de bovenbouw ook deze graven omvatte. In dit graf werd een horus stèle met de naam van de koning erop gevonden. Op de plaatjes die in het graf werden gevonden komt de naam van een hoge functionaris Henoeka voor. Deze speelde ook nog een rol onder zijn opvolger Ka'a.

    Te Saqarra werd hem nooit een tombe aangewezen. Dit is verklaarbaar door het feit dat en tijdens zijn regering een crisis is opgetreden, waardoor het hem ontbrak aan ambtenren die in staat waren om een graf te bouwen op de begrafenisplaats van Menphis. Ofwel zoals Lauer beweert (Mdaik 15,1957 p.155-156), dat de graven uit zijn periode verwoest werden bij de constructie, voor de Eerste Wereldoorlog, van het gebouw voor de "Dienst van Antikiteiten"( hierover meer in to v. G.M. 152 (1996) p. 105-112).

    Uit zijn tijd weerhouden we enkele houten standbeelden en verder een drinkbeker uit rotskristal van 13,5 cm diameter en 22cm hoog, opgegraven door de archeoloog Z.Saad te Heloean (The Excavations at Helwan-1969) waarop de naam cvan de koning voorkomt samen met deze van de functionaris SEMERSOPDOE (naar alle waarschijnlijkheid de eigenaar van het graf waarin de beker gevonden werd).

    De graffiti in de Wadi-Maghara in de SinaП die aan hem werden toegeschreven zijn in werkelijkheid deze van zijn bijn homoniem uit de derde dynastie Horus Sekhemhet.

    Het Caпro fragment (K1)van de Palermosteen noemt e naam van zijn moeder Betrest (?) of Batirys (I.A.F. pag. 473-4) en alle acht( bij Emery 9) jaar van zijn regering. Bij Manetho 18 jaar.

    26-06-2006 om 00:19 geschreven door ramsesje


    >> Reageer (0)
    22-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oplossinge oefening

    Oplossingen van de oefening

    Vooreerst. Normaler wijze zullen wij van het Egyptisch naar het Nederlands vertalen en niet andersom maar hier is het om het te begrijpen wel eens nodig.
     
    1. De oplossing voor de vertaling van "zijn meesteres"
    Meester is nb (uitgesproken neb). We weten dat we vrouwelijke vorm van een woord moeten vormen door er een t bij te voegen dus meesteres is nb.t  .De vrouwelijke uitgang wordt door een punt van het mannelijk woord gescheiden bij transliteratie. "Zijn" in het Nederlands wordt dus een suffix of aanhangsel bij het woord in dit geval meesteres. "Zijn" is de derde persoon mannelijk en dus f. De uiteindelijke oplossing is dus nb.t=f . Uitgesproken nebetef Een suffix wordt in transliteratie aangegeven door het "=" teken.
    In tekens : nb is het mandje we voegen er een broodje=t aan toe en eindigen met een determinatief voor vrouwelijk persoon, het zittend vrouwtje, "zijn" de "f" dus wordt de adder. In het Egyptisch schrift men dus meesteres=zijn ipv zijn meesteres.

    2.Haar dienaar. We gaan op dezelfde manier te werk. Dienaar is bAk dit zouden we kunnen, schrijven bAk of b(beentje)gier(A) kommetje(k) maar de traditionele schrijwijze is bA k( bA-vogel, tweeletterteken) en  k(kommetje). Het mannetje is een determinatief voor een mannelijk persoon. We weten al dat "haar" een suffix wordt dus dienaar=haar of bAk=s want haar is derde persoon enkelvoud. Uitspraak bak-es.
    Haar meester wordt dus meester=haar of nb=s. In tekens mandje (nb) determinatief mannetje en het eenletter-teken s

    3.Jouw dienares. Dit is moeilijker met dienares=jouw komen we er nog niet want we weten niet of "jouw "staat voor het bezit door een mannelijk of een vrouwelijk persoon. In het Nederlands maken wij alleen onderscheid in het geslacht van de derde persoon "zijn" of "haar". Maar de Egyptenaren doen dit ook voor de tweede persoon en  zelfs de eerste persoon. Voor de tweede persoon beschikken zij over de suffixen k en T(uitgesproken tj)om het bezit uit te drukken van een man of een vrouw. Wij hebben alleen "jouw" zowel voor mannelijke als voor vrouwelijke bezitters. Uit de kontekst " hij zegt tegen HAAR"  blijkt het om een vrouw te gaan en wordt het dus T(tj). bAk.t=T. Uitspraak "baket-tje"
    In tekens. Dienares wordt gevormd door de vrouwelijke uitgang t aan het woord toe te voegen en het mannelijk determinatief door het vrouwelijk te vervangen. Daarna de lasso als teken voor T(tj).

    Mijn dienares. Wordt dienares=mijn, eerste persoon en dus bAk.t=i (baketi) waar i door een pluim wordt voorgesteld. Dit geldt voor mannelijke en vrouwelijke bezitters. Maar men zou evengoed een mannetje kunnen gebruiken omdat het hier over een mannelijk bezitter gaat (zoals blijkt uit "zegt hij"), moest het om een vrouwelijke bezitter gaan dan kan een vrouwtje gebruikt en als het een god is zelfs een teken dat deze god afbeeld. Al deze tekens stellen "mijn" voor maar hier wordt soms niet alleen onderscheid gemaakt tussen mannelijk of vrouwelijk maar ook tussen mens en God. (zie tabel in vorige les)

    Wanneer het om een tekst gaat bij een afbeelding waarop de persoon die spreekt staat afgebeeld wordt het "= mijn" teken soms weggelaten dus geen suffix omdat het evident was voor de Egyptenaren dat het om de afgebeelde persoon ging en mijn overbodig werd.

    4.Hier is een foutje in de tekst ingeslopen het moet natuurlijk meester zijn ipv meesters. "De meester van jouw dienaar." Wordt meester (van) dienaar=jouw. Uit de kontekst blijkt jouw te slaan op een man dus k. Het probleem "van" laten we nog ongeroerd neem van mij aan dat we "van" hier gewoon kunnen weglaten dan wordt het nb bAk=k (neb bakek)

    5 en 6 : Het mannelijk of vrouwelijk zijn van de bezitters is niet uit te maken uit de kontekst dus beide vormen zijn goed in vijf gaat het om dienars dus bAk=k of bAk=T(tj) en in zes om bAk.t=k of bAk.t=T

    7. Jouw dienaressen slaat op een vrouw die eigenaar is van de dienaressen dus al zeker T. Het zijn dienaressen dus bAk.t=T maar het gaat nu niet om één maar meerdere dienaressen en het meervoud wordt gevord door w(oe) achter het woord te plaatsen voor mannen wt (oet) voor vrouwen dus bAk.wt=T( bakoet-tje).In de translitteratie wordt de meervouds w of wt door een punt van het enkelvoud gescheiden zoals bij een vrouwelijke uitgang.

    Haar dienaars. Is dus dienaars=haar of bAk.w=s(bakoe-es)

    22-06-2006 om 01:32 geschreven door ramsesje


    >> Reageer (0)
    18-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Horus Adjib

    Horus Adjib (Enedjib)

    Adjib is de eerste souverein op de lijst van Saqqara in de tombe van Tjoeloi (als MERBIAPEN), de zesde op de lijst te Abydos uit de tijd van Seti I (als MERBIAPE) en ook op de papyrus van Turijn vinden we hem terug (als MERBIAPEN-2.17), bij Manetho wordt hij MIEBIS genoemd en zou hij 26 jaar hebben geregeerd. Verschillende van de inscripties met zijn naam erop werden waarschijnlijk door zijn opvolger gewist. Het feit dat hij de eerste vorst is op de lijst van Saqarra deed veronderstellen dat hij de eerste Thinitische vorst zou zijn die ook in Neder-Egypte werd erkend. Het feit dat zijn naam vooral op vazen door Semerkhet werd gewist laat een dynastieke twist veronderstellen waarbij mogelijks de ene steun kreeg uit Opper- en de andere uit Neder-Egypte.

    Te Saqqara werd hem de tombe 3038 toegeschreven maar vandaag de dag wordt deze terug aan de edelman NEBITKA toegeschreven wiens naam ondermeer op kruikzegels voorkwam. Volgens Emery die het graf aan Adjib toewees vertoont het enkele zeer opmerkelijke kenmerken in de bouw die, tot dusver in geen ander monument uit deze periode bewaard zijn gebeleven. Bij het begin van de opgravingen leek het dat de bovenbouw van het graf het gewone plan vertoonde van een rechthoekig gebouw, aan de buitenzijde versierd met inspringende panelen. Maar bij verder graven kwam er een soort trappenpyramide voor de dag binnenin het bouwwerk. Alleen het onderste stuk van de trappen is bewaard gebleven en volgens Emery is het mogelijk dat ze hebben doorgelopen tot een zuivere pyramidevorm.Het graf van koningin Her-neith te Saqarra vertoont, hoewel primitiever van bouw dezelfde trekken. Het heeft de vorm van een rechthoekige aarden tumulus bekleed met tichelsteen, een opvallend prototype van de inwendige bovenbouw van het graf van Nebitka. Sporen van dergelijke aarden tumuli zijn ook gevonden in andere graven te Saqarra  en er is zelfs reden om te vermoeden, althans volgens Emery, dat de nazaat ervan, de getrapte tichelstenen structuur, een vaste trek was van de de meeste grote noordelijke graven uit de tweede helft van de dynastie. Het motief voor het verhullen van van een vorm binnenin een ander van een principieel verschillende opzet is raadselachtig maar Emery dacht dat men te maken had met een combinatie van bovenbouwen uit Opper- en Neder-Egypte in één bouwwerk: de tumulus of trappenbouw uit het zuiden en de rechthoekige opbouw met panelen uit het noorden. De invloed van deze bouw op de ontwikkeling van de pyramidevorm zullen we aldaar behandelen.

    Een andere bijzondere trek van graf 3038 zijn de de dubbele toegangstrappen, één naar de onderaardse grafkamers en de andere naar een hoger gelegen vertrek en een graanschuur met ingebouwde bakken voor het graan.De afmetingen van het graf zijn 37 bij 13,5 m.

    Opmerkelijk is dat zijn graf X te Abydos een van de kleinste (16,4m bij 9m) en armzaligste gebouwde van heel de groep daar is. Het bestaat uit een met tichelstenen beklede put door een dwarsmuur verdeeld in twee vertrekken, waarin men afdaalt via een trap aan de oostzijde die uitkomt op de grootste kamer. De grafkamer was oorspronkleijk bedekt, gevloerd en bekleed met hout. Rondom het graf liggen 64 schamele satellietgraven voor het personeel.

    Men weet niet zeker welke van "forten" te noorden vande Oem al-Qa'b men als zijn begrafenispaleis moet beschouwen. Mogelijks de Western Mastaba of een recent ontdekt fort dat een hoek maakt met de Sjoenet e-Zebib en de Western Mastaba (ook aan SEMERKHET toegeschreven).

    Adjib plaatste zijn naam onder de bescherming van de "twee heren" (Horus en Seth). Zoals vele inscripties, op de vazen uit zijn paleis te Memphis, getuigen vierde hij het Sed feest. Onder zijn regering werden ook expedities naar de Oostelijke Woestijn gevoerd. Zoals gezegd werd zij naam vaak uitgewist door zijn opvolger en misschien usurpator,SEMERKHET, (Vandier 1952 p.615),maar hij is hoe dan ook terug te vinden zowel te Saqqara als te Abydos (Petrie 1900-1;Emery 1954-8). Naast de edelman NEBITKA vinden we tijdens zijn regering nog een ander belangrijk personage de ambtenaar SABEF, van wie en stèle kent.

    18-06-2006 om 00:45 geschreven door ramsesje


    >> Reageer (0)
    14-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Suffixen

    Suffixen

    Ditmaal gaan we het hebben over suffixen. Een suffix is een kort woordje dat men aan een ander woord aanhangt. In het Egyptisch kent men suffixen die overeenkomen met een persoonlijk voornaamwoord (ik, gij, wij enz) of een bezittelijk voornaamwoord(mijn , jouw, uw, haar, zijn,ons) in het Nederlands. Egyptologen schrijven suffixen door tussen woord en suffix een "=" teken aan te brengen. Een voorbeeld zal dit verduidelijken.
    nb=f
    We weten reeds dat nb(neb) meester betekent we gaan hier nu het suffix "f" aanhangen. f staat hier voor het persoonlijk voornaamwoord derde persoon mannelijk "hij" maar ook voor het overeenkomstig bezittelijk voornaam woord "van hem" of "zijn"

    We gaan nu hoofdzakelijk over de bezittelijke voornaamwoord suffixen spreken maar u weet nu reeds dat ze dezelfde zijn als de persoonlijk voornaamwoord suffixen. Zo kennen we verder :

    • "i" voor ik en mijn: nb=i mijn meester
    • "k" voor jij, jouw gezegd tegen een mannelijke persoon: nb=k jouw meester als om een dienaar gaat.
    • "tj" of "t" ook voor jij, jouw gezegd tegen een vrouwelijk persoon: nb=tj jouw meester als het om een dienares gaat. Wij maken dat onderscheid niet in het Nederlands voor de tweede persoon maar alleen voor de derde persoon
    • "f" voor een man: neb.t=f zijn meesteres
    • "s" voor een vrouw: neb=s haar meester

    We gaan voorlopig niet in op het meervoud en het tweevoud.
    • De "i" wortd geschreven met de pluim maar ook vaak door de afbeelding van een man, een vrouw, een god naargelang de persoon die spreekt. Soms en nogal eens wanneer er bij de tekst een afbeelding van de persoon die in de ik vorm spreekt staat wordt het voornaamwoord ik volledig weggelaten.
    • de "k" wordt afgebeeld door het kroesje
    • de "tj" door de lasso
    • de "f" door de adder
    • de "s" door het kleed of het slot. Dus de normale één-lettertekens uit het alfabet.

    Tracht nu de rode tekst in volgende zinnen de vertalen in het Egyptisch. Denk om het geslacht zowel van de persoon als van de persoon op wie het bezittelijk voornaamwoord slaat ( cfr zijn, haar in het Nederlands maar ook voor de tweede persoon in het Egyptisch). Gebruik voorlopig alleen de transliteratietekens dus i,k,tj,f en s.We zullen later de hiërogliefen gebruiken. Meester is nb, dienaar is bAk


    Zij zegt tegen mij en ik ben een man dit is jouw dienaresis hier. Oplossing: bAk.t=k
    Zij zegt tegen hem, zij daar is zijn meesteres
    Hij zegt soms dat haar dienaar meer haar meester is
    Hij zegt tegen haar is dat jouw dienares of is het "mijn dienares"
    Zij zegt tegen hem, zij daar is de meesters van jouw dienaar
    Dit is jouw dienaar
    Dit is jouw dienares
    Nu moeilijk : Mevrouw tracht u mij nu duidelijk te maken dat deze vermomde vrouwen niet jouw dienaressen maar haar dienaars zijn

    :

    14-06-2006 om 00:42 geschreven door ramsesje


    >> Reageer (1)
    12-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Horus DEN
    Tekst van 02.06.werd gewijzigd er zullen nog illustraties bijkomen  


    Ronald Milo

    12-06-2006 om 02:58 geschreven door ramsesje


    >> Reageer (0)
    09-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laatste drieletter-tekens


    Hier volgt dan de derde enlaatste lijst van drie-letter tekens. Ook hier dient niet alles onthouden te worden

    Volgen dan nog enkele vier-lettertekens en dan is het gedaan

    09-06-2006 om 11:12 geschreven door ramsesje


    >> Reageer (0)
    06-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tweede deel Drieletter-tekens


    Hier volgt dan een tweede lijst van drie-letter tekens. Ook hier dient niet alles onthouden te worden Maar het is nodig de lijst te hebben om die te kunnen raadplegen in geval van nood. Een teken dat zeker gemakkelijk te onthouden is dat van de kat (vierde van boven tweede rij) het heeft de klankwaarde "mioe"

    Weetje Naast Isidoor en Suzane twee namen die van Oud-Egyptische afkomst zijn ook de woorden alchemie en chemie gelinkt aan het oude Egypte. De Egyptenaren noemden hun land Kemet .i. het zwarte land. al Chem voor de Arabieren. Egypte was toen een geheimzinnig land voor de westerlineg waar men de kennis bezat over de steen der wijzen waarmee men koper in goud kon doen veranderen. Pogingen om deze steen na te maken werden samengevat onder de term Alchemie vanwaar het latere chemie afstamt.

    06-06-2006 om 00:22 geschreven door ramsesje


    >> Reageer (0)
    02-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HORUS DEN

    Horus DEN

    De stele van Den in het museum voor Kunst en geschiedenis te Brussel. Bij de detailfoto ziet men duideklijk de hiërogliefen d (hand) en n( golfjes)

    Horus Den is een van de meest belangrijke figuren uit de Vroeg-Dynastische periode. Er zijn immers weinig koningen in de eerste helft van het derde milennium die een zo grote hoeveelheid aan data over de zich voltrekkende veranderingen in de administratieve, economische, religieuze, architecturale en iconographische sfeer hebben nagelaten. Wat betreft de grondige hervormingen die plaats vonden in deze periode kan men de regering van Den vergelijken met deze van Narmer, Khasekhemwy en Netjerykhet.

    Label van Den, we vinden zijn naam in een serech boven achter de drie registers. De gebogen streep met het puntje vooraan rechts (de schrijfrichting is van rechts naaar links) op het label is het hiëroglief teken voor jaar het onderste ontbreekt. Het label geeft dus het jaar van de gebeurtenissen erop afgebeeld aan.In het bovenste register zien we links de koning onder een baldakijn met de dubbele kroon en verder zien we hem nogmaals met die kroon rond tweemaal drie obstakels lopen. Dit laatste is een typisch voorstelling van het het Heb-sed feest (soort wedergeboortefeest).Achter de serech van de koning staat als tweede op de bovenste rij een bij (bit) daaronder duidelijk de letter H en daaronder de tweeklank kA. In feite staat er  sedjawti-biti (titel) HemAkA (naam vande bezitter van het graf). Verschillende klassieke hiërogliefen waren dus reeds tot stand gekomen.

    Tijdens zijn regering werd niet alleen op het gebied van de architectuur van de graven een grote stap voorwaarts gezet maar ook op het gebied van de organisatie van de staat (administratie, economie, ambachten, godsdienst en koningschap). Hiervan getuigen de proliferatie van de titels toegekend aan edelen, ambtenaren en lagere aristocratie (steles van Abydos en Aboe Rawasj, de toename in het gebruik van zegels en labels, de kunstwerken zoals stenen vazen in gedurfde vormen. de nieuwe atributen van het koningschap waaronder de nieuwe Nsoet-biti' titel, de canonisatie van de rol, de kelding en en de houding van de koning. De meeste, ons bekende private graven uit de Eerste Dynastoie, stammen uit de periode van zijn regering (vooral dan te Saqqara en Aboe Rawasj).

    Zoals hoger gezegd vatte hij zijn regering aan na een kort 'interregnum' van zijn moeder Mer-neith. Hij is de koning uit de Eerste Dynastie van wie het meest jaar labels (meer dan vijftig) bekend zijn. Deze werden bijna allemaal gevonden door Petrie het graf (T) te Oem)-el Qa'an te Abydos. Enkel andere komen uit nabijgelegen graven ( er per toeval in terecht gekomen?) en van de mastabas S3035, S3036, SX, S3506 te Saqqara, die aan edelen behoorden. Deze labels zijn van groot belang om het functioneren van het staats-mechanisme tijdens deze periode te begrijpen. De private graven te Saqqara getuigen van een hoogtepunt in rijkdom, berijkt onder zijn regering en zonder twijfel het gevolg van zijn succesvolle administratieve en organisatorische hervormingen. Geen ander koning van de Eerste Dynastie vinden we vertegenwoordigd in de graven van de hoogste edelen te Noord-Saqqara ( S3035, S3036, S3041, S3506 en nog enkele kleinere) daarbij zijn dan nog niet gerekend de mastabas I, II, VI, VII, VIII, XII te Aboe Rawasj, een tombe te Helwan en mogelijks een koninklijke cultus area bij het Serapeum uitgegraven door Macramallah waar ook inscripties van enkele lagere ambtenaren werden gevonden. De uitlijning van de graven aldaar kan er op wijzen dat hier ooit een koninklijke omheining in vergaanbaar materiaal heeft gestaan (zoals deze van Djoser te Gisr el Moedir en deze hogerop beschreven te Abydos). Zijn graf en ook de private graven ondergingen een belangrijke wijziging tijdens zijn regering namelijk het verschijnen van een trap die naar de grafkamer leidde. Een ander belangrijk kenmerk van zijn graf te Oem el Qa'ab, recent bekend geraakt door de heropgraving door een Duitse ploeg ervan, is de aanwezigheid aan de zuidoost zijde van een zijkamer die waarschijnlijk bedoeld was voor om een beld te bevatten van de koning ( als het ware een proto serdab). Een serdab ( de eerste dateren vanuit het begin van de vierde dynastie) is een zijkamer waarin een beeld dat zogenaamd de KA (ziel) van de koning wordt geplaatst. De kamer is volldeig gesloten op een kleine spleet voor de ogen van het beeld na, langswaar de Ka de kamer kon verlaten en langswaar offers uit de kapel ernaast de Ka konden bereiken. De grafkamer zelf was geplaveid met een grote hoevelheid roze graniet uit Assoean.

    Een rond getopte stele bevindt zich in het Museum voor Kunst en Geschiedenis (E562) te Brussel en komt zeker uit graf T te Abydos. Ankhka, Medjedka en vooral Hemaka zijn Khetemoe-Biti (vergelijkbaar met de positie van een vizier) uit deze periode hun graven (3036, 3035, 3506) tonen grote vernieuwingen in bouwtechniek maar tevens ook dat de middelen die ter hunne beschikking stonden enorm toegenomen waren. Het lange debat over het feit of de graven te Saqarra nu toebehoord hebben aan prinsen en hoge edelen ipv aan de koningen is nu eindelijk beslecht. Dit door de Duitse opgravingen tijdens de laatste decades te Abydos. Het is zeker dat de graven aldaar geen schijngraven of cenothaphen zijn maar de echte graven van de Thinitische koningen. De mening van Emery dat de graven te Saqarra de echte begraafplaatsen waren van de Thinitische koningen, ondermeer omwille van hun grootte, is dus opnieuw verlaten voor de oude opvatting van Petrie.

    Het vernieuwend karakter van de regering van deze koning moet ook blijken uit de eerste verschijning van de de derde naam uit de koninklijke titulatuur. De Nesoe.t-biti naam, de lezing ervan ( nog onzeker) is Khaseti (of eerder Zemti).In de eerste lezing zou de dubbele glief van heuvels zinspelen op Vreemd Landen waarvan er mogelijks enkele door de koning veroverd of althans overvallen werden zoals ondermeer blijkt uit het MacGregor label. Vandaar Nesoe.t-biti " de vreemdeling" de andere mogelijke lezing, Nsoe.t-biti Zemti, zou dan verwijzen naar de macht van de koning over het ganse territorium: de twee (oostelijke en westelijke) woestijnen naast de Nijlvallei maar ook het noorden en het zuiden van Egypte. Ook wordt de informatie, met name de mini-scènes (gebeurtenissen), op de labels duidelijker uitgewerkt en een grotere hoeveelheid inscripties op stenen vazen uit Saqarra en Abydos wordt gevonden sinds zijn regering.

    De regering van Den wordt gedeeltelijk vermeldt op de Palermo steen recto lijn 3 (een beetje meer dan dertien jaar in de tweede helft van zijn regering). Er zijn drie verwijzingen naar ceremonies bij de inauguratie van Hoet(=tempel)-Set- Neteroe, mogelijks zijn cultusplaats te Memphis. Verder de verwijzingen naar: de verschijning (Kha) van de Nesoe.t-biti in hetzelfde jaar als het Hebsed feest ( verjongingsritueel van de farao na een periode van regering); naar het oprichten van standbeelden van de God, naar een nederlaag van de 'Ioentioe'(letterlijk=boogschutters) mogelijks verwijzend naar dezelfde gebeurtenis als op het MacGregor label (verwijst naar Iabtioe = de Oostelijken). Het analen fragment gepubliceerd door J.L. de Cenival ('Un nouveau Fragment de la Pierre de Palerme' in B.S.F.E. 44. Dec. 1965, p. 13-17) verwijst zeker naar dezelfde regering daar Den's Horus naam boven het laatste van de (4+) leesbare jaarvakjes staat. Hier wordt verwezen naar de overwinning op de Setjetioe (Palestijnse ofwel Nubische -uit Elefantine ?- nomaden ) en een andere overwinning op de Tjesemoe (Honden); een ceremonie in de Hoet(tempel) Semer-Neteroe. Verder wordt gewag gemaakt van het vervaardigen van een Imi-oet fetisj in de Senti-cultus plaats. Op het eerste, slechts ten dele bewaarde veld, erkennen we een Hedj-Wer baviaan. Deze figuur komt ook voor op een relief op een stuk kalksteen uit graf S3507 (en kan van vroeger dateren) waarop de koning staat afgebeld met de rode kroon. Meer overeenkomstige gebeurtenissen tussen de analen de de labels vindt men in G. Godron ("Etudes sur l' Horus Den..." Geneve 1990).

    De nog recent ondekte privaattombe te Minsjat el Ezzat heeft een kleine schat aan objecten waarvan  sommige, waaronder een vuurstenen lemet, met inscripties van Den opgeleverd. Een van de meest opmerkelijke voorwerpen is een versierd palet in leisteen dat door de opgravers (cfr. Boghdady in Archeo Nil 9, 1999) als mogelijks contemporain met Den werd bestempeld. Dit is waarschijnlijk verkeerd want er is momenteel geen enkel bewijs van de aanwezigheid van een dusdanig voorwerp (palet) buiten de allereerste regeringen van de eerste dynastie. Het palet kon dus al een paar eeuwen oud zijn bij de begrafenis, die tijdens de regering van Den plaatsvond.  Maar het is wel het derde palet dat afkomstig is van archeologische opgravingen ( naast de twee van centrale bergplaats van Hierakonpolis nml. dat van Narmer en dat van de twee honden).

    Het artistiek patrimonium heeft heel wat voorwerpen die dateerbaar zijn tijdens de regering van deze koning. Vazen in hardsteen, gemaakt in exotische vormen zoals de Anch-ka vaas in het Metropolitan Museum die gemaakt als Ka- handen die het hiëroglief teken Anch omhelzen en zoals een 3-D rebus zinspelen op de naam van de eigenaar. Een andere vaas in dit museum is gevormd als een lotusveer, terwijl nog een andere die zich te Caïro bevindt rond is van vorm met een drievoudige onderverdeling erin. Op sommige ronde plaatjes (labels) van Hemaka treft men net uitgelijnde zoömorfische(in de vorm van een dier) motieven in reliëf aan (Emery, The tomb of Hemaka, 1938). Van tijdens zijn regering zijn er geen standbeelden bekend. Maar misschien stelt het het ivoren portret van een koning met de witte kroon en de Heb-sed (vernieuwingsritus) ceremoniële kledij misschien eerder Den dan Narmer voor. Maar de datering van dit portret strekt zich uit van de dynastie O tot en met de tweede dynastie en laat dus alle mogelijkheden open

    De grote hoeveelheid beschikbaar materiaal toe te schrijven aan de regering van deze koning laat ons toe een groot aantal van vernieuwingen in de administratieve, architecturale, artistieke en religieuze sfeer aan hem toe te schrijven. Verschillende administratieve titels, iconographische motieven en stylistische en architecturale kenmerken werden tijdens zijn regering ingevoerd.

    De lengte van zijn regering werd berekend op basis van de hypothetische reconstructie van de fragmenten van de Analen (Kaiser, Helck, Barta) als zijnde ongeveer 45 jaar. Daarnaast weet men op basis van recente aanwijzingen dat de koning een tweede Heb-sed feest moet hebben gevierd dus twee verjongings riten onderging.(Dreyer et al. MDAIK 46, 1990 p. 80 fig.9 pl 26d).

    Daarnaast winden we nog de vermelding in het Nieuwe Koninkrijk van zijn nesoet-biti naam op de koningslijst van Abydos, de Turijnse papyrus (col. II, I,16) en verschillende andere papyri: Ebers papyrus 103, 1-2; de Berlijnse Medische Papyrus ( 15,1); in het boek van de doden (hoofdstuk 64 en 130) uit het Nieuwe Koninkrijk, de Derde Intermediaire Periode en de Late Periode.

    Het totale aantal van documenten uit de Latere periode is evenredig aan en overtreft zelfs het aantal van Menes (cfr Wildung, Die Rolle...,1969 p. 21-31).De jaar-labels voorzien ons van administratieve, iconographische en historische (?) informatie. Zo worden verschillende componenten van de "koninklijke regalia",  (de koninklijke attributen) voor het eerst op labels van Den gevonden (cfr. Wilkinson Early Dynastic Egypt 2005 p. 187-223).

    WORDT VERVOLLEDIGD

    02-06-2006 om 00:00 geschreven door ramsesje


    >> Reageer (0)
    01-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat GRAMMATICA (tegen de goesting maar nodig)

    Wat basisbegrippen uit de grammatica

    Dit wordt even zeer theoretisch maar is nodig om Egyptische zinsbouw te begrijpen. Ik heb evenwel gepoogd om het zo eenvoudig mogelijk voor te stellen

    Als we een zin nemen dan is er een element A waarvan iets gezegd wordt (B)

    • de hond (A) is een hond (B)
    • de hond (A) is zwart (B)
    • de hond (A) is daar (B)
    • de hond eet of de hond (A) is etende(B)


    A noemt men grammaticaal het onderwerp, dat waarvan iets gezegd wordt
    B noemt men grammaticaal het predicaat, wat er gezegd wordt over het onderwerp
    en "is" noemt men de koppeling (copule) die strikt genomen niet noodzakelijk is en kan voorgesteld worden door :
    • Hond : hond
    • Hond : zwart
    • Hond : daar
    • Hond : etende, op het eten ( zoals de Egyptenaren zegden)
    In een zin is er steeds een predicaat nodig, het onderwerp echter kan ontbreken.(Ellips van het onderwerp)
    Denk maar aan de zin: waar is hond. Onder tafel. Voor te stellen als
    hond(A) : waar(B) - () : onder tafel (B).In het tweede zinsgedeelte is het onderwerp weggevallen omdat het verondersteld wordt gekend te zijn uit het eerste gedeelte van de zin


    Nu onderscheidt men volgens de aard van de de betrekking tussen onderwerp en predicaat in het Egyptisch vier soorten zinnen (aangeduid in het rood) binnen twee categoriën aangeduid in het blauw.
    • Zin met een identiteits relatie

      Element B zegt wat over de identiteit van element A
      Hond : iets
      voorbeeld: een hond (A) is zwart (B)

      Dit noemt me neen zin met nominaal predicaat. Dit wil zeggen het predicaat is een naam (Jan, Piet), een zelfstandig naamwoord (kat, hond, schip), een persoonlijk voornaamwoord (hij, zij, wij enz) of bijvoeglijk naamwoord (wit, mooi, braaf). Deze categorie kan men volgende grammaticale natuur van het predicaat verder opdelen in:

      • A.Identiteitsrelatie in de stricte zin: B is een zelfstandig naamwoord of een persoonlijk voornaamwoord.
        Dit noemt men een zin met
        nominaal predicaat zonder kwalitatieve waarde
        • een hond (A) is een hond(B)
        • een hond (A) is een dier (B)

      • B.Identiteitsrelatie in de bredere zin: B is een bijvoeglijk naamwoord. Dit noemt men een zin met
        nominaal predicaat met kwalitatieve waarde
        • een hond (A) is bruin (B)
        • een hond (A) is bruin zoals een beer

    • Zin met situatie-relatie:

      Element B zegt iets over de situatie van element A
      Hond : in die situatie
      voorbeeld: een hond (A) is daar (B)

      Dit noemt men een zin met een bijwoordelijk predicaat. In onze taal hebben we nog een zin met werkwoor als predicaat (de hond eet) maar dit bestaat niet in het Egyptisch daar zegt men de de hond is op het eten (aan het eten zouden wij zeggen). Dit geeft dan situatie weer en wordt onder de zinnen met bijwoordelijk predicaat gerangschikt. Deze categorie kan men op deze manier dus verder opdelen in :

      • A. Zin met situatie relatie in de strikte zin: dit wordt een zin met
        bijwoordelijk  predicaat zonder werkwoord. Het bijwoordelijk predicaat kan hier een ganse zin zijn soms vb:
        • Hond : daar
        • Hond : onder de tafel sinds deze morgen.


      • B.Zin met een werwoord dit wordt dan zin met
        bijwoordelijk predicaat met werkwoord
        • Hond :op het eten
    Dus bij de onderverdeling van de zinnen gaat men zuiver uit van de natuur van het predicaat het onderwerp speelt geen rol.

    01-06-2006 om 23:27 geschreven door ramsesje


    >> Reageer (0)
    31-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drieletter-tekens Deel 1


    Hier volgt dan een lijst van drie-letter tekens. Deze lijst is vrij lang maar in tegenstelling met de twee-lettertekens hoeft deze niet gememoriseerd te worden.Veel van die tekens komen eerder zelden voor. Anderen komen frequenter voor maar dan soms alleen maar als determinatief. Dus zeker niet trachten te memoriseren. Maar het is nodig de lijst te hebben om die te kunnen raadplegen in geval van nood.



    31-05-2006 om 19:41 geschreven door ramsesje


    >> Reageer (0)
    29-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Koningin Mer-Neith

    Koningin Mer-Neith

    Deze koningin is een van de personen uit de Archaische periode van de Egyptische geschiedenis waarover het meest geredetwist wordt. Het is zelfs zo dat niet alle geleerden het er over eens zijn of ze wel effectief heeft geregeerd. Het is nu wel zeker dat het Horuis Den's moeder was. Dit werd aangetoond door vrij recent ontdekte zegelafruk in tombe T van Oemm el Ka'ab te Abydos. Daarop komt ze voor als de moet nesoe.t naast de naam van Den .

    Op deze zegel afdruk ziet u de namen van Horus Narmer tot Horus Den. Zoek maar eens uit. Op de onderste afbeelding naast de naam van Den (hand en watergolfjes) ziet u bovenaan het koninksteken soe als afkorting voor koning met daarnaast de gier Moet (= moeder) daaronder staat dan de naam van de koningin met het teken voor de godin Neith (komt nog niet voor in de reeds gegeven lijsten) en er achter het teken mer, de godin komt uit eerbied op de eerste plaats (zie ook de stele waar het teken mer eerst staat)

    Het is dus zeker mogelijk dat zij de echtgenote van Horus Djet was. Lauer in 1966 dacht dat ze waarschijnlijk wel Horus Djer dochter zou zijn geweest, die huwde met Horus Djet en als zoon Horus Den had. Hij meende deze gevolgtrekking te mogen maken omdat haar naam voorkomt op voorwerpen toegeschreven aan deze drie regeringen. Deze stelling is in elk geval niet bewezen. Een andere speculatie gaat ervan uit dat zij, omwille van haar naam, een prinses uit het noorden zou zijn geweest en door een huwelijk de nog recente band tussen zuid en noord zou hebben aangehaald

    Stele van Mer-Neith uit het graf te Abydos

    Wel ligt haar graf (graf Y te Abydos) dicht bij dat van haar echtgenoot Djet ( graf Z). Het is een van de grootste en best gebouwde van deze groep. Het bestaat uit een put met tichelbekleding, door dwarsmuren verdeeld in een ruime centrale grafkamer omring door acht magazijnen. De grafkamer had een houten vloer en het geheel een houten dak. De afmetingen bedragen 19,2 bij 16,3 meter met de verwoeste bovenbouw inbegrepen. Het graf is omringd door 41 bijgraven van dienaren waarin ook enkel steles werden gevonden. De stele, die we hierboven voorstellen en de hare was, bevindt zich nu in het Louvre en werd net buiten graf Y in 1900 door Petrie gevonden . Petrie zelf dacht eerst dat de stele aan een mannelijke koning toebehoorde. Evenals Horus Aha had de koningin een tichelstenen bootgraf aan de noordzijde van haar graf. Dit had een zonneschip van 17,5 m bevat waarmee de koningin langs de hemel kon varen.

    Graf te Abydos van Mer-Neith

    Te Abydos zelf hebben we dan nog haar begrafenisplein binnen een omheining. Het ligt het verst naar het oosten ten opzichte van de groep gebouwd noordoost van Peribsen's westelijke mastaba en ten zuidoosten van het plein van Djet. Het bevat 77 graven van dienaren netjes in rijen van drie gerangschikt waarschijnlijk rond een gebouw of gebouwen welke nu verdwenen zijn.

    In Saqqara is mastaba 3503 de enige die aan haar kan toegeschreven worden. Deze mastaba ligt iets ten noorden van S 3504 (Sekhemkasedj), een van tijdens de regering van Djet. De bovenbouw mat 42,6 bij 16 m en is identiek aan deze van de graven van Horus Aha en Horus Djer, die vlakbij liggen. Het was omringd door bijgraven en vele waren ongeschonden en bevatten voorwerpen waaruit kon worden opgemaakt welke functie de begravene had uitgevoerd. Er lagen modelschepen bij haar kapitein, verfpotten bij haar schilder, stenen vaatwerk en koperen gereedschap bij haar steenhouwer, allerlei typen aardewerk bij haar pottenbakker. De zegelinscripties uit het graf behoren aan Den. Maar er is wel een afdruk gevonden met de naam van Mer-Neith in een serech-achtige figuur. Het graf te Saqarra is veel groter dan dat te Abydos en kan door de aard van de gevonden voorwerpen gedateerd worden in het begin van de dynastie.

    Graf te Saqqara van Mer-Neith

    Het is mogelijk dat Mer-Neith, als koningin-moeder, na de vrij korte regering van haar echtgenoot Djet een korte tijd zelf geregeerd heeft. Namelijk de periode voor haar zoon Den de troon besteeg komt hiervoor in aanmerking. Dit hoeft ons niet te verwonderen want haar echtgenoor Djet stierf waarschijnlijk reeds na een regering van ongeveer tien jaar (waarschijnlijk  had hij reeds een respectabele leeftijd bereikt toen zijn regering aanvatte en hij met haar huwde want zijn voorganger Djer had zeer lang geregeerd). Dus is het waarschijnlijk dat haar zoon nog te jong was om de  troon te bestijgen en nam zij het regentschap waar. Er is echter geen enkele titel of serech voorhanden die de positie die zij toen bekleedde kan aantonen. De hoger genoemde zegelafdruk van Den vernoemt Mer-neith wel als moeder van de koning in een reeks namen van de koningen maar een gelijkaardig stuk aan Ka'a toegeschreven vermeldt deze koningin dan weer niet.

    Het zijn dus alleen de twee steles en de twee graven die aangeven dat haar status te vergelijken was met deze van een koning. Het kan zijn dat, volgens de mentaliteit van de Oude-Egyptenaren, haar status als regerend vorst nooit aanvaard werd en zeker was het niet zoals later het geval zou zijn met de koninginnen Nitokerti, Neferoe-sobek, Hatsjepessoet en Cleopatra. Bijna alle vermeldingen van Mer-Neith's naam zijn gevonden te Abydos; buiten een stenen vaas waarvan men de herkomst niet kent en een paar fragmenten van vazen en een ivoren vaas uit Saqqara en een wondermooi beeldje uit de Michailidis collectie te Pavia waarvan de afkomst eveneens onbekend is.


    Ronald Milo



    29-05-2006 om 22:24 geschreven door ramsesje


    >> Reageer (0)
    27-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Transliteratie


    Het wordt zo stillaan tijd om eens een lijst te geven van de voornaamste hiërogliefen maar ook om eens te spreken over transliteratie. Transliteratie wil zeggen dat we de hiërogliefen omzetten in letters die overeenkomen met klankwaarde. Er is een speciaal transliteratie font daarvoor ontwikkeld. Het wordt door de Egyptolegen sinds jaar en dag gebruikt en toch gaan we het eerst nog hebben over en ander transliteratie font namelijk dat wat werd ontwikkeld voor computer. In onderstaand schema ziet u naast elk  teken een letter, die de overeenkomende letter is van het  computertransliteratie font. De twee tekens met klanwaarde a worden respectief voorgesteld door a en A, waarbij a overeenkomt met het teken van de arm en A met het teken van gier. Er zijn ook twee manieren om de letter n te schrijven die respectievelijk worden getranslitereerd als n voor het water-teken en N voor de kroon. Het hand-teken staat voor d en voor het slangteken staat D ( dit wordt echter dj uitgesproken) dus voor de uitsprak verwijs ik naar de eerste lijst. Het is wel handig deze lijst te memoriseren. Voor wie hem wil printen. Ga gewoon op het plaatje staan met de cursor - druk op de rechtermuisknop - er komt een rolmenu naar beneden-ga naar "afbeelding opslaan als" en save deze afbeelding ergens op uw schijf onder een naam die u kiest. Daarna kunt u deze terug oproepen,  eventueel vergroten en afprinten naar believen.  Wie belangstelling heeft voor het echte transliteratie font kan dit vinden op mijn eerste afbeeldin,g van het alfabet dat op 23.03.2006 gepubliceerd werd.

    Waarom dit translieteratie font ? Wel in de meeste computerprogrammas die hiërogliefen afdrukken kunt je gewoon door op het toetsenbord a of A (='shift.a) te drukken een armpje of een gier op het beeldscherm te voorschijn brengen. Hetzelfde geldt voor de andere letters. Ik zal de afwijkinge in uitspraak toch nog maar eens herhalen. H staat voor eeen geaspireerde "h",  x en X staan respectief voor  "ch"  en "kh", S staat voor "sj ", T voor  "tj" en D voor "dj" de ander hoofdletters zijn slecht varianten in teken van de kleine letters dus zelfde klank maar een ander hiërogliefteken. Hieronder zullen we de tweeletterteken-lijst afdrukken. Althans de meest voorkomende tekens.

      27-05-2006 om 01:16 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)
      24-05-2006
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Horus Djet (Wadji- Oeadji)

      HORUS DJET

      Horus Djet ( de slang). Het is de laatste koning wiens naam zuiver pictografisch geschreven wordt .

      Plattegrond van het graf te Saqqara

      Zijn graf te Saqqara nr 3504 is zeer groot (49,5 x 20 m) het heeft het karakteristiek profiel met afwisselend vooruitstekende en teruggetrokken delen. Een soort trede, rond het ganse gebouw, is bezet met meer dan 300 stierenkoppen in klei met echte horens.

      Rij stierenkoppen bij het graf van Hemaka door Emery toegeschreven aan Djet.Ook is hier de structuur van de inspringende panelen duidelijk te zien

      Buiten de ringmuur (56,45 x 25,45 m) aan de westelijke, zuidelijke en oostelijke kant vindt men 62 kleine satellietgraven met gebogen dak. De onderbouw van het graf bestaat uit een grote put, uitgehouwen in de rots en door dwarsmuren in vijf kamers verdeeld, waarvan de middelste, de grafkamer, oorspronkelijk houten panelen, ingelegd met stroken bladgoud, bezat. Deze vijf kamers hebben aan de oost- en westzijde een reeks magazijnen en de hele ondergrondse bouw, grafkamer en nevenvertrekken, had een houten plafond. De gehele bovenbouw was hol en verdeeld in vijfenveertig magazijnen en de buitenzijde zoals gezegd was verfraaid met het gewone type inspringende panelen. Zoals bij andere graven van de eerste dynastie waren de grafkamer en de andere onderaardse vertrekken totaal verbrand, maar in dit geval was het verbrande gedeelte hersteld door koning Ka'a. Men nam aan dat dit het noordelijk graf van koning Djet was maar het veelvuldig voorkomen van de naam van een hoge ambtenaar Sechem Ka wijst op de mogelijkheid dat het diens graf is en niet dat van de koning; alhoewel het dubbel zo groot is als het graf van de koning te Abydos. Deze mening heeft momenteel de overhand.

      In dit graf werden verscheidene voorwerpen van grote artistieke waarde gevonden vooral gebeeldhouwde houten en ivoren meubelen en spelfiguren.

      Zijn werkelijke graf zou dan graf Z te Abydos zijn. Het is veel kleiner dan dit van Saqqara (19 x 21 m) maar er zijn echter meer satellietgraven nml 174. In deze graven werden ongeveer twintig ruw bewerkte stèles gevonden. Ook op een lager gelegen terrein te Abydos had Djet een groot carré van graven van dienstpersoneel, 161 in totaal.

      Plattegrond van het graf et Abydos

      Het graf bestaat uit een grote put waarin men de restanten van een houten grafkamer heeft gevonden. Deze werd aan drie zijden geflankeerd door magazijnen uit tichelsteen. Er werden verscheidene stèles gevonden waaronder de beroemde stèle met zijn naam in een serech, 1,45 m hoog, die zich momenteel in het Louvre bevindt. Dit werk kan beschouwd worden als het eerste grote Egyptische kunstwerk. Het vertoont een volmaaktheid van ontwerp en van vakmanschap dat in latere tijden nauwelijks werd geëvenaard. De grafkamer bevindt zich ongeveer 3m onder het maaiveld. Uit recente Duitse opgravingen in Oem el Qa'ab is naar voorgekomen dat in centrale gedeelte van de superstructuur onmiddellijk boven de grafkamer er zich een tumulus van bakstenen bevond1.


      Een ander groot graf uit Djet's regering bijna evengroot als dat te Saqqara maar zeer sterk geschonden werd ontdekt te Gizeh (mastaba V). Het was eveneens met satellietgraven omringd. Volgens Emery kan het toebehoord hebben aan een niet bij naam gekende gemalin van Djet.

      Het begrafenispaleis van Djet te Abydos bevindt zich ten oosten van dit van Djer en ten noorden van dit van Mer-Neith.

      Koning Djet is de koning uit de eerste dynastie waarvan het minst gekend is. Volgens zijn zegels veronderstelt men dat hij de korste regeringsperiode heeft gehad uit de eerste dynastie: ongeveer vijf tot tien jaar.

      Hij leidde een expeditie naar de Rode zee waarschijnlijk met het doel de mijnen in de Oostelijke Woestijn te ontginnen. Men heeft inderdaad zijn naam gevonden op een ruwe rots in de Oostelijke Woestijn ten zuiden van Edfoe. Naast hoger genoemde Sechem Ka kennen we, uit zegels gevonden te Abydos, nog een van zijn hogere ambtenaren Hetepsechemwy (Petrie R.T.I .19).

      Cartouches en serech van Djet

      Djer zou als nebti naam Ita of Iteti gevoerd hebben dit blijkt uit een naamplaatje gevonden te Saqqara. Kenkenes en Oeënephes zijn de twee namen bij Manetho die het meest kans maken om met Djet geïdentificeert te worden. Volgens Manetho regeerde de vierde koning (Oeënephes) drieentwintig (bij Africanus) of tweeënveertig jaar (bij Eusebius). Manetho vertelt dat tijdens de regering van deze koning er en hongersnood zou hebben geheerst in Egypte en dat hij een piramide bouwde bij Kochimi, een plaats die men tegenwoordig met het moderne Saqqara identificeert.


      (1)Dit kan gezien worden als een voorloper van graf S 3038



      24-05-2006 om 00:00 geschreven door ramsesje


      >> Reageer (0)
      21-05-2006
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oplossing van de opgave


      Oplossing van de opgave uit vorige les

      De eerste vier tekens waren zeer gemakkelijk het gaat om de geijkte uitdrukking "Hetep di nesoe" Het betekent een offer dat de koning geeft

      Op de eerste regel zien we verder een cartouche, hieruit weten we dat het om een koningsnaam gaat. De cartouche is voorafgegaan door het teken van de bies = koning en door de bij. Deze combinatie is een van de vijf officiële namen van de koning, de troonnaam of nesoe biti naam en deze betekent zoveel als "hij die behoort aan de bies en de bij"

      In de cartouche lezen achtereenvolgens "re cheperoe neb". Re de naam van een god staat uit eerbied vooraan dus wordt het "cheperoe neb re". Het tweede teken is immers de scarabee, mestkever of ch.p.r =cheper. De drie streepjes erachter duiden aan dat we het meervoud moeten lezen dus cheper.oe. Het laatste is een korfje, klankwaarde neb en betekent heer. Uit vergelijkingen echter met spijkerschrift versies van deze naam weten we dat we Neb-cheperoe-re moeten lezen. Dus om in de esthethiek regel te blijven van de hiërogliefen zoveel mogelijk in vierkantjes onder te brengen heeft men hier het korfje achter de kever en onder de drie streepjes gezet. Dit kon je dus uiteraard niet weten. De betekenis is dus "heer van de scarabees van Re". De kever zelf kan ook als werkwoord "worden" of "ontsaan" gelezen worden maar heeft dan natuurlijk geen meervoud. De kever rolde inderdaad zijn mestballetje, waarin de eitjes gelegd waren, voor zich uit. Later zouden hier als het ware uit het niets nieuwe kevers onstaan hadden de Egyptenaren opgemerkt. Vandaar de betekenis van onstaan, worden, scheppen.

      Op de volgende regel ook weer een cartouche. Voorafgegaan door de eend=sa=zoon, gevolgd door het teken voor zon of re. De sa-re of eigennaam van de koning dus met betekenis van "zoon van Re". De pientere lezers zullen opmerken dat re nu echter niet uit eerbied vooraan staat maar quasi op de rug van de eend. Dit is nu echter om aan het esthetisch principe van de "vierkant"-regel te voldoen. Men tracht de tekens steeds in vierkantjes of halve vierkantjes onder te brengen. U ziet hoe wispelturig deze taal is. Er is immers geen vaste spelling. Maar als algemeen regel geldt "het esthetische primeert".

      Binnen de cartouche is het eerste teken een pluim of i, gevolgd door het bordspelteken mn=men, en de water teken of letter n. Gezien he voorgaand teken eindigt op n dient deze n als fonetisch complement beschouwd te worden en dus niet gelezen.

      Hierop volgen de letters t, oe en opnieuw t = toet. De betekenis is beeld. Het laatste teken is het anch teken wat staat voor leven. We lezen dus imen-toet-anch. Hiernij is Imen de naam van de god die wij Amon plegen te noemen en uit eerbied is hij vooraan gezet. Dus in feite staat er Toet anch imen = Toetanchamon. Of beeld-leven-amon wat kan gelezen als het levende beeld van Amon.

      Voor de laatste drie tekens verwijzen we naar vorige les; de anch, dja, s staan voor anch,oedja, seneb wat betekent leven, welvaart en gezondheid. Het is een standaard afkorting.

      De totale zin is dus "hetep di nesoe nesoe biti neb cheperoe re sa ra toet anch imen anch oedja seneb" of "een offer dat de koning geeft, hij van(of die behoort tot) de bies en de bij "de heer van de scarabees van Re", de zoon van re" het levende beeld van Amon" hij leve in welvaart en gezondheid." Rare jongens die Egyptenaren. Niet ?

        21-05-2006 om 02:16 geschreven door ramsesje


        >> Reageer (0)
        20-05-2006
        Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mensoffers bij de farao's

        Mensenoffers ?

        Zoals we gezien hebben werd het graf van koning Djer omringd door 317 bijgraven. Dit verschijnsel werd ook aangetroffen bij andere graven van de de vorsten van de eerste dynastie en ook bij de grafpaleizen die deze vorsten lieten aanleggen te Abydos. Deze grafpaleizen, rechthoekige bouwwerken, lagen aan de rand van de akkers langs de Nijl in het zicht van de stad. Het was Petrie die het het eerst vermoedde dat het bij deze graven om mensenoffers zou kunnen gaan.

        Individuele bijgraven naast het graf van Hor Aha

        In de afbeeldingen op enkele etiketten (cfr o.a. vorig artikel over Djer, met het etiket over de processie met de mummie) zien we trouwens een typisch tafereel van een man die een dolk plant in de borst van een andere man. Hieronder wordt een deel van ander etiket afgebeeld met dezelfde offerscиne. In beide gevallen staat een kommetje om het bloed op te vangen tussen beide figuren in. De precieze betekenis is niet bekend maar anderzijds weten we dat in latere tijd het offeren van een mens (misdadiger of gevangene) soms een rol speelde bij bepaalde religieuze rituelen.

        Scиne met dolksteek op een deel van een etiket.

        In latere perioden was het de gewoonte dat zij, die het dichts bij de koning stonden, ook het dichts bij de koning begraven werden. In bepaalde omstandigheden was het een gunst van de farao om dicht bij hem (bv. in de vallei der koningen) te mogen begraven worden. De pyramiden van het Oude Rijk zijn dan ook omgeven door grote grafvelden van gunstelingen en ambtenaren van de koningen. Maar zij werden pas begraven nadat ze een natuurlijke dood waren gestorven. In het begin van het Egyptische Rijk was een onsterfelijk hiernamaals nog niet voor iedereen bestemd. De gewone sterveling mocht slechts in een soort onderaards hiernamaals van de voorouders op een "voortbestaan na de dood" in de gedachtenis van zijn nabestaanden hopen.Aan de koning was het vergund om een soort "verlossing van de dood" te ervaren. hij werd opgenomen in de goddelijke, aan de hemel gesitueerde, sfeer van het hiernamaals om zo zelf god te worden en onsterfelijkheid te verwerven. Het was de tegenstelling van het eeuwig wonen in de hemel tegenover het "wonen in het graf". Geen woner dus dat men zijn graf zo dicht mogelijk bij dit van de "god" wou hebben. Het is pas tegen het einde van het Oude Rijk dat door de opkomst van de Osiris religie het eeuwig leven aan elke Egyptenaar ten deel kon vallen. Wellicht begon eerst de omgeving van de farao, familie en hoge ambtenaren, en later steeds meer en meer mensen hierop aanspraak te maken. Dicht bij de koning begraven worden zou dan wellicht de kans op een eeuwig leven verhogen.

        Bij de graven van de eerste dynastie echter handelt het zich om iets anders. Uit de stиles die in de bijgraven werden gevonden weten we dat het niet om hoge ambtenaren of familie maar om eenvoudige bedienden zoals concubines, dwergen en in enkele gevallen ook om huisdieren ging. Grondig onderzoek naar hun doodsoorzaak zou wellicht wat licht op de kwestie kunnen werpen. Maar helaas waren reeds voor de ontdekkingen door Petrie de graven zo dikwijls geplunderd dat de meeste skeletten verdwenen waren. Er zijn wel een paar intacte graven aangetroffen en uit niets bleek dat de overledenen levend zijn begraven zoals we wel kunnen opmaken uit andere bekende gevallen van menenoffers in het Oude Nubiл, Mesopotamiл en China waar de skeletten in een bijzonder verwrongen positie werden aangetroffen. Ook handelt het hem hier niet om massagraven maar heeft eenieder een bijzonder graf ter beschikking gekregen. Wat toch pleit voor een zekere eerbied van de slachtoffers.

        Ook werden geen tekens van onthoofding of andere rituele slachtoffering aangetroffen. Allen blijken een natuurlijke dood te zijn gestorven. Maar wel eigenaaridg is dat ze allen op jonge leeftijd zijn gestorven. Bij de bedienden, bij het graf van Horus Aha begraven, leek geen van hen ouder te zijn geweest dan 25 jaar. Wat er op duidt dat ze kort na zijn dood aan hun eind zijn gelomen.

        Foto van een stиle uit een bijgraf. Tekeningen van andere stиles vind je bij het tweede artikel over Djer.

        Een verder bewijs hiervoor zijn de graven van de farao's Semerchet en Ka'a, op het eind van de eerste dynastie. Uit deze graven blijkt dat de bijgraven en het graf van de koning aanvankelijk door eenzelfde bouwwerk werden bedekt. Wat er op wijst dat ze allen rond hetzelfde tijdstip zijn gestorven. Toch is dit nog geen bewijs dat ze werden vermoord. Mogelijks benamen ze zich van het leven om zo samen met hun heerser meer kans op een eeuwig leven veilig te stellen. Hoe dan ook deze gewoonte zou snel afnemen. Tegen het eind van de tweede dynastie stonden de graven van de koningen er alleen bij. De Egyptenaren waren te practisch ingesteld om zich op gezette tijden van gewaardeerde en ervaren bedienden aan het hof te laten beroven. In hun plaats zouden beelden en tekeningen de rol gaan vervullen van de vorst op zijn eeuwige reis naar de sterren te vergezellen en hem te dienen. Deze beeldjes werden oesjabti's genaamd. Maar hierover later.

        Het graf van koning Ka'a merk op dat de bijgraven onmiddellijk aanleunen bij het graf van de koning en de voorraadkamers.



        20-05-2006 om 00:00 geschreven door ramsesje


        >> Reageer (0)
        14-05-2006
        Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bericht
        Correcties en afbeeldingen die worden toegevoegd aan de artikelen ( cfr. Dynastie 0) zullen gedurende twee maanden in rood gemarkeerd worden. Daarna worden ze opgenomen in de normale tekst.  

        14-05-2006 om 23:32 geschreven door ramsesje


        >> Reageer (0)
        Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.pa & ma, is niet vader & moeder


        ER IS PA EN MA, VADER EN MOEDER

        De eerste van de tweeletterklanken hieronder is een sikkel. Het toestel werd gemaakt van hout maar aan de binnenzijde, zoals trouwens nog te zien in de oudste versies van de hiлroglief, werden scherpe vuurstenen tandjes aangebracht. Het was pas in de Grieks-Romeinse tijd dat deze vuurstenen werktuigen vervangen werden door metaaL. De klankwaarde is "mA". Van nu af zullen we de a-klank die afgebeeld wordt door gier met een hoofdletter schrijven en de a-klank die afgebeeld wordt door de arm met en kleine letter.

        Oude vorm van het teken mA

        Het teken daarnaast heeft de klankwaarde "pA" Het is een opvliegende eend. Het was eerst het ideogram pA voor vliegen en later de klankwaarde pA

        Het derde teken is een afbeelding van een houten zuil (hier liggend afgebeeld maar kan ook staand), het heeft de klankwaarde "aA"

        Het vierde en laatste teken is een lasso met de klankwaarde wA of oeA

        Op de tweede lijn zijn een paar tekens afgebeeld waarvan we de klankwaarde en ideogram betekenis al kennen. Het is de jabiroevogel "bA", met als betekenis een onderdeel van de ziel. Het teken voor duizend , een lotusplantje op een t met als klankwaarde ch.A= cha. De eend met als klankwaarde sA en als betekenis zoon. Het overstroomd veld waar de lotus opkomt met als klankwaarde sj.A =sja en de speciale klankwaarde Acht in het teken voor het eerste der drie seizoenen dit van de overstroming. Het wordt ook gebruikt als determinatief bij zaken die wat te maken hebben met overstroming zoals moeras e.a. De ten hemel gerichte armen met als klankwaarde "kA" en als betekenis een ander aspect van de ziel dan de bA.

        Het laatste teken echter kennen we nog niet. Het is een apparaatje om vuur te maken waarbij het stokje in de uitgeholde ruimte onderaan zo snel wordt gedraaid dat het gaat verhitten en zo gedroogd mos of vezels gaat aansteken. Het heeft de klankwaarde dj.A =dja.

        We kennen nu de klanken pA en mA en andere. Maar op de laatste rij hierboven staan ook de woorden vader en moeder. Het eerste woord kunnen we lezen, vermits we alle tekens kennen "itef". Maar helaas is dit niet zo. Het woord voor vader is it en de gehoornde adder (letter f) staat hier als determinatief. Is dit een allusie op de legende waarin een slang de wereld schiep of is het eenvoudig omdat "f" ook het persoonlijk voornaamwoord "hij" betekent en ons vader toch de eerste onder alle hij's is die we leren kennen en voor ons zorgt dé "hij" dus.

        Het woordje voor moeder lezen we als m.oe.t = moe.t. Dus moe met de vrouwelijke uitgang t. De gier is hier determinatief. Als dit voor ons een weinig sympathieke vogel lijkt zo niet voor de Oude Egyptenaren waarvoor het een vogel was die heel goed voor haar broedsel zorgde. Het determinatief kan op zich ook gelezen worden als moet en speelt hier naast de rol van determinatief ook deze van fonetisch complement. Moet was ook de naam van de grote godin van Karnak de echtgenote van Amon.

        De bovenstaande tekens zijn vaste uitdrukkingen. Het eerste teken is een plant "de zegge" met klankwaarde "soe". Daarop volgt een t. Soet dus maar in deze context alleen echter wordt het gelezen als nesoe en betekent koning. Het derde teken is een offermatje met daarop een brood. Het is het drieletterteken "htp"= hetep en betekent een offer, gunst, vrede, tevredenheid. Het vierde teken is een kegelvormig brood en heeft de klankwaarde "di" en het heeft de betekenis van het werkwoord "geven". De ganse uitdrukking wordt gelezen als "hetep di nesou" en heeft de betekenis van "een offer(gunst) dat(die) de koning schenkt". Het is een standaarduitdrukking waarmee een soort gebed aanvangt dat de Oude Egyptenaren vaak op hun stele's, grafzerken en sarcofagen schreven.

        Daarnaast staat een andere geijkte uitdrukking. Het eerste teken stelt de riemen van een sandaal voor, het heeft de klankwaarde "a.n.ch", de betekenis is "leven". Meestal wordt het geschreven met achteraan de fonetische complementen n en ch ( anch.n.ch) en minder frequent met de a (arm) vooraan. Maar hier staat het als eenvoudig drieletterteken.

        Het volgende teken hebben we net leren kennen als tweeletterteken "dj.a" maar hier staat het als afkorting voor "wedja" wat welvaart betekent.

        Het laatste teken kennen we als "s" maar in deze context staat het als afkorting voor het woor "seneb" wat gezondheid betekent.

        Het geheel wordt dus gelezen als "anch, wedja, seneb" en betekent "leven, welvaart en gezondheid". Het was een geijkte formule die vaak achter de naam van de koning werd gezet en had dan de betekenis van " hij weze levend, welvarend en gezond."

        Als we daar nog aan toevoegen dat de kever of scarabee een drieletterteken met klankwaarde "ch.p.r" (spreek uit cheper) is en het rechthoekje, met streepjes bovenop, een spelbord voorstelt en het tweeletterteken "mn" (spreek uit "men") aanduidt moet je in staat zijn de volzin te vertalen. Goede moed.

        14-05-2006 om 00:00 geschreven door ramsesje


        >> Reageer (0)
        11-05-2006
        Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Horus DJER II
        Het graf van Djer te Abydos werd later vereerd als cenotaaf van Osiris. Het bevatte turkoois meegebracht van expedities naar de Sinaï. De begrafiskamer bevond zich ongeveer drie meter onder de begane grond, dus lager dan deze van Aha. Deze put is bezet met tichels en vertoont  onregelmatig gevormde magazijnen aan drie zijden. De eigenlijke grafkamer was waarschijnlijk van hout en het hele graf was oorspronkelijk bedekt met houten balken en planken. Er is geen spoor van deze bovenbouw overgebleven. De afmetingen zijn 21 x 20 m (420 m²). Het is dus minder groot dan het graf te Saqarra


        Het graf werd omringd door 317 ( 338 volgens Emery) satellietgraven van hovelingen waarvan enige voorzien van  houten sarcofagen en nogal ruw afgewerkte steles . Het waren voornamelijk vrouwen.  In elk geval is het niet zeker dat al deze satellietgraven behoorden aan personen die geslachtofferd werden tijdens het begrafenisfeest van de koning. Deze praktijk om zich met een groot gevolg te laten begraven werdt opgegeven tegen het eind van de tweede dynastie (over dewelke we trouwens opmerkelijk weinig weten). Kleine beeldjes (oesjabti's) en afbeeldingen op de wand van het graf moesten sindsdien het gevolg, dat de koning in het hiernamaals moest dienen, vervangen

        Stèles uit de bijgraven te Abydos

        In tombe 0 te Abydos vondt Petrie een vrouwenarm met vier armbanden met parels van goud, amethist, turkoois en lapislazzuli; één daarvan toonde 27 miniatuur serekh's met daarboven een valk. Afwisselend 14 in turkoois en 13 in goud. Verborgen en nooit gerecupereerd in een inham door enkele grafrovers was de arm ontsnapt aan de aandacht van Amélineau maar werd in 1901 door Petrie teruggevonden.

        Andere ondergeschikte graven omringen het begrafenispaleis van Djer, gelegen nabij Sjoenet ez Zebib; Het is een van die gebouwen die men later forten zou noemen. Misschien voerde DJER ook campagne in Libië want op een ruw besneden palet uit zijn graf te Saqarra zien we de koning in de geijkte houding van "het neeslaan van de vijand". De gevangene is duidelijk een Lybiër.




        Zeker is echter dat hij de Wadi Halfa in Nubië bereikte, waar zijn naam in de rots gegraveerd werd in de nabijheid van een scène waarbij een schip de vijand tegemoet vaart met een gevangene aan de boeg vastgebonden. Of dit gedenkstuk verhaalt van een strafexpeditie of van een echte verovering valt niet te zeggen maar in Noord-Nubië werden voorwerpen gevonden van onmiskenbaar Egyptische oorsprong uit deze periode. Maar uiteindelijk zijn de meeste onderzoekers geneigd deze scène toch toe te schrijven aan de periode van de dynastie "0".

        Djer liet een koninklijk paleis oprichten te Memphis. Hij leidde het land met een stevige militaire en godsdienstige politiek naar een periode van ongekende welvaart. Hiervan getuigen de rijkdom en de afmetingen van de grafmonumenten van de adel en de hoge functionarisssen.

        Graf 2185 (Quibell) en graf 3471 (Emery), dat meer dan 620 m² ( 41,30 x 15,15 m) groot is, beiden te Saqarra, worden eveneens aan Djer, of althans aan zijn regeerperiode,  toegeschreven. Het graf 3471, dat bijna even groot is als dat van Horus Aha, is echter meer bewerkt en vertoont een verder ontwikkeling in de architectuur. Dieper uitgegraven met zeven magazijnen. Omringende muren of bijgraven werden echter niet ontdekt maar die kunnen eventueel later vernield zijn.

        HERNEITH, aan wie de tombe 3507 te Saqqara (circa 38 m x 15 m) toebehoord, is waarschijnlijk zijn gemalin. . MERNEITH, begraven te Abydos, zou daarentegen zijn dochter zijn die werd uitgehuwelijkt aan zijn opvolger DJET aan wie ze een zoon DEN, de vierde souverein van de dynastie, zou hebben geschonken. Zij zou ook enkele jaren de regering hebben waargenomen na het voortijdig overlijden van haar echtgenoot en voor de intronisatie van haar zoon. Manetho beweert dat pas onder BINOTHRIS, de derde koning van de tweede dynastie het ook aan de vrouwen werd toegestaan om te regeren. Hoe dan ook het zou hier toch gaan gaan om de eerste betrouwbare vermelding van een regentieperiode door een vrouw; gezien deze toegeschreven aan NEITHOTEP toch op minder vaste gronden berust.

        Op een fragment van de Palermosteen, bewaard te Caпro, is de naam van de moeder van Djer, KHENTHAP, bewaard gebleven.

        11-05-2006 om 00:00 geschreven door ramsesje


        >> Reageer (0)
        09-05-2006
        Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelukkig Nieuwjaar !

        De Egyptische astronomen hadden vastgesteld dat de ster Sirius (ster alfa uit het sterrenbeeld de grote Hond), nadat ze meer dan twee maand niet zichtbaar was geweest, in de maand juli terug zichtbaar werd aan de horizon net voor zonsopgang. Dit verschijnsel noemt men de heliakische (helios = zon) opkomst van de ster. Daar deze gebeurtenis samenviel met het opkomen van de Nijlvloed dacht men dat deze ster een godin was (Spd.t = Sepedet of Sopdet, vergriekst tot Sфthis) die de overstroming bracht.

        Nieuwjaar werd dan ook gevierd op de eerste dag van de maanmaand die volgde op deze gebeurtenis. Indien Sфthis na twaalf maanden nog niet was teruggekeerd werd in het maanjaar een dertiende (ongeluksbrengende) maand ingelast.

        Wanneer men nu de nieuwe kalender van 365 dagen invoerde. Met een tekort van slechts 1/4 dag per jaar in plaats van 10 tot 11 dagen met de maankalender duurde het natuurlijk veel langer voor men ging inzien dat de opkomst van Sirius steeds verder na nieuwjaar optrad. Maar aan de kalender werd echter niets meer veranderd zoals we hoger gezien hebben. Na precies 1460 jaar (365 : 1/4 = 1460) echter vielen beide evenementen weer samen (apokatastase). Zo een jaar is ons bekend uit Griekse geschriften namelijk 139 n. Chr. volgens onze Gregoriaanse tijdrekening.

        Dat wil zeggen dat we ook de andere jaren waarbij deze gebeurtenissen samenvielen kan berekenen. Het zijn de jaren 1317 v.Chr., 2773 v.Chr en 4323 v.Chr. Eduard Meyer stelde dat de beste dag om een tijdrekening te beginnen ook voor de Egyptenaren de dag van de opkomst van Sirius zou zijn en nam aan dat de kalender van 365 dagen op deze dag door hen begonnen werd. Hij meende deze gevolgtrekking te mogen maken uit opmerkingen hierover door latere priesters gemaakt. Dan moet men ook begonnen zijn met de invoering van het kalenderjaar van 365 dagen op een van hogervermelde data. Hierbij lijkt dan 2773 waarschijnlijk ( deze datum valt tijdens de regering van farao Persibsen) daar 4323 te ver in de prehistorie ligt en in 1317 de 365-kalender sinds eeuwen bestond. Dit is echter zeer onwaarschijnlijk want in dit geval zou men na vier jaar reeds bemerkt hebben dat de opkomst van Sirius een dag later viel. Deze berekening van de apokatastase data hebben wel hun nut want op 19 juli 1317 v.Chr volgens de Gregoriaane kalender zou dit evenement zich opnieuw hebben voorgedaan en hiermee bezitten we een vast refentiepunt tussen de Gregoriaanse tijdrekening en de Egyptische tijdrekening van 365 dagen.

        In volgende tabel vinden we op de eerste plaats het teken voor jaar het bestaat uit een palmscheutje op de letter t (broodje) geplaatst. Het is dus een vier-letterteken r.n.p.t. = rnp.t met klankwaarde renpet. De eind t duidt hier op een vrouwelijk woord. Het betekent zowel "jaar" als "voedsel" . Een nieuw jaar bracht immers nieuw voedsel aan.

        Daarnaast vinden we de hiлroglief met de ossenhorens. Deze staan op het hoofd van het dier, waar het dier dus als het ware begint bovendien staan de orens open en de betekenis is dan ook beginnen, openen. Het is een twee-letterteken en de klankwaarde is oe.p = oep

        De opening van het jaar (d.i. nieuwjaar) wordt dus geschreven oep renpet wat we afgebeeld zien op de tweede rij. Daarachter lezen we "renpet neferet" dit betekent " goed, voorspoedig nieuwjaar". Het drie-leterteken voor "goed" n.f.r. is immers een hart met een stuk luchtpijp eraan. De klankwaarde is nefer. Gezien echter jaar een vrouwelijk zelstandig naamwoord is eindigend op t dient aan het bijvoeglijk naamwoord nefer dat in geschlacht overeenkomt met het zelfstandig naamwoord ook een t toegevoegd "neferet" dus.

        Op de derde lijn vinden we als teken een maansikkel en een ster: het is een vaste combinatie die de klankwaarde a.b.d = abed heeft en de betekenis van maand. Dit woord vindt dus zijn oorpsprong in de maankalender

        Het laatste woord moeten we kunnen lezen vermits het uit ййn-lettertekens bestaat en het determinatief met de zon gebruikt wordt zoals we hoger gezien hebben bij tijdsaanduidingen. De klankwaarde is h.r.oe = heroe. De betekenis is dag.

        Hieronder de oplossing van de schrijfwijze van 235 mannen en 145 vrouwen. Het ideogram teken werd | werd onder de mannelijke en vrouwelijke figuur gezet om aan te duiden dat het om werkelijke mannen en vrouwen gaat. Het staat er niet achter zoals gewoonlijk omdat het dan zou verward worden met de drie streepjes achter de man/vrouw die het meervoud aanduiden. Drie achter elkaar geplaatste mannen/vrouwen met ideogram teken achter zou ook juist zijn. Men ziet de Egyptenaren hadden geen streng bepaalde schrijfwijze maar keken vooral naar het esthetische van de tekst die zoveel mogelijk in vierkante blokjes werd ingedeeld.

        09-05-2006 om 23:24 geschreven door ramsesje


        >> Reageer (1)
        07-05-2006
        Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De seizoenen
        De seizoenen in hiërogliefenschrift, dit wordt een hele brok.

        Eerst de oplossingen van vorige maal. De eerste naam was R.OE.B.R.T. gevolgd door het mannelijke persoonsdeterminatief en dus Robert. De volgende was OE.I.L.L.I.AM ( gelijk oewaarde landgenoten) dus William. De meisjesnamen werden gevolgd door het vrouwelijk determinatief: de eerste M.a.r.i.a. en de tweede C.l.oe.p.d.r.a. wat een authentieke schrijwijze was voor Cleopatra. De koningsnaam was CH.OE.F.OE, wat vergriekst werd tot Cheops. De oplossing van de numerieke vraag bij volgende aflevering.

        Hieronder hebben we een naam afgebeeld van koning Djer.  Het is niet zijn Horus naam maar zijn troonnaam zoals deze op de lijst van Abydos voorkomt. We veronderstellen dat het zijn nebti naam zal geweest zijn die door de samensteller van de lijst gebruikt werd als Sa Ra naam, omdat de Sa Ra- naam in de tijd van Djer nog niet bestond maar wel wanneer de lijst werd samengesteld. De nebti naam bestond reeds in de tijd van Djer.


        -We lezen Sa Ra ( I.T.TI ) of de zoon van Ra "Iteti" wat door Manetho vergriekst werd tot "Athotis". We hebben een nieuw twee-letterteken leren kennen namelijk ti. In onderstaande figuur staat het als eerste van een reeks twee-lettertekens die we nog zullen nodig hebben. Het is de stamper van een vijzel. De klankwaarde is zoals gezegd ti.

        -Het volgende teken stelt een vijver voor met lotusbloemen. Het kan op drie manieren gebruikt worden.
        1/ Als IDEOGRAM dwz een teken dat de betekenis heeft van wat het zelf uitbeeldt. In theorie wordt het dan gevolgd door een verticale streep. In deze betekenis staat het voor "vijver met lotus bloemen".

        2 /Als DETERMINATIEF: om de betekenis van een woord te duiden. Hier zal het dan staan bij woorden die iets te maken hebben met overstroming of een moeras.

        3/ De derde mogelijkheid is dat het teken gebruikt wordt als twee-letterteken met de klankwaarde sj.a =sja of als drie-letterteken met de waarde "a.ch.t"=achet

        -Het derde teken is het grondplan van eenvoudig huis en heeft de klankwaarde p.r = per

        -Het vierde teken, bestaande uit drie onder elkaar geplaatste golven, heeft als twee-letterteken de klankwaarde m.oe = moe. We hebben reeds gezien dat om het meervoud te vormen een van de mogelijkheden is het voorwerp driemaal te herhalen. Alle golfjes bij elkaar vormen het water. Dus kan dit teken ook gebruikt met verticale streep erachter als ideogram voor water.

        Nu de seizoenen : we beginnen achteraan. Bij het seizoen van de grootste hitte, als het ware de zomer. We lezen sj.moe = sjemoe (of chemoe in het Angelsaksisch). Het stelt een bassin (sj) voor met water (moe). Tijdens dit droge seizoen diende men de watervoorraden opgeslagen in bassins aan te spreken. Logisch toch !

        In het midden lezer we Pr.r.t en determinatief voor de zon of Ra. Het determinatief van de zon wordt nog al eens gebruikt voor begrippen die iets te maken hebben met de tijd.

        De eind "t" daarentegen is de uitgang voor een vrouwelijk woord. Zo weten we dat de eend "sa" zoon betekent. Dochter zal dan geschreven worden sa.t (eend + broodteken). Herinner u ook nb = neb = meester en nb.t = nebet = meesteres. Het vrouwelijk wordt in het Egyptisch gevormd door de uitgang "t" aan het stamwoord toe te voegen. Dit geldt ook voor bijvoeglijke naamwoorden die in geslacht overeenkomen met het naamwoord ( zoals ondermeer in het Frans .). Als  nfr = nefer = mooi dan is in het Egyptisch een mooi seizoen van het uikomen pr.t nfr.t = peret neferet en de mooie meester en meesteres nb nfr nb.t nfr.t  = neb nefer nebet neferet.
        Hierbij merken we op dat "en" niet vertaald wordt.

        Lezen we dit woord dan als pereret ? Neen want nu komen we op de proppen met een BEGRIP dat we het "FONETISCH COMPLEMENT" noemen. Wat is dit ?

        Wel wanneer een Oude-Egyptenaar één, twee- of drie-lettertekens gebruikt kan hij het woord aanvullen zowel vooraan als achteraan met letters die voorkomen in het/de teken/s zelf. Stellen we het teken pr voor als (PR). dan kan dit geschreven worden als (PR), p(PR), (PR)r of zelfs als p(PR)r. Dit allemaal afhankelijk van de stemming, maar vooral het esthetisch gevoel, van de schrijver . Deze tekens worden echter niet uitgesproken of gelezen en dienen alleen om de schrijfwijze van het woord te verduidelijken. Uiteindelijk lezen we dus pr.t . De tweede
        r = fonetischcomplemen en wordt niet gelezen. De t = vrouwelijke uitgang maar wordt wel gelezen. Het derminatief is de zon die staat voor iets dat met tijd te maken heeft en wordt evenmin gelezen.  In klankwaarde dus pr.t (spreek uit peret). Maar waarom kozen de Egyptenaren nu juist deze naam voor dit seizoen. Wel het teken (pr), maar met determinatief wandelende beentjes is het werkwoord "pr" en dat betekent: gaan, uitkomen. Dus peret is het seizoen waarin het graan uitkomt. Logisch toch !!!

        Het eerste seizoen dan. Hoe moeten we dit woord lezen. Veronderstellen we dat de lotusvijver voor "sja" staat. Dan lezen we A.sja.ch.t. Dit is een mogelijkheid maar als de lotusvijver voor "acht" staat dan lezen we a.(acht).ch.t. waarbij zowel a,ch en t als fonetisch complement dienen en dus niet uitgesproken en waarbij de "t" tevens  dienst doet als vrouwelijke uitgang. De juiste lezing is dus achet. Daarbij dient men nog op te merken dat de lotusvijver, het gehele woord zelf dus, als een soort binnendeterminatief  verwijst naar overstroming. Het seizoen van de overstroming. Zo ziet je maar dat men soms zonder de exacte klankwaarde te kennen men reeds uit het determinatief en de context waarin het woord voorkomt zijn betekenis kan gissen.

        Samenvatting:
        • Bij het lezen van Oud-Egyptisch waar alle tekens achter elkaar staan zonder spaties of interpunctie richt men zich best eerst tot de determinatieven. Die staan meestal op het eind van het woord en laten ons dus vermoeden waar een woord eindigt en een ander begint.
        • Naast determinatieven zijn er ook nog ideogrammen. Het zijn tekens die betekenen wat ze voorstellen. Meestal wordt het teken in die betekenis gevolgd door een verticale streep.
        • Wanneer men de klankwaarde van een teken kent en de klankwaarden van de tekens die ervoor of erachter komen ook voorkomen  in de klankwaarde van het teken zelf dan gaat het meestal om fonetische complementen die u helpen om de klankwaarde van het teken te bepalen.

          Voorbeeld. Neem in het Nederlands het woord zetel. In het Egyptisch laat men de klinkers weg en men bekomt een woord met  klank "ztl ". Deze klank stellen we voor door een tekening van een zetel die we voor het gemak hier zullen voorstellen door (tekening-ztl). Hoe kan men in het Egyptisch nu zetel schrijven.
          • door (tekening ztl) |  . De verticale streep geeft aan dat het om een ideogram gaat met de betekenis van (tekening ztl) die een zetel voorstelt .
          • door z(tekening ztl) of door z(tekening ztl)l, of door z(tekening ztl)tl of nog door zt(tekening ztl)l enz. De bijkomende letters zijn alle fonetische complementen. Zij zullen verduidelijken wanneer een teken bijvoorbeeld twee klankwaarden bezit  om welke klankwaarde het precies handelt.
          • Om het lijstje volledig te maken kan men aan al die mogelijkheden nog een zittend mannetje toevoegen om aan te tonen dat het hier gaat over iets om te zitten. Dit mannetje is dan het determinatief.

          Geen wonder dus dat het Champolion heel wat hoofdbrekens gekost heeft om dit taaltje te ontcijferen en dat hij toen hij de oplossing gevonden had op 14.09.1822 te Parijs in het bureel van zijn broer binnenstormde met de kreet "Ik heb het gevonden" (Je tiens l'affaire) en bewusteloos neerviel en verschillende dagen bewusteloos bleef.

          07-05-2006 om 00:00 geschreven door ramsesje


          >> Reageer (0)


          Inhoud blog
        • Bewerking van stukje van 03/03/2006 over dynastie 0
        • Anoebis02
        • Horus valk
        • neboe
        • Horus ? Schorpioen een koning uit Dynastie 0
        • Anoebis
        • Laatste Updates
        • Aker
        • Lijst Farao's
        • Samenvatting van de geschiedenis
        • Amon
        • Religie indeling
        • Lijst van de goden
        • Het Bestuur
        • Cursus Hiërogliefen
        • Geologische periodes van de aarde
        • Paleo-, Proto-, Pre- en Neonijl
        • Geografie
        • Geschiedenis
        • Eonijl
        • Nijl_Quaternair
        • Opvatting over geschiedenis
        • De prehistorie
        • MUMMIE VAN HATSJEPSOET GEÏDENTIFICEERD
        • DE DYNASTIE WISSEL en de OVERGAN NAAR HET OUDE RIJK
        • DE DERDE DYNASTIE
        • GEURENDE STENEN
        • SORRY
        • en nog over stenen
        • Nog enkele belangrijke technische woorden van de hongersnoodstèle
        • Technische woorden van de Hongersnoodstéle.
        • Pyramiden in beton ?
        • Pyramiden in Beton ?
        • OEFENING
        • Offerformule Deel IV
        • Pyramiden in beton !?! Deel 2
        • Pyramiden uit gereaggregeerde steen ?
        • DERDE DYNASTIE
        • Chasechem /Chasechemoei
        • Sechemib
        • Peribsen (volledig)
        • OFFERFORMULE DEEL III
        • Woordenlijst
        • WOORDENLIJST
        • De offerformule
        • Neferkaseker of Neferkasokar
        • Neferkara
        • Noebnefer
        • BA
        • OENEG
        • Werkwoorden
        • Verder vervolg Ni-Netjer
        • Vervolg Ninetjer
        • Vervolg van Farao Ninetjer (Tweede Dynastie)
        • Het tweede kistje
        • Een beetje practijk
        • Ninetjer
        • Meervoud en een Neb probleem
        • NEBRA
        • Tombe A (het graf van Hetepsechemoei ?
        • Expeditie naar de bronnen van de nijl
        • Transliteratie
        • Lauer J.-P.
        • Archeologische problemen
        • TOEVOEGING
        • kA
        • Woordenlijst
        • HERHALING
        • INLEIDING TWEEDE DYNASTIE
        • HORUS BA
        • Horus Vogel en /of Horus Sekhet
        • Qa'a, of Qa of Ka'a of Ka
        • Horus Qa'a, laatste grote koning van de eerste dynastie
        • Sedjemef
        • Horus SEMERCHET
        • Oplossinge oefening
        • Horus Adjib
        • Suffixen
        • Horus DEN
        • Laatste drieletter-tekens
        • Tweede deel Drieletter-tekens
        • HORUS DEN
        • Wat GRAMMATICA (tegen de goesting maar nodig)
        • Drieletter-tekens Deel 1
        • Koningin Mer-Neith
        • Transliteratie
        • Horus Djet (Wadji- Oeadji)
        • Oplossing van de opgave
        • Mensoffers bij de farao's
        • Bericht
        • pa & ma, is niet vader & moeder
        • Horus DJER II
        • Gelukkig Nieuwjaar !
        • De seizoenen
        • Leren tellen
        • Horus DJER en Uitwijding over de tijdrekening van de Egyptenaren2
        • Horus DJER en Uitwijding over de tijdrekening vab de Egyptenaren
        • LES HIEROGLIEFEN
        • Horus AHA
        • TWEELETTER-TEKENS
        • MET VERLOF
        • Wie was Menes ?
        • OP ALGEMENE AANVRAAG
        • Eikes, een spinnekop
        • OOSTENDE
        • Cursus deel
        • Abydos
        • Canon van Turijn
        • Les 3
        • De andere payrus van Turijn
        • Les 2
        • Bronnen 3
        • Hiërogliefen Les 1
        • Lijst abydos
        • bronnen 1
        • Wist Je ?
        • HIEROGLIEFEN CURSUS ?
        • Bronnen van de koningslijsten vb. Eerste Dynastie
        • Eigennaam
        • Troonnaam
        • cartouche
        • Gouden Horus
        • Nebti naam
        • Titulatuur van de farao
        • Narmer palet
        • DYNASTIE 0
        • Peribsen

          E-mail mij

          Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


          Foto

          Gastenboek

          Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


          Blog als favoriet !



          Blog tegen de regels? Meld het ons!
          Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!