Horus SEMERKET
Zijn nesoe biti naam was IRI NETJER. Zijn horus naam werd vertaald als "Hij die de twee Meesteressen bewaard" (en zijn nesoe biti naam als " Bloedverwant van de goden". Grimal 1988).
Hij is zeker de eerste koning die bij het nageslacht een slechte faam genoot omwille van het feit dat hij waarschijnlijk de troon usurpeerde op zijn voorganger, wiens naam hij uit diens jubileum vazen liet wissen. Zijn naam werd dan weer in de lijst van Saqarra weggelaten en overal uitgewist door zijn opvolger Ka'a.
De naam onder het patronaatschap van de twee Meesteresssen, de godinnen Nekhbet en Wadjit, werd reeds door Horus Aha ingevoerd, maar Semerkhet was de eerste om deze naam met de koninklijke titulatuur te associëren Het zal pas tijdens de twaalfde dynastie zijn dat deze naam definitief gaat deel uitmaken van de titulatuur.
Zijn naam op de lijst van Abydos en de steen van Palermo, uitgebeeld door een staande priesterfiguur, wordt
gelezen evenals de naam op de Turijnse Papyrus ( waar hij daarentegen gespeld wordt met vier éénletterklanken SMSM) als Semsem, de Semempse van Manetho, die volgens deze laatste gedurende 18 jaar regeerde en tijdens wiens regering " een grote ramp over Egypte neerdaalde". Soms komt zijn nebti naam gekoppeld aan de nesoet-biti naam voor.
Niettegenstaande zijn korte regering werd er toch een Sed-feest gevierd waarvan enkele fragmenten uit Abydos getuigenis afleggen. Eigenaardig geboeg wordt dit feest niet vermeld op de het fragment K1 (steen van Caпro) van de steen van Palermo maar waarvan echter twee jaar niet leesbaar meer zijn.
Te Abydos wordt graf U (29 x31 m )aangenomen het zijn te zijn. Het graf overtreft verre dat zijn voorganger De grafkamer is in tichelsteen en er zijn 68 bijgraven. De toegang tot de grafkamer bevindt zich aan de oost-zijde en loopt door in een hellende gang naar de grafkamer. Aanvankelijk was het graf bedekt met hout. De eerder soliede bijgraven omringen het graf en het lijkt waarschijnlijk dat de bovenbouw ook deze graven omvatte. In dit graf werd een horus stèle met de naam van de koning erop gevonden. Op de plaatjes die in het graf werden gevonden komt de naam van een hoge functionaris Henoeka voor. Deze speelde ook nog een rol onder zijn opvolger Ka'a.
Te Saqarra werd hem nooit een tombe aangewezen. Dit is verklaarbaar door het feit dat en tijdens zijn regering een crisis is opgetreden, waardoor het hem ontbrak aan ambtenren die in staat waren om een graf te bouwen op de begrafenisplaats van Menphis. Ofwel zoals Lauer beweert (Mdaik 15,1957 p.155-156), dat de graven uit zijn periode verwoest werden bij de constructie, voor de Eerste Wereldoorlog, van het gebouw voor de "Dienst van Antikiteiten"( hierover meer in to v. G.M. 152 (1996) p. 105-112).
Uit zijn tijd weerhouden we enkele houten standbeelden en verder een drinkbeker uit rotskristal van 13,5 cm diameter en 22cm hoog, opgegraven door de archeoloog Z.Saad te Heloean (The Excavations at Helwan-1969) waarop de naam cvan de koning voorkomt samen met deze van de functionaris SEMERSOPDOE (naar alle waarschijnlijkheid de eigenaar van het graf waarin de beker gevonden werd).
De graffiti in de Wadi-Maghara in de SinaП die aan hem werden toegeschreven zijn in werkelijkheid deze van zijn bijn homoniem uit de derde dynastie Horus Sekhemhet.
Het Caпro fragment (K1)van de Palermosteen noemt e naam van zijn moeder Betrest (?) of Batirys
(I.A.F. pag. 473-4) en alle acht( bij Emery 9) jaar van zijn regering. Bij Manetho 18 jaar.