HORUS SANACHT [NESOEBITI NABKA ?]
DE POSITIE VAN DEZE KONING IN DE LIJST IS NIET EENDUIDIG BEPAALD.
Bevindingen van 1996 te Oemm el Qa'ab in de tombe V van Chasechemoei zouden argumenteren voor een direkte opvolging van Chasechemoei- Netjerichet (Djoser). De argumenten om aan te nemen dat Djoser zijn vader (of schoonvader ?) Chasechemoei begroef zijn zeer sterk. Maar dit is niet onoverkomelijk want we weten dat zegels van Hotepsechemoei werden gevonden in de tombe van Qa'a en niettegenstaande dat zouden ook hier op zijn minst twee koningen Sneferka en Ba hem, zij het kortstsondig, zijn voorafgegaan. Helaas, ook dit laatste is niet 100% bewezen.
In de tijd dat Horus Sechemchet nog niet bekend was dacht men dat hij de opvolger van Djoser was. Er zijn inderdaad argumenten om dit aan te nemen beweert Francesco Rafaele maar hij haalt niet aan welke.
Recent echter werd hij opnieuw achter Sechemcet of Chaba geplaatst.(Swelim, Kahn)
Maar bewijsmateriaal uit de necropool van Zawijet el Arian, Beit Challaf en Sakkara maken het moeilijk om de opeenvolging van Sanacht-Djoser (Beit Challaf), Djoser-Sechemhet (Sakkara Trap pyramide) Sechemhet-Chaba (ondergonds plan van de pyramide) uit elkaar te halen.
WAT IS ER VAN HEM BEKEND
- 1.
Er zijn van hem zegelafdrukken gevonde te Elefantine
Plan van mastaba K2 te Bet Challaf (Garstang, 1903, Mahasna en Bet Khallaf, PLaat 18, het graf van Hen-necht.
- 2.
te Bet Challaf zijn ook maar sterk beschadigde zegelafdrukken en inscripties van hem gevonden in mastaba K2 (Kahl et al. 1995 p.140-151), die in tegenstelling met wat men een tijd heeft geloofd niet aan hem maar een van zijn ambtenaren behoorde.(Nicolas Grimal 1988 Histoire de l'Egypte Ancienne p 80) of misschien aan een (zijn?) koningin. Ook de vrouw van Chasechemoei en mogelijks moeder van Sanacht, Ni-maat-hapi,is als kandidate voorgesteld geweest. Maar har naam komt alleen voor in de naburige mastaba K1 waar vooral zegelafdrukken van Djoser werden gevonden, alsook ййn van Peribsen. (Vandier -Manuel I , 870 ; Reisner - Develop. ; Lauer - Pyr. Degr.)
In het voornaamste en zuidelijke graf werd het skelet aangetroffen van een zeer grote man ( bijna 1,90m). Nu is he zo dat Manetho verhaalt dat ййn van de laatste koningen van de Tweede Dynastie, die hij Sesochris noemt meer dan 3 el lang was. De sarcofaag zelf was opgegeten door de mieren (John Garstang op.cit. p. 11-14; Nabil Swelim Some Problems, 1983, 95). De naam van de dode begraven in het noordelijke deel van is niet bewaard gebleven alhoewel we kunnen gissen dat het bijna zeker de vrouw van de eigenaar van het graf zal geweest zijn.
De mastaba K2 is dus dubbel. De bovenstrcutuur is gelijkaardig aan deze van van K1 (een grote mastaba, zonder niches en mogelijks met een kapel in openlucht) maar rust op een soort laag platform zoals de trappyramide. De eerste trap vertrekt aan de noord-oost hoek van het dak en wisselt tweemaal van richting maar is minder groot dan de tweede meer zuidelijke trap. Het derde deel van de eerte trap loopt door een soort gewelfde tunnel waarvan het dak uit tichelsteen bestaat die in lagen doorgaan tot de top van de mastaba. Daarna wordt de gang afgesloten door ee valhek. Hierna bevindt zich hetgrafgedeelte met een hall met een kleine plaats en een nis in de oostelijke wand, daarna haaks op de hall een gang in west-oost richting die uitmondt in de begraafkamer Deze schijnt oorspronkelijk bedoelt voor de vrouw van de eigenaar maar is waarschijnlijk nooit gebruikt.
De tweede trap vertrekt ook op de top van het dak en verloopt eerst oost-west, daarna noord-zuid, in het tweede deel hiervan loopt hij door een tunnel waarvan de ingang afgesloten is door een valhek, na de tunnel stoot men opnieuw op een valhek, dat het grafgedeelte afsluit. Dit bestaat uit een lange gang met aan elke zijde telkens drie kamertjes en die uitmondt in een soort hall. Het graf aan de westzijde is door een smal gangetje verbonden met de hoofdgang.
Aan de zuidzijde van de mastaba zien aan de buitenkant nog een eigenaardigheid namelijk de resten van helling, die toeliet van zich op het dak van de mastaba te begeven. Zonder twijfel hebben alle mastaba's zo een helling bezeten maar is er zo weinig van overgebleven omdat deze helling waarschijnlijk werd afgebrooken na de begrafenis.
De mastaba werd opgegraven door Garstang, dei Sanacht verkeerdelijk las als Hen-Necht de bovenbouw is kleiner dan deze van K1 (65 x 23,5m )en mogelijks is dit dubbel graf van een oudere datum dan zijn buur K1. ( Garstang Mahasna and Bet Khallaf, 1903 p. 11). Naast de platform onderbouw schijnt K2 ook een trapvormige bovenbouw ( althans toch een trapvormige kern) bezeten te hebben wat een voorbode lijkt te zijn van de trapvormige pyramide van Djoser.
Maar zoals gezegd behoort het graf naar alle waarschijnlijkheid toch niet aan Sanacht toe. Waar Sanacht dan zelf begraven is weten we nog niet maar de meest waarschijnlijke plaats zou te Sakkara zijn ten westen van het Djoser compleks. Lauer meent dat zijn graf zich bevindt onder de begrafenistempel van Oenas.
- 3.
Misschien kan ook een vroege structuur ( mastaba 1) binnen de omheining van de trappyramide aan hem worden toegeschreven.
Reliлf uit de Wadi Maghara
- 4.
Zandsteenreliлf gevonden in de nabijheid van de turkoois mijnen van de Wadi Maghara in de Sinaп toont o.a. de Horus Sanacht met zijn naam in een serech. De koning neemt de bekende positie aan "van het neerslaan van de vijand".
WAT ZIJN DE MOGELIJKHEDEN ?
-
1.Sanacht achter Sechemchet is moeilijk aanvaardbaar dit zou zijn regering met ca 20 jaar van deze van Djoser scheiden. Dit is onwaarschijnlijk daar de architectuur van de mastaba's van Beit-Challaf op sterke verwantschap met de trappyramide wijzen. Het feit dat het graf aan een edelman van hem toebehoorde zou dit argument al dan niet kunnen wijzigen.
-
2.Sanacht na Chaba is om dezelfde reden moeilijk aanvaardbaar en bovendien interpoleren we iemand tussen Sechemchet en Chaba. Nu het pyramide compleks van Chaba is, zij het dan op kleinere schaal, architecturaal direct vergelijkbaar met dit van Sechemhet. Deze laatste moet op basis van de graffiti op de muren, de koningslijsten en de keuze van necropool en plaats van zijn grafcomplex aldaar onmiddellijk op Djoser volgen.
-
3. De reliлfs van Djoser, Seckhemhet en Sanacht in de Wadi Maghara (Sinaп)schijnen onderling weinig stijlverschillen te vertonen.
-
4. Dus zou het wel eens kunnen dat Sanacht voor Djoser heeft geregeerd en misschien een familielid (broer ?)van hem was. In dat geval kan zijn regering maar van korte duur zijn geweest wat accordeert met de weinige monumenten die van hem zijn overgebleven. Vijf tot zeven jaar schijnt een aanvaardbare periode.
IS SANACHT DEZELFDE PERSOON ALS NEBKA
De argumenten voor de identiteit van nesoet-biti Nebka en Horus Sanacht wegen niet zeer zwaar en de discussie is vandaag de dag nog niet helemaal beslist. Het was Kurt Sethe die op een zegelafdruk van Bet Challaf, waarop de twee namen samen voorkwamen, de naam [NEB] KA las. (Cambridge Anc. Hist. vol. I pt.2 pag 157 en Drioton-Vandier -CLIO- p.200). Hierbij dient vermeld dat alleen het KA gedeelte van de naam duidelijk leesbaar was. (Garstang M.& Bet Khallaf pl. XIX,7).
Helck daarentegen (Thinitenzeit' p. 107) denkt dat Nebka en Sanacht twee verschillende koningen zijn. Maar dan belandden we in het volgende probleem dat we namelijk geen duidelijke argumenten hebben om de ene achter of voor de andere te plaatsen. (Helck in Z.A.S. 106,1979 p. 130). Zoals we reeds gezegd hebben kan de mastaba K2 te Bet Khallaf waarschijnlijk niet toegeschrevn worden aan Sanacht. Petrie (A History I pp. 29-30 7.ed.)en Barta (op.cit) denken dan weer dat Sanacht identiek is aan Nebka maar tevens aan Nebkara. R.Weill (II et III dynasties) ziet in Neferka dezelfde persoon als Sanacht.
Enkele sporen wijzen er op dat Nebka een cartoche (seshen) zou gebruikt hebben voor zijn tweede naam. Tijdens e rest van de dynastie bleef de Horus naam (serech) echter predomineren en het is pas onde de regering van Hoeni, Snofroe en Choefoe dat de nesoet-biti namen in cartouche de meest gebruikte namen worden.
(aan dit artikel wordt nog gewerkt)
|