De Egyptische Taal
Eerste punt: je moet geen genie zijn om hiërogliefen te kunnen lezen. Er zijn duizende Egyptenaren geweest voor jou die het ook aangekund hebben. Dus !
Een tweede punt dat we dienen te noteren en waar we niet altijd aan denken is het volgende: de Egyptische taal evolueerde gedurende meer dan 3000 jaar. Er bestaat dus geen enkelvoudige standaardtaal maar verschillende vormen van eenzelfde taal. Wat wij hier zullen bestuderen is het "klassiek Oud-Egyptisch" of de taal van het Middenrijk. Om dit te illustreren; denk maar eens aan het oudste Nederlandse vers "hebban olla vogelas nestas begunnan hinasce ick anda thu "( hebben alle vogels hun nestjes begonnen behalve ik en jij), die een verliefde monnik nog geen duizend jaar geleden in de kantlijn van een boek schreef. Monniken zijn er niet veel meer en ze zouden nu misschien eerder iets zeggen in de aard van "'t is keitof dat gij de pil neemt want...". er is dus een immens verschil tussen de taal van het Oude Rijk en de taal uit de tijd van Cleopatra. Wij zullen voornamelijk het hiërogliefenschrift van het Middenrijk bestuderen en af en toe eens uitweiden over de andere vormen.
Ten derde het Oud-Egyptisch is een Hamitisch-Semitische taal en bovendien vormt zij in deze groep van talen een aparte (derde) groep naast de Hamitische en de Semitische talen. De Hamitische talen zijn genoemd naar Cham, een zoon van Noach, de man van de zondvloed en de ark met al die beestjes in. Cham zou volgens de bijbel de voorvader zijn van de Afrikanen. De Semitische talen daarentegen zijn afgeleid van Sem, een andere zoon van Noach, en voorvader van de arabieren, joden, enz. Het Oud Egyptisch, dat nu nog overleeft als het Koptisch, is een mengvorm van Hamitisch en Semitisch.
Koptisch wordt nu hoofdzakelijk nog gebruikt als liturgische (=kerkelijke) taal van de christenen in Egypte. Waarom is dat nu belangrijk ? Wel omdat deze talen een wat andere structuur hebben dan onze Indo-Germaanse talen.
Eerst en vooral staan in deze talen de medeklinkers op de voorgrond. In het oud Egyptisch werden alleen maar medeklinkers geschreven. Mis roep je enthousiast want ge hebt hieronder verklaard dat een pluim een klankwaarde van "i" bezat en een gier deze van "a". Juist en niet juist want in feite zijn deze klanken maar een paar verbasterde medeklinkers die een beetje als een klinker zijn gaan klinken. Hierover later meer.
Daarnaast hebben al deze talen gemeen dat men bijna de ganse woordenschat kan afleiden uit groepen van drie medeklinkers "STAM" genaamd. Voorbeeld: in het Arabisch heeft KTB de algemene betekenis van schrijven. Van hieruit leiden we af KiTaB = boek, KaTiB = schrijver, maKTaBa = bureel enz... Ook voor het Oud-Egyptisch geldt deze vaststelling.
Noteren we verder dat er naast het hiërogliefisch schrift ook nog vereenvoudigde vormen van dit schrift bestaan: nml. het hiëratisch schrift . Dit is te vergelijken met onze gedrukte letters en werd direct afgeleid uit het hiërogliefen schrift. Daarnaast bestond er ook nog een demotisch schrift dat te vergelijken is met een handschrift. Het was een cursieve vorm van het hiëratisch. Het woord hiëroglief is samengesteld uit twee Griekse woorden namelijk: "hiëro" wat staat voor "heilig" en "glyph" wat staat voor " kerven". Heilige inkervingen dus. Hiërogliefen werden inderdaad het meest gebruikt voor het aanbrengen van teksten op gebouwen en voorwerpen. Het hiëratisch betekent zoveel als priesterschrift. Het werd veel gebruikt op tempeldocumenten en papyrussen. Het demotisch werd afgeleid van "demos" wat het volk (cfr democratie) betekent. Dit volkschrift werd vooral gebruikt voor handelstransacties en dagelijkse correspondentie. In deze studie zullen we ons beperken tot het hiërogliefenschrift.
Volgens de Egyptenaren zelf waren de hiërogliefen "medoe netjer " of "woorden van God", omdat volgens hun traditie het de god "Thot" (afgebeeld in menselijke gedaante met een Ibiskop) was die het schrift had uitgevonden en aan de mensen had aangeleerd.
Hierboven ziet u de god Thot met zijn schrijversgerief. Een paletje met boven een tablet rode en zwarte inkt ( vergelijk met de tabletjes waterverf voor kinderen) en in het palet groeven om de penselen in op te bergen. Hij is trouwens met een rietpenseel op het tablet aan het schrijven. Onderaan bij de groep hiërogliefen op de rechter zijde die zijn naam en titels weergeven, zie je nogmaals ditzelfde schrijfgerief: netjes met een koordje samengehouden tablet en penseel en aan het palet bengelt nog een koordje met een inktpotje. Het is de hiëroglief voor "schrijven" en "schrijvers" met daarachter drie streepjes, die het meervoud aanduiden. Net erboven staat een vlaggetje. Het is de hiëroglief voor god met klankwaarde ntjr =netjer. Net daarachter bevindt zich een soort knots of stok. Dit hiëroglief betekent woord, met klankwaarde md=med. Daarachter bevinden zich drie streepjes die aanduiden dat het hier om een meervoud gaat. Bij de uitspraak wordt het meervoud van med gevormd door toevoegen van een "oe" dus medoe De stok dient dus niet alleen om het begrip stok uit te druken maar ook het begrip "woord". Medoe netjer = woorden van god = hiërogliefen.
In feite staat er wel netjer medoe en niet medoe netjer want we moeten de hiërogliefen beginnen lezen vanuit de richting waarnaar de figuurtjes kijken ( de ibis bovenaan kijkt naar rechts) en van boven naar onder toe. Deze verwisseling van volgorde van de woorden is in het Oud-Egyptisch gebruikelijk wanneer het om goden of de koning (vertegenwoordiger van de goden op aarde) gaat. Uit eerbied voor god of koning worden deze woorden (god, koning) of hun namen steeds vooraan geplaatst maar voor de betekenis horen ze achteraan. Dus is de correcte lezing wel medoe netjer.
Onthouden : 1. Alleen medeklinkers worden geschreven 2. Alle woorden zijn vrijwel afgeleid uit stamwoorden van drie medeklinkers. 3. Leesrichting: men begint aan de kant waarnaar de figuurtjes kijken 4. Uit eerbied voor een god wordt zijn naam of het algemeen begrip God=vlaggestok=netjer steeds vooraan in het woord, waarvan hij/het deel uitmaakt, geplaatst. Voilà dat was de eerste les.