Zoeken in blog

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
einstein

21-06-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LEO PIRON

leon piron geboren in marcinelle gestorven nukerke 1962



















21-06-2016 om 11:15 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
20-06-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen..


















20-06-2016 om 09:55 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.leon de smet
























20-06-2016 om 09:54 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LEON DE SMET

Léon De Smet (Gent, 20 juli 1881 – Deurle, 9 september 1966) was een Vlaams kunstschilder. Hij is de broer van Gustave De Smet, ook een kunstschilder. Léon De Smet studeerde aan de Gentse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten samen met zijn broer Gustave De Smet. Léon en Gustave behoren tot de tweede groep van Sint-Martens-Latem, de kunstgroep die in de streek rond Sint-Martens-Latem ging wonen om er in contact met de eenvoud van de Leiestreek tot een nieuwe kunst met een dieper inhoud te komen. Léon was daar onder andere bevriend met de kunstenaars Valerius De Saedeleer, Maurice Sys, Constant Permeke, Frits van den Berghe,Gustave Van de Woestyne en zijn broer Karel Van de Woestijne, een dichter. Bij het begin van de Eerst Wereldoorlog vluchtte Léon naar Groot-Brittannië, waar hij grote roem kreeg, Hij kreeg een individuele tentoonstelling in januari 1917 in de Leicester Gallery in Londen. Toen hij in 1920 terugkeerde naar België kreeg hij een grote tentoonstelling in de Brusselse Galerie Georges Giroux. In 1953 werd hij geëerd in het Gentse Museum voor Schone Kunsten met een grote, individuele tentoonstelling. Het oeuvre van Léon De Smet wordt gerekend tot het impressionisme, expressionisme en pointillisme. Hij schilderde voornamelijk met toetsen, zoals in De verliefden(1911), maar hij had ook periodes waar hij grote vlakken schilderde zoals in Dame met waaier(1924). Zijn kleurenpalet is meestal iets meer gedempt, hoewel telkens een grote diversiteit van kleuren ontstaat in zijn werken. Zijn composities zijn voornamelijk zeer evenwichtig

20-06-2016 om 09:52 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
19-06-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de smet














19-06-2016 om 10:01 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GUSTAVE DE SMET

Gustave Franciscus (Gustaaf) De Smet (Gent, 21 januari 1877 – Deurle, 8 oktober 1943) was een Vlaams kunstschilder. Samen metConstant Permeke en Frits Van den Berghe behoort hij tot de grote drie van het Vlaamse Expressionisme. Hij signeerde zijn werken vaak metGust. De Smet. Zij vormden, voor en na de Eerste Wereldoorlog, de tweede kunstenaarsgroep van de Latemse Scholen, aan de Leie te Sint-Martens-Latem. Gustave De Smet was, in deze groep, wel de kunstenaar die het langst onder kubistische invloed werkte. Hij werd de schilder van het Vlaamse vrolijke leven, in sereen sterke composities. De Smet werd geboren als zoon van de huisschilder-decorateur en fotograaf Jules De Smet. Gustave had een 4 jaar jongere broer, de impressionistische Léon De Smet. Beiden volgden de Gentse Academie. Terwijl Gustave eerder onregelmatig volgde, was Léon een schitterend student. De Smet trouwde in 1898 met Gusta Van Hoorebeke en bleef in Gent wonen. Eerst in 1908 volgde hij zijn broer Léon naar Sint-Martens-Latem. Daar ging hun aandacht eerder uit naar het impressionistische luminisme van Emile Claus, die in het nabijgelegen Astene verbleef, in zijn villa Zonneschijn. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, week Gustave met zijn gezin en zijn vriend Frits Van den Berghe uit naar Nederland. Van 1914tot 1922 verbleven zij te Amsterdam, te Hilversum, te Laren en te Blaricum. In Nederland leerde hij zowel het Duitse als het Hollandse expressionisme kennen, waarbij de Franse schilder Henri Le Fauconnier een voortrekkersrol speelde. Dit betekende het grote keerpunt in zijn kunst. In 1922 keerde hij naar België terug, om samen met Frits Van den Berghe bij Permeke in te trekken, te Oostende. Toen had hij toch al de Sélection-beweging op gang gebracht, met de Brusselse kunstkenners André de Ridder en Paul-Gustave van Hecke. Na enige maanden trok hij weer naar zijn Leiestreek en in 1923 ging hij in Bachte-Maria-Leerne wonen en daarna in Afsnee, om zich ten slotte in 1927 in Deurle te vestigen. Zijn expressionisme, met de eigen kubistische inslag, had op dat moment een hoogtepunt bereikt, met zijn circus- en kermistaferelen, zijn accordeonspelers en zijn evocaties van dorp en huis, doordrenkt van zijn specifiek coloriet. Op dat ogenblik stond zijn expressieve kracht mijlenver van de visie van zijn broer Léon. De Smet overleed op 66-jarige leeftijd te Deurle. In reactie op De Smets dood zei Permeke: "Hij was nooit klein." De Smets woonhuis wordt bewaard als lokaal museum, dat een duidelijk beeld geeft van de leefomgeving en het atelier. Om de tand des tijds een beetje bij te vijlen heeft de gemeente geopteerd om het museum te restaureren onder leiding van architect Maarten Dobbelaere.

























19-06-2016 om 10:00 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
18-06-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.van den abeele












18-06-2016 om 11:09 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ALBIJN VAN DEN ABEELE

Albijn Van den Abeele, ook wel Albijn Van Den Abeele, soms ook Albijn van den Abeele, (Sint-Martens-Latem, 27 augustus 1835 – aldaar, 22 december 1918) was een Vlaamsekunstschilder uit de Latemse school. Van den Abeele was aanvankelijk schrijver en begon pas op veertigjarige leeftijd te schilderen. In zijn eerste werken domineren de zwart-bruintonaliteiten. Vanaf 1890 begon hij met zijn serie bosgezichten, waarin nieuwe en verfijnde kleurschakeringen naar voren treden. Hij schilderde met veel nauwgezetheid vooral natuurgezichten en landschappen. Valerius De Saedeleer onderging de invloed van zijn werk Van den Abeele werd gemeenteraadslid in 1863 en schepen in 1867, alsook burgemeester van 1869 tot 1876 van Sint-Martens-Latem. Nadien werd hij gemeentesecretaris van zowel Latem als van Afsnee.



















18-06-2016 om 11:08 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
17-06-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen..
















17-06-2016 om 11:33 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LATEMSE SCHOOL
























17-06-2016 om 11:32 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LATEMSE SCHOOL

Latemse Scholen Zonder dat het om statutair georganiseerde verenigingen gaat, is er in de Vlaamse kunstgeschiedenis toch sprake van belangrijke "Latemse" kunstenaarsgroepen, bekend als de Latemse Scholen, in de eerste helft van de 20e eeuw. Deurle en Sint-Martens-Latem, twee dorpen aan de Leiebochten ten zuiden van Gent, zijn er de bakermat van. Tot de eerste groep, de zogenoemde "mystiekers" behoorden Albert Servaes, George Minne, Gustave Van de Woestyne, Valerius De Saedeleer en Albijn Van den Abeele. Deze eerste groep werd opgericht door leerlingen van de Academie van Gent die zich wilden afzetten tegen het impressionismeen meer belangstelling hadden voor het realisme. Er groeide een kolonie rond de dichter Karel van de Woestijne en de beeldhouwer George Minne, die deze eerste groep op sleeptouw namen en hen in de richting deden gaan van het "stedelijk symbolisme". Men spreekt dan over de groep der mystieke symbolisten. Door zijn vriendschappelijke contacten met Albijn Van den Abeele, gemeentesecretaris van Sint-Martens-Latem, kwam ook Emile Claus zich vestigen in het nabijgelegen Astene. Met hem doet ook het luminisme zijn intrede in deze groep. De tweede "school" ontstond rond 1905 rond de expressionisten Constant Permeke, Jos Verdegem, Gust De Smet, Léon De Smet en Frits Van den Berghe. Vooral die laatste groep had een spectaculaire invloed op de ontwikkeling van de latere modernistische bewegingen in België. De derde Latemse groep, tot die groep worden gerekend: Hubert Malfait, Albert Saverys, Jozef De Coene, Arthur Deleu, Albert Claeys, Victor Lorein, Achiel Van Sassenbroeck, Jules Boulez,Louis Pevernagie en Maurice Schelck. Sommige critici hebben het ook over de 'vierde generatie Latemse schilders' of de 4de "school" met Fons Roggeman, Luc-Peter Crombé, Joe Van Rossem, Chris Pots, Jef Wauters, Lea Vanderstraeten en Evarist De Buck.De vorming tot "School" dient hierbij sterk gerelativeerd. Ten hoogste ging het om een gezamenlijk dorpsleven, met enige stijltechnische verwantschappen. Zo trokken de eersten het symbolisme in, na 1900, terwijl de tweeden zich als expressionisten uitten, vooral dan na 1914. De derden voelden zich helemaal niet "gegroepeerd". Toch baseerden zij hun meer persoonlijke visie, soms uitgesproken, op de kunst van hun voorgangers. De vierde was samen met de derde ook niet gegroepeerd en kenmerkt zich voornamelijk door zich los te rukken van hun voorgangers, met elk hun eigen stijl zonder afhankelijk te willen zijn van een 'isme

























17-06-2016 om 11:31 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
16-06-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.school van tervuren
























16-06-2016 om 11:28 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE SCHOOL VAN TERVUREN

De School van Tervuren was een groep kunstschilders die zich rond 1870 te Tervuren vormde, omheen Hippolyte Boulenger. Hij was er de sterkste persoonlijkheid van en hij gaf de groep ook haar naam. Deze eerste generatie van deze School situeert zich, in navolging van de School van Barbizon, in de landschapsschilderkunst uit het midden van de 19de eeuw, een trend die men ook "plein-airisme" noemt. Net zoals bij het Franse Barbizon, 30 jaar voordien, was er geen sprake van een gemeenschappelijk programma, noch van enige gezamenlijke theorie of procedé. Ze hadden alleen de wil gemeen, zich te bevrijden van een te stug academisme, zich in de natuur onder te dompelen en de vrijheid van de kunstenaar te manifesteren. De Belgische landschapsschilderkunst ontstond in de jaren 30 en 40 van de 19de eeuw, onder impuls van een aantal kunstenaars van wie de meesten enige tijd hadden verbleven in Barbizon. Tot deze voorlopers van de School van Tervuren rekent men Théodore Fourmois, Edouard Huberti,Paul Lauters, Pierre-Louis Kuhnen, Alfred de Knyff, François Roffiaen, Edmond De Schampheleer, François de Lamorinière en Joseph Quinaux. Vanaf 1840 hadden enkele Brusselse schilders, zoals Fourmois en Huberti, het landelijk dorpje Tervuren ontdekt en kwamen er in de vrije natuur schetsen en schilderen. [1] De Franse Barbizonschilder Léonce Chabry (1832-1883) verbleef regelmatig in Brussel. Hij was er bevriend met de dierenschilderAlfred Verwee maar ook met Joseph-Théodore Coosemans, met wie hij ook in Tervuren schilderde. Joseph Coosemans, die toen stalknecht was in de paardenstoeterij van Tervuren, werd gestimuleerd door de Brusselse dierenschilder Charles Tschaggeny om zijn talent als tekenaar te ontwikkelen.Hij zou toen enkele tientallen schetsen van paarden hebben gemaakt, waarvan nu echter elk spoor verdwenen is. Later, toen hij gemeentesecretaris was in Tervuren, werd hij gestimuleerd door Fourmois tot het schilderen van landschappen in realistische stijl. Ook Huberti verbleef regelmatig in de herberg "In den Vos" waar hij contact met jonge schilders uit de omgeving. Camille van Camp had in 1859 enkele weken in Barbizon verbleven en verbleef kort daarop in Tervuren in de herberg "In den Vos". Hij kan aldus beschouwd worden als een verbindingsman tussen de School van Barbizon en de School van Tervuren. In 1863 kwam Camille Van Camp met zijn vriend Hippolyte Boulenger naar Tervuren, dat zij bestempelden als het "Belgisch Barbizon". Ze verbleven opnieuw een tijd in de herberg "In den Vos" en maakten er plannen om een kunstenaarskolonie te stichten in Tervuren. Boulenger verhuisde het volgend jaar naar Tervuren, eerst naar dezelfde artiestenherberg en later ging hij wonen in de Brusselsestraat. Hij richtte zijn eerste atelier op in de paardenstallen van het voormalig hertogelijk kasteel. De komst van Boulenger naar Tervuren bracht het artistieke leven aldaar in een stroomversnelling. De uittocht uit Brussel was begonnen en veel schilders verlieten hun atelier voor het schilderen in de openlucht in Tervuren, in de Josaphatvallei in Schaarbeek of aan het Rooklooster in Oudergem. De term "School van Tervuren" werd voor het eerst geopperd in 1866 door Jules Raeymaekers tijdens een gezellig praatje in de herberg "In den Vos" met Boulenger en Coosemans en nog een vierde schilder. Hippolyte Boulenger had dan, ten titel van boutade, voor het Brusselse Salon van 1866 op de rugzijde van een van zijn werken "School van Tervuren" geplaatst. Dit werd door de bezoekers van het Salon op ongeloof onthaald. Critici dreven ermee zelfs de spot Daarmee had Boulenger meteen de naam gekleefd op een eerste generatie kunstenaars, die gewoon waren, gezamenlijk of afzonderlijk, aan het schilderen te gaan, in het dorp, in het Zoniënwoud of in de directe landelijke omgeving, als plein-airisten direct in de natuur zelf. Zelfs gezamenlijk werd veelal van gedachten gewisseld, op het marktplein in de herberg "In de Vos". De betrokkenen waren, naast Boulenger zelf, Joseph-Théodore Coosemans (1828-1904), Jules Raeymaekers (1833-1904), Alphonse Asselbergs (1839-1916). Enkele andere kunstenaars behoorden sporadisch tot deze groep : Edouard Huberti (1818-1880), Louis Crépin (1828-1887), Jean-Baptist Bogaerts (1837 - ?), Hendrik Van der Hecht (1841-1901) en Jules Montigny(1840-1899). De meeste van de schilders uit deze en latere generaties behoorden ook tot de kunstenaarskolonie van Anseremme, of trokken naar zee, naar de kunstenaarskolonie in Heist en Knokke. Anderen wisselden het Zoniënwoud af met het barre Kempense heidelandschap rond Genk en worden ook gerekend tot de Genkse School. Coosemans en Asselbergs hebben in 1875 enige tijd in Barbizon verbleven en hebben er grootse landschappen op doek gezet zoals Maartse dag aan de Mare-aux-fées (A. Asselbergs, 1876; KMSK Brussel). De landschapschilder Edouard Huberti was eerder een grijsschilder. Hij wordt daarom wel eens de Belgische Corot genoemd. De Tervurense meesters zonderden zich niet af. Ze hadden wel degelijk contacten met andere realisten als Louis Artan, Theodore Tscharner, François Binjé of Alfred Verwee. Er was zelfs wisselwerking met de landschappers van de Kalmthoutse School en de Dendermondse School, die zich in de Tervurense natuur kwamen ophouden. Théodore Baron, Isidore Meyers enFranz Courtens waren hierbij opvallende figuren. Deze School is ook gangmaker geweest in 1868 bij de oprichting van de "Société Libre des Beaux-Arts" in Brussel. Veel van deze Tervurense meesters zijn verder geëvolueerd naar een impressionisme met een eigen karakter : Hippolyte Boulenger (eerder een aanzet tot het impressionisme), Guillaume Vogels, Louis Crépin, Camille Van Camp, Isidore Verheyden en nog enkele anderen. Rond 1875 was het effect van de vernieuwingsdrang van de eerste generatie uitgewerkt. Er bleven wel enkele traditionalisten bestaan, maar er ontstond een nieuwe groep schilders. Zij noemden zich eveneens aanhangers van de School van Tervuren die het pleinairisme nastreefden, maar dan niet langer in realistische stijl maar met een inheemse impressionistische stijl. Boulenger werd, na zijn dood in 1874, door zijn collega's meer en meer beschouwd als leermeester en de toonaangevende schilder uit de eerste generatie. Deze schilders woonden niet in Tervuren, maar kwamen er sporadisch. Er was nauwelijks een daadwerkelijke band tussen hen, maar men kan eerder spreken van een geestesverband. De voornaamste vertegenwoordigers waren : Guillaume Vogels, Isidore Verheyden, Jean Baptiste Degreef, Lucien Frank, Franz Courtens en de dames Anna Boch, Marie Collart en Louise Héger. Hierbij sloten enkele geestesverwanten aan : Adolphe Hamesse, Théo Hannon, Richard Viandier, Péricles Pantazis, Jean-François Taelemans en Joseph-Charles François. Zelfs een derde groep landschapschilders zou, tussen 1895 en 1914, nog sporadisch Tervuren en omgeving aandoen. Het is een heterogene groep die een korte tijd op kamers verbleven bij gezinnen in Tervuren. De faam van Tervuren en Hippolyte Boulenger was onverminderd blijven bestaan. Een eerste groep waren leerlingen van Joseph Coosemans, die intussen leraar landschapschilderen geworden was aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen. Hij droeg zijn geestdrift voor Genk en Tervuren, de plekken waar hij destijds zelf geschilderd had, over op Emile Jacques, Armand Maclot, Paul Leduc, Emiel Walravens, Rik van den Wildenbergh en Albéric Matthys. Ook Frans Van Leemputten, die Coosemans had opgevolgd, deed hetzelfde. Een aantal van hen heeft portretten getekend van de familie waarbij zij verbleven. Een tweede groep waren autodidacten of leerlingen van schilders uit een vorige generatie van de School van Tervuren, in het bijzonder van Richard Viandier : Emile Lecomte, Emmanuel Viérin, Alfons De Clercq, Joseph De Mey en Edmond Verstraeten. Een derde groep wordt gevormd door schilders die regelmatig naar Tervuren kwamen of er zelfs enige tijd verbleven : Amedée Degreef, Alfred Bastien, Adolphe Keller, Jules Van de Leene,Louis Clesse, Henri Logelain en Léon Dardenne, die acht jaar in Tervuren woonde. Met het uitbreken in 1914 van de Eerste Wereldoorlog kwam er een einde de School van Tervuren. Maar de sites in het Zoniënwoud bleven aantrekkelijk voor vele landschapsschilders daarna. Het privé-museum "Het Schaakbord" te Tervuren bevat een vaste collectie met een 40-tal stukken uit de "School van Tervuren". Dit privé-museum was een initiatief van de Vrienden van de School van Tervuren. Deze vereniging bleef verder ijveren, met succes, voor de creatie van een gemeentelijk museum rond de School van Tervuren. Het Hof van Melijn in het hart van Tervuren herbergt op dit ogenblik een belangrijke collectie van de diverse generaties van deze School evenals de collecties van de heemkundige kring van Tervuren.

























16-06-2016 om 11:26 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
15-06-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hebbelinck

Roger Hebbelinck (Brussel, 1912) is een Belgisch kunstenaar. Hebbelinck werkte als schilder, aquarellist, etser en cineast. Hij werd vooral bekend omwille van zijn etsen. Hij was een leerling van A. Bastien, J. Delville, G. Van Strydonck, A. Stevens, I. Van Mens, J. Van Santen en P. Mathieu bij wie hij studeerde aan de Academie van Brussel. Aan de Academie van Brussel kreeg hij les in aquarelleren van I. van Mens en gravure van J. van Santen. Hij etste een groot aantal pittoreske stadshoekjes in historische steden. Hij verzorgde de etsen voor het boek Les Villages Illusoires van E. Verhaeren. Als cineast maakte hij onder andere de documentaire La Naissance d'une Eau-forte die een prijs won op hetFilmfestival van Cannes en een documentaire over de opbouw van het Atomium. Als beeldend kunstenaar richtte hij voor de oorlog in 1932 een etsdrukatelier op en etste zeer vele pittoreske stadsgezichten in België. Ook etste en aquarelleerde hij in het zuiden van Frankrijk en Spanje. Bijzonder zijn verder zijn kleuretsen die hij maakte naar werken van zijn collega's V. de Saedeleer en A. Saverys. Deze signeerde hij met het pseudoniem "Belin".















15-06-2016 om 11:14 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HEBBELINCK


















15-06-2016 om 11:02 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
14-06-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de saedeleer


















14-06-2016 om 10:12 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VALERIUS DE SAEDELEER

Valerius De Saedeleer (Aalst, 4 augustus 1867 - Leupegem, 16 september 1941) was een Vlaams schilder van landschappen.

Hij is begraven op de stedelijke begraafplaats van Aalst.

De Saedeleer kreeg zijn eerste artistieke vorming aan de Gentse Academie voor Schone Kunsten van Théodore-Joseph Canneel. Hij schilderde voornamelijk de Leiestreek en de Vlaamse Ardennen en was een van de belangrijkste figuren van de eerste groep van de Latemse School. Deze stroming wordt ook wel het "stedelijk of mystiek symbolisme" genoemd.

Valerius De Saedeleer woonde van november 1895 tot oktober 1898 in Lissewege, in een boerderijtje langs de Ter Doeststraat. Van 1898 tot 1908 woonde hij in Sint-Martens-Latem. De Leiebocht daar is onderwerp van enkele van zijn schilderijen. Daarna verhuisde hij naar de villa Tynlon in Etikhove, waar een kunstenaarskolonie met hem als centrale figuur was gevestigd. In 1937 verliet hij die woning.

Het Groeningemuseum bezit een schilderij van zijn hand, 'Entrée de village' dat hij heeft geschilderd in juni 1896, in opdracht van Louis Dhondt, secretaris-brouwer te Lissewege. Ook het Museum voor Schone Kunsten te Gent en het Museum Dhondt-Dhaenens bewaren doeken van De Saedeleer. In Lissewege werd er een pad en in Aalst een straat naar hem genoemd.



















14-06-2016 om 10:11 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
13-06-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.van de woestyne


















13-06-2016 om 10:15 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GUSTAVE VAN DE WOESTYNE

Gustave Van de Woestyne (Gent2 augustus 1881 – Ukkel21 april 1947) was een Vlaams kunstschilder. Hij was de broer van de dichter Karel van de Woestijne en de vader van de componist David Van de Woestijne. Zijn oeuvre staat geboekstaafd als symbolisch, neorealistisch en expressionistisch.

Gustave werd geboren in Gent als derde zoon van Alexander Van de Woestyne en Antigona Sielbo. Hij volgde les aan de Gentse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten waar hij les kreeg van onder anderen Jean Delvin. Hij bezocht als student vaak het Museum voor Schone Kunsten in Gent, waar hij verschillende studies maakte. Zijn vader stierf vroeg. Toen hij ziek werd, besliste grote broer Karel om naar Sint-Martens-Latem te gaan verhuizen. Door de gezonde buitenlucht raakte Gustave er rap boven op. Daar maakte hij kennis met George Minne, een groot voorbeeld voor Gustave. In Sint-Martens-Latem leerde hij Valerius De SaedeleerAlbijn Van den Abeele en vele andere kunstenaars kennen. Zij vormden, samen met Karel en Gustave Van de Woestyne, de kern van de zogenaamde eerste groep van Sint-Martens-Latem, ook Latemse school genoemd.

In 1905 trad hij in in het benedictijnenklooster in Leuven. Hier bleef hij slechts een paar weken, en hij hernam zijn eerste roeping van de beeldende kunst. Hij werd al vroeg opgemerkt en kon deelnemen aan internationale tentoonstellingen in AmsterdamDen Haag en Venetië. In 1908 trouwde hij met Prudence De Schepper, met wie hij vijf kinderen had. Hij woonde tot 1909 in Latem en verhuisde daarna, samen met Valerius De Saedeleer naar Tiegem, waar hij tot 1913 woonde. In datzelfde jaar bezocht hij met De Saedeleer Florence. In het begin van de oorlog trok hij samen met het gezin van De Saedeleer op vlucht naar Wales. Hij maakte naam in Londen en die stad beviel hem. Dat deed hem op het einde van de oorlog zelfs even twijfelen aan een terugkeer naar België.

Vanaf 1925 verbleef hij in Mechelen, waar hij benoemd werd tot directeur van de Academie voor Schone Kunsten. Hij was ook docent schilderkunst aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen. Van 1928 tot 1931 doceerde hij het vak monumentale schilderkunst aan het Hoger Instituut voor Sierkunsten van Ter Kameren in Brussel. Hij bleef echter, ondanks deze officiële opdrachten, een avant-gardist. Hij was onder andere te gast in de Brusselse galerie Le Centaure en kreeg in 1929 zelfs een solotentoonstelling in het Brussels Paleis voor Schone Kunsten. Hij maakte samen met onder anderen Gustave De Smet en Frits Van den Berghe deel uit van de kunstkring Les 9. Met hen werd hij tien jaar later lid van de kring Les Compagnons de l’Art. Vanaf 1928 kreeg hij hulp en ondersteuning van het Brusselse echtpaar David en Alice van Buuren. Voor hen maakte hij een grote hoeveelheid werk. De grootse openbare collectie van Gustaves werk is overigens te zien in het Museum van Buuren in Ukkel.

Van de Woestyne was een introverte en religieus geïnspireerde kunstenaar. In zijn vroege, symbolische werk is de invloed van de prerafaëlieten terug te vinden. De herhaalde bezoeken met zijn broer Karel aan de tentoonstelling van de Vlaamse Primitieven te Brugge in 1902, hebben zijn stijl sterk beïnvloed. Die invloed van de oude meesters zien we vooral in zijn talrijke portretten. Vermoedelijk in navolging van Pieter Bruegel de Oudere plaatste Van de Woestyne zijn religieuze taferelen dikwijls in de landelijke Leiestreek. Na zijn terugkeer uit Groot-Brittannië evolueerde zijn werk naar een eigen vorm van expressionisme, waarbij zijn schilderwijze niettegenstaande de gebruikte vervorming realistisch blijft. In 1909 illustreerde hij Stijn Streuvels‘ bewerking van de Reinaert, bewerking die verscheen als Duimpjesuitgave in de bekende reeks Duimpjes van Victor de Lille. In 1979 verscheen, postuum, het boek Karel en ik - Herinneringen.

Het volledige oeuvre van Van de Woestyne beslaat naar schatting 400 werken. Enkele daarvan zijn spoorloos.

 



















13-06-2016 om 10:15 geschreven door carlo


>> Reageer (0)
12-06-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.fouquet














12-06-2016 om 09:59 geschreven door carlo


>> Reageer (0)


Inhoud blog
  • ACHT EN TWINTIG
  • ACHT EN TWINTIG
  • VIJFENTWINTIG
  • VIJFENTWINTIG
  • DRIE EN TWINTIG
  • DRIE EN TWINTIG
  • TWEEENTWINTIGSTE
  • TWEEENTWINTIGSTE
  • 21ste
  • 21ste
  • DE TWINTIGSTE
  • DE TWINTIGSTE
  • DE NEGENTIENDE
  • DE NEGENTIENDE
  • DE ACHTIENDE
  • DE ACHTIENDE
  • DE ZEVENTIENDE
  • DE ZEVENTIENDE
  • KUBISME2
  • KUBISME2
  • KUBISME2
  • STRANDEN
  • STRANDEN
  • STRANDEN
  • STRANDEN
  • SCHAATSERS
  • SCHAATSERS
  • SCHAATSERS
  • KLUCHT
  • KLUCHT
  • NAAKTEN
  • NAAKTEN
  • NAAKTEN
  • 20e EEUW
  • 20e EEUW
  • 20e EEUW
  • BELGISCHE LANDSCHAPPEN
  • BELGISCHE LANDSCHAPPEN
  • BELGISCHE LANDSCHAPPEN
  • BELGISCHE LANDSCHAPPEN
  • ARMAND RASSENFOSSE
  • ARMAND RASSENFOSSE
  • ARMAND RASSENFOSSE
  • ERNST FUCHS
  • ERNST FUCHS
  • ERNST FUCHS
  • SPORT
  • SPORT
  • ERO
  • ERO
  • VERWARD
  • VERWARD
  • VERWARD
  • VERWARD
  • BALLET
  • BALLET
  • BALLET
  • BALLET
  • CLOWN
  • CLOWN
  • ONBEKENDE
  • ONBEKENDE
  • ONBEKENDE
  • NAIEVE
  • NAIEVE
  • NAIEVE
  • NAIEVE
  • ROMANTIEK II
  • ROMANTIEK II
  • ROMANTIEK II
  • EXTRAVAGANTE
  • EXTRAVAGANTE
  • EXTRAVAGANTE
  • BIJZONDERE
  • BIJZONDERE
  • BIJZONDERE
  • INDIA
  • INDIA
  • BIJBELSE KUNST V
  • BIJBELSE KUNST V
  • ART NATURE
  • ART NATURE
  • ART NATURE
  • EXTREEM
  • EXTREEM
  • EXTREEM
  • POSTMODERNISME
  • POSTMODERNISME
  • POSTMODERNISME
  • FRANZ VON STUCK
  • FRANZ VON STUCK
  • BIJBELSE KUNST IV
  • BIJBELSE KUNST IV
  • BIJBELSE KUNST IV
  • BIJBELSE KUNST III
  • BIJBELSE KUNST III
  • BIJBELSE KUNST II
  • BIJBELSE KUNST II
  • BIJBELSE KUNST II
  • BIJBELSE KUNST
  • BIJBELSE KUNST
  • BIJBELSE KUNSTWERKEN
  • BIJBELSE KUNSTWERKEN
  • COMPONISTEN
  • COMPONISTEN
  • UNKNOWN ARTIST
  • UNKNOWN ARTIST
  • UNKNOWN ARTIST
  • COLORS
  • COLORS
  • COLORS
  • EGON SCHIELE
  • EGON SCHIELE
  • ROME
  • ROME
  • NEW YORK
  • NEW YORK
  • NEW YORK
  • PARIS
  • PARIS
  • EROTISCH
  • EROTISCH
  • EROTISCH
  • BALINESE SCHILDERKUNST
  • BALINESE SCHILDERKUNST
  • BALINESE SCHILDERKUNST
  • POINTILLISME
  • POINTILLISME
  • BLOEMEN
  • BLOEMEN
  • AMAZING FANTASY
  • AMAZING FANTASY
  • JAN VAN DER SMISSEN
  • JAN VAN DER SMISSEN
  • SAM DRUKKER
  • SAM DRUKKER
  • PRENTKAARTEN
  • PRENTKAARTEN
  • PRENTKAARTEN
  • PRENTKAARTEN
  • LOVE
  • LOVE
  • CARICATUREN
  • CARICATUREN
  • CARICATUREN
  • CARICATUREN
  • CARICATUREN
  • CARICATUREN
  • FRESCO
  • FRESCO
  • FRESCO
  • INDIAN PAINTING
  • ITALIE
  • HINDELOOPER
  • HINDELOOPER
  • SAINTE MARIE
  • EROTIEK
  • EROTIEK
  • STILLEVEN
  • STILLEVEN
  • VREDE
  • VREDE
  • OORLOG
  • OORLOG
  • OORLOG
  • OORLOG
  • NAAKT
  • NAAKT
  • GRAFITI
  • GRAFITI
  • GRAFITI
  • GRIEKS
  • GRIEKS
  • GRIEKS
  • CHINA
  • AUSTRALIE
  • AUSTRALIE
  • ZUID AMERIKA
  • ZUID AMERIKA
  • CONGOLEES
  • CONGOLEES
  • CONGOLEES
  • ETSEN
  • ETSEN
  • HOUTSKOOL
  • HOUTSKOOL
  • AQUARELLEN
  • AQUARELLEN
  • AQUARELLEN
  • klik op onderstaande foto voor " LEONARDO DA VINCI "
  • PENTEKENINGEN
  • PENTEKENINGEN
  • ABSTRACT
  • ABSTRACT
  • RELIEFSCHILDERIJEN
  • RELIEFSCHILDERIJEN
  • klik op onderstaande foto voor " BLANKENBERGSSTADSBEELD "
  • klik op onderstaande foto voor " STORM AAN HET MEER "
  • klik op onderstaande foto voor " ABC VAN HET DONKMEER "
  • JOZEF ISRAELS

    Startpagina !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!