Van de paardentram naar de Dampoort tot de Hermelijn naar Flanders Expo
11-11-2007
Op. vervoer Gent (173)
Merkwaardige opname van de drie-assers 343 en 359 ter hoogte van de Coupure-Rechts, beide met de sleepbeugel gericht naar de Papegaaistraat. De verklaring laat zich makkelijk raden. Het rijtuig links verzekert een normale dienst naar het Arsenaal, terwijl het rechtse, nog met de rolfilm in de stand "Rozemarijnbrug", van het centrum komt en wacht op het voorbij rijden van de 343 om via de overloopwissel de "achtervolging" in te zetten.
Eén van de aanduidingen op de rolfilm die een rode streep doorheen het cijfer 2 vertoonde, was de bestemming "Rozemarijnbrug". De thans verwijderde overloopwissel bevond zich aan het uiteinde van de Papegaaistraat.
Drie-asser 331 aan de nieuwe terminus "Schooldreef", midden de verbrede Brusselsesteenweg. Links onder in beeld de nieuwe aftakking voor de lijn naar Melle.
Op 12 april 1971 begonnen de werkzaamheden om het dubbel spoor van lijn 2 tussen de Hovenierstraat te Ledeberg en het Arsenaal te verleggen naar het midden van de Brusselsesteenweg. Tegelijk werd de terminus verschoven naar het kruispunt met de Schooldreef. Op 7 september werd de eigen bedding in gebruik gesteld. De rolfilms bleven onveranderd "Arsenaal" aanduiden. Tot en met 3 december 1972 bleven drie-assers daar nog de dienst verzekeren. Daarna deden PCC's hun intrede en werd de lijn vernummerd tot 21.
Keren van de sleepbeugel aan de eindhalte "Zandeken" te Mariakerke. De rolfilm van drie-asser 311 vertoont reeds de stand "Gentbruggebrug".
Aanvankelijk verzekerde lijn 3 de verbinding tussen de Dampoort en de Brugsepoort. De lijn werd een eerste maal uitgebreid op 14 december 1910, van Sint-Jan Baptist tot net voor het kruispunt met de Rooigemlaan. Op 14 april 1923 werd de definitieve eindhalte bereikt: het "Zandeken", nabij het Maurice Claeysplein te Mariakerke. De laatste afreis naar de stad werd daar luisterrijk gevierd op 30 november 1969.
Aan de terminus "Gentbruggebrug" was het parkeren van rijtuigen buiten de spitsuren een kwestie van millimeters. Er konden twee drie-assers worden geplaatst, terwijl een derde "régulier" de wissel nipt moest kunnen overschrijden. Voor de bouw van de nieuwe brug in 1946 liep de overtocht van het gewone auto- en voetgangersverkeer over de oude, in het verlengde van de tramlijn. Met de nieuwe brug meer naar links kwam de terminus wat geïsoleerd te liggen. Twee kantstenen van het gebogen voetpad, op de foto ter hoogte van het voorpaneel van de 303, bleven tot in de jaren negentig ingedeukt achter, als stille getuigen van de tramwielen die er tot 30 november 1969 tegen leunden...
Exact vijf maanden na de uitbreiding van lijn 3 naar Mariakerke, op 14 september 1924 dus, werd de verlenging van de Dampoort naar het Heirnisplein en Gentbruggebrug te Sint-Amandsberg en Gentbruggebrug feestelijk ingereden. De Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen nam op de Dendermondsesteenweg de aanleg van één spoor voor haar rekening, vermits de bouw van een nieuwe stelplaats met uitgebreide werhuizen te Destelbergen reeds in het vooruitzicht was gesteld.
Prachtige opname van een ontmoeting tussen drie-asser 366 en NMVB-rijtuig 9982 van de lijn Gent-Sint-Pieters - Wetteren, dat zich via het Heirnisplein te Sint-Amandsberg op de Dendermondsesteenweg naar Destelbergen begeeft. Tot aan de afschaffing van de buurtlijn op 27 september 1958 maakten de stadstrams van lijn "3 doorstreept" gebruik van het wisselcomplex ter hoogte van de Heilig Hartstraat.
Twee rijtuigen van lijn "3 doorstreept" aan het uiteinde van de Rooigemlaan. Over de Guislainbrug bemerken we enkele gevels van de Palinghuizen en een drie-asser in dienst op lijn 1. (foto: 27 maart 1959)
Bij de aanvang van de Tweede Wereldoorlog werden in de nacht van 22 op 23 mei 1940 door de Belgische genietroepen talrijke bruggen opgeblazen, waaronder de De Smetbrug. Daardoor kwam het gedeelte van lijn 1 aan de Palinghuizen en verder tot het Van Beverenplein geïsoleerd te liggen. Een noodoplossing werd gevonden in het aanleggen van een verbinding tussen de lijnen 3 en 1 langs de Rooigemlaan en de bouw van een voorlopige brug (*Hamerbrug) over de vaart in het verlengde van die laan (*tijdens de Duitse bezetting in "Ruwaertlaan" herdoopt). De noodlijn naar het Van Beverenplein werd op 12 juli 1942 in gebruik gesteld en kreeg eerst "3 doorstreept" toebedeeld. Op 12 september had een eerste vernummering plaats (III of Romeinse drie) en op 30 oktober 1943 een tweede (lijn 31). De lijn bleef actief tot bij de inhuldiging van de nieuwe De Smetbrug op 3 april 1949, toen lijn 1 weer het vroegere traject Moscou - Van Beverenplein kon afleggen. De tramlijn op de Rooigemlaan werd tot voor de huidige Guislainbrug ingekort, met terminus aan het uiteinde van de dreef. "3 doorstreept Rooigemlaan" werd in de zomer van 1962 afgeschaft.
Nog een tweede opname van een rijtuig aan de terminus van lijn "3 doorstreept" op de Rooigemlaan, midden een winters tafereeltje. We bemerken drie-asser 320 aan het uiteinde van het enkel spoor voorbij de wissel. De rolfilm staat gedraaid op "3 doorstreept - Heirnisplein".
Terminus van lijn 4 aan het Maria-Hendrikaplein. De rolfilm vertoont "4 Muidebrug". Altijd veel volk op de kortste verbinding tussen het Sint-Pietersstation en het stadscentrum (maar niet steeds de snelste).
Van bij de aanvang van de elektrische tramexploitatie in Gent was lijn 4 de langste en belangrijkste. De accutrams en later de trolleyrijtuigen reden van de Sint-Jacobskerk helemaal rond het zuiden van de stad naar de Korenmarkt langs de Keizer Karelstraat, Gent-Zuid, het Sint-Pietersplein, de Heuvelpoort, het Citadelpark, Gent-Sint-Pieters, de Kortrijksepoortstraat, de Nederkouter, de Schouwburgstraat en de Korte Meer. Tijdens de Wereldtentoonstelling in 1913 reden de rijtuigen in gemeenschap met lijn 7 zelfs langs de hoofdingang tot aan "De Sterre" en kwam er een "4-barré avant la lettre" in voege tussen het station en de Korenmarkt via een lus rond de Sint-Niklaaskerk. Zoals eerder vermeld werd op 10 januari 1914 de lijn enerzijds ingekort tot het traject Sterre - Sint-Pieters - Korenmarkt, anderzijds dan weer uitgebreid tot aan de Muide, door een gedeelte van lijn 2 over te nemen. Gedurende tientallen jaren bleef de reisweg nagenoeg ongewijzigd (*de lijn naar "De Sterre" werd een afzonderlijke lijn), inclusief de vertragingen in de smalle straten tussen het station en de Korenmarkt. Pas op 2 juli 1984 had een drastische koerswijziging plaats: lijn 1 (Moscou - Van Beverenplein), toen reeds uitgebreid tot Wondelgem-Industrieweg, nam aan de Korenmarkt het gedeelte van lijn 4 naar de Muidebrug over en werd lijn 4: Moscou - Muidebrug. Tram 4 nam dan weer het traject Korenmarkt - Wondelgem van de oude lijn 1 over en werd lijn 1: Sint-Pietersstation - Wondelgem. Om het voor de reizigers allemaal niet te ingewikkeld te maken werden de oorspronkelijke rolfilmkleuren behouden: het blauw van de vroegere lijn 1, nu 4, het rood van de vroegere lijn 4, nu 1.
Hier bereikt drie-asser 339 via het ringspoor langs de Sassekaai, dat in gebruik werd gesteld op 24 mei 1946, de terminus aan de Muidebrug, tevens de eindhalte voor de rijtuigen van de lijnen 5 en 10. In die tijd gebeurde het wel vaker dat sommige passagiers de laatste meters voor de stopplaats niet meer meereden... (foto: 12 september 1951)
Drie-asser 333 op het uiterste punt van de keerlus rond de Sint-Niklaasstraat: het uiteinde van Klein Turkije. Daar vertoefden ze vaak een tijdje, zonder het andere tramverkeer op de Korenmarkt te hinderen.
Lijn "4 barré - Korenmarkt", een begrip voor elke tramreiziger die zich langs de kortste weg wou verplaatsen tussen het Sint-Pietersstation en het centrum van de stad of vice-versa. Het principe van een snelle, aanvullende verbinding tussen lijngedeelten met een groot reizigersaanbod was ontstaan tijdens de Wereldtentoonstelling van 1913, toen vaak veel tijd en energie werd gestoken op veraf gelegen trajecten en anderzijds de gewone rijtuigen de mensenzee amper of zelfs helemaal niet konden verwerken. Zo kwamen tussen 15 juni en 5 juli 1913 in een ijltempo twee lussen klaar, de ene voor de lijnen 5 en 7 rond het Van Arteveldeplein nabij het station Gent-Zuid, de andere tussen de Sint-Niklaasstraat en de Veldstraat via Klein Turkije en de Korenmarkt. Na de Wereldtentoonstelling besloot de trammaatschappij ze te behouden. De lus rond de Sint-Niklaaskerk werd het laatst bereden op de avond van 30 augustus 1984 door een PCC van lijn 12 (Sint-Pietersstation - Korenmarkt).
De eindhalte op eigen bedding aan de Zwijnaardsesteenweg ter hoogte van "Café Terminus".Enkele reizigers verlaten tramrijtuig 395. De rolfilm is reeds aangepast voor de terugreis naar de Muidebrug.
Oorspronkelijk liep de lijn van de Verkortingsstraat aan de Antwerpsesteenweg te Sint-Amandsberg naar de Dampoort en de Zuidstatie, waar aansluiting was met lijn 4, die langs de Lammerstraat, het Sint-Pietersplein en de Heuvelpoort verder rond de stad leidde. In maart 1913 werd lijn 5 naar de Heuvelpoort en verder via de Normaalschoolstraat en de Zwijnaardsesteenweg naar een secundaire ingang van de Wereldtentoonstelling ter hoogte van de Sint-Pieters-Aalststraat (nu Elf Julistraat) doorgetrokken. Door de gedeeltelijke trajectwisseling met lijn 7 op 16 juli 1922 vormde lijn 5 vanaf toen de verbinding tussen het Stapelhuis aan het Handelsdok, Gent-Zuid en de Zwijnaardsesteenweg, langs de Ham, de Kongostraat, de Minnemeersbrug, de Bibliotheekstraat, Sint-Jacobs, de Keizer Karelstraat en de Zuidstationstraat. Op 26 juli 1931 werd de lijn verder uitgebreid naar de "Blokhuizen" aan de Zwijnaardsesteenweg, waar "Café Terminus" ons de voormalige eindhalte nog steeds in herinnering brengt. In feite was de vermelding "Zwijnaarde" op de rolfilm wat te hoog gegrepen, want wie echt naar het centrum van die gemeente moest en over geen ander vervoermiddel beschikte dan zijn beide onderste ledematen, was te beklagen. Trouwens, die eindhalte lag nog net op Gents grondgebied...
Drie-asser 329 aan de terminus "Muidebrug"", in dienst op lijn 5. Zoals de rolfilm het aangeeft zal de volgende reis via de Voormuide naar Zwijnaarde gaan. (foto: E.J. Bouwman - oktober 1964)
Lijn 5 werd op 10 april 1929 in noordelijke richting uitgebreid door een verbinding te verwezenlijken met lijn 4 langs de Priesterstraat (thans Doornzelestraat) en het Heilig Kerst. De Voormuide werd daardoor de terminus van de lijnen 4 en 5. Later kwam daar nog lijn 10 bij, terwijl lijn 5 er definitief verdween na de verbussing van de lijn op 1 juni 1965.
Geparkeerde tramrijtuigen 394, 392 en ? van de lijnen 5 en 7 voor de ingang van de Sint-Annakerk, in afwachting dat ze op drukkere tijdstippen terug zullen worden ingezet. (foto: Bazin, 1957)
Al eerder werd vermeld dat naar aanleiding van de Wereldtentoonstelling te Gent in juni 1913 een keerlus rond het Van Arteveldeplein werd aangelegd om een betere dienstverlening te kunnen verschaffen aan de duizenden bezoekers die via Gent-Zuid in de stad aankwamen. In de jaren vijftig en zestig bewees die keerlus haar nut door het tijdelijk parkeren voor de ingang van de Sint-Annakerk van rijtuigen van de lijnen 5 en 7 buiten de spitsuren. Na de vervanging van de drie-assers door autobussen, op 1 juli 1964 voor lijn 7 en op 1 juni 1965 voor lijn 5, geraakte de lus in onbruik. Ze werd weggenomen bij de heraanleg van het plein in 1970-71. ________________________________________________________________
AFLEVERING 16 (WEEK VAN 19 TOT 25 NOVEMBER 2006) TERUG BESCHIKBAAR !!! ===========================
Drie-asser 377 op het eindje spoor nabij het politiecommissariaat in de Muidepoort. Rechts onder is het enkel spoor te zien dat over de Muidebrug leidde en dienst deed als aan- en afvoerweg voor de rijtuigen. (Foto: R. Temmerman - 10 september 1962)
In de rubriek "eindpunten van de Gentse tramlijnen in de glorietijd van de drie-assers" zijn we aanbeland bij lijn 6. Tot 20 februari 1913 maakte het traject tussen de Muidebrug en die van Meulestede deel uit van lijn 2 "Stelplaats - Keizerpoort - Gent-Zuid - Kouter - Korenmarkt - Sassepoort - Meulestede". In mei 1914 werd op de vrijwel rechtlijnige trambaan aldaar enkele dagen geëxperimenteerd met de sleepbeugel. Die nieuwe wijze van stroomafneming werd veel beter bevonden dan de trolley, maar door de Eerste Wereldoorlog werd het systeem pas in het najaar van 1919 veralgemeend op al de lijnen. Lijn 6 lag erg geïsoleerd, dat is duidelijk merkbaar op een plan van het Voorhavengebied. Zo werden na het opblazen van de Muidebrug in mei 1940 de rijtuigen 376 en 377 volledig ontmanteld en over het water gebracht, om daar de dienst te verzekeren tot eind mei 1942, toen een voorlopige, beweegbare noodbrug op boten was opgebouwd. De lijn beschikte slechts over één spoor, met een mogelijkheid tot kruisen ter hoogte van de Manchesterstraat, vlakbij het Voorhavenplein. Plannen om een dubbel spoor aan te leggen waren er al sinds 1917, maar ze werden nimmer gerealiseerd. De "zesse" werd vier maanden na lijn 8 het tweede slachtoffer van de "autobussenrage", de nieuwe wind die door de burelen van de pas opgerichte MIVG joeg. De laatste ritten waren gepland voor 31 december 1962, maar door de hevige sneeuwval de dagen voordien die samenviel met een gedeeltelijke personeelsstaking, reed op 28 december de laatste tram de Muidebrug over richting stad, zonder dat de Meulestedenaars konden vermoeden dat ze hun vertrouwd transportmiddel nooit meer zouden weerzien...
Drie-asser 386 aan de terminus van lijn 6 op het Redersplein. Alle huizen in beeld zijn reeds geruime tijd gesloopt. Links het tramhuisje dat aldaar in het begin van de jaren twintig werd opgericht. Een dergelijk type verscheen ook aan "De Sterre", de Heuvelpoort en Bijlokehof.
Drie-asser 340 rechts in beeld draagt op het zijpaneel een plaatje van lijn 4, terwijl de rolfilm "6 Meulestede" aanduidt. Het rijtuig bevindt zich in de Voormuide en zal over de Muidebrug rijden om er vervolgens ook lijn 6 te doorlopen. (foto: R. Temmerman - 21 februari 1960)
In een dienstbericht van 5 oktober 1957 voor het ETG-personeel lezen we: "...De rijtuigen van lijn 4 zullen insgelijks lijn 6 bedienen. Tot 9 uur zullen dierijtuigen om de beurt tot de Muidebrug en de Meulestedebrug rijden. De rolfilms zullen in de avonddienst vanaf de Sint-Niklaasstraat de vermelding "Meulestede" dragen..."
De terminus van lijn 7 op het Maria-Hendrikaplein. Drie-asser 320 met rolfilm in de stand "7 Sint-Amandsberg" sluit aan bij motorwagen 354 in dienst op lijn 4. Terwijl "de vier" het traditionele succes bij de reizigers ondergaat wachten de soldaat en zijn meisje nog even om in het rijtuig van lijn 7 te stappen. (foto: "Koninklijke Belgische Vereniging der Vrienden van het Spoor" - 12 september 1959)
In een eerder rubriekje werd reeds melding gemaakt van een nieuwe dienst voor lijn 7 vanaf 16 juli 1922 tussen Sint-Amandsberg en de drie stations Dampoort, Gent-Zuid en Gent-Sint-Pieters. De terminus bleef voorlopig de wissel aan de Verkortingstraat, waar het spoor gemeenschappelijk werd uitgebaat met de stoomtram naar Lochristi. In 1932 werd de lijn via de Grondwetlaan en de Hogeweg verlengd tot onder de spoorwegviaduct, waar de eigen bedding eindigde vlakbij de Motorstraat. Het was het sluitstuk van een hele gamma netuitbreidingen tussen 1920 en 1932. Als een rode draad doorheen het bestaan van deze tramlijn liepen de problemen met de Lousbergbrug, die ofwel al te vaak moest geopend moest ten behoeve van de drukke scheepvaart aldaar, ofwel om de haverklap moest hersteld worden. Bovendien werd ze tijdens de Tweede Wereldoorlog tweemaal venield. Tijdelijke omleidingen onder de benaming "7 doorstreept" en zelfs een oorlogslijn 17 moesten trachten in die onderbrekingen te verhelpen. Toen de Nieuwe Bosbrug in november 1963 was heraangelegd, waren daar geen tramsporen meer op aangebracht. De lijn werd toen al een tijdje omgeleid langs lijn 5 tussen het Van Arteveldeplein en Sint-Jacobs en lijn 3 langs Steendam en Dampoortstraat, waardoor het traject op de Kasteellaan het eerst definitief werd verlaten. Lijn 7 was in die zin uniek, dat ze in twee fasen werd vervangen door een autobusdienst: eerst gedeeltelijk vanaf 1 januari 1964, toen bussen en trams elkaar afwisselden of een licht afwijkende reisweg volgden, uiteindelijk volledig vanaf 1 juli dat jaar.
Terminus van lijn 7 op de Antwerpsesteenweg ter hoogte van de Verkortingstraat te Sint-Amandsberg. Alhoewel het hier om een deeltraject ging werd het cijfer 7 toch niet met een rode lijn doorstreept. Het rijtuig staat klaar voor een nieuwe reis naar het Sint-Pietersstation via de Dampoort, Sint-Jacobs, het Van Arteveldeplein, Gent-Zuid en de Heuvelpoort. (foto: R. Temmerman - 16 juli 1963)
Twee drie-assers van het type "sécheron" waaronder de 322, aan het uiteinde van het enkel spoor naast de berm van de spoorlijn Gent-Antwerpen. Links de "barakskes" in de Motorstraat, noodwoningen die na de oorlog werden opgericht. "Tijd zat", vermits de trammannen lustig zitten te keuvelen... (foto: E.J. Bouwman - winter 1961)
Het "tonneke", prototype 301 van de Gentse drie-assers, werd in definitieve versie op het net ingezet vanaf eind 1925 en bleef bijna vier deccennia lang een vertrouwd beeld op lijn 8. In tegenstelling tot de 104 drie-assers die tussen 1926 en 1934 in de werkhuizen te Gentbrugge werden samengesteld, had het rijtuig een iets afgeronder voorpaneel, waardoor de plaatsing van rolfilmkasten niet meteen tot de mogelijkheden behoorde. Het trammetje verlaat hier het Maria-Hendrikaplein voor een kort ritje naar "De Sterre". (foto: R. Temmerman - 1962)
Reeds vanaf 16 januari 1913, enkele maanden voor de opening van de Wereldtentoonstelling, werd een nieuwe tramlijn ingereden tussen het Sint-Pietersstation en "De Sterre" langs de Kortrijksesteenweg, waar zich de hoofdingang bevond. Rijtuigen "type Expo" van de lijnen 4 en 7 namen er toen dit korte eindje bij. Van een lijnnummer 8 aldaar was voor het eerst sprake op 26 april 1922. De reisweg werd op 9 december 1923 uitgebreid met een nieuw gedeelte tussen het met Pasen 1923 in gebruik gestelde ringspoor rond het Maria-Hendrikaplein en de Rozemarijnbrug langs de Albert-, Groot-Brittannië- en Martelaarslanen. een historische verlenging van lijn 8... Door de openstelling van de nieuwe Rozemarijnbrug voor alle verkeer op 21 december 1925, werd lijn 2 staduitwaarts verlengd tot aan het Sint-Pietersstation, inclusief het traject naar "De Sterre", waardoor het nummer 8 een poos uit de circulatie verdween. Dat bleef zo tot 12 augustus 1928, toen lijn 2 op haar beurt werd beperkt tot "Arsenaal - Sint-Pieters". De 8 werd heringevoerd tussen het station en "De Sterre" en die toestand bleef gehandhaafd tot 19 augustus 1962, de laatste dag van de tramexploitatie aldaar. Door de korte reisweg was nergens een overloopwissel voorhanden. Een voordeel voor het trampersoneel was dan weer dat ze "eindeloos" rondjes konden rijden, dank zij het ringspoor aan elk eindpunt...
Drie-asser 325 met aanhangwagen uit de reeks 65-72 geparkeerd op het Emiel Braunplein, richting Klein Turkije, klaar om de rit langs lijn 4 naar het Sint-Pietersstation aan te vangen. Foto uit 1958, kort voor de afbraak van de huizenrij. Rechts een gedeelte van het belfort.
NOG VEEL MEER OVER HET GENTSE OPENBAAR VERVOER!!!
Bekijk ook het blog "MIVG" van Dany !!!! ________________________________________