Bij de start deze morgen hadden we er ongeveer 1700 km opzitten. Bedoeling was het vandaag rustig aan te doen, inplaats van een rustdag te nemen, vooral omdat het de komende dagen opnieuw flink bergop gaat. Het was deze morgen bewolkt en tot St Domimgo de la Calzada kregen we menig lastige helling voorgeschoteld. Ook stukken vals plat kregen we te verwerken. In een plaatselijke Pelgrimsherberg hebben we enkele bekende gezichten van gisteravond gezien. Deze stappers vertrokken om 6 u., hadden er langs de velden reeds 18 km opzitten. Nic en ik met de fiets langs de openbare weg, op dat ogenblik 26 km. Na de middag hebben we bijna gedurende 40km ZW wind op de kop gehad. Wat een vlak stuk leek langs graanvelden, werd ditmaal een extra lastige rit. Moeizaam bereikten we Belorado, waar het dorp in feest was ter ere van St Alfonsina. Markt, memsen in oude klederdracht en diverse volksspelen zorgden voor leute en vertier. Als Pelgrim met de St Jacobsschelp op de fiets, werden we begeleid naar een pension genaamd TONI waar we ons extra verzorgden om daarna in het stadje nog iets te gaan eten en drinken.
Na een verzorgd en uitgebreid ontbijt in " Boutique de pan Santiago" vertrokken we rond 8u30 richting Los Arcos voor onze 1e halte. Het traject was opnieuw heuvelachtig met steeds weerkerende klimmetjes, en het was bovendien fris fietsweer: Het landschap trok de aandacht en het spaanse graan had de orkaan doorstaan ! In het dorpje Los Arcos is het Vlaamse genootschap van Compostela gevestigd. Als lid en Vlaming werden we goed ontvangen, kregen een mooie stempel in ons boekje en heelwat informatie. De uitbater Dino en zijn dame vertelden ons dat vanaf 12u dagelijks minstens 60 stappers ongeduldig in de rij staan om een slaapplaats te bekomen. De refuge zit dan ook elke dag bommesvol Pelgrims. We fietsen verder in de Rioja streek naar hoofdplaats Logrono, een grote stad die zeker een bezoek waard is. We besluiten na een babbel met een Australische fietser(!) richting Navarette te rijden. Langs een stuwmeer en kleine baantjes en met wind op de kop bereiken we rond 16u15 eindelijk het stadje. Nic opteert om toch nog een uurtje verder te rijden tot Nájera, een goede keuze maar spijtig genoeg niet in optimale omstandigheden. De wind neemt hevig toe, zwarte wolken verschijnen en het begint te regenen. Op sommige ogenblikken rijden we bergaf met een snelheid van maximum 15 km per uur: We hebben ondertussen al goed leren schakelen en ons "trippelken" is nooit veraf.
Na veel zoekwerk in het oude stadsgedeelte ons hoteletje gevonden, net, prachtig en up to date, er zijn zelfs oordopjes aanwezig. Op advies van de uitbater eten we in een typisch Spaans restaurantje en nemen zoals iedereen het Pelgrimsmenu. Lekker, met alles erop en eraan voor een spotprijs. Bij een laatste café con leche horen we hetgeklepper van meerdere ooievaars die zich genesteld hebben boven op de plaatselijke kerktoren. Ook dit stadje heeft heelwat te bieden en een stevige uitgangsbuurt. We sliepen zo vast dat we pas tegen de ochtend de oordopjes nodig hadden.....
Deze dag is vlot verlopen. Na een goede nachtrust zijn we deze ochtend om 8u vertrokken richting Puenta La Reina voor een tocht van 69 km. Het was fris en bewolkt en we kozen zoals de Hollandse lotgenoten de alternatieve weg rond Pamplona. Een traject door volle natuur bracht ons over 20 km van een hoogte van 800m. naar 400m. Het was lekker trappen na de zware bergrit van gisteren, en onze benen kregen de kans te recupereren: Vanaf Artaiz reden we op de Aragonroute en kwam Puenta la Reina vlug dichtbij. Rond 13u bereikten we het stadje, richting Pelgrimshospitaal voor een stempel en ....gebruik van het internet om de blog bij te vullen. Reeds een 20-tal Pelgrims -stappers waren aanwezig, en na een kijkje in de vele gemeenschappelijke slaapzalen, verkozen we om toch maar een 20 tal km verder te rijden. We verlieten de oude stad onder de 900 jaar oude stenen boogbrug over de Rio Argo rivier. Op dit extra traject kondigden zich opnieuw enkele stevige klimmen aan, en we kregen zowaar een regenvlaag te verduren. Om 16u waren we in ESTELLA of Lizarra in het Baskisch. Het stadje is al eeuwen met de Camino verbonden , en is een belangrijke etappeplaats. We logeren in een deftig Pension in het stadscentrum. Na een douche willen we de stad verkennen, maar dreigende onweerswolken laten zich zien, en een stortbui volgt spoedig. Een levendige stad, waar het Spaans temperamemt van jong en oud zich laat zien en horen op de vele pleinen. Olé .
De zwaarste rit tot op heden is achter de rug. Een echte bergrit over de Pyreneen met 16 km klimwerk tussen het Franse St Jean Pied de Port en de Puerto de Ibaneta, gelegen op 1057m hoogte. De klim varieert tussen de 7% en 9% en brengt ons via de Spaanse grens door een landschap van hoge bomen, rotsen en meerdere watervalletjes naar Spaans Baskenland. Boven op de top is het fris en mistig. Een klein monument en een moderne kapel sieren het geheel. Naast Hollandse fietsers zien we steeds meer en meer stappers op weg naar dezelfde eindbestemming. Zij gebruiken, daar waar mogelijk, de G-R wandelpaden. Na een korte afdaling komen we in Roncevalles aan, een klein pelgrimsdorpje. We besluiten even te rusten maar worden aangeklampt door een Hollands koppel dat op weg naar Compostela is met de auto. Ze waren ons voorbijgereden in volle klim. Leuke mensen die veel respect vertoonden voor onze prestatie. Als afsluiter krijgen we in Espinal nog een klim van 6% erbij, en dat lukt nog wonderwel. Rond 16u30 aangekomen in een piepklein dorpje juist voorbij Biskaretta, namelijk ERRO ( ook naam van de rivier). We genieten nog na van onze dag en delen het hotel samen met nog 4 andere fietsers - uiteraard Hollanders !
Een overgetelijke fietswerkdag beleefd. De start uit Dax verliep moeizaam en door omstandigheden waren we op een drukke hoofdweg geraakt en niemand kon ons op de juiste weg helpen, gevolg 12 km teveel gereden. Eindelijk in Cagnotte geraakt en voor het eerst kennis gemaakt met de eerste echte heuvels, met op de achtergrond de Pyreneeen. Het landschap is prachtig en het verschil met De Landes onbeschrijfelijk. Het was vandaag opnieuw warm en ik geloof dat we menig litertje vocht verloren hebben. De conditie is goed en ik stel vast dat Nic, ondanks haar negatief klimgevoel, toch vrij vlot elk bergje oprijdt. De rest zien we wel. Na het dorpje Caresse volgen we de Navarra route, die ons naar St Jean Pied de Port voert. Het landschap is uitzonderlijk mooi maar lastig door de vele klimmetjes na elkaar. Uiteindelijk komenn we aan in Ostabat en logeren opnieuw in een Gîte bij Izarrak. We zijn hier in Frans-Baskenland en de eigenaars van de Gîte ontvangen ons met open armen. Het mooie gebouw ligt op het hoogste punt van het dorp. Samen met een 15 tal stappers beleven we een plezante avond. De baas met Baskische barret zingt voor de ganse groep, voor, tijdens en na het eten, meerdere Baskische liederen, en iedereen zingt uit volle borst mee. De apero en wijn zijn van eigen huis en smaken heerlijk. Moe en tevreden sluiten we de dag af en zien langzaam de avond in de vallei neerdalen. Honderden krekels zorgen voor een laatste concert.
Deze morgen zijn we om 8 u vertrokken na zelf voor ons ontbijt te hebben gezorgd. De hemel was staalblauw en een mooie dag kondigde zich aan. Het rijden door de Landes is iets appart; eindeloze vlakke wegen tussen de dennebomen en links en rechts het geluid van vele krekels. De natuur oogt groen, maar blijkbaar heeft de voorbije maanden de storm hier lelijk huis gehouden. Honderden bomen zijn gesneuveld en overal is men bezig het hout aan het samenbrengen. Enkele immense sproeimachines trokken uiteraard onze aandacht, maar verder zie je de ganse dag bijna niemand. Maisvelden worden hier massaal aangelegd, maar houthakken is blijkbaar toch de hoofdactiviteit. In het dorpje Labouheyvre de plaatselijke St Jacobskerk even bezocht (stempel), en hier was de kerktoren in januari 2009 weggewaaid.De herstelling laat op zich wachten want er zijn geen centen (zegt de pastoor). Op de vlakke wegen verliep onze tocht relatief snel; na de middag waren we in Lesperon, plaatsje vanwaar je soms de Pyreneeen kan zien. Gezocht, maar niets ontdekt. We besloten omdat het toch vlot ging, verder door te rijden tot DAX, een grotere, drukke stad en gekend als kuuroord. We logeren in het fraai hotel Jean Le Bon, met inclusief zwembadje. Vanaf hier begint Frans-Baskenland, wat betekent dat onze doortocht door het land van "Le pain, Le vin et Le Boursin "er bijna opzit. En zoals Nic zegt, den drive is er nog altijd.! Actueel hebben we dan ook al meer dan 1300 km gereden. Sinds gisteren zien we regelmatig grote borden die verwijzen naar St Jacques de Compostela; de route is erkend als cultureel erfgoed.
Vandaag een relatief rustige dag achter de rug. Vertrokken na een uitgebreid ontbijt in Hotel Le Porge en vrijwel onmiddellijk op een "fietsautostrade" langs het Bassin d'Arcachon tot het dorpje Belin-Béliet. Deze kaarsrechte banen met asfaltbedekking lopen meestal door de eindeloze dennebossen, waar opmerkelijk veel varensplanten groeien. Auto's kom je op deze wegen nooit tegen en enkel bij het doorkruisen van een dorpje moet je goed uitkijken. Wij beginnen zowaar de heuveltjes te missen. Het weer was opnieuw prachtig en na de middag werd het zelfs heet ! Vandaag onze lunch genomen in de schaduw van dennebomen. Rond 16 u waren we op onze bestemming, namelijk in Moustey, een klein dorpje dat juist op 1000 km van Compostela ligt....Een eeuwenoude grote gedenksteen aan de ingang van het kerkje wordt dan ook regelmatig vastgelegd op de gevoelige plaat.
We logeerden ditmaal in een Gîte, voor ons een nieuwe belevenis, maar toch leuk. Het was een bijgebouw van een grote boerderij. Allerlei dieren (paarden, geiten, kippen en zelfs een buffel) liepen er vrij rond. Voor de durvers kon je zelf in een tipi slapen, doch wij verkozen de kamer met douche. Na ons zijn nog andere gasten aangekomen, een duitse stapper met 2 franse lotgenoten. Rond 20u kwam er zelfs nog een belgisch koppel uit Relegem met de fiets aan. Zij hadden er 135 km opzitten maar reden de Catharenroute. Als avondmaal hebben we eens een Kebab bij "Momo" gedaan. Wij hebben "tajine de boeuf" geproefd. Het stoofpotje was lekker en de uitbater uitermate vriendelijk. De wijn was aangepast. PS : in elk frans caféetje kan je probleemloos Belgisch bier drinken, zowel van het vat of uit de fles. Het thuisgevoel is altijd een beetje dicht bij.