Mening van
een NVA-kiezer.
Naar aanleiding van het neen van de NVA van 07.07.2011 wil ik even een aantal
elementen op een rij zetten:
-
Ja zeggen is veel gemakkelijker dan neen zeggen.
Het getuigt juist van moed en van verantwoordelijkheid
om in dergelijke situatie neen te zeggen.
Waar haalt men het om juist nu het omgekeerde te beweren, alsof NVA
niet-verantwoordelijk is.
-
Omdat nu één partij neen zegt, blijkt er een enorm probleem te zijn.
ik moet hieruit besluiten dat EDR blijkbaar niet goed gewerkt heeft. Als
toekomstig regeringsleider had hij zich hier bewust van moeten zijn. Hij had
dus een nota moeten voorleggen die wel aanvaardbaar was voor die 9-de partij,
een nota die wel kon voor de NVA.
-
Als EDR effectief de NVA erbij wilde hebben
zoals hij heeft beweerd - dan had hij, als formateur - in nauw overleg met BDW
- een nota moeten voorleggen met het akkoord
van NVA.
-
EDR stond erop dat hij zijn nota openbaar zou
maken.
Het is dan ook logisch dat als men neen zegt, men dit op een gefundeerde wijze,
en ook openbaar doet.
Zo bekeken lijkt mij de uitspraak de nota werd door de NVA afgekraakt een
negatieve benadering.
De geargumenteerde reactie
van NVA is een logische gevolg van de openbaarheid die EDR nastreefden.
-
Doen alsof in Vlaanderen de meesten over de nota
van EDR wil onderhandelen is een vertekening
van de werkelijkheid. Het is niet omdat er drie Vlaamse partijen zeggen
dat het kan, en één duidelijk neen zegt, dat men de indruk moet wekken dat de
meerderheid in Vlaanderen wil onderhandelen.
In Vlaanderen vertegenwoordigen de partijen die niet wilden onderhandelen 56
van de 88 kamerleden.
-
Tenslotte, hebben heel wat kiezers hun stem en vertrouwen gegeven
aan mensen die de Vlaamse belangen verdedigen. Zij willen dan ook dat hun
partij, na grondige beraadslaging, correct hun mening verkondigen, neen
zeggen als het moet, ja zeggen als het kan, en zo het vertrouwen van hun
kiezers kunnen behouden.
|