Heer, mag ik een zekerheid dat ik mij er steeds bewust van zal zijn dat Jij nabij zult zijn.
In tijden van verdriet. In tijden van ziekte. In tijden van wankelheid. Maar eveneens, in tijden van vreugde. In tijden van gezondheid. En in tijden van evenwichtigheid.
Heer, kan ik ontvangen uit Jouw beker het allermooiste wat er bestaat, zonder dat ik mij verheffen moet in hogere sferen.
Met een klein gebaar, als een blad een boom, een plant een bloem wat groeit op aard. Laat Jij mij weten dat Jij nabijer bent dan enig ander mens.
En dat ik enkel maar Moet durven toegeven aan de zwakheid van mijn lijf, waardoor ik mij als mens daardoor Iets te vaak laat verleiden door de pracht en praal op deze aarde.
Toe Heer, laat mij daarom vandaag drinken uit de Kelk wat Jij mij aanreikt, waardoor ik nimmer nog zal moeten twijfelen aan Jouw aanwezigheid hier op deze plaats.
Wij aanbidden het beeld, maar vergeten daarbij het onzichtbare te eren. Alhoewel het beeld slechts gevormd werd door onze eigen handen, en het onzichtbare door de kracht van de Heer.
En jij zult geen beeld vormen naar Mijn gelijkenis, want Ik zit in ieder van jullie allemaal.
Ik ben een deel van die steen, een deel van dat blad. Ik ben het pad waarop jij loopt, het water waarmee jij jezelf reinigt.
Wij zijn één, verbonden met elkaar, zoals dat kelkje met haar stengel, zoals die boom met zijn wortel, zoals de aarde met de hemel.
Zo zijn wij een geheel, verbonden met een zijden draad en toch onbreekbaar. Want geen mens kan ons ooit scheiden van elkaar.
Als morgenvroeg zelfs die laatste bloem in die vaas er maar wat slapjes bijstaat De koffie meer naar teer dan naar koffie smaakt En de poes aan jouw tenen knaagt
Als morgenvroeg het vuur niet meer branden wilt Er een steen in je schoenen zit En geen brief nog de weg naar jou vindt
Als morgenvroeg de zon niet meer schijnt Een traan in jouw ooghoek blinkt En nergens meer een lied weerklinkt
Als morgenvroeg het brood beschimmeld is Het beschuit op is En het vruchtensap veel de warm
Kom dan nogmaals dit gedicht herlezen Maar lees dan niet de voorkant Maar de achterkant van ieder woord Zo zul jij dan misschien opmerken Dat er ergere dingen bestaan in dit leven Dan een slechte gedachte
K a n k e r werelds grootste probleem volksziekte nummer 1 Het is de angst van elk mens dat je eens ook aan de beurd bent. Dagelijks zie je mensen hier tegen vechten ! Wat voor de één goed uitpakt ! Zal een andere situatie zeer snel verslechten. Er is geen gemenere tegenstander als deze Velen zullen voor hun leven vrezen. Soms komt bij mij wel eens de gedachten Waar komt dit toch allemaal vandaag. Ik ben niet bij machte ! om het uit te zoeken en na te gaan.. Maar zoveel , lijkt me niet helemaal normaal....
Oké dan, goed, het zij zo, basta het kóst wat, maar u heeft gelijk er horen klontjes in de pasta en dus wordt 'n minderheid steeds rijk...
Oké dan, goed, ik moet bekennen het is wel waar, al doet het pijn k zal aan de gedachte moeten wennen dat ik dus écht nooit rijk zal zijn...
maar even goed, het moet wél kloppen valsspelen blijft een vuile sport en dàt bevechten, zal k nooit stoppen dus, hoe minder rijk... hoe rijker k word...!
Waar is de weg , naar rust en naar liefde Waar is de weg , naar het stille geluk. Waar is de weg , die ik vaak verliet Waar is de weg , zonder verdriet.
Al wandelend kwam ik door vele wegen Soms met zware storm of regen. Ook zag ik wegen met erg mooie kleden Die als een waterval snel weg gleden.
Nu wandel ik met een doel Op zoek naar mijn gevoel. Ik wil weten wie ik ben Kunnen vertrouwen op wie ik ken.
De weg heb ik wel gevonden Met erg lange scheuren en wonden. Maar ook zie ik best wat geluk Dat ik ook kan bereiken, als deze weg goed lukt.
Soms voel ik zo veel verdriet Waar het weg komt begrijp ik niet. Het verdriet lijkt niet van mij Ik was echt een dagje blij.
Het komt zo maar uit het niets De koude rillingen lopen over mijn rug Het lijkt!! iemand verteld mij iets Het is vaak eenmalig en komt niet terug.
Zo gaat het weer dagen goed Kweek ik weer bergen moed. Heb dan weer wat energie zodat ik het leven weer zie....
Dit alles komt uit een ver verleden Ik had het altijd gemeden Nu weet ik het hoort bij mij. ik moet het simpel verwerken, anders gaat het nooit voorbij.....