Vrijetijdsdruk Theoretisch hebben we het misschien minder druk, in de praktijk voelen we ons opgejaagd. En daar is volgens Robinson een goeie reden voor. "Het 'druk hebben' is een soort statussymbool geworden. Als je geen tijd te kort komt, dan klopt er blijkbaar iets niet. Dan ben je niet succesvol of interessant. Het gevoel heerst dat als je gewoon in je tuin zit, limonade drinkt en kijkt hoe het gras groeit, je een luierik bent die van alles aan het missen is. Gewoon niks doen, lukt ons niet."
Dan hebben we misschien wel vijf uur extra vrije tijd per week, we stouwen die gretig vol met allerlei activiteiten en sociale verplichtingen. "De vrije tijd is drukker geworden", legt Glorieux uit. "Je moet je door de weekendbijlages van de kranten wurmen, je moet citytrips maken, op restaurant gaan, goed kunnen koken en liefst ook nog alle nieuwe boeken en films achter de kiezen hebben. Je wordt voortdurend aangemaand om dingen te doen. Je hebt het gevoel dat je dingen tekort komt, dus koop je dingen die je nauwelijks gebruikt. Waardoor je vervolgens gefrustreerd raakt omdat de tijd ontbreekt."
Sociale media spelen daar volgens de socioloog een smerige rol in. "Daar krijg je een heel overzicht van al de boeiende activiteiten van vrienden en kennissen. Niemand gaat daarop zetten dat hij zich die dag heeft verveeld, of ruzie heeft gehad met zijn lief."
Het is dan ook niet verwonderlijk dat sommigen ziek worden door al die vrijetijdsdruk. Vraag is of we niet gewoon op de pauzeknop kunnen duwen. Finaal is er niemand die ons verplicht om onszelf achterna te hollen. "Het is wat Alain de Botton statusangst noemt", zegt Glorieux. "Iedereen kijkt naar iedereen. Je wil mee zijn, erbij horen. Onthaasten is vaak afhaken. Wie beslist om uit de ratrace te stappen, hoort er niet meer bij. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan."
Gekopiëerd uit "de Morgen" 12/3/2014
|