" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
08-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 366
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 

 

 Boekdeel D1 : DOOD EN VERNIELING...

Beslaat de periode van mei 1946 tot januari ’47 en verhaalt Josephs terugreis van Köln-Porz naar Westende, de moord in de bomtrechter van de Bassevillestraat, de goudkoorts van Rachel en het verraad van Rooie Steiner...  

 

 

D01. DE VLUCHT VOORUIT...

 

                 Op weg naar Duinkerke, 4 mei 1946.

Zo ,ze waren vertrokken ,juist op tijd zoals Konrad voorzien had. Deze stiptheid stelde Joseph gerust in het verdere vlotte verloop van zijn reis naar zijn Vlaamse kust. Ware het niet van die chemische stank in de lange ruime kist waarin de Britse chauffeur hem verstopt had ,hij zou zich in een couchette van de nachttrein gewaand hebben...Maar die lucht pakte danig op de adem ,en lànger dan een paar uur zou hij dat zéker niet uithouden. Als ze eenmaal veilig over de Duits-Belgische grens waren moest hij zorgen weer aan frisse buitenlucht te geraken...

Het regelmatige schokken in de kist gaf Joseph een sterk gevoel van herkenning. Het leek wel of hij opnieuw zes maanden in de tijd teruggezakt was en, met de bedenkelijke 'hulp' van Hélène, vanuit 'Adlershorst' op weg was naar Luik.

Die feeks had destijds gehoopt hem aan de grens bewusteloos aan de Belgische gendarmen te kunnen uitleveren, als een menselijk zoenoffer aan de godin Justitia, een soort tolgeld om de rest van haar smokkelwaar probleemloos uit te klaren. Maar hij was dat serpent toen godzijdank te slim af geweest en had juist vóór Köln de camion van haar Canadese handlangers ongezien kunnen verlaten! Uit wraak voor haar vuig verraad had hij echter vlak voor het afstappen met een paar brandende kaarsen een tijdbom tussen de kisten zilverwerk kunnen ontsteken en een uurtje later van op afstand het bittere genoegen gesmaakt heel de vracht in vlammen te zien opgaan! Een leuke stoot waar hij nog steeds met plezier aan terug dacht...

Tijdens de huidige rit hoefde hij zo'n verraderlijke valstrik niet te vrezen. Ditmaal had de lieve Erika écht tranen met tuiten gehuild toen hij gisteren avond - eveneens een beetje ontroerd - afscheid van haar nam. Daarbij had ze hem nogmaals nadrukkelijk laten beloven dat hij zo vlug mogelijk naar haar terug zou komen...Hij had wél even raar opgekeken toen zij hem dat pak boterhammen met leverpastei in de hand duwde! Hij was nog niet vergeten dat die gluiperige Hélène destijds óók geprobeerd had hem onderweg met zo'n broodsmeersel te bedwelmen, hé! ...Maar zojuist had hij héél voorzichtig van die paté geproefd en op eerste zicht leek déze hier wél koosjer...Neen-neen hoor, Erika mocht hij voor honderd procent vertrouwen!... Dacht hij toch...

Ook voor Konrad en zijn 'vluchtlijn' stak hij zonder voorbehoud zijn hand in het vuur. Vooral toen deze hem vóór het avondeten een brief voor de ouders van Gustave Dieudonné in de hand stopte met de vraag die in Duinkerke te posten of aan hen persoonlijk af te geven. Het adres kwam hem bekend voor: Taverne 'Jean Bart', op de Quai des Hollandais nummer 21..." Wees maar gerust", had de jonge man gezegd: " Ge zult er goed ontvangen worden! " Dat wees er toch duidelijk op dat hij er vast op rekende Joseph daar veilig te zien toekomen, nietwaar ?!

Neen, Joseph had nooit getwijfeld aan de degelijkheid van Konrads organisatie. Alles was tot nu toe minutieus en stipt verlopen, zoals voorzien op het uurrooster dat deze hem gegeven had. Om 21.20 uur: laatste briefing vóór het vertrek, en tien minuten later: afscheid van het personeel en de snotterende Erika...Om 21.40 uur stonden ze buiten in de steeg en tien minuten làter kwamen ze, na een korte wandeling, aan bij de bushalte van de 312. Opgestapt om 22.03 uur, en na een kwartier er weer af aan de terminus bij de Engelse vliegbasis 'Wesseling'.

" Denk er aan, " had Konrad hem nog eens op het hart gedrukt : " dat je in Duinkerke niet met de Britse camion het afgegrendelde militaire havendok binnen rijdt, want op je ééntje kom je daar niet ongezien meer uit ! Taverne 'Jean Bart' ligt op de rand van de stad, tegen de vrije handelsdokken, en om daar te geraken moet je dus tijdig vàn de camion stappen en stadsbus B3 pakken. Onze Britse chauffeur wéét van wanten en zal in een stille buitenwijk van de stad een 'panne' voorwenden, zodat hij de militaire colonne kan verlaten en gij in de natuur kunt verdwijnen...Dat is al een paar maal goed gelukt en zal nu ook wel probleemloos verlopen..."

In een pikzwarte bosdreef naast de busterminus "Wesseling" had de Britse camion al staan wachten. Konrad had de chauffeur stil gegroet en hem ,bijgelicht met een zaklamp ,ostentatief de gouden Frederik gegeven die hij voordien samen met Joseph op de bus nog eens bewonderd had. De militair had tevreden geknikt en Joseph lachend een stevige hand gegeven: " Welcome on board, mate! But don't you dare shit on my goods, hey, or I kill you fuckin' bastard you! " Niet kwaad bedoeld, schijnbaar, maar hij had tóch Joseph een opgerolde krant toegestoken... tegen noodgevallen...

Hij had nog nauwelijks de tijd gekregen om Konrad te bedanken. De Brit had hem vlug de laadbak in geholpen en met zijn zaklamp tegen de achterkant van de stuurcabine de grote kist belicht waarin hij zich moest verbergen. Die stonk wel een beetje door morsplekken van de vorige lading - benzine of een dergelijk vluchtig product dat hij niet direct kon thuis brengen - maar als ze eenmaal reden zou dat wel vervliegen...Joseph hoorde even nadien hoe de soldaat het dekzeil dicht sjorde en vijf minuten daarna reden ze ongestoord voorbij de wachtpost basis Wesseling binnen... Echt lijk een fluitje van een cent, wat hij al een goed voorteken vond!

 

Joseph had gedacht, toen hij zich in foeutushouding in de wat onfrisse kist installeerde, dat het urenlange wachten vóór het vertrek eindeloos zou duren. Maar in feite schrok hij wakker toen de colonne zich schijnbaar kort daarna klaar maakte voor het vertrek. Het dutje in deze gewrongen houding had zijn lichaam echter geen deugd gedaan, en zijn kop bonkte als een stoomketel...Harde stemmen, dichtslaande portieren en motoren die brullend opgejaagd werden... Buiten was het al volop dag, merkte hij door de spleet van het deksel, maar op de kaki huif roffelde een stortvlaag neer. Hij pierde op de verlichte wijzerplaat van zijn polshorloge: vijf voor zeven...Volgens de uurtabel, die Konrad hem thuis gedicteerd had voor de reis, vertrokken ze om zeven uur uit Wesseling, en na een tiental gechronometreerde tussenstations was de aankomst in Duinkerke voorzien om 22.00 uur...Vijftien uur in één trek achter het stuur ,voor één chauffeur :als dàt maar goed afloopt ! De meest gevreesde haltes op de trip waren natuurlijk de Duits-Belgische grensovergang juist nà Aken, om 10 uur en, tegen de achten 's avonds, de Franse douanepost tussen Doornik en Rijsel...Daar hing telkens zijn toekomst af van vijf seconden geluk! Maar daarover wou hij zich nog niet druk maken...En om het lot te bezweren overtuigde hij zichzelf dat hij, in afwachting van die sprong in het duister, nog ruimschoots de tijd had om even voort te slapen...Om de koppijn te verdrijven...

Hij voelde en hoorde vaag hoe ze via de pontonbrug van Rodenkirchen de Rijn overstaken, maar dat was dan ook àlles...

 

Na een schok en harde stemmen buiten viel het hem op dat de motor niet meer draaide. Met moeite kon hij zijn ogen infocussen op zijn horloge: tien voor tien reeds! Ze stonden dus hoogstwaarschijnlijk juist voor de grenscontrole, dacht hij wazig...Verdomme, nu was het eróp of erónder hé, maar vreemd genoeg slaagde hij er niet in zich daarover zorgen te maken! ..Het regende nog steeds pijpestelen, hoorde hij op het dekzeil van de huif...Hopelijk zou dit hondenweer de beroepsijver van de Britse MP-grenswacht en de Belgische douaniers wat bekoelen...In feite zouden deze laatsten zich redelijkerwijze niet mogen moeien met het Britse militair transítverkeer dóór België, vond hij. Maar ja, wist Joseph uit jarenlange ondervinding : redelijkheid was in héél die administratieve rompslomp soms vér te zoeken...

Stemmen golfden op en neer, plots hard vlak naast de laadbak, dan weer vaag in de verte...Af en toe hield hij geschrokken de adem in, dan weer voelde hij opgelucht de koude zweetdruppels langs zijn nekhaar biggelen. En tussendoor schoten gefantaseerde ritsen film door zijn hoofd waarin hij zichzelf zag reageren op die brutale M.P. die hem zojuist bij het nazicht van de lading geklist had! Van een ogenblik onoplettendheid gebruik maken om te voet van die Cerberus weg te vluchten, vond hij als stunt van de scenarist té erg bij het haar getrokken! Met zijn houten poot moest hij zich daar omtrent geen illusies maken, hé...Maar toen hij dat corrupte varken in zijn verbeelding één van zijn gouden Fredericks voorhield, knikte dat zwijn hebberig, maar stak toen kwijlend twéé vingers op ! Ja zeg: op het gemak hé!

Deze beangstigende film brak flikkerend stuk toen hij de chauffeur bij de achterklep hard hoorde sakkeren tegen een ongevoelige betweter. Blijkbaar moest hij het koord van de huif losknopen voor een inspectie van de lading door een M.P.! Nu hing zijn leven écht aan een zijden draadje! Als die vent het werkelijk meende en alle kisten wilde openen, dan was Joseph binnen de vijf minuten een vogel voor de kat! Die koppijn maakte hem misselijk. Het koude zweet drupte van zijn neus en verstard hield hij de adem in...Het losknopen van het koord rond de huif scheen wel een eeuwigheid te duren, en ondertussen deed hij verwoede pogingen om toch maar niét te kotsen...Die vervloekte stank ook!

Een verblindende flits, onmiddellijk gevolgd door een oorverdovende ontploffing deed Joseph één ogenblik aan een inslaande bom denken! ...Of waarschijnlijk een bomaanslag ?... Maar toen daarop de gutsende regen met verdubbelde kracht op de huif neerpletste, en de ruziënde stemmen bij de achterklep plots weg ijlden, begreep hij opgelucht dat hier vlakbij de bliksem was ingeslagen! En dat - zoals hij gehoopt had - de stortbui het voorlopig op de overborrelende beroepsijver van de M.P. had gehaald.

Versteven van de angst wachtte hij roerloos op een luwte in de storm, die het de controleur zou toelaten zijn voorgenomen inspectie van de lading te hervatten. Maar met korte tussenpozen sloeg de ene bliksemschicht na de andere krakend in op de onmiddellijke omgeving van de grenspost. En eindelijk hoorde hij tussen dit oorverdovend natuurgeweld verderop in de colonne de motoren weer één voor één aanslaan. Toen tenslotte ook zijn eigen camion opnieuw startte, wist hij dat hij zojuist aan een ramp was ontsnapt...

Het duurde wel even vooraleer hij écht overtuigd was dat de colonne inderdaad de grenspost verlaten had en nu op Belgisch grondgebied onder de pletsende onweersbui de rit naar Duinkerke voortzette...En ook al was de crisis bij de douane nu bezworen, hij realiseerde zich tóch dat hij vanaf nú voor de Belgische gendarmen loslopend wild was...En dat de eerste de beste zot met een képi óp hem ongestraft kon neerknallen ! Niet erg geruststellend, maar dàt zou wel wennen, hoopte hij...Hij had tenslotte, na een jaar van twijfel, bewust voor deze oplossing gekozen: rotst het niet, dan botst het maar! En hoe dan ook: nú was het sowieso te laat om nog van gedacht te veranderen...

 

Hij voelde al een hele tijd aan zijn gekneusde zij dat niet alleen de vering van de vrachtwagen danig versleten was, maar dat ook de weg er verdomd slecht bijlag. Helemaal stuk gereden en blijkbaar vol voorlopig dicht geworpen hennepoelen. Maar regenen deed het niet meer. En om zich wat beter tegen het schokken van de camion te verzetten én een frisse neus te halen, kroop hij moeizaam uit zijn kist en schoorde zich in de vrije ruimte tegen de achterklep met zijn gezonde been vast...Drijfnat van het zweet kwam hij daar weer langzaam op zijn positieven en trok voorzichtig een spleet van de achterflap open... Eindelijk toch wat verse lucht! Toen hij redelijk klaar uit zijn ogen zag, wilde hij ook wel wat door de opening naar buiten loeren, kwestie van zich een beetje te kunnen oriënteren...

Achter hem reden nóg drie-vier camions in de colonne. Die zouden dus onmiddellijk zien dat hij zijn kop buiten stak en dat kon wel eens een probleem worden als hij in het havengebied van Duinkerke sluiks de benen wilde nemen... Maar dat waren zorgen voor làter.

Door de spleet loerde hij naar het wegschuivende landschap, maar erg begeesterend was zijn uitzicht niet. Eindeloze donkere dennenbossen werden maar zelden onderbroken door hier en daar een vervallen boerenhof. En in de paar miezerige dorpjes waar ze doorreden lag het gros van de grijze huizen nog in puin...Dat sloeg ferm tégen ! Want in zijn verbeelding had hij altijd aan 'zijn' België teruggedacht als aan een zonnige welvarend land, zoiets als Westende-Bad in het hoogseizoen...Maar plots realiseerde hij zich dat het Ardennenoffensief hier ergens in de buurt nog niet zo lang geleden lelijk had huisgehouden. En inderdaad, als je er op lette: bij heel wat kruispunten en in de wegkanten stonden nog regelmatig uitgebrande karkassen van tanks onder het overwoekerende onkruid op te roesten: Duitse Tigers en Amerikaanse Shermans, zonder onderscheid...

Van Eupen bleef zo te zien niet veel meer over en ook Verviers had een lelijke veeg uit de pan gekregen van de U.S.Airforce...Maar naarmate ze naar Luik afzakten scheen het landschap minder van het krijgsgeweld geleden te hebben, ook al kon je de streek moeilijk erg florissant noemen. Het enige wat een beetje kleur gaf aan het grauwe straatbeeld van de fabriekswijken waren de grote reclameborden van Coca-cola, waarop zeemzoete meisjes in zonnige pasteltinten gelukzalig aan zo'n flesje lagen te sabbelen! Joseph had dat apothekersdrankje éénmaal geproefd bij Hélène, in de kantine van 'Adlershorst', maar was vlug weer overgeschakeld op het oer-degelijke Duitse Apfelsaft! Zo'n dure monsterreclame voor dat walgelijk Amerikaans spoelsel vond hij écht weggegooid geld! Dat kregen ze vast in een ‘bierland’ als België nog niet aan de straatstenen verkocht ! Dacht hij...    

 

Eenmaal buiten Luik volgden ze nu de rechteroever van een brede stroom: de Maas zonder twijfel...Hij was hier nog nooit geweest, maar wist van horen-zeggen dat deze vallei de parel van het Walenland moest zijn...Had er nu een beetje zon op de rotsige oevers gestaan, dan kon hij zich wél een écht toeristisch trekpleister voorstellen...Maar die natte nevel bedierf àlles...En tenslotte had hij de laatste jaren aardig wat mooiere plekken van de wereld gezien...

 

Plots schrok hij uit zijn zwaarmoedig gemijmer op! De colonne verliet de baan en draaide een breed sintelplein in, schijnbaar de parkeerruimte van een verlaten steengroeve...'Carrières de Tihange' kon hij op een vuil verroest uithangbord ontcijferen, maar dat maakte hem niet wijzer...Wéér een controle ??...Tot hij op zijn polshorloge zag dat het al tegen twaalven liep en hij begreep dat de heren aan een hapje toe waren...Hij zag hoe de chauffeurs van de drie camions àchter hem uitstapten en rekkend de stijve spieren ontspanden. Met hun rammelende gamel in de hand slenterden ze naar de kop van de colonne...Die gingen dus dààr ergens aanschuiven voor een stevige hete goulash of een worst met witte bonen in tomatensaus! Joseph voelde dat hij al helemaal was opgeknapt, want het water kwam hem in de mond bij deze verre gastronomische herinneringen...Maar noodgedwongen moest hij zich tevreden stellen met lauwe koffie en zijn eigen 'Butterbrot' belegd met leverpaté...Enfin, het had een stuk slechter gekund.

Terwijl hij daar in het halfduister zat te kauwen, vroeg hij zich af hoe hij in Westende aan eten zou kunnen geraken. Hij had de laatste weken menen te verstaan dat de voedselvoorziening in België er flink op vooruit was gegaan en veel zaken niet meer op de bon waren. Maar voor de rest zou hij zijn plan moeten trekken 'in 't zwart', want rantsoenzegels bezat hij natuurlijk niet...In de praktijk, de Belgische mentaliteit kennende, verwachtte hij daar geen moeilijkheden mee, al moest hij toch vermijden bij de bakker of de kruidenier met zijn totaal gebrek aan 'bonnetjes' de aandacht te trekken...Maar als er zélfs in Porz vorige maand al een 'Imbiss' geopend werd waar je zonder zegeltjes kon eten - groentesoep en dergelijke - dan kon dat in een toeristische badplaats als Westende al helemaal geen probleem zijn, hé! ...Enkel met zijn nieuwe belgische bankbriefjes kon hij nog last krijgen ,al had Konrad hem verzekerd dat die koosjer waren ,en het zéker geen 'Guttgeld' was. Maar hélemaal gerust ben je nooit...

 

Om halféén vertrokken ze opnieuw. De zon kwam er een beetje door en de baan lag er véél beter bij, met lange stukken macadam. Ze schoten goed op...Huy, Andenne, Namur: van deze Waalse steden had hij nog nooit gehoord, maar hij vermoedde dat meester Denolf hen destijds de Vlaamse namen van buiten had laten leren..."De Maas ontspringt in Frankrijk en bespoelt Dijnant, Namen, Hoei en Luik..." Joseph kon van alle stromen en rivieren nog de rijmen met de boordsteden afdreunen, maar deze hier in het Walenland bleken dan toch niet te kloppen...Enfin, missen is menselijk, al had hij de oude meester Denolf ,eerlijk gezegd ,nooit een groot licht gevonden...

Dat deed hem weer aan meester Engelborghs denken, waar hij lange tijd wél naar opgekeken had als naar een god...Ondertussen had hij tot zijn eigen scha en schande moeten ondervinden wat voor een blaaskaak dat feitelijk was! Een grootprater en een arrivist, die letterlijk over lijken ging! De dood van de broertjes Berkenout had hij al zéker op zijn geweten! Op zijn aanstoken waren die twee naar het Oostfront getrokken om dààr lijk honden te creperen! En hijzélf had zich door die vent eveneens lijk een onnozelaar laten opdraaien om - zoals het toén heette - Europa tegen het bolsjevisme te beschermen...

"En zie mij hier nu zitten! " dacht Joseph vol zelfbeklag: "Een kreupele invalide twintiger met een houten poot! Een wrak zónder de minste toekomst! En heel mijn familie uitgemoord door dat zinloze flamingantisme van die roekeloze Streber! En wie weet hoeveel rampen die vent nog allemaal op zijn kerfstok heeft staan! Natuurlijk zal die gladde weerhaan zich op tijd aan het nieuw bewind aangepast hebben , die vuile politieke tafelspringer , en heeft hij van het Verzet ondertussen wel ergens een mooi postje gekregen! Voor wat, hoort wat! Al goed dat niet iederéén die kazakkendraaierij zomaar slikt! " Want zohaast Joseph terug in Westende zou zijn, mocht meneer de burgemeester Engelborghs zich aan een gepeperde rekening verwachten! Een éindafrekening, wel te verstaan!

Zijn verbeten gepieker, hoe hij zijn vroegere mentor om zeep zou helpen, deed hem de tijd volledig vergeten. De troosteloze industriestreek buiten was niet van aard om hem op vrolijker gedachten te brengen. Zelfs de opgepepte meisjes van Coca-cola gingen schuil achter een grauwe sluier van vuile roettranen. En ook het reclamebord aan de stadsrand, met "Bienvenue à Charleroi", hing beschamend scheef in zijn hengsels...Kom, jongens, een beetje gas geven, dat we deze verpauperde bedoening zo vlug mogelijk kunnen vergeten!

Maar in plaats van op te schieten stokte de vaart van de colonne! Wéér reden ze een fabrieksplein op en even later stapten de chauffeurs met dezelfde rék-oefeningen opnieuw uit hun cabine. Ditmaal voor een theepauze, merkte hij al gauw. En inderdaad, het was klokslag 16.00 uur! Four o'clock tea! Mensen toch! Hoe dit janettenvolkje ooit de oorlog had kunnen winnen ging Joseph boven zijn petje! Maar voor alle zekerheid kroop hij toch maar weer in zijn stinkende kist, want tijdens zo'n stomme halte kon er van àlles gebeuren!

En inderdaad, toen de chauffeurs terugkwamen van hun kopje troost, bleven er een viertal druk staan palaveren vlak bij Josephs hoofdeinde. Hij hoorde hen een paar keer tegen de brandstoftank stampen en vlak vóór zijn eigen chauffeur terug in zijn cabine kroop, hoorde hij deze vlak tegen het dekzeil roepen: " No smoking, hey lad, no smoking! "...Het duurde even vooraleer Joseph begreep dat die man het tegen hém had...Zou dat misschien te maken hebben met die benzinestank in de laadbak ?...Was er mogelijk ergens een lek in de leiding ? En was hij dààrdoor al gedurende heel de rit zo misselijk geweest en bedwelmd door de dampen ?...Benzinedampen nog wel, die ieder ogenblik konden ontploffen ?! Maar ondanks hij zich vaag realiseerde dat hij op een tijdbom meereed, kon hij toch de moeite niet opbrengen om voor meer veiligheid naar achter bij de 'nooduitgang' te gaan zitten...Al voelde hij zich voor een herhaling van de misdadige brand op de autobahn in Leverkusen ,vorig jaar , absoluut niet geroepen.

 

Waarschijnlijk was hij door de gaslucht weer even in slaap gesukkeld, want toen hij instinctief wakker schoot van de 'grote pipi', waren ze weer volop aan het rijden. Nu moést hij wel uit zijn kist kruipen, wilde hij zijn broek niet schandelijk bevuilen. Maar tot bij de achterklep geraakte hij niet tijdig en deed het dan maar tussen de kisten...Dié stank kon er nog maar bij! ...Want hij merkte inderdaad dat de benzinewalmen zwaar op de adem begonnen te pakken...En dít ondanks het flinke gangetje dat de colonne er op nahield, waardoor het onder de huif toch aanhoudend wat tochtte...Dat lek moest de laadbak al goed besproeid hebben, zo te zien...En de minste vonk kon het hele zootje in de lucht blazen...En juist nù ze midden door een drukke stad reden! 'Tournai-Centre 1 km' las hij in de vlucht op een wegwijzer: Stadtmitte-Doornik dus, vertaalde hij vlug...Dat kon een ramp worden voor deze historische stad, als het boeltje juist hiér in de lucht zou vliegen, overwoog hij nogal idioot... En hoe het kwam was hem een raadsel, maar plots zag hij die Canadese vrachtwagen, met al dat zilverwerk van Hélène, brandend door de brugleuning van de Autobahn hangen in Leverkusen! En de twee verkoolde chauffeurs die hem tartend toegrijnsden...Pas toén viel het hem te binnen dat hij onder deze toegeknoopte huif zélf gevangen zat als een rat in de val!

Alsof ook de colonne het gevaar had gemerkt, begon het tempo plots te zakken. Was de chef op de kop met een walkietalkie verwittigd en zouden ze hier zo vlug mogelijk een noodstop houden ?...Maar het vertragen bleek énkel bedoeld om met een aangepast slakkengangetje de Baileybrug over de Schelde te kunnen nemen, want op de andere oever dreven ze met veel geschakel de snelheid weer op! Eenmaal buiten de stadswallen reden ze dan tóch een plein op, ditmaal de binnenkoer van een kazerne, zo te zien... Dus was het gevaar tóch tot de kop doorgedrongen ?!... Maar neen hoor: het was al tien na zes, de heren gingen gewoon op hun gemak wat avondeten...

Juist op het moment toen de àndere chauffeurs voorbij zijn schuilplaats stapten, kreeg hij een kotsende aandrang om zijn longen uit zijn lijf te hoesten! Zijn ogen traanden als bij een nijlpaard en het bonken in zijn bol was écht niet meer te harden! Verdomme, dacht Joseph, als ik hier niet vlug wat frisse lucht ga krijgen, is het met mij gedaan! En als mijn chauffeur er niet voor zorgt, zal ik het straks maar rap zélf doen zeker ?...Het kromme 'Laguiole' knipmes, dat hij uit de beenhouwerij had 'geleend', was een ideaal gerief om een flinke winkelhaak in het dekzeil te ritsen...Maar om geen onnodige schade aan te richten en zijn chauffeur niet in nesten te brengen, kon hij zich misschien voorlopig beperken tot het doorsnijden van het rijgkoord rond de huif ?...

Hij pijnigde zijn hersenen om te berekenen wààr en hoe groot hij die opening het beste maakte. Aan de voorzijde, tegen de cabine ? Dààr ving hij tijdens het rijden, door dat verluchtingsgat, natuurlijk de meeste frisse wind. En deze plek bood nog het voordeel dat de achteroprijdende chauffeurs er niets van konden merken. Zijn eigen 'driver' natuurlijk wél, maar die zat tenslotte méé in het complot...En van dààr kon Joseph, via de achterruit van de stuurcabine, met de man ook beter contact opnemen, moest het plots dringend nodig blijken...Niets dan voordelen dus...Hij moest enkel nog een beetje wachten tot de colonne weer vertrok...

Toen de vier chauffeurs na het eten terugkeerden, bleven ze nog een tijdje palaveren bij de lekkende brandstofleiding. Waarschijnlijk voerden ze nog vlug een noodherstelling uit,veronderstelde Joseph naïef, die destijds opgeleid werd met een heilige afschuw voor verspilling van 'Sprit'...

Pas waren ze opnieuw gestart of Joseph werkte zich walgend van de stank weer naar zijn kist toe om op de kop van de huif het rijgkoord los te snijden. Maar dat was rapper gezegd dan gedaan! Want juist in beide hoeken van de laadbak, links en rechts van zijn kist, versperden twee oliedrums van 250 liter de toegang tot het koord. Hij moest al ver achter dat vettige vat reiken om stevig greep te krijgen op het henneptouw. Maar dan: twee halen met zijn kromme 'laguiole' en het koord was er geweest... Hij reeg het moeizaam los en door de opening stroomde nu eindelijk wild de frisse lucht in zijn gezicht!...Maar in het binnenvallend licht zag hij dat het grote vat in de rechter hoek flink lekte en de boden van zijn kist doorweekt had. En al snuffelend besefte hij dat de plas stroperige vloeistof verantwoordelijk was voor de verstikkende chemische stank die hem al heel de rit lang zo'n koppijn had bezorgd. Op de zijwand ontdekte hij het geponste logo 'ontvlambaar' , met daaronder 'TOLUEEN'. Deze benaming deed hem denken aan 'Tri-Nitro-Tolueen', de basisgrondstof voor T.N.T.... Verdomme, nog gevaarlijker dan die benzine! ...

Plots merkte de chauffeur zijn bedoening door het gat in de huif en schudde kwaad de gebalde vuist.

Maar Joseph maakte met dramatische wurg-mimiek duidelijk dat hij dreigde te stikken in die stinkende laadbak.

De chauffeur scheen het te begrijpen want hij haalde de schouders op en reed nukkig voort...

 

Joseph installeerde zich nu liggend óp zijn kist met zijn hoofd door het gat en keek door de achterruit en het windscherm van de cabine naar de baan vóór hem. Verre van gerustgesteld schatte hij de afstand tot Duinkerke nog op een 100 km...Dus zonder tegenslag moet hij nog drie uur naast die vervaarlijk klotsende tijdbom liggen!

Aan de Belgisch-Franse grens vertraagden ze wel, maar stopten gelukkig niet. Wéér zoveel tijd gewonnen!

Een wegwijzer! "Lille 14 km". Nog een half uur...

 

Het werd ànders een mooie avond...Toen ze Lille binnenreden was het 20.10 u en ging de zon vuurrood onder... Nadien, buiten de stad, was de steenweg godzijdank kaarsrecht met weinig verkeer...Het had verder een gezapige rit kunnen worden, ware het niet dat het klutsen van het tolueen hem danig op de zenuwen begon te werken. Hij dacht te weten dat deze stinkende chemische rommel, in tegenstelling tot nitroglycerine, niét bij de minste schok ontplofte, maar daarvoor eerder een ontstekingsvlam of een aanzetlading nodig had...Dat zou een geruststelling moeten zijn...Bij de Kriegsmarine gebruikten ze dat goedje voor zover hij wist in hun zeemijnen...Maar dan wél verzopen in een speciaal soort zand, juist tegen dat verdomde klotsen!

 

In het licht van de koplampen dook weer een wegwijzer op: "Duinkerke 75 km"! Nog twee uur, als alles goed ging! Verdomme, dat blééf maar duren!

Hij trachtte zijn zinnen te verzetten door hardnekkig na te denken hoe hij het straks bij zijn aankomst ging aanpakken. Dat het er feitelijk al pikkedonker zou zijn was nooit in hem opgekomen. Vreemd...En midden in de nacht door de verlaten havenbuurt op zoek gaan naar de 'Jean Bart' of een àndere 'Zimmer Frei' was onbegonnen werk! Dus werd dat, in afwachting van de nieuwe dageraad, waarschijnlijk een nachtje onder de sterren...In Rusland had hij dat maandenlang meegemaakt en ondervonden dat een beschutting tegen de regen of een scherm tegen de wind al voor veel comfort kon zorgen... Een autowrak bijvoorbeeld zou hier al een luxueuse slaapplaats kunnen geven...om van een schuilhok met stro voor de koebeesten in de wei nog te zwijgen! En morgenvroeg, als er wat meer volk op straat liep, kon hij veel makkelijker en zonder erg op te vallen iemand de weg vragen...

Door zich in gedachten stevig op zijn overnachting te concentreren, kon hij dat smerige vat tolueen naast zich een hele tijd negeren. De vlakke baan nam beetje bij beetje de beangstigende spanning van het klotsen weg. Tot aan de voet van de Casselberg ging alles goed...Een wegwijzer gaf zojuist 'Duinkerke 28 km' aan, toen, op iets minder dan een uur van zijn doel, plots de hel losbrak! De baan begon onverwacht steile bochten te maken en golfde kort op en neer door het heuvellandschap. Tot zijn wurgende schrik voelde Joseph het ijzeren vat plots een heel eind schuiven op de glibberige bodem van de laadbak!

"Miljaarde! " flitste het door zijn hoofd: "Als deze metalen drum door de wrijving op het stalen beslag van de vloer een vonk durfde trekken...midden in de plas gemorste tolueen! ...Dan is het er hier mee gedaan! "

En terwijl hij verkrampt in elke bocht trachtte het schuiven van het vat met zijn schouder op te vangen, bekroop hem de drang om de chauffeur te alarmeren voor het dreigende ontploffingsgevaar. Gelukkig werd de baan buiten de dorpskom van Cassel geleidelijk weer vlakker en rechter en kon hij, zwaar bezweet en kleverig van de gemorste tolueen, eindelijk uitgeput op adem komen. Zo, het ergste gevaar scheen bezworen...En nu maar hopen dat de chauffeur niet plots alles moest dicht gooien voor een overlopende schurftige hond!

 

In een buitenwijk van Duinkerke kreeg de motor van de Bedford plots zijn eerste haperingen. Een prachtig gespeelde 'panne', moest Joseph toegeven: net écht!

Wie niet beter wist zou vragen: " Vuiltjes in de brandstoftoevoer, maat ?!" Twee knallen in de uitlaatpijp moesten de achteropkomende 'drivers' verwittigen dat het erg met ons gesteld was. Als theatraal toemaatje joeg zijn chauffeur de motor nog een paar maal brullend op, om zó schokkend en knallend nog een eindje verder te hossen.

" Ik voel wel aan dat je de situatie erg vernederend vindt, " dacht Joseph spottend: " Je beroepsernst staat op het spel...Maar zó is het wel okee hoor! Iedereen heeft begrepen dat het niét jouw schuld is: dat lek in de brandstoftank kan jou niet verweten worden! !"

Voor de goede orde joeg de chauffeur de motor nog een paar keer op, als om het vuiltje in de leiding weg te pompen. Zo slaagde hij er telkens in een paar honderd meter verder te sukkelen...Hopelijk liet hij zich niet door zijn eigen spel meeslepen en was hij niet vergeten dat Joseph eraf moest vooraleer hij het afgegrendelde militaire deel van de haven inreed! Want Konrad had hem nog zó op het hart gedrukt: dààr op eigen kracht weer ongezien ùit geraken kon hij vergeten!  

Op een totaal verlaten soort ringlaan viel de motor dan toch schokkend stil. Alle brandstof was blijkbaar op. De wagen kon nog lamlendig uitlopen tot onder een van de zeldzame straatlantarens, maar dan was het er ook definitief mee gedaan! Voor de show pleegde de chauffeur nog een paar moordende aanslagen op zijn stotterende starter, maar moest zich tenslotte ontmoedigd gewonnen geven...

Na een korte aarzeling reden de achterop komende collega's hem wuivend voorbij...Zo, dacht Joseph gespannen, dan gaat het hier moeten gebeuren hé...Terminus! En alles volbracht zonder noemenswaardige kleerscheuren...In de verte, op hoogstens twee-drie kilometer, kon hij al verlichte walkranen zien staan: zijn einddoel, de havendokken van Duinkerke! ...Dus niet langer treuzelen hé: hij moest hiér en nù van deze 'noodstop' profiteren om de camion te verlaten en een veilig onderkomen te zoeken voor de nacht. Er stond wel een stevige zeewind, maar het was absoluut niet koud: eventueel kon hij dus, zoals hij al overwogen had, zelfs in open lucht gaan slapen...

Door zijn luchtgat op het dak van de cabine kruipen én zijn rugzak meetrekken ging niet vanzelf, maar het lukte. Pas toen merkte hij dat de Bedford geen vooruitstekende motorkap had waarop hij zich had kunnen laten zakken. De chauffeur gaf hem onder zijn voeten dat hij, zoals élk beschaafd mens, via de achterklep had moeten uitstappen en hielp hem wat onwillig op de begane grond. Om zijn goede wil te tonen wou Joseph nog even helpen om een reserve jerrycan uit de ligplaats onder de laadbak te trekken. Maar deze bus was verdomd glibberig van de doorgedrupte tolueen en de weggelekte benzine, merkte hij...En wat gebeuren móést, gebeurde natuurlijk ook: tijdens het bijvullen van zijn brandstoftank ontglipt de jerrycan uit de handen van de chauffeur en donderde klokkend op de kasseien!

Het was al 'fucking' en 'damned' wat de klok sloeg en de bus was al half leeggelopen vooraleer de man wat bedaarde! Een dokwerker die juist kwam aangefietst, schoot opdringerig ter hulp, duidelijk met de bedoeling uit deze toevallige ontmoeting een slaatje te slaan! Immers: bij stilstaande militaire vrachtwagens viel in de haven altijd wel iets te verpatsen!

"Je peux t'aider ?... I can you help ?" probeerde de Fransman: " Panne sèche, hé copain ?!"

Maar terwijl de Brit de boot afhield, zag hij de gloeiende sigarettenpeuk aan 's mans onderlip hangen en riep bevelend: " Attention! No smoking here! "

Julot schrok even terug, maar schoot dan bereidwillig zijn peuk weg. Joseph volgde, als in een vertraagde film, de vlucht van het dodelijke projectiel: zag hoe de frisse zeewind er greep op kreeg, het even speels opwierp en vervolgens stuiterend terug blies...Tot ónder de vrachtwagen, inderdaad!

Geen seconde later schoot een klein blauw vlammetje omhoog tussen de kasseien en in een wip stond heel de onderkant van de camion in de fik. Gillend kafferde de Brit die stomme 'Frog' uit, maar moest na een korte poging tot blussen zielig en ontzet achteruit wijken.

Joseph zag in een flits dat vat tolueen voor zijn ogen! In een oogwenk greep hij zijn rugzak en zette het in paniek op een lopen.

Nog vier eindeloze seconden, en dan BANG! !... ontplofte de camion met een helse knal! De klap smakte Joseph tegen de kasseien, terwijl een regen van ijzeren brokstukken rinkelend om hem heen stortte!

En dàn floepte plots het licht uit...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
08-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
09-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 367
Klik op de afbeelding om de link te volgen

DO2:   HET SPOOK ONTMASKERD.

 

                               Duinkerke, 6 mei '46.                

Als het de bedoeling was geweest onopgemerkt van de camion te stappen en stilletjes in de donkere havenbuurt te verdwijnen, dan had hij nu zéker de hoofdvogel afgeschoten ! Van discretie gesproken, zég !

Toen hij, met zijn rug op de koude kasseien, weer een beetje bij bewustzijn kwam, merkte hij dat een vrouw één van zijn ogen open trok en er met een zaklamp pardoes in scheen ! Verdomd pijnlijk, bovenop dat bonken in zijn hersenpan ! En waar kwam begot opeens dat rotwijf vandaan !? En die camionette van het Rodekruis !? En die pompier ,en die bende ramptoeristen !? Of had hij hier soms die hele tijd buiten westen gelegen ?

Zijn gekreun scheen de verpleegster gerust te stellen: " Bon, celui-ci est okee ! " En als om dat te bevestigen verkocht ze hem nog vlug een muilpeer en zwaaide met haar hand voor zijn schele blik: " Tu vois mes doigts, hein ? Combien tu en vois ? Allez, dis-le: combien de doigts vois-tu ?! Un ? Deux ? Trois ?..."

Joseph begreep haar basistest op hersenschade:    "Zes vingers..." besloot hij moeizaam.

" Seks Finker ?" vroeg zij geschokt: " T'es boche ?" De Fransen noemden de Duitsers "les Boches".

" Non, c'est du flamand ! " vergoelijkte een àndere vrouw: " Zes vinger ! Il voit double, le pauvre ! "

Maar de verpleegster wou er toch het fijne van weten en meteen de omstaanders imponeren met haar talenkennis:

" Zie zien deutsch hein ?! Zagen zie vieviel finker ?!"

Joseph had er plots de buik van vol: "Putain-merde ! Arrêtez votre cirque ! J'ai mal au dos, c'est tout ! " Zijn losse omgang bij Deutinger met de twee "aangebrande" Elzassers Robert en Bertrand wierp plots onvermoede Franse vruchten af...

" Et il lui manque une jambe aussi ! " stelde een derde vast bij de opgespelde broekspijp: " Mais çà ne date pas de hier..." Goed gezien !

" Laisse-moi voir ton dos..." zei de verpleegster wat gefrustreerd en rolde hem met de hulp van een man op z'n zij. Ze rook wel lekker, vond Joseph...vooral na al die uren naast dat tolueenvat...

Na een oppervlakkige controle besloot zij: " Légère brûlure d'impact à l'omoplate gauche, sans percée..."

Joseph liet zich door dat medisch jargon niet afschepen ,en betastte voorzichtig aan de achterkant van zijn schedel de natte wonde: "Sans persée ?! En dàt hier ?!"

" Oh...Une bosse sans gravité..." wuifde de knorrige verpleegster die buil op zijn achterhoofd weg.

" En hoe stelt de chauffeur het, met zijn copain ?" wou hij nog weten.

" Le chauffeur ? Et son copain ?... Partis à la morgue, brulés vifs.."

" Altegare dood ,in de morge" vertaalde de Vlaamse vrouw op haar beurt: " Les pauvres...Helegans levendig verbrand."

 

Dat hij de enige overlevende getuige van het ongeval was, zal hij geweten hebben ! Verdorie, wat dié hem allemaal vroegen, in dat hospitaal ! Eerst natuurlijk een verklaring voor het medisch dossier: begrijpelijk, ze moesten de kosten voor de interventie toch érgens op kunnen verhalen hé...Maar toen de wonde in zijn rug en op zijn achterschedel verzorgd werd, kwam de politie hem al de pieren uit de neus halen. En terwijl dié nog volop aan 't vissen waren stonden daar plots ook de Britse M.P's van de militaire politie aan zijn bed ! Véél was niet genoeg !

Joseph hield het zéér beknopt , door zijn voorgewend gebrek aan talenkennis. Ja, hij heette Jean-Marie Peters en woonde in Oostende (Belgique), zonder beroep. Hij was hier in de buurt zogezegd op zoek naar los werk en had die dokwerker daarover op de Ringlaan aangeklampt... Terwijl ze wat stonden te praten bolde die Britse camion met z'n laatste druppel benzine tot vlak voor hun voeten. Ze dachten dat de chauffeur de weg ging vragen, maar hij scheepte hen nogal brutaal af en begon zijn tank bij te vullen met een jerrycan. Joseph was, volgens hij zich herinnerde, dan alleen voort gewandeld en had de ontploffing gehoord toen hij al ruim een twintig meter vérder liep...

" Vijftien meter ! " verbeterde de agent streng: "Wij hebben het nagemeten ! "

" Des te beter ! Ik niet ! " zei Joseph adrem. En hij liet voor de rest goed begrijpen dat zijn naam in feite 'Haas' was en hij verder van niets wist...Die klap op z'n achterhoofd ,verdommeb ,en heel die tijd bewusteloos : ze moesten niet tevéél vragen hé !

Het duurde nog wat langer vooraleer ook de Brits M.P's met veel collectieve vertaalhulp hun boekje vol kregen, maar tegen middernacht scheen iedereen er plots genoeg van te hebben...Joseph begon zich juist stil te verkneukelen over zijn sprankelende fantasie, toen één van de agenten bij het afscheidnemen langs zijn neus opmerkte: " Ge moet uw papieren eens laten vernieuwen ,hé Fiston , want in mijn ogen zijn die hier niet veel meer waard...En ik kan zeker maar beter niet vragen van waar die vuile zwarte korsten komen, hier op je handen en in je baard, en dààr op heel de zijkant van je jas ?...Rap iets op je schouder willen verslepen dat onder de olie zat, hé ?..."

Maar Joseph pikte vlug in: " Ik ? Rap een vrachtje verslepen op mijn schouder ? Terwijl ik maar één poot heb en met krukken loop ? Gij denkt verdomme zekers dat ik Tarzan ben ! " De flik scheen de Frans-Vlaamse hutsepot toch te begrijpen en haalde monkelend de schouders op. Over een zielige havendief wilde hij op het einde van zijn nachtdienst niet moeilijk gaan doen...

 

Om tien uur 's morgens werd hij ontslagen uit de spoeddienst, nadat de dagzuster met ether die korsten tolueen van zijn gezicht en handpalmen had geschrobd. Ze wilde ook nog hardnekkig zijn besmeurde jas vervangen door een propere kaki soldatenkapoot ,gratis. Joseph kon dat na een bijbelse spraakverwarring tenslotte afwimpelen, al dacht dat mens natuurlijk dat hij nog niet goed bij zijn hoofd was...Ja, wist zij veel dat zijn laatste drie gouden Fredericks in de zoom van die stinkende jekker waren ingenaaid!

De bezorgde verpleegster legde hem met hand en tand uit wààr hij bus 12 moest nemen om op de Quai des Hollandais te geraken, en vijf minuten later stond hij eindelijk weer buiten ! ...En, wonder boven wonder: nog steeds als vrij man, ondanks alle verwikkelingen van de laatste vierentwintig uur...

Tijdens de busrit viel hij van de ene verbazing in de andere: hele wijken van de stad lagen nog volledig in frut. Het was wel algemeen bekend dat de Fransen aan puin-ruimen een broertje dood hadden, maar deze rotzooi hier klopte toch wel àlles ! ...Gaandeweg drong het echter tot hem door dat de 'Luftwaffe' in mei '40 in deze haven met zware bombardementen de evacuatie van de Britten naar 'de overkant' had willen stoppen..."Kleine" Leon had er met de 'Astrid' destijds nog lelijk in de knel gezeten...En op het einde van de oorlog had het omsingelde Duitse garnizoen van de "Festung Dunkerke" in de stad en de haven stand gehouden van september '44 tot 8 mei '45...Een wapenfeit dat 'Bombercommand' van de RAF waarschijnlijk onder het (bommen)tapijt heeft willen vegen ! Voeg daar tussenin nog vier jaar 'speldeprikjes' van de kwistige U.S.Airforce, dan was het te begrijpen dat in de stad niet veel stenen meer op elkaar stonden...En de vraag drong zich natuurlijk bij Joseph op: " Wat zou er van die fameuze 'Taverne Jean Bart' bij de haven uiteindelijk nog óvergebleven zijn ?!...

 

Van de bushalte ,waar hij afstapte ,de Quai des Hollandais afwandelen ,was maar een korte trek...tussen de ruïnes. Maar het duurde wel even vóór hij midden die vage gronden vol puin en onkruid, afgebrokkelde muurpanden en dichtgespijkerde gevels het huisnummer 21 had ontdekt. En inderdaad, onder een scheefgezakte dakgoot kon je zoiets als een afgeschilferd galjoen ontwaren. De verbleekte tekst rond dit kunstwerk liet veronderstellen dat het waarschijnlijk ging om 'Taverne Jean Bart'...Voor de rest was er in de verre omgeving geen levende kat te ontwaren ! ...Een hond wél. Het beest sloeg plichtsgetrouw aan toen Joseph, na zijn vergeefse speurtocht naar een deurbel, tenslotte op de houten zijpoort bonkte...En nóg eens ! ...En opnieuw ! !

Toen de hond zich op de koer achter de poort bijna gewurgd had met zijn eigen ketting, riep een schrille vrouwenstem: " C'est qui ?!"

Joseph wist niet zo vlug wat zeggen, en deed zich dan maar voor als facteur: " Lettre de Konrad, Allemagne, pour famille Dieudonné ! "

" De qui ?!" vroeg het dove wijf schel...Dus herhaalde hij maar: " Konrad, Allemagne, me donne une lettre pour vous ! ...Famille Dieudonné! " Van de hartelijke ontvangst, die Konrad hem had voorgespiegeld, was nog niet zo veel te merken...

De hond bleef maar hees voort blaffen en de vrouw kreeg het ervan op haar heupen: " Churchill, ta gueule ! Couchez, merde! " En tegen Joseph, al wat minder kort: "Une lettre ? De l' Allemagne ?" Maar toen incasseerde de hond jankend een stamp en zweeg abrupt. Een man opende de poort, geblokt en behaard als een bosaap. Het leek wel alsof nù Joseph op zijn beurt een stamp onder zijn kont kreeg! ...Geheel uit zijn lood geslagen stamelde hij:

" Pa ?...Vader ?...Dis ?...Miljaardedju ! Wat doet GIJ hier verdomme ! "

 

Volgde een verwarde vaudeville. De gorilla in de spleet van de poort wees geschokt, onder de wantrouwige blik van zijn tedere wederhelft, elk vermoeden van buitenechtelijk vaderschap kordaat af. Wat dacht die opdringerige vreemdeling wel dat hij was ? Een vriend van 'Konrad' ? Inconnu au régiment ! ...Uit Keulen, Duitsland ?...Köln ?...Connais-pas !...Cologne ?

Langzaam sloop de twijfel bij alle tegenspelers binnen: 'Cologne' deed blijkbaar bij de bosaap wél een belletje rinkelen. En bij Joseph begon het ongerijmde van dit plotse weerzien met Dis ook langzaam door te dringen: dit kón niet ! Te zot om los te lopen ! ...Maar alles klaarde op nadat hij de brief had afgegeven en de vrouw na een vluchtige blik besloot: " C'est Gustave ! "

De poort ging open, de slotbrug neer...

Want volgens de briefschrijver Gustave was "le soi-disant Jean-Marie" de broer van Leon Petré die hem aan de Oder het leven had gered ! Dus hoogstwaarschijnlijk een kozijn uit de Vlaamse familietak en vanzelfsprekend met de meeste gastvrijheid te ontvangen !

" Entrez, entrez, cher ami! " riepen die twee door elkaar: " En vergeef mij het ruwe wantrouwen van daarjuist, maar wij moeten hier erg uit onze doppen kijken ! De 'poulets' (flikken) embêteren ons om de haverklap voor allerlei futiliteiten, gewoon om ons een borrel of geld af te persen...Du vrai racket ! ...En er zwerft hier veel schorem rond dat de hand niet omdraait voor een kwade slag ! C'est le Far-West ici ! "

Dit slordige duet van stereotype excuses ging zo nog een tijdje door...Maar onderwijl voerden ze hem - op z'n gevoelige schouder kloppend - toch over de koer het huis binnen, voorbij de hond 'Churchill' die, even schuldbewust als zijn baasjes, aan zijn hok wat beschaamd stond te kwispelen...

De patron wou hem direct 'un p'tit rouge' inschenken, maar zij begreep dat 'une bonne jatte' met een flink stuk cake meer aangewezen was...Doch toen ze hongerig wilden weten hoe Gustave het daar stelde moest hij hen even afblokken: Sorry, maar dat wist hij niet! Hij had die Gustave nog nooit gezien en enkel van hem gehoord via de 'passeur' Konrad...Dààr zie ! Op de schouw ! Een foto van die Konrad...,nog in SS uniform !

" Mais non ! " zei de moeder geshockeerd: "çà c'est mon petit Gustave ! " en ze gaf het zilveren kadertje door aan Joseph. Die wou, na nauwkeurig onderzoek van het gezicht op de foto, beginnen strijden dat dit verdomme Konrad was, en niémand ànders ! ...Tot hij plots het absurde van de situatie inzag, en begreep dat zijn 'passeur' hem een paar maand voor de gek had gehouden met dat verhaaltje over 'zijn boezemvriend Gustave'...Die vent was verdomme zélf 'Gustave' ! En had van bij de eerste kennismaking waarschijnlijk goed gewéten dat hij met een kozijn uit de Westhoek te doen had ! Een "p'ti Belge' hé...Zo'n stomme kloot uit de Vlaanders, merde, waaraan ge àlles kont wijsmaken ! ...

Omdat Joseph plots knorrig nog énkel in monosyllaben op hun vragen antwoordde, voelde Pa Dieudonné waar het schoentje wrong: " Hebt gij mij niet voor iemand ànders aanzien, toen ik de poort open trok ?...Het leek wel of je een spook zag ! ...En je noemde mij Pa ?...Of Dis ?... Mijn voornaam is Marie-Joseph, weet je, en het zou mij écht verwonderen mocht ik je vader blijken te zijn ! ... Je hebt mij waarschijnlijk voor iemand ànders aanzien hé, iemand die ik kén ?..."

Joseph was erg gegeneerd, maar zag geen gat meer om nog elegant te ontsnappen. Daarom schokschouderde hij maar wat en bekende met een verontschuldigende glimlach: " Het is idioot, maar je lijkt als twee druppels water op mijn vader...Idioot inderdaad, want die man is al acht jaar dood en begraven ! Of beter gezegd, hij is een jaar of acht geleden - in 1938 - plots verdwenen, in rook opgegaan bij een ontploffing van een hoop oude oorlogsmunitie...Ik was toen een jonge gast van een jaar of vijftien...En omdat de commèren van het dorp beweerden dat ons pa niét dood was, maar integendeel was gaan lopen naar zijn lief in Duinkerke, is van die roddel altijd iets blijven hangen..."

" Allez, bon...Maar ik moet u ontgoochelen: ik ben misschien wel uwen nonkel ,maar ik ben zéker uw vader niet...Alle kinderen die ik heb gemaakt hebben duidelijk mijn trekken: zie maar naar onze Gustave...Mijn twee dochters zijn daar zelfs niet erg over te spreken ,over onze familietrekken ! En onze Francois, van 't zelfde, maar die is in '43 in de 'Kessel van Tcherkassy' gebleven ,diep in Rusland...Zo'n blonderik lijk gij valt compleet buiten mijn pispot, als ik het zo mag zeggen ! " Plots brulden Pa en Ma van het lachen !

Joseph deed beleefd mee, maar dacht wat toelichting te moeten geven: " Ik weet het: thuis trok ik ook totaal niet op ons vader, maar eerder op ons moeder..."

De Dieudonné's schaterden het uit: " Ja-ja, dat zegt men dan in zo'n geval, hé ! ...Ha, die Vlamingen toch ! Ce sont de vrais rigolos, tu sais ! ...Ha, quelle famille qu'on a ! !..."

 

Nadien had Joseph nog wat meer moeten uitweiden over de lotgevallen van de familie Petré in Westende - "C'est tout près de Nieuport en Flandres "- en daarbij werd al wat minder gelachen ! De dood van Dis, zijn eigen wedervaren aan het Oostfront en de moord op zijn moeder tijdens de bevrijding...Bij de dood van zijn broer Leon in Berlijn kreeg ma Dieudonné écht de tranen in de ogen: " Ce pauv' garçon ! C'est lui qui a sauvé Gustave, hein, auparavant ? Un vrai héro, ce Léon ! " En ze greep Josephs arm vast met beide handen: " Merci, Monsieur, merci de tout coeur ! " Alsof hij daar voor iets tussen zat! Daarom gooide Joseph het vlug over een àndere boeg.

" Weten jullie nu precies hoe dat in feite zit met de familieband tussen de Petré's en de Dieudonné's ? Dat heeft iets te maken met de Grote Oorlog, hé, als ik mij niet vergis ? Mijn broer Leon heeft dat in der tijd laten opzoeken en voor zover ik weet zou mijn grootmoeder een zigeunermeisje geweest zijn dat in triestige omstandigheden een tweeling kreeg en bij de geboorte stierf ?... Aangezien gij inderdaad lijk twee druppels water op mijn vader trekt , lijkt mij te bevestigen dat gij zijn tweelingbroer zijt..."

" Daar weet ik niks van..." zei Pa: " Ik herinner mij vaag dat ik als snotter op een hoeve geleefd heb, waarschijnlijk in de Westhoek. In 1914 zijn wij in elk geval op de vlucht geslagen en ben ik daarbij in het krijgsgewoel van de Ijzer verdwaald geraakt. Ik wist mij énkel nog mijn naam te herinneren: Noël Dieudonné of Dieudonné Noël...al kon ik die mensen niet uitleggen welke van de twee mijn familienaam was ! Maar om uit de verwarring te geraken, hebben de Fransen mij dan maar Marie-Joseph Dieudonné genoemd en mij rap in een weeshuis gestoken...'t Is maar sinds juist vóór het begin van de nieuwe oorlog dat ik weet heb van familie in de Vlaanders, omdat er van dààr eens een vrouw is komen horen hoe het hier stond. En ik geloof dat ze ook wat over dààr heeft verteld, maar in feite heeft mij dat nooit heel erg geïnteresseerd: hoe méér familie, hoe meer last ! " Een sneer die Joseph even deed terugschrikken...Ma moet dat zonder twijfel gemerkt hebben, want ze trachtte onmiddellijk de pil wat te verzachten:

" Ge moet dat begrijpen, hé monsieur: het leven was hard , hier in Duinkerke tijdens de laatste oorlog, met al die bombardementen op de vluchtende tommy's in '40...Er kwamen tijdens de bezetting geen autobussen met lieve kindjes meer naar onze schone speeltuin hé: enkel Duitse soldaten en louche dokwerkers om onder elkaar sluiks wat gestolen goed te verpatsen...We liggen hier wat afgelegen van de stad, en dicht tegen de haven: dat maakte discrete transacties wat makkelijker hé..."

" Maar van uw beroemde speeltuin, waarmee mijn broertje Leon indertijd zo hoog opliep, is niet veel meer overgebleven, zie ik..."

" Ach nee..." vervolgde zij plots bitter: " Maar nadat onze twee jongens naar Rusland getrokken waren, verloren we in onze uithoek hier compleet het contact met de mensen van de stad! En tijdens de acht maanden dat we hier in 44-45 belegerd zaten - pal in het niemandsland tussen de twee frontlijnen van de omsingeling :de Duitsers in het havenfort en de Engelsen daarbuiten - hebben we maar met héél véél moeite kunnen overleven door allerlei louche handeltjes met de twee kampen...Al gelukkig dat we na de zogenoemde bevrijding tot nù toe onze zwarthandel met de tommy'ns hebben kunnen voortzetten. Rijk gaan we er zéker niet van worden, al slaan we wél van tijd met onze speciale relaties een mooie slag...Daarom is Pa ook al twee keer kort in de bak gevlogen, maar onze 'vrienden' hebben dat altijd rap kunnen arrangeren. Dat alles om maar te zeggen dat ik in die omstandigheden niet veel tijd of goesting had om uit te pluizen hoé en wààr mijn schoonmoeder veertig jaar geleden de pijp uit was gegaan hé..." Het cynisme dróóp er af !

Joseph had genoeg van de familiale drama's uit het verre verleden en dacht aan zijn moordplannen voor de volgende weken: " Gustave heeft u misschien geschreven dat ik graag rap en ongezien over de grens zou willen geraken. Mij had hij in elk geval laten verstaan dat u mij daarbij zou kunnen helpen ? En dat mag gerust een centje kosten, als het de zaken zou vergemakkelijken..."

Maar Pa vloog uit: " Meneer, daar kan géén sprake van zijn ! " Joseph schrok, maar de man vervolgde: " Wie mijn zoon het leven heeft gered, mag hier in huis niet over centen spreken ! U beledigt ons met dat ook maar te vernoemen ! U bent onze gast tot wij voor u een veilige passage geregeld hebben en daarmee basta ! Daarbij, dat gaat hier géén eeuwigheid duren, akkoord ?!"

Ma Dieudonné installeerde hem in een achterkamer die, buiten een éénmansbed, halfvol stond met een paar staalplaten zeerovers en wat rommel uit de vroegere speeltuin. Het rook er wel muf, maar ze gooide het venster open en voorspelde dat het tegen de avond 'tout-à-fait correct' zou zijn. Over propere lakens sprak ze niet. Hij begreep dat hier af en toe onderduikers van zijn soort een paar nachten mochten slapen, en dus ook telkenmaal geen verse lakens kregen:"A la guerre ,comme à la guerre..."

"Wil dat zeggen dat ge mij binnen de twee dagen of zo over de 'schreef' gaat kunnen helpen ?" vroeg Joseph onzeker.

" Ja-ja! Binnen de 48 uur, mon chou ! Garantie ! "

 

Na het middageten - met aardig wat rode huiswijn in plaats van koffie - staken de twee mannen een pijp op, en eerlijk gezegd: ook aan die Franse tabak moest je even wennen ! Maar het maakte hen wél een stuk gemoedelijker.

"Luister, Joseph: normaal zijn het mijn zaken niet, maar als familie mag ik dat vragen: wat heb je in godsnaam in de Belgique verloren terwijl je, lijk mijn Gustave, nog een hele tijd veilig in Keulen kon blijven ? Binnen een paar jaar zal de heksenjacht op mannen van uw slag in de Vlaanders wél ver uitgewoed zijn, maar voor het ogenblik neem je met je terugkeer naar de Westhoek nog grote risico's voor je gezondheid, weet je..."

" Ja, akkoord..." En terwijl Joseph peinzend voort pafte overwoog hij hoeveel hij aan de neus van Dieudonné kon hangen zonder wie dan ook in verlegenheid te brengen. Hij kon zijn 'nonkel' moeilijk gaan vertellen dat hij rap in Westende een goudschat ging ophalen hé ! En dat hij die raid niet kón uitstellen tot rustiger tijden, want dat ondertussen een kaper op de kust hem wel eens vóór zou kunnen zijn! Neen hij kon zich beter beperken tot zijn wraakneming op Pylieser en C°: daar zou Dieudonné waarschijnlijk minder de wenkbrauwen bij fronsen !

" Heb je een rekening te vereffenen, soms ?"

Deze botte vraag deed Joseph toch nog opschrikken: " Hoe kom je dààrop, verdomme ?!"

"Omdat weerwraak-nemen ver de enige reden is waarom mannen van uw slag dit risico durven nemen, hé...Geloof mij, ge zijt niet de eerste die met zo'n voornemens langs de 'Jean Bart' passeert, en achter u zullen er nog veel komen! Daarvan heb ik geleerd dat niet iederéén de consequenties van een verloren oorlog klakkeloos aanvaardt: velen willen tot de bodem gaan om nog wat openstaande persoonlijke rekeningen te vereffenen...Maar voor zover ik het heb kunnen volgen, liepen deze expedities meestal faliekant af, weet ge ! ..."

"Dat risico zal ik dan maar nemen ! Vergeet niet dat twee mannen rechtstreeks de dood van mijn ouders veroorzaakt hebben ! En dat de toenmalige burgemeester mij en mijn broer naar het Oostfront heeft gestuurd, met alle gevolgen van dien ! "...Dat Joseph wat kort door de bocht ging, moest dan maar de duidelijkheid ten goede komen...

" Gaat ge drié man kelen ?!" vroeg nonkel ontzet :" En een burgemeester nogal ?!

" Als het God belieft, ja...Kelen, doodsteken, verzuipen, wurgen of de kop inslaan: wat toevallig het beste past en het meeste voor de hand ligt...Persoonlijk heb ik geen voorkeur, al zou ik het natuurlijk liefst niet te bloederig maken..."

" En dat alles zonder dat ze je nadien pàkken ?!"

" Dat hoop ik toch ! Het toeristenseizoen gaat volop beginnen, dus moet het mogelijk zijn ongemerkt tussen al die vreemde snuiters onder te duiken. Met een gendarmerie, die altijd zwak bezet is en 's zomers overspoeld van 't werk, moet dat zekerlijk lukken...En zo niét, dan is het maar zó ! "

De man keek hem schattend aan: " Heb je wel een gepaste 'prikker' voor zo'n zwaar werk ? Met een patattenmesje moet je er niet aan beginnen hé ! On n'est pas des boyscouts , weet-je ..."

Joseph haalde afgemeten zijn lierenaar uit de broekzak en knipte het lange lemmet open: " Een eerstklassige 'laguiolle', pas geslepen en aangezet, recht van de slagerij...Wat zegt ge dààr van ? Een patattenmesje ?"

Dieudonné nam het wapen eerbiedig aan en liet de draad van de snede in zijn duimnagel bijten: " Verdomme, veel méér moet ik je niet vertellen, zie ik ! "

 

Terwijl Joseph na de middag naast het hondenhok ging zitten mijmeren en diep in gedachten de kop van Churchill krabde, overliep hij voor het eerst alle haken en ogen van zijn onderneming. Dieudonné had beloofd hem 's nachts per vissersboot voorbij de grens te smokkelen en ergens tussen het staketsel van Nieuwpoort en het Bellevue-hotel van Westende-bad op het strand te zetten. Want dat waren twee landmerken die in het donker van op zee nog goed zichtbaar waren. Het Sint Laureinsstrand lag daar midden tussen, dus met een beetje geluk gingen ze hem als het ware vóór zijn deur ‘droppen’. Maar van dàt moment af stond hij ook op éigen benen, zo gezegd...helemaal aan zichzelf overgeleverd...

Eerste opdracht: een onderdak vinden. Ergens buiten het centrum een anonieme kamer huren met half pension was natuurlijk dé luxe-oplossing ! Financieel bleek dat zelfs goed haalbaar, want hij had uitgerekend dat hij, de drie Fredericks inbegrepen, over een kleine 20.000 Belgische frank kon beschikken. Wat moest hij daar nu tegenover stellen aan kosten ? Als hij voor een discrete kamer in een afgelegen zijstraat een 1.500 fr per maand wilde betalen, dan zou hij écht niet vér moeten zoeken...Voeg daarbij een 500 fr per maand voor persoonlijke uitgaven, dan kon hij het daar makkelijk tot het einde van volgende winter uitzingen. En gedurende zo'n lange periode kreeg hij ruim de gelegenheid om zijn drie klanten één voor één geruisloos naar hun voorvaderen te sturen...Maar hij liep natuurlijk héél die tijd open en bloot in de kijker, en verhoogde zo ook de kans vroeg of laat - en vooral buiten het drukke toeristenseizoen - door iemand herkend te worden ! ...

Alhoewel: herkend ? Erg veel leek hij nù vast niet meer op de frisse knaap die in de zomer van '41 ten strijde trok tegen het bolsjevisme ! Niet enkel vijf jaar oùder geworden, maar ook kortweg 'oud'...Zijn slepende gang op krukken en z'n verwaarloosde uiterlijk, z'n rosse snorrebaard en het verband rond zijn hoofdwonde...En door hortend Frans te spreken zouden de mensen hem sowieso automatisch als "vreemde" beschouwen...Het was zelfs zéér de vraag wie aan zo'n verlopen figuur überhaupt een kamer zou willen verhuren !

Een veiligere oplossing vond hij het onderduiken in een verlaten villa of een oude bunker en er zolang als kluizenaar te leven...Dat paste beter bij zijn gedeukte imago...Maar dan moest hij natuurlijk ook voor zijn eigen potje zorgen, en dus eveneens af en toe boodschappen gaan doen. Met andere woorden: ongunstig gekénd geraken in die pààr winkels die buiten het seizoen nog open bleven, en tenslotte onvermijdelijk door de bazin of de nieuwsgierige dorpscomméren hérkend te worden...En dan stond hij wéér even ver als met zijn luxe-oplossing !

Hij begreep dat bij de twee werkwijzen het venijn zat in de verleiding om voor de moorden àl zijn tijd te nemen. Dat week volledig àf van zijn origineel plan om alles te beslechten in een bliksemraid en onmiddellijk nà de feiten met de noorderzon te verdwijnen...Ja zelfs terug te keren naar de lieve Erika Deutinger in Porz ! ...

Zijn grootste kans op herkenning schuilde natuurlijk bij de vrienden die hem goed gekend hadden en dóór zijn vermomming heen konden kijken. Jetje, bij voorbeeld, of Nadine, en in mindere mate Françoise De Bens. Hij veronderstelde maar voor alle gemak dat die hem nog steeds goed gezind waren, maar wàs dat wel zo ? En woonden die vrouwen nog wel dààr waar hij hen gekend had ?

Jetje vertrouwde hij blindelings, maar woonde die nog wel in dat huis dat ze steeds te groot had gevonden ? En was zij nog alleen ?...Weinig waarschijnlijk...

En Nadine, zou dié wel zo opgezet zijn met zijn verrijzenis uit de dood ? Zij had tenslotte met hem gebroken toen na Stalingrad de krijgskansen keerden en het 'lopen' met een vuile zwartzak of een SS-er niet meer algemeen gesmaakt werd... Zou zij zich nù nog durven verbranden voor een vergeten kalverliefde, terwijl ze, volgens Leon, op het einde van de oorlog veel omging met een Oostendse aannemerszoon... Eveneens: weinig waarschijnlijk !

Bleef over: Françoise De Bens...Weinig kans dat die nog in Middelkerke zou wonen, na haar late terugkeer uit Duitsland en de internering die daar hoogstwaarschijnlijk op was gevolgd...Toen hij in Steglitz van de familie afscheid nam, had haar wrok tegenover hém er duimdik óp gelegen! Dus een goede vriendin kon hij haar nog moeilijk noemen, moest hij toegeven...

Deze drie vrouwen medeplichtig maken door bij zijn moordplannen op hun hulp te rekenen, vond hij ten eerste nogal riskant, en ten tweede niet erg fair ! Hij kon béter zijn eigen streng trekken en zien hoe het afliep...

Dat hij er van nù af alleen voorstond werd hem bij het avondeten pas goéd duidelijk. Pa Dieudonné kwam erg tevreden én lichtjes aangeschoten van zijn prospectietocht langs bevriende vissers terug.

" Morgenvroeg om zes uur vertrekken ! "  


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
09-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
10-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 368
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D03:  DE LANDING.

 

                  Naar het Sint-Laureinsstrand, 8 mei 1946.

Zo, de avontuurlijke reis naar zijn geboortestreek liep ver op haar einde...Maar in feite had 'het avontuur' zich totnutoe vooral tussen zijn twee oren afgespeeld en was er van beangstige spanning weinig sprake geweest. Of ànders liep de organisatie van de illegale grensovergangen zó gesmeerd, dat hij nergens ook maar de minste dreiging had gevoeld dat de onderneming gevaar liep of op de klippen ging lopen...Tenzij misschien tijdens het onweer na Aken ,en dan nog...

Wél had Dieudonné hem wat zenuwachtig gemaakt door hem de laatste avond zódanig vol te proppen met allerlei raad en leefregels voor onderweg, dat hij de indruk had gekregen te vertrekken voor een fatale 'Himmelfahrtkommando' in de Oekraïne...En de patronne had zijn wild behaard bakkes met scheermes en schaar zó proper en stijlvol bijgewerkt , dat hij morgen wel een goede indruk moést maken, opgebaard in de rouwkamer...Want zoals dié om hem heen draaiden, gaven ze hem stevig de indruk dat ze sterk aan de goede afloop twijfelden ! Hij had van die twee op den duur zó de kriebels gekregen, dat er van slapen weinig in huis was gekomen ! Hij had zich dan maar bezig gehouden met zijn kunstbeen aan en uit te doen ,te oefenen om het vlug los te gespen tegen dat hij onverhoopt in 't water zou vallen tijdens zijn uitstapje op zee. Want zwemmen met dat zware ding aan zijn bil kon hij vergeten...

Om vier uur haalden ze hem met vereende krachten uit zijn eerste droom, staken hem vol eten én in een versleten visserstenue, waarna hij door Pa in een triporteur thuis bij de schipper van de 'D.173' werd afgezet. Deze nachtelijke rit door de lugubere ruïnevelden deed hem sterk denken aan zijn 'Radtax'-tochtjes door Porz...

Jerome, de schipper van de D173 'Ma Poule', zat er duidelijk mee verveeld dat Joseph met z'n éne gezonde been zélf geen fiets kon rijden. Hij nam hem dan maar met pak en zak bij hém op de buis, en samen reden ze ongehinderd de schraal verlichte vissershaven binnen...Veel volk liep er niet op de kaai, maar beneden, onder de schelle carbuurblakers van de scheepsdekken, waren matrozen de warboel van kabels en netten al volop aan het ontwarren...Juist de haven van Nieuwpoort , dacht Joseph ,maar dan in 't groot...

 

Achteraf beschouwd had hij zich de beruchte smokkeltocht met de vissersboot 'D.173 Ma Poule' over de grens naar Westende veel spannender voorgesteld. En vooral beduidend kórter ! Hoogstens drie uur varens...

Daarom had het hem van in de beginne onzinnig geleken rond zes uur uit te varen om op klaarlichte dag, rond negen uur 's morgens dus, te pogen ongezien met een jol op het Sint-Laureinsstrand te landen !  Wat een zottekesspel was me dàt ! Maar al vlug bleek dat ook hélemaal niét de bedoeling van de schipper. Afgaand op de bleke zonsopgang merkte Joseph dat 'Ma Poule', na het ronden van de strekdam, resoluut koers pal noord koos ! Op de boeg, waar ze hem hadden gezet om niet in de weg te lopen, vroeg hij een matroos om uitleg: de Vlaamse kust lag toch meer naar het oosten dacht hij ,dààr waar de vroege zon stond ,of was hij verkeerd ?

Maar de man zei kortaf dat ze van het hoogtij profiteerden om over alle dwarsliggende zandbanken tot op hun visgrond bij de 'Westhinder-bank' te geraken. Nu herinnerde Joseph zich toevallig uit zijn jonge jaren dat een lichtschip ,de 'Westhinder' ,30 kilometer uit de kust van Nieuwpoort lag ! Dus zo te zien zou het nog wel even duren vooraleer hij op de terugweg in de duinen van Westende voet aan wal zou zetten ! En daarbij had hij zéker niet verwacht dat hij de helft van deze lange trip zeeziek zou zijn...

Want al gauw deed de deining haar werk en lag hij kotsend over de boeg. Zijn opstandige maag bedierf de rest van de dag volledig zijn lust om nog voort te leven en pas tegen zonsondergang, na een eindeloze doodsstrijd, zag hij er langzaam weer een gat in...Maar hij had toch bijna twaalf uur op apegapen gelegen, en zo de helft van zijn 'avontuur' gemist !

Tenslotte merkte hij dat ze in de loop van de dag al vissend blijkbaar een brede bocht over stuurboord gemaakt hadden, en nu, bij het vallen van de nacht, met een goed gevuld ruim langs de Vlaamse kust terug naar Duinkerke voeren... En toen aan de donkere einder over bakboord de eerste Vlaamse vuurtorens begonnen te pinken, kreeg hij weer wat smaak in het leven...

" Dààr zie: Cébruges ! " wees dezelfde matroos naar een ver pinklichtje, terwijl hij even op de boeg kwam uitblazen en een straffe pijp opstak: " Binnen vier uur liggen we voor Nieuwpoort en dan zijt gij bijna thuis ! "

" Vier uur nog ?!"

" Ja, we varen nu tegen de opkomende tij uit de 'Pas-de-Calais', en dat vertraagt wel een stuk...Dan nog een uur om je met de jol in het pikkedonker tot op zwemafstand van het strand te brengen, en dan nog drie uur tot bij ons-moeder-de-vrouw..."

" Hoezo, 'zwemafstand' ?...Met mijn houten poot en mijn kleren aan kàn ik helemaal niet zwemmen! ...Ik dacht dat jullie mij op het strand zouden afzetten ?!"

" Als het dàn nog hóge tij is, zou dat kùnnen...Maar als ik je bij eb met de jol op het stand laat lopen, zit ik daar de eerste zes uur vast...En ik kén dat hé: zohaast de passagier dan uitgestapt is, moet ik niet meer op zijn hulp rekenen om terug los te komen! Dus mij niet gezien ,hé copain : een ezel stoot zich geen drie keer aan dezelfde steen hé! "

" Dus ben jij de man die mij naar het strand gaat roeien ?" De matroos knikte. Joseph vervolgde voorzichtig: " Het is mij wel een paar francs waard om met droge voeten aan land te gaan..."

" Een paar hónderd, zal je bedoelen ?! Voor wat Frans geld tegenwoordig nog waard is..."

" Nee, niét een paar, maar één brief! En ik wil zelfs tot twééhonderd gaan als je ook mijn buidel droog aan mijn voeten op het strand legt...Ik kén de zee ,ik ben hier geboren. Je moet me dus niks wijsmaken hé makker :er zijn praktisch geen baren, dus zal voor een stevige zeebonk als gij het loskomen van dat jol wel meevallen zeker ?!"

De man lachte eens smakelijk en klopte zijn korte pijp uit: " Allez, d'accord! Omdat je mij nogal een sympathieke knul lijkt...Mijn naam is Georges, en ik heb ondertussen wel begrepen dat wij 'in het Oosten' aan dezelfde kant hebben gestaan hé ?...Voor een oude wapenbroeder wil ik me nog wel eens in 't zweet werken ..."

Méér woorden moesten zij daar niet aan vuil maken.

 

Nadat ze tergend langzaam eerst de boei van de Wandelaar-bank over stuurboord hadden gerond, sloeg het weer om. De maansikkel ging schuil achter zware wolken, wat de nacht nog donkerder maakte. Maar Joseph zag daarin een goed voorteken: hoe donkerder het bij de landing zou zijn, hoe minder hij pottenkijkers moest vrezen..."Ma Poule" stevende nog een héle poos recht op de vuurtoren van Oostende af en Georges speelde bij dit duister gedoe gratis voor gids...

Op een paar kilometer van de kust volgden ze behoedzaam de rij boeien van de Stroombank en in het zicht van de havenlichten op het staketsel van Nieuwpoort ging de 'Ma Poule' eindelijk voor anker. Joseph dacht inderdaad schuin-links de bleke blokvorm van het Bellevue-hotel te herkennen, op het einde van de zéér schaars verlichte zeedijk van Westende-Bad...Toen hij, na lang turen recht vooruit, het vrijstaande hotel 'Welkom' in de duinen meende te ontwaren schoot zijn gemoed plots vol...Dààr lag dan toch eindelijk, op het einde van zijn lange terugreis, zijn 'Heimat' op nog geen twee kilometer vóór zijn neus op hem te wachten! En nog steeds had geen énkel noemenswaardig incident zijn vlotte 'Heimfahrt' verstoord...Dat geluk kón niet blijven duren, wist hij: zijn gewaagde raid naar de kust, het levensgevaarlijke avontuur dat zes maanden geleden in Steglitz van start was gegaan, kon nog steeds hier op een natte sisser eindigen...Het was alvast wat beginnen regenen, wat de feestvreugde al aardig temperde !

Het laatste uur was de matroos Georges bijna niet van zijn zijde geweken. Nu klopte hij Joseph op de rug en leidde hem spottend over het deinende dek naar de jol bij de achtersteven:" Allez Christoff Colomb, le nouveau monde t'attend! " Twee mannen waren die beangstigend kleine notendop al aan het strijken. Dat hij met zo een onooglijk en kwetsbaar vletje de laatste kilometer branding zou moeten trotseren leek hem érger dan een partij Russische roulette! Hij voelde het in zijn dichtgesnoerde keel: dit moést hier binnen de kortste keren faliekant aflopen! Het venijn stak in de staart, zoals altijd!

Maar vóór hij het wist zat hij al verkrampt op het wiegelende achterzitje van de notendop, zijn klerenbundel op de schoot. Toen ook Georges instapte dreigden ze een ogenblik te kapseizen, maar alle mannen deden alsof dat overspattend water de normaalste zaak van de wereld was!

Versteven merkte hij hoe de matroos op de achterplecht van de reusachtige "Ma Poule" ook de laatste reddingslijn achteloos los wierp en hem als het ware aan de zeegoden offerde. Machteloos dobberden ze weg...Maar toen ze na vier-vijf deiningen nog steeds niét zonken, durfde Joseph hortend weer diep adem te halen. Georges roeide met vaste krachtige slagen ruggelings naar de kust toe, en naarmate hun bootje meer vaart kreeg, scheen er ook minder boegwater over te slaan...Maar hoe dan ook: zijn oude vissersbroek was al behoorlijk nat, en het zeewater stond al een heel stuk in de lekke rubberlaarzen die Dieudonné hem bezorgd had...En alsof dàt nog niet genoeg was, sloeg nu ook de regen in zijn gezicht en liep langs zijn halsdoek in straaltjes over zijn rug... Scheisse !

De rest is rap verteld, al leek het wel alsof zij nog uren op de zee hadden rondgedobberd...Bij de eerste overslaande golf van de branding schoot het sloepje plots vooruit en surfde op de baren recht het strand op. Een schok en ze liepen vast, op een tien meter van het zogenaamde 'droge zand'. Joseph kon niet vlug genoeg over boord stappen en de heerlijke vaste grond voelen, terwijl de uitrollende branding nog kniehoog tegen zijn benen klotste en zijn laarzen nu hélemaal volliepen.

En terwijl hij wild naar de vaste wal waadde, hoorde hij Georges achter zijn rug nog met een hoge vrouwenstem hoerig roepen: " Hey, tu n'oublies pas mon petit cadeau, chéri ! "

 

Och kom, hij had die vent op het strand dan maar z'n zakcentje gegeven...Met dat Franse rotgeld kon hij hier toch niets meer aanvangen, en hij wou bij de Dieudonnés geen reputatieschade of openstaande rekeningen nalaten...En hij had de roeier zelfs geholpen om met de jol weer los te komen in de branding: z'n eigen broekspijpen waren tóch al kletsnat tot aan de knieën! De gewrichten van zijn prothese zaten goed in het vet, dus dié schade zou nog wel meevallen...

Zittend in het fijne witte zand trachtte hij zich in het donker een beetje te oriënteren...Hij kreeg wél het gevoel tamelijk dicht bij de 'Taverne Welkom' te zitten die - vroeger toch - het Sintlaureinsstrand domineerde. Maar in de regensluiers vond hij, buiten de staketsellichten van Nieuwpoort aan zijn rechter hand, en links de lichten op de dijk van het Bad, geen enkel herkenningspunt...

Recht vóór hem ontdekte hij wél een eindeloos lange betonnen muur van de kustverdediging die de toegang tot de duinen had moeten blokkeren voor de aanstormende geallieerde tanks. Dit stuk Atlantikwal bestond nog niet vóór zijn vertrek naar Rusland. Tijdens het voorbije paasseizoen zullen ze voor de vreemde toeristen daarin wel een doorgang gemaakt hebben, dacht hij, maar hij had absoluut geen zin die in het donker blindelings te gaan zoeken. Daarom besloot hij, in afwachting van de eerste klaarte, tegen de anti-tank-muur wat te schuilen onder zijn klerenbuidel, en met een dutje van de doorstane emoties te bekomen...

 

Hij schrok wakker toen de zwerm slapende meeuwen op het strand plots luid krijsend opvloog, blijkbaar op de vlucht geslagen voor een naderende dreiging...Joseph pierde in het omringende duister en vond al vlug de oorzaak van het alarm. Het regende niet meer en in de eerste grijze schemer van de nieuwe dag ontdekte hij op een 500 meter in de richting van Nieuwpoort één - neen, twéé lichtstralen van zaklampen langs de aftrekkende branding flitsen en tergend langzaam dichterbij komen...

Strandvissers, zoals hijzelf en Leon destijds ?...

Onmogelijk, want de rijen vaste haken waarmee schar, pladijs en tong gestroopt werd, kwamen enkel bloot te liggen bij volledige lage tij...Zegge: pas binnen een uur of vier...Dus moesten het wel strandjutters zijn die de hoogwaterlijn afschuimden naar aangespoeld goed, al pasten die sterke zaklampen niet écht bij het beeld van arme dompelaars...

Of zouden het misschien gendarmen zijn, of douaniers die de smokkel van Franse alcohol moesten bestrijden ? Pa Dieudonné had hem verteld dat er weer reuzenwinsten werden gemaakt met de sluikse ruiltrafiek over de 'schreve' van Vlaamse tabak tegen Franse Picon, een smokkel die vér de vooroorlogse folklore overtrof...Dat zelfs vissersboten werden ingehuurd als de controle langs de landsgrens als te streng ervaren werd...En zoals die twee daar langs de branding blijkbaar in het natte zand naar sporen van een smokkeltrafiek leken te zoeken, konden het énkel gendarmen zijn of douaniers van de Nieuwpoortse haven ... Binnen de drie-vier minuten zouden ze op zijn hoogte natuurlijk zijn voetsporen in het natgeregende fijn zand ontdekken, van de landingsplaats tot hier tegen de muur ! En dàn was hij ongetwijfeld een vogel voor de kat! Zie je wel dat zijn slecht voorgevoel nog uit zou komen ! En dàt op een zucht van de eindstreep !

Zonder verder na te denken greep hij op de tast zijn klerenbundel en sloop haastig langs de voet van de hoge antitankmuur weg in de richting van Westende-bad, wég van de verraderlijke zoeklichten !...Nu merkte hij pas écht hoe zijn prothese hem in het fijne zand het lopen praktisch onmogelijk maakte ! Het gíng niet vooruit ! ...Hier moést toch ergens een doorgang in die vervloekte versperring te vinden zijn ! ? Over zijn schouder blikkend merkte hij dat hij nauwelijks iéts op de twee speurders gewonnen had en haastte zich steeds méér in paniek voort. Wég van dat kale vlakke strand waar nergens een grasspriet stond om achter te schuilen ! Wég ! ! Komaan, rap voort ! ...

Wat hij in het donker vlak voor zijn voeten aanzien had als een stevige toef helmgras, bleek tot overmaat van ramp plots een warrige hoop prikkeldraad van opgeruimde strandversperringen. Zijn houten poot zat er ineens met duizend pinnen kniehoog in vast, zijn gezonde been gelukkig veel minder diep...En over zijn schouder zag hij dat zijn achtervolgers op de hoogwaterlijn nu ongeveer op zijn landingsplaats waren aangekomen ! ...Daar zouden ze zo meteen met hun zaklampen in het beregende witzand onvermijdelijk zijn voetsporen in de richting van de antitankmuur gaan ontdekken !...En hij lag hier, nauwelijks driehonderd meter vérder, vastgepind als een levend lokaas bij de leeuwenjacht, drijvend in zijn angstzweet weerloos op hen te wachten!

Met de blote hand slaagde hij er wél in zijn gezonde been uit de wirwar van roestige prikkeldraad te bevrijden, ook al moest hij er zijn rubberlaars achterlaten. Op die paar diepe schrammen in zijn kuit en de pijnlijke prikken in zijn handpalmen kon hij nù geen acht slaan ! Vlug liet hij zich zijdelings op zijn klerenbuidel zakken en poogde nu zijn prothese uit de greep van de honderden pinnen los te wurmen. Maar dààr waar hij er een paar wég kon trekken schenen andere zich nog beter vast te klemmen ! En ondertussen zag hij dat zijn achtervolgers op de landingsplaats waren aangekomen en druk met hun zaklampen in het natte zand de sporen bestudeerden.

In de rondtastende lichtstralen ontdekte Joseph nu dat die twee hun fiets aan de hand meevoerden...En het schoot door zijn hoofd dat de krachtsverhoudingen daarmee wel eens konden omslaan !

" Als ze met die vehikels door het fijne zand achter mij aan gaan sjokken, wens ik hen van harte veel plezier!  "

Dat scheen ook door de schedel van de pakkemannen door te dringen, want na een kort overleg knipten ze hun zaklamp uit. Een eeuwigheid later merkte Joseph dat de rode achterlichtjes van hun fiets zweverig langs de branding verdwenen in de richting van het Nieuwpoortse staketsel...

Oef ! !...

 

Hij rustte uit tot hij in de eerste ochtendschemer tenminste zàg waar het schoentje knelde, en toen ging het ontwarren van de roestige prikkeldraden rond zijn gevangen prothese al een héél stuk makkelijker. De oude vissersbroek hing op den duur wel helemaal aan flarden en ook nù schoot hij er zijn gescheurde rubberlaars bij in. Maar de opluchting om eindelijk weer een vrij man te zijn, borrelde als champagnebellen uit zijn bast omhoog !

Eindelijk !

Nu nog op zijn gemak de doorgang in de muur vinden en dan kon het serieuze werk beginnen !

Na wat rondspeuren in de grijze ochtendnevels ontdekte hij het gat tot zijn ergernis ongeveer dààr waar hij ter hoogte van zijn landingsplaats tegen de muur wat had liggen slapen. In de pikdonkere nacht had hij een paar uur geleden die 'poort' gewoon niet ópgemerkt en, om zijn achtervolgers te ontvluchten, er met zijn stomme kop blindelings van weggelopen ! Het kwam er nu op aan zo rap mogelijk en nog vóór de dag aanbrak, ergens landinwaarts een voorlopige schuilplaats te vinden! Want als hij tóch onderweg iemand zou ontmoeten, zou misschien zijn éne blote pikkel nog geen verwondering opwekken, maar de stalen voet van zijn prothese dés te meer !

Het ruwe gat in de betonnen muur was een kleine vier meter breed en van het strand af eindigde een zachte duinhelling recht op...de Zeelaan ! Tussen het gesloten hotel "Welkom" en een hoge commandobunker door ontwaarde hij op het einde van de pijlrechte baan vaag de kerktoren in het midden van het slapende dorp...Instinctief strompelde hij in die richting, als aangetrokken door een magische magneet. De lage donkere duinen links en rechts lagen nog vijandig afgesloten met hoge prikkeldraad-versperringen en het zeevakantieverblijf voor Brusselse stadsmussen "Les Marchevins" stond er - nog steeds vlekkerig beschilderd met Duitse grijs-blonde camouflagekleuren - zielig te verkommeren...Even schoot het door zijn hoofd om dààrin onder te duiken, maar een ongekende kracht dreef hem verder, de tramrails over !

Café "De lekkerbek" had weer grote nieuwe ramen gekregen, zag hij, en hij herinnerde zich alsof het gisteren was, de bominslag tijdens de meidagen van '40 die hier alle ruiten had vernield...Duizend flitsende souvenirs bestormden zijn geest toen hij als een willoze robot de Bassevillestraat insloeg en er bij wijze van spreken elke kasseisteen herkende...Hier links in de gracht die grote bomtrechter in kwestie, een poel die in de loop der jaren zelfs een hap uit het wegdek had gebeten. Een afspanning met wat rotte planken moest de waarschijnlijk zeldzame weggebruikers voor een gevaarlijke duik behoeden...Zeer binnenkort zou wel blijken dat dit zinnebeeldige hek daartoe niet in staat zou zijn...

En achter de zwakke bocht stond daar nog steeds zijn ouderlijke barak ! Josephs gemoed schoot vol: eindelijk thuis verdomme: " Miljaarde getaarde gevlamde geketste !! Thuis ! " Om dan na een korte ademsnok zijn oude getrouwe kettingvloek verder uit te braken: "...Tegen de muur gekotste en wéérgebotste potverdomme !!...Thuis !! "

Vlug hinkte hij op 'zijn' blote voeten door het natte stuifzand het overwoekerde tuinpad op en zag dat de planken, die hij destijds voor het keukenvenster had getimmerd, afgerukt waren...Geeft niks !

Hij had eindelijk zijn veilige schuilhoek gevonden !


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
10-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
11-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 369
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D04. KAARTEN OP TAFEL.

 

                               Westende, 8 mei 1946.

Ondanks de duisternis binnen, merkte Joseph aan alle afval onder zijn voeten dat er hem door dit opengebroken keukenvenster al véél indringers waren voorgegaan ! Daarenboven lag alles onder een dikke laag stof en stuifzand. In de voorkamer was zelfs een vuurtje gestookt, en een paar gebroken flessen op de grond maanden hem - op zijn blote voeten - tot uiterste voorzichtigheid aan...Wat eens de slaapkamer van Marie was geweest stonk als de pest naar kots en uitwerpselen, zodat hij dààr niet verder aandrong...Enkel de jongenskamer op de scheerzolder, waar hij jarenlang samen met Leon had geslapen, zag er nog min of meer bewoonbaar uit...Als je tenminste de korsten meeuwenstront op de kapokmatras erbij nam...

Dat deed Joseph dus niét! Met een krachtige zwaai keerde hij die stofnest ondersteboven en liet zich met een wellustige kreun op de propere kant neervallen... Verdomme zég, het was gelukt ! Eindelijk thuis ! Zijn geschramde been en de gezwollen voetzool deden al stukken minder pijn nu hij hier zo vlug een veilig onderkomen had gevonden. Dat het misschien niet erg verstandig was om in zijn oude vertrouwde omgeving onder te duiken - waar een ieder hem onmiddellijk zou herkennen - kon hij zich voorlopig niet erg aantrekken...Jetje woonde hopelijk nog steeds aan de overkant naast de 'Stella Maris', en van hààr verwachtte hij niet direct een vuile streek of een verklikking. De overige bewoners van de Bassevillestraat hadden geen rechtstreeks zicht op de barak. Het waren vooral de àndere zwervers die mogelijk in zijn oude woonst een onderkomen hadden gezocht, of de dorpskinderen die hier binnen kwamen spelen die hem wat verontrustten ! Als dié hem hier op het lijf zouden vallen, én dat aan de grote klok hingen, dan kon hij zijn wraakactie al meteen opdoeken nog vooraleer ze was begonnen !

Hij zocht op zijn gemak wat droge kleren uit zijn bundel en gespte zijn prothese los om het aangekoekte zand uit de scharnieren te wrijven. Ook op de korte metalen krukken, die Erika hem voor zijn vertrek had bezorgd, zaten al roestige zeezoutkorsten die hij driftig schoon begon te poetsen...Dan sloeg hij de laatste twee boterhammen van Ma Dieudonné naar binnen en legde zich vervolgens zalig te dromen in zijn vertrouwde oude nest...

 

Pijnlijke porren van een kruksteel deden hem wakker schrikken, en pas dàn hoorde hij de venijnige stem:

" Allée, oeste ! Buiten ! Ge hebt hier verdikke niks verloren ! " Het was al klaarlichte dag, en hij herkende het hoofd dat boven het trapluik uitstak onmiddellijk.

" Tante Jetje ?...Zeg, mens, houdt eens op met dat stompen ! Ik ben hier tenslotte in mijn eigen kot hé ! "

Ze stopte wel met poken, maar hield de punt van de steel nog steeds dreigend voor zijn gezicht: " Tante Jetje, tante Jetje, mijn gat ! En wie moogde gij dan wel zijn, vuilen Tchoek-tchoek ?!"

Hij rechtte zich met een stijf grimas op zijn bed en merkte tot zijn verbazing dat Jetje bij het zien van zijn beenstomp op de ladder haastig een trede terugweek:

" Kent gij me dan niet meer ?...De kloot die vijf jaar geleden absoluut naar Rusland tegen het bolsjevisme moest gaan vechten ? Denkt maar rap eens goéd na ! ..."

Ze leek eerst verschrikt te verstarren, en weifelend kwam het er uit: " Joseph ?...Joseph Petré ?...Gij hier !?..."

" In hoogsteigen persoon ,ten voeten uit ! " spotte hij: " Misschien , zoals ge ziet ,niet helegaar compleet lijk in de goeie ouden tijd, maar toch nog voor tachtig percent die stomme kloot van vroeger..."

" Mensen toch ! Jesus-Maria-Moeder-Gods ! Joseph Petré ! ...Nu hebt ge mij toch doen verschieten, zie ! "

Het duurde nog even voor ze voldoende religieuze kopstukken had aangeroepen als getuigen bij het mirakel van zijn verrijzenis uit de dood ! Maar eenmaal dit ritueel achter de rug, nam haar praktische aard weer de bovenhand. Hij moest en zou onmiddellijk met haar meekomen voor een grondige poetsbeurt en algemeen nazicht ! ...

 

Vóór hij bij Jetje gewassen en geschoren weer met twee benen onder de keukentafel zat was het al bijna noen. Hij had haar in het kort uitgelegd hoe hij het laatste half jaar vanuit Berlijn tot hiér was gesukkeld, maar niet van plan was lang te blijven. Vlug een paar oude rekeningen vereffenen, en dan weer de pijp uit: terug naar Duinkerke of Keulen...

" Rekeningen ? Wat voor oude rekeningen hebt gij hier nog openstaan, vent ? Na al die jaren..."

" Gij zijt misschien kort van memorie, tante Jetje, maar ik rappeleer mij zoiets dat mijn moeder bij de zogezegde bevrijding door een smeerlap van de Witte Brigade een beetje mismeesterd werd...Ja ?...Waarbij Leon énkel aan die moordenaar is kunnen ontsnappen door naar Duitsland te vluchten, om dan dààr gedood te worden, hé ! En dat een zekere Pylieser langen tijd geleden wél mijn vader om zeep heeft geholpen, maar nù als grote weerstander gevierd wordt en buiten vervolging is gesteld, zó maar...

"Ja, den Pylieser..." zuchtte zij

" En dan is er nog den Engelborghs die mij naar Rusland stuurde en in feite ook mijn leven heeft verkloot ! ... Want zie mij hier zitten: drieëntwintig jaar, kreupel en goed voor de vuilkar! Dié rekeningen kom ik vereffenen: bij schipper Pylieser en zijn maat François Dupong, bij onze tweezak van een garde, bij de zotte Rooie Steiner en tenslotte bij meester Engelborghs ! Zij zijn allemaal op één of àndere manier schuldig aan het kwaad dat aan mijn gezin onterecht is aangedaan ! En dààrvoor zullen ze boeten, allemaal ! De strot àf verdomme ! "

Jetje staarde ontzet in zijn door haat verwrongen gezicht en durfde slecht inhaken nadat hij wat kalmer was geworden: " Ja, ik weet het: er is u veel kwaad gedaan... En dàt gij den oorlog maar nauwelijks overleefd hebt, hoorde ik al van uw vriendin Françoise De Bens uit Middelkerke. Maar dat de Leon daar gestorven is heeft zij ons niet verteld...Dat meisje is hier met Kerstmis vorig jaar op bezoek geweest toen ze pas uit het interneringskamp van Sinte-Kruis werd gelost. Want toen zij uit Duitsland weerkeerde heeft ze daar drie maand vast gezeten, samen met haar vader: zij, omdat ze dactylo was geweest op een bureel in Berlijn, en hij wegens vrijwilligen arbeid in Duitsland...Nu zijn ze vrij in afwachting van een mogelijk proces...dat er waarschijnlijk nooit zal komen, want de ergste jacht op de Zwarten is ondertussen voorbij... Zij heeft mij alles verteld over dat laatste jaar in Berlijn en hoe dat gij hen allemaal hebt kunnen beschermen tegen de beestigheden van de Russen...Maar ook dat gij voordién Leon als soldaat naar het front had gestuurd en in feite al wat hem is overkomen op uw geweten hebt..."

Joseph schrok verbaasd terug: " Dat is de eerste keer dat ik haar zo over mij hoor spreken ! Iedereen vanaf zijn zestien jaar moest daar bij den troep, daar kan ik niets aan doen...Leon is daar inderdaad gesneuveld als Vlaamse soldaat in Duitse dienst, maar weerloze burgers ,vrouwen of kinderen ,stierven daar even goed, met duizenden tegelijk ! Duitse ,of Ostarbeiterinnen ,of van gelijk welk land die daar leefden en werkten ,vrijwillig of verplicht ,al om 't even ! Of denkt ge soms dat de Amerikanen en de RAF, en later de Russen, bij het platbombarderen van al die stadswijken een onderscheid maakten tussen soldaten en burgers ? Vergéét het hé ! Al wie in Duitsland rondliep was in d'ogen van die vliegers een vogel voor de kat ! En Leon was bij de bevrijding in september van '44 totaal vrijwillig naar Berlijn gevlucht ,dat ik weet : daar zat ik voor niéts tussen !...Ik hém bij den SS gestoken ?! M'n gat ! Hij had evengoed als gewone fabrieksarbeider of ziekenverpleger de pijp kunnen uitgaan ! Wat is dàt nu voor zotte praat ! Zijn inlijving bij de SS heeft daar niets mee te maken !"

Jetje leek verveeld te zitten met de wending van het gesprek: " Ik weet het wel...En ik heb haar dan ook héél dringend gevraagd voorts over de Leon te zwijgen...En ik zal u zeggen waarom...Ik heb een paar dagen nà de dood van Marie een aangespoeld lijk zogenaamd gaan herkenen als zijnde 'Leon Petré'...En de Rijkswacht heeft een procesverbaal opgemaakt dat Leon ontsnapte na zijn aanhouding door het Verzet, de Geul heeft willen overzwemmen, en daarbij verdronken is. Hij ligt nu deftig begraven op het kerkhof van Nieuwpoort, niet ver van Marie haar zerk...Ik heb dat vooral gedaan om de opzoekingen achter uw broer te stoppen hé...Nu weet er niemand wat hij in Duitsland later nog heeft uitgespookt...Maar als ze nu gaan rondstrooien dat de échte Leon tien maanden làter in Berlijn is gesneuveld als soldaat van den SS, dat gaat Bibi last krijgen voor een valse verklaring met die zogenaamde herkenning, dat verstaat ge toch zeker..."

Joseph snoof eens spottend: " Tante Jetje, ge hebt dat probleem properkes opgekuist, moet ik zeggen ! Inderdaad :wie op 't kerkhof ligt ,speelt niet meer mee. En ge had zo geen lijk meer liggen dat ge onder mijn naam kont begraven ? Dan zou ik hier meteen een stuk rustiger kunnen rondlopen! Want ge moet weten dat ik nu officieel Jean-Marie Peters heet! Ja-ja :Jean-Marie Peters...Dat was een Oostendse jongen die in een Berlijnse fabriek dood gebomd is en wiens papieren ik heb ingepikt. Maar 'Joseph Petré' is officieel nog niét gestorven en dàt is wel een beetje vervelend..."

Jetje leek opgelucht dat Joseph geen bezwaar opperde tegen haar oplossing om Leon op dié manier grondig te laten verdwijnen, en wierp het over een àndere boeg:

" En gij ?...Geen last van uw been ?"

" Och, dat gaat wel...Ik kan er mee leven...Of er zónder ,al naar gelang ge't beziet ,hé !"

Jetje leek de wat bittere joligheid niet te snappen :" Bekent nu zélf: was het geen reusachtige stommiteit om, voor zo'n gewone ruzie met uw moeder, te gaan lopen naar Rusland ? Had ge wat water in uwen wijn gedaan, dan liept ge er vandaag een stuk gezonder bij ! En Marie en Leon waarschijnlijk óók! "

" Dat kunt ge met het dagelijks leven van nù niet eerlijk beoordelen hé ! Na de mislukking op de Kadettenschool dacht ik toendertijd tóch nog op dié manier officier bij het leger te kunnen worden, op een paard te rijden op kop van mijn troepen en een schoon leventje te kunnen leiden...Dat had den Engelborghs mij toch laten verstaan. Maar mijn carrière bij de SS is de mist in gegaan door mijn twijfelachtige afstamming ! Het familieonderzoek van de Rijkswacht, dat mijn kandidatuur voor de officiersopleiding moest staven, liet verstaan dat mijn vader Dis mogelijk het kind was van een rondzwervende zigeunerin...Ik kan wel raden wié hen die zever heeft ingefluisterd, maar vanuit Rusland kon ik daar weinig tegen inbrengen! En dus mocht ik mijn bevordering tot officier op mijn bil schrijven...Want ik had kameraden, die niet slimmer waren dan ik en wél bevorderd werden ! Het ligt dus van tien-negen zuiver aan die verdachte grootouders dat ik mislukt ben...En toevallig ben ik eergisteren in Duinkerke op de tweelingbroer van Dis gevallen - een zekere Noël Dieudonné - en die heeft mij zíjn kant van dat verhaal verteld, al heeft die man schijnbaar nooit wakker gelegen van zijn kleurrijke voorouders...Hij herinnerde zich wél nog dat gij in den tijd daar gepasseerd waart om dat 'spookvertelsel' van de Leon uit te vlooien...Hoe zit dat ? Ben ik effectief een halve bohemer, zoals ze zegden ?...Kleinkind van een cirk-artiest ?!"

" Wel heu..." twijfelde Jetje, volledig verrast: "'t Is te zeggen..." Om het niet te moeilijk te maken verzweeg ze dat Dis als vondeling eerst met de naam "Vrooman" werd gedoopt ,want dàt kon enkel verwarring zaaien...Maar met horten en stoten bevestigde ze toch de ingekorte versie van het gekende verhaal over de geboorte van "Vader Dis zaliger" ,op kerstdag 1902 , als de halve vondelingen-tweeling in het zwartzusterklooster van Veurne...En vergoeilijkend ronde zij af :" Het is door die moeilijke geboorte op kerstdag dat de nonnen zijn broer in der haast "Noël Dieudonné" hebben gedoopt ,en hémzelve "Desiré Dieudonné"...Maar omdat Dis in 1918 geadopteerd werd door Bompa Petré zijn ze hem voorts altijd zo blijven noemen :"Petré ,Dis Petré"...Want na de Grooten Oorlog waren er zó verschrikkelijk veel weeskinderen waardoor ze op de gemeente voor die adopties geen nodeloze moeilijkheden verkochten ,en blij waren er vanàf te zijn...En al bij al ,ook gij moogt al blij zijn dat ge door deze twijfelachtige afstamming nooit geen officier geworden zijt van de SS, want dié worden al wat zwaarder aangepakt door het gerecht dan een gewone soldaat "...

Doch bij haar gefantaseerde toelichting over de familiestamboom van de Petré's zweeg ze verder eveneens in alle talen over de smerige 'Rudolf Valentino', die Marie verleid had in de bosjes op de vestdijk van het 'Spaans Fort' tijdens de eerste naoorlogse kermis van Nieuwpoort, anno 1922...En die zonder de minste twijfel Josephs échte vader was...

Joseph moet intuïtief toch zoiets gemerkt hebben:

" Het is natuurlijk onnozel, maar ik voél mij absoluut geen kind van den Dis...Heeft ons moeder geen affaire gehad met een àndere vent, toen ze jong was ?"

Maar Jetje blokte vol geveinsde verontwaardiging onmiddellijk deze denkpiste af: " Zeg Joseph, ik vind dat ge verdikke maar weinig respect hebt voor uw vermoorde moeder, om zoiets te durven zeggen ! "

Voor de lieve vrede sneed Joseph dan maar een nieuw onderwerp aan: de moord op Marie...Maar veel wijzer werd hij er niet door, want ook zij hield zich eerst aan de gekuiste versie van Jupp, dat een onbekende weerstander haar neerschoot toen zij uit gevangenschap poogde wég te vluchten! Daarom onderbrak hij haar ongeduldig en confronteerde haar met het ooggetuigenverslag van Leon:

" En dat het Pylieser was die het schot loste, heeft Leon mij onder ede bevestigd: er was niemand ànders in de buurt! ...Maar de moord zélf heeft hij natuurlijk niet echt met eigen ogen gezién hé, want Pylieser sleurde Marie achter den hoek van de vest in de bosjes...Kort daarop klonk één enkel schot en kwam Pylieser verdwaasd vanachter de bocht gelopen met zijn spriet wagenwijd open! Omdat Leon dan de Dupong met de zwengel had neergeslagen is Pylieser lijk een zot vanuit de verte op mijn broer beginnen schieten! Die is al vluchtend over de schorren op het nippertje kunnen ontsnappen! Dàt is de zuivere waarheid Jetje! En mij verwondert het dat Pylieser daarvoor nooit ter verantwoording is geroepen! "

" Wel, er waren toch geen getuigen meer! Leon zélf was zogenaamd verdronken en Dupong zei dat hij zich van héél die affaire, door die slag op zijn kop met de zwengel van de moteur, niéts meer herinnerde...Hém kunnen ze ook niet meer op de rooster leggen, want hij is vorige week naar de Kongo vertrokken als lekenbroeder, lijk een soort missionaris..."

" Verdomme, dat is wat ver om hem de strot over te gaan snijden! ...Dan hoop ik maar dat de kannibalen hem in stukken kappen en levend in de ketel koken! ...Wéér een getuige minder, zal Pylieser gezegd hebben! ...En zonder getuigen ging dus alles in de doofpot ?"

" Ja en nee...Een week of zo nà de bevrijding hebben Steiner en het Duits Friseurtje Hussak, de twee échte kopmannen van de Weerstand, een soort tribunaal willen opzetten om de concurrenten uit te schakelen. Steiner verweet o.a. de garde dat die hem vóór de oorlog valselijk beschuldigd had van moord op den Dis en dat hij daardoor naar Spanje is moeten vluchten, met al de gevolgen vandien. Maar de garde heeft dan bij het vooronderzoek kunnen bewijzen dat hijzelf pas véél later heeft ontdekt hoe niét Steiner, maar wél Pylieser schuld had aan de moord op Dis...Als ge al van 'moord' zoudt spreken..."

" Ja, met de beginletters van zijn naam op de gastang waarmee hij die hoop granaten van Dis op 'scherp' had gezet: G.P. voor 'Gerard Pylieser'...Dat verhaal heeft Jupp Deutinger mij verteld in Keulen...Die sabotage van die oude obussen :dàt was moord ! "

" Alee ,ja...Wel, vanaf het moment dat onze Rooie Steiner witgewassen werd, heeft deze daarvan geprofiteerd om meteen Pylieser ook te beschuldigen van de moord op Marie én de verklikking van mijn vriendin Rachel en mijzelf. Plùs de fotograaf Paul Hazard én loodgieter Briek Erte ! Ge zoudt toch denken dat zoiets graaf genoeg is om iemand voor de rest van zijn leven in de bak te steken hé ! Want daar bovenop kwam ook nog de beschuldiging voor oorlogswoeker en collaboratie! Maar de rijkswacht had in die dagen de handen vol met hun eigen uitzuivering en het oppakken van gekende 'zwarten', en wilden zich niet verbranden aan de ruzies tussen weerstanders onderéén! ...Ze noemden zelfs de aanklacht tegen Pylieser, die 'Held van de Weerstand', een zéér onpatriottische daad! "

" En daarmee was de kous af ?!"

" Ge zoudt zeggen van ja...Pylieser is in elk geval nooit écht ondervraagd geweest, maar is wél een maand of zo gaan 'wandelen-in-de-natuur', tot op het moment dat Steiner en Hussak dienst namen bij de Canadezen en wegtrokken naar het front in Holland...Pas dàn is hij weer opgedoken, maar ditmaal beladen met attesten uit Brussel, dat hij héél den oorlog de grote weldoener en geldschieter geweest was van het verzet. En met geld koopt ge véél hé!...Zélfs een paar juges, naar het schijnt! "

Geld, ja...Plots herinnerde Joseph zich weer het doel van zijn expeditie naar de kust: het recupereren van die twee dozen met goud en juwelen! En met een onschuldig gezicht vroeg hij: " Hoe staat het feitelijk met onze woonst hiernaast, de 'Stella Maris' ? Heeft dat de hele tijd leeg gestaan ? Zonder toezicht ? Is het dan niet geplunderd geworden na de arrestatie van Marie en Leon ?.."

Jetje antwoordde fier: " Niet met mij hé! Pylieser en Dupong hadden met hun zatte botten, vooraleer ze Marie en Leon uit de abri sleurden, hiernaast al lelijk huis gehouden. Nadien zijn ik direct gaan zien: alles overhoop en kapot geslagen! Een échte ruïne! Ik heb toen zoveel mogelijk opgekuist en de beesten eten gegeven, in 't vast gedacht dat Marie binnen de kortste keren ging weerkeren. En de deur goed gesloten met een briefje dat ik het huis bewaakte en de sleutel had...Nadien heb ik daar nooit niemand meer binnen geweten, tot de Brugse huisbazin er een paar maanden later opnieuw bezit van kwam nemen..."

Dat klonk veelbelovend..."Echt niémand ?"

" Toch wel, maar zonder érg...De nacht nà de aanhouding van Marie heb ik er horen rommelen...Soldaten, dacht ik eerst. Maar de volgende morgen heb ik niet gemerkt dat er iets gestolen was, buiten wat zondagse kleren en ondergoed van Marie, zonder veel waarde..."

" Dan zullen het wel géén soldaten geweest zijn hé ! Wat zouden dié met vrouwenkleren moeten aanvangen ! Of ze moesten een vijs los hebben zitten ! "

Jetje glimlachte wat zuur en er viel eventjes een pijnlijke stilte. Maar ze herpakte zich vlug:

" In mei van vorig jaar, op de eerste verjaardag van V-Day is echter alle zever opnieuw begonnen! Het Essex-Scottish regiment dat ons bevrijd heeft, is komen meevieren op de feestelijkheden met een défilé. En ziet, wie was daarbij denkt ge ?! Steiner en Hussak, in Canadezen uniform! Juist op het moment dat de weerstandsgroep van Pylieser op die plechtigheid hoog van de toren blies ! Steiner heeft dan terplekke zijn aanklacht tegen Pylieser hernieuwd, met de gastang als bewijs bovenop ! Maar de schipper liet zich niet doen en klaagde op zijn beurt Steiner aan als Russische Vlassov-soldaat, die de Canadezen volgens de akkoorden na de oorlog al lang aan Stalin hadden moeten uitleveren...De garde heeft dan een schone geste gedaan, als wederdienst omdat Steiner de klacht tegen hem had laten vallen: hij heeft bewezen dat de vroegere schoenlapper van het dorp van oorsprong een Duitser was, die lang vóór de oorlog tot Belg werd genationaliseerd, en dus niét als een Russische Kozak moest uitgeleverd worden ! En voor de rest houdt Steiner zich koest..."

" Wel, die mag dan van geluk spreken ! Want in Rusland hadden ze die 'Vlassov-Steiner' zéker gefusilleerd ! "

" Wacht, 't is nog niet gedaan ! ...Want toen heeft Pylieser zijn twee concurrenten, Steiner en Hussak, bij de Canadese commandant verklikt voor de dubbele moord in .de 'Villa Sybaris' ! Dien officier kón nu niet anders dan die twee vrijwilligers op staande voet te ontslaan ! En zo haalde die smeerlap van een Pylieser tenslotte tóch nog gelijk ! ..."

" Als ik u zo hoor is die vent wel ongenaakbaar..."

" Zeker weten ! Zo heeft de garde ook moeten boeten voor zijn getuigenis ten voordele van Steiner ! Want nà de bevrijding was de plaats van politiekommisaris hier open verklaard en naarvolgens ze zeggen heeft de garde zich toen kandidaat gesteld voor die post. Maar Pylieser zou aan de selectiebaas hebben laten weten dat de garde veel te veel dronk voor zo'n voorname benoeming, en Cyriel kon het vergeten ! "

Juist goed, dacht Joseph, die de garde ook niet in zijn hart droeg. Maar hardop vroeg hij: " En is Steiner hier in het omliggende blijven wonen ?" Hij wou immers graag zijn eerste slachtoffer binnen handbereik krijgen, na het verdwijnen van Dupong naar de Kongo...En dat viel al bij al nog goed mee !

" Die huist hier vlakbij, juist onder het kamp van Lombardzijde...Hij houdt zich niet meer met politiek bezig en werkt bij een aannemer die alle abri's in de duinen voor rekening van de Belgische staat moet afbreken. Ge kent hem misschien: de N.V. Berenbiet, die zélf tijdens de oorlog deze bunkers heeft gebouwd, maar dan voor rekening van den Duits ! Zo blijft die aan het werk hé :eerst bouwen en dans weer afbreken ! Maar Steiner wil zich doen vergeten en dat is maar goed ook ! Want toen mijn vriendin Rachel in september van vorig jaar uit Ravensbrück via het Zweedse Rode Kruis terug kwam, heeft hij nog geprobeerd ons de verklikking van de fotograaf Paul Hazard op de nek te schuiven...Maar wij hebben hem opnieuw de mond kunnen snoeren met zijn twee moorden in de Sybaris, toen hij deserteerde als Vlassov-soldaat...Zoals gezegd : sindsdien houdt hij zich koest, en is alles ondertussen goed en wel..."

" Hoezo, verdomme ?!" riep Joseph schijnbaar verontwaardigd uit: " Alles goed en wel ?! Wordt Marie dan niet meer verdacht van al die verklikkingen ? Dan zou ze toch in eer hersteld kunnen worden ?..."

Jetje dacht een lange tijd na voor ze antwoordde.

" Luistert Jos, laat ons dat potje gedekt houden... IK weet wie Paul Hazard verklikt heeft aan den Duits, en het is zelfs deels mijn eigen schuld. Maar als iemand bij de Gestapo onder foltering dergelijke bekentenissen aflegt, dan is er geen sprake meer van fout of schuld...Verder wil ik daar niets meer over zeggen, enkel dat we nù weten dat Marie onschuldig was, ook al wees vroeger iedereen in haar richting...Zoals we ook nù pas zéker weten, door de ooggetuigenis van Leon, dat de Pylieser Marie vermoordde, en niet één of àndere onbekende weerstander ! Dat zijn wel allemaal nieuwe ontdekkingen, maar daarvoor zal het gerecht geen nieuw proces beginnen. We kunnen die zaak beter laten rusten..."

" Ha, da's gemakkelijk om zo vergevensgezind te zijn als ge er niet rechtstreeks bij betrokken zijt ! ...Maar neemt nu uw arrestatie in '43: ik verzeker u, op basis van Jupps getuigenis, dat Pylieser u en Rachel destijds verklikt heeft ! Hij en niemand ànders ! ...Gijzelf zijt er bij de Duitsrs toen nog tamelijk gemakkelijk met één maand gevang vanaf gekomen. Maar ik vraag mij af of uw vriendin haar twee jaar Ravensbrück óók zo licht zal vergeten...En vergeven ?...Ja ?..."

Jetje trok wat machteloos de schouders op: " Hij verdient ervoor te boeten, da's zeker, maar ja...En zeggen dat zo'n varken juist vandaag, op de tweede viering van V-Day, tijdens de ceremonie in 't dorp een eremedalje van weerstander gaat krijgen, voor z'n diensten bewezen aan het vaderland, lijk ze zeggen ! "

" Bon, als het gerecht hem niet wil straffen voor het om zeep helpen van mijn familie, dan zal ik het zélf moeten doen, hé ! Dat hem zijn testament maar al maakt ! "

Plots klonk een schelle stem door de openstaande glazen deuren van de voorkamer: " Dat heeft hij al lang gedaan, man ! Zonder op u te wachten ! "

Jetje en Joseph schrokken zich een aap ! Die luistervink daar had natuurlijk heel hun vertrouwelijke conversatie letterlijk kunnen volgen !

Tableau zeg !


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
11-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!