" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
05-12-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 351

C57   HET MES OP DE KEEL...

 

                       Lüneburg, 23 september 1945.

Op de zonegrens ,een paar kilometer buiten Salzwedel , haalden de Russen dezelfde stoot uit als bij de brug over de Havel: iedereen uitstappen met pak en zak ! Maar nu was hun hoofdbekommernis niét meer de reizigers te pesten of de tijdstabellen te verstoren. Neen, ditmaal was het ernst. Want ze beperkten hun barse controle niet enkel tot het speuren naar verdachte tronies, maar wilden ook weten wat voor gestolen kostbaarheden deze luizige landverhuizers uit hun bezettingszone wegsleepten...

Bij Joseph hadden de soldaten achter de rij controletafels vooral een ziekelijke interesse voor het kunstbeen, dat zo uitdagend uit zijn 'plunjezak' omhoog stak. Buiten het feit dat ze zo'n prothese waarschijnlijk nog nooit van dichtbij hadden gezien, schenen ze goed te begrijpen dat zo'n ding in Rusland een klein fortuin kon opbrengen...Gelukkig had Penny hem ruim op voorhand verwittigd en kon hij op de trein nog tijdig de 3.000 mark uit de voetholte peuteren en in zijn onderbroek steken. Tijdens deze sluikse kapitaaltransfert had zijn oude vriend wel even grote ogen opgezet, maar buiten een smakelijke vloek verder niets laten blijken... Hij had eens moeten weten dat Joseph nog drie zo'n rollen bankbriefjes in zijn opgespelde broekspijp had zitten !

Eén van de soldaten achter de controletafel leek de twéé krukken voldoende steun te vinden voor één ontbrekend been. Hij trok eerst wat onzeker de prothese uit de 'rugzak', die Joseph voor nazicht op het werkblad had gelegd, blafte toen brutaal iets in onverstaanbaar Russisch en deponeerde dan fier het kunstbeen in de mand naast zijn stoel: zó !

Even bleef Joseph beduusd staan kijken naar de zelfvoldane snuit van dat stuk crapuul, maar toen die hem ook nog gebiedend 'Weck ! Schnell !' toesnauwde, brak er iets in hem. Hij mepte plots met één kruk zó hard op de tafel dat de soldaat van het schrikken bijna achterover van zijn stoel donderde.

" Hier mein Bein !! Du verdammter Schweinhund !!" blafte hij met zijn sergeantenstem, maar schakelde vlug over op minder verdacht Frans: " Sale voyou ! Espèce de crapule !! Au voleur !! Tovaritch Kommandant: ici, au secours !"

     Zijn geschreeuw galmde door de zaal en in een flits waren alle ogen gericht op Kwatta ! De Britse officier die de trein begeleide kwam geschokt toegelopen: " What the hell is going on here ?!" Daarop had Joseph gewacht en er zich al heel de reis op voorbereid.

     " You must help me, sir ! This bastard stole my leg, my artificial leg ! I am member of the U.S. Army Intelligence Service and I need your protection !" Maar vóór de verbouwereerde Brit de vrijgeleide van Weintraub helemaal kon lezen, grepen twee Russen Joseph al vast en sleurden hem in een hoek om hem eens goed bij te vijzen, terwijl deze als een gekeeld varken aanhoudend schreeuwde van "Tovaritch Kommandant ! Tovaritch Kommandant !!"

     Een luitenant van de NKVD kwam dan tóch maar eens kijken wat dat kabaal allemaal te betekenen had, juist op het ogenblik dat ook de Brit in gang schoot. Die trok de twee soldaten weg en stelde zich beschermend op voor de zielig ineen gekrompen Joseph. De Rus kon dat niet over zijn kant laten gaan en wilde de Brit tot de orde roepen. Maar Joseph bleef maar kelen van 'Tovaritch Kommandant !' tot de twee officieren hem vragend aankeken. Joseph hield de Rus de versleten identiteitskaart van J-M Peters voor en wees op de apostille op de rugzijde. Van alles wat de Russische officier van de stormtroepen er - destijds bij de verovering van Steglitz - had opgeschreven was vooral 'droeg' en 'CCCP' nog duidelijk te lezen: t.t.z.'vriend' en 'Sovjetunie'. Maar blijkbaar trok vooral de vette rode stempel met sovjetster, hamer en sikkel eronder de aandacht van de NKVD-man. Met opgestoken hand maande hij iedereen tot kalmte en stapte vlug naar de tafels om de tekst onder de lamp iets nauwkeuriger te bestuderen. De Brit hielp ondertussen Joseph recht en verloor bijna zijn flegma toen zijn Russische collega zich lachend naar hem omkeerde, zijn armen in de lucht wierp en hem hartelijk omhelsde !

" We are very sorry, comrad, for this stupid error ! This man is big friend of the Sovjetunion !" En zich naar Joseph kerend: " Grosse Kamarad ! I am your big friend also ! We are very sorry comrad !" Hij gaf Joseph nog een vriendschappelijke mep op de schouder, en brulde iets vreselijks naar de soldaat achter de tafel. Deze schoot als de bliksem in de weer om de prothese opnieuw in de 'buidel' van Joseph te verpakken, wat niet zo eenvoudig ging. Maar deze was geen haatdragende perfectionist: hij gooide haastig de zak op zijn rug en liet zich dan, huppelend op zijn krukken, door de twee behulpzame officieren de zaal uitgeleiden...

 

Toen ze na al die heibel weer in hun wagon zaten, had Joseph nogal wat bekijks van zijn medereizigers. En vooral Penny had graag wat uitleg gekregen waarom die vreemde militairen plots zo naar zijn pijpen dansten.

" Och, ik wist dat ze sowieso op dat been zouden vliegen en heb het dan maar een incidentje uitgelokt om hen af te leiden van de rest van mijn reisgoed. Want ik weet niet of je het gemerkt hebt, maar MIJN zak is ver de énige die ze niet hebben uitgeladen en MIJN persoontje de énige die niet lijfelijk werd gefouilleerd..."

" Wat heb jij dan te verbergen dat je zo nodig die cinema moest opvoeren ?"

" Géén peeschijven hé man ! Echte ping-ping !" fluisterde Joseph discreet:" Mijn overlevingspensioen voor de eerstvolgende zwarte jaren... Ongeveer tienduizend mark..."

" Ja-watte ! Tien..." Een elleboogstoot in zijn ribben smoorde zijn uitroep in de kiem: "...Ja watte ! Hoe zijt ge dààr aangeraakt, verdomme !"

" Niet met duivemelken, natuurlijk. Maar vergeet niet dat jullie binnenkort weer een soldij gaan krijgen, terwijl ik met mijn ene poot wel een tijdje op mijn kin zal mogen kloppen. Dus heb ik mijn voorzorgen genomen. Mijn huisbaas in Berlijn was betaalmeester van de Schutzpolizei en is, toen de Russen kwamen, met de kas van zijn eenheid gaan lopen. Hij is door de sovjets om een of andere duistere reden op onze dorpel vermoord en ik heb nadien dat pak soldij in de roostering van zijn slaapkamervloer gevonden. En in plaats van het aan de Missies te schenken heeft deze smeerlap hier al die centen in zijn eigen zak gestoken ! Lelijk hé ! Maar ik herhaal: als ik je met een briefje van honderd kan depanneren ?..."

Penny trok een overdreven bedenkelijk gezicht, maar écht afwijzend was hij al wat minder dan daarjuist. Dus opende Joseph de gulp van zijn werkbroek, grabbelde met zijn hand diep in zijn opgespelde broekspijp en haalde discreet een rol briefjes boven: " Twee van vijftig ?"

Penny gaf schoorvoetend toe: "Okee...dat zijn zo'n honderd pinten...Als wij die allemaal op jouw gezondheid gaan leegzuipen gaat gij nogal een frisse blos krijgen. En misschien begint zelfs je poot er terug van te groeien !"

" Bon, laat ons het hopen...Maar ge begrijpt dat ik daarom niet graag had dat de Ivan tussen mijn vuil sokken ging snuffelen, verstaat ge ?! En 't is ook daarom dat ik wat cinema verkocht heb met dat kunstbeen: ik wist dat ze daarover gingen vallen ! Maar voor die prothese zélf was ik er nogal gerust in: ik heb zowel attesten van oost en van west - én zelfs van de joden ! - dat ik een vriend ben van hùn volk, wie dat  dan ook moge zijn...Mij zouden ze nooit durven pluimen: daar was ik zéker van !"

Vooraleer hij de details van zijn diverse 'attesten' had belicht en uitgelegd hoe hij zijn plan op poten had gezet, waren ze al aan een gezapig gangetje richting Hamburg aan 't stomen. Dubbelspoor ditmaal.

" Eerst nog veertig tot Ülzen en dan zijn we er vér :vijfenzestig kilometer in totaal ,hoop en àl!" zei Penny: " Tegen een uur of twee-drie in de namiddag kunnen we wel in Lüneburg zijn ! Want met die twee sporen zullen we van nu af niet meer moeten wachten op tegenliggend verkeer. Dus vooruit met de geit! Al bij al is alles nog stukken vlotter verlopen dan ik had gevreesd"

Ze begonnen gezapig hun K-rantsoen op te eten en onderwijl zonder angst over de toekomst te fantaseren.

" Alles achteraf bekeken, Penny: In feite was dat tekenen bij het Franse Vreemdelingenlegioen voor niks nodig geweest, hé... Zelfs ik, met mijn verdacht uiterlijk van verminkte frontsoldaat, ben er probleemloos door gerold !"

" Nee, wij niet: wij zaten in de tang. Vanals ze in Sammellager Grünewald op ons linker oksel die bloedgroeptatoeage hadden ontdekt, waren we gezien ! Die Franse officier heeft dan zijn lijsten gecontroleerd en volgens die vent stond ik geseind als oorlogsmisdadiger...Weet je nog wel: die souvenirfoto uit november '41, toen ons Legioen tijdens de 'Partizanenkampf' in Tarrasova betrokken werd bij het ophangen van een Russische sluipschutter ?...Ik heb mij nadien naast dien blauw-bevroren kwibus laten 'trekken', met mijn stomme kop ! Louter om struis te doen...Ik weet niet wie mij verraden heeft, maar ik heb alle moeite gehad om die Fransman te overtuigen dat het Vlaams Legioen pas van hun drijfjacht in Tarrasova terugkwam nà de terechtstelling van die zot. En hij besloot enkel de spons erover te vegen indien ik voor vijf jaar 'Indochina' zou tekenen ! Bon, voor mij niet gelaten: vijf jaar is rap voorbij en zo zien we nog wat van de wereld hé !"

 

Penny had goed geschat: om half drie waren ze er.

Zoals verwacht was het maar een korte mars van de treinhalte tot de ingangspoort van de oude kazerne, waar boven een wit spandoek met "Displaced Persons Camp Lüneburger Heide" zedig de oude Duitse benaming afdekte. De zandweg was echter volledig stuk gereden door het zwaar verkeer. Met al die bandensporen vlotte het op krukken dus niet zo goed, zodat Penny als vanzelfsprekend de bagagezak van Joseph over zijn eigen schoft had geworpen.

Misschien lag het aan de voorspraak van die Britse officier, maar binnen het uur geraakte Joseph zonder verdere incidenten door de Belgische 'clearing'. Ook Penny en zijn acolieten werden probleemloos langs de Franse controle geloodst door een zwarte sergeant van het Vreemdelingenlegioen. En omdat Penny voorzag dat hun wegen hier gingen scheiden riep hij over de hoofden naar Joseph: " Om vijf uur in de kantine !" Het brede gebaar, om met beide handen een ingebeelde volle emmer in zijn opengesperde mond leeg te gieten, voorspelde Breugheliaanse excessen...

 

Dat viel lelijk tegen.

Zijn installatie in een barak vol stapelbedden was nu zuiver routinewerk. Wegens zijn invaliditeit kon hij makkelijk een plaatsje op een gelijkvloerse brits veroveren. En om de tijd te doden besloot hij, ondanks de sluikse blikken van zijn buren, voor vanavond zijn kostbare prothese nog eens aan te gespen.

Achteraf beschouwd niet zo'n gelukkig idee, want het fortuin uit zijn broekspijp ongezien overbrengen naar de holle kuit van zijn kunstbeen verliep nogal omslachtig. En nadien herinnerde hij zich dat de twee Corsikaanse boeven van de overliggende rij stapelbedden zijn gedoe met loense interesse hadden gevolgd. Maar ja, toen was het te laat natuurlijk...

Tegen de vijven ging hij, gestoken in propere kleren én met zijn kunstbeen aangegespt, op zijn gemak naar die fameuze kantine. En zohaast hij er binnenstapte kreeg hij weer dat beklemmende gevoel van 'déjà-vu', alsof hij hier al eens geweest was. Dat karton in de kapotte vensters was nieuw, voelde hij: waarschijnlijk gevolg van een 'recent' bombardement...En ook de opgehangen sliert geallieerde vlaggetjes achter de lange toonbank vloekte wat met zijn mistige herinnering...Wél zocht zijn blik instinctief een blonde gezonde matronefiguur met een groot wit schort en opgerolde vlechten om het hoofd...Hoe heette ze weer ? Frau Schiller of zoiets...of nee: Schröder ! En de leider van dat Jugendheim, waar Leon was gestrand na zijn vlucht uit België,...die kruiperige S.A.vent...Gustav Meyer, juist ! En die opdringerige Hete Hélène, niet te vergeten !...Toch wel vreemd dat al deze spoken uit het verleden hier plots in zijn verbeelding opdoken...Tot hij zich ineens realiseerde dat deze kantine verdomme de vroegere refter was van het H.J.-Heim 'Adlershorst', natuurlijk !

De korte wandeling bij hun aankomst, vanmiddag, van het goederenstation achterin het bos naar hier, had hem helemaal op het verkeerde been gezet ! In de donkere septembermaand van '44, toen hij hier Leon kwam oppikken, was hij immers met de gewone 'expres' van Berlijn naar Hamburg op het treinstation van Lüneburg uitgestapt, op een half uur busrijden van hier. Maar nu waren ze uitgestapt in het goederenstation midden in de bossen ,àchter het kamp. Alles was hier toen nog kraakproper en ordelijk geweest, en het Jugendheim op zich ook veel kleiner. Nu, door de schaalvergroting, met al die tenten en barakken erbij, en de wegen door de zware camions volledig tot modderstromen vermalen, leek het wel een verstrooid mierennest !...

De rokerige refter - pardon, de 'Canteen' - was al bij al niet erg druk bezet: veel tafels waren nog half of zelfs hélemaal leeg. Penny trok, vanuit de hoek naast de toonbank, al armenzwaaiend zijn aandacht

"Allee, profiteert er van, want overmorgen vroeg zijn wij wég naar Marseille ! Al gaat ge hier van al de drank niet rap zat worden: niks dan appelsiensap, of ànders van die Amerikaanse bocht uit den apotheek ! Al chance dat ik in Grünewald nog een fles Vodka heb kunnen organiseren bij de Polakken, waar ge gegarandeerd een 'blackout' van krijgt ! Maar als we blind worden zullen we het wel zien !"

" Of juist niét !"...Maar Penny miste de pointe.

 

Toen de fles na een half uurtje leeg was, waren ze toch al een beetje in stemming geraakt en hadden met hun vele rondjes plus het gulle drinkgeld de geïnteresseerde aandacht getrokken van 'Heidi', één van de Duitse barmaids. Vooral toen Joseph bij een bestelling vroeg wààr 'Herr Gustav Meyer', de vroegere patron, gebleven was kreeg hij iets van een persoonlijk contact met dat kind.

" Das ist mein Vati..." fluisterde ze: " Er wird noch immer fest gehalten im Denazificationslager 'Bergen-Belsen', aber kommt balt wieder frei..." In afwachting werd de 'canteen' beheerd door Fraulein Eyleen, zei ze, onder leiding van de Sergeant-Majoor Townsend, een Canadees.

" Und die blonde Frau Schröder ?"

" Ach, die ist schon lange Tot ! Eine Bombe..."

Verdomme, dacht hij, wat is dan het nut van al die herinneringen ? En die vraag stelde hij zich opnieuw toen Penny oude koeien uit de sloot begon te halen...

" En, kent ge nu al de naam van uw vader ? En of dat uw grootvader nu een Bohemer was of niet ? Daarmee zat ge toch fameus in de knoop hé, in de winter van '43, toen wij bijkans verloren liepen op de sneeuwsteppe van de Ukraïne ? Man-man, dat waren nog eens problemen hé !"

" Zeg Penny, ge moet daar niet mee lachen hé, want daardoor zijn ik verdomme naast mijn officiersopleiding gevallen ! En hadden ze mijn afstamming van die zogezegde Bohemer-grootouders kunnen bewijzen, was ik misschién, maar mijn broer zéker, in een concentratiekamp beland ! Want hij zag er, juist lijk ons vader, wérkelijk uit lijk een beer van de cirque...Terwijl ikke met mijn blonde kop toch kon doorgaan voor een Rasgermaan, hé...'t Is daarom dat ik altijd gedacht heb dat ons ma zaliger in haar jonge jaren naast de pot heeft gepist. Ik heb mij sindsdien zot gezocht welke Rasgermaan haar destijds verleid kon hebben, en mij bijeen gevogeld...En weet ge op wie ik ten langen leste ben uitgekomen ? Raait eens..."

" Toch niet dien communist uit Westende, die uw hiel eraf geschoten heeft in de Wolchow ?"

" Ja, Steiner verdomme ! De schoenlapper ! Ge moet niet vragen hoe fier ik op mijn nieuwe familie was ! Al chance dat die vent hoogst waarschijnlijk zijn krijgsgevangenschap niet heeft overleefd...En als ge 't goed nagaat kan er geen énkele van de acteurs in dat melodrama het nog navertellen: daarom is héél dien warboel in feite niet meer van belang...Want thuis zijn ze allemaal dood: Marie, Dis...en overlaatst Leon nog ! Daarbij, als ik tegen alle verwachtingen in toch van die Bohemers zou afstammen, kunnen ook de autoriteiten mij daar niet meer serieus voor vervolgen: Hitler is ook dood..."

" Dat is nog niet zo zeker, hé !" wierp Penny op.

" Bon !" spotte Joseph: "als we zò beginnen , dan wordt het tijd dat ik eens ga pissen !"

" Nou, "zei Henkie: " Dan ga ik eerst nog een rondje van deze kattenpis halen bij Heidi, en kom je wel na."

Buiten was het pikdonker, maar de kille regen deed hem deugd. De klop op zijn kop niét. Een forse arm nam hem langs achter in een wurggreep en hij voelde een mes op zijn keel priemen: " Vite fiston, ton argent !!" De struikrovers waren met z'n tweeën. Eén knielde vóór hem en sleurde zijn broek naar beneden: ze hadden het duidelijk op zijn beenprothese gemunt en wisten zijn fortuin in de holle kuit zitten...Langzaam werd het rood voor zijn ogen en juist toen hij het licht zag uitgaan viel hij op de grond en zijn aanvaller op hem: zwaar en bewegingsloos. Ook het gefriemel aan de riem van zijn kunstbeen hield plots op.

Het duurde even vóór hij zich realiseerde dat de overval was afgebroken en hij Henkies stem herkende.

" Die viespeuk zat op z'n knieën in je gulp te frunniken, Jos ,en ik voelde aan m'n water dat je het niet zo leuk vond... Ik heb hem maar een trap tegen zijn strot verkocht, als je het niet erg vindt..."

" En die tweede met zijn mes ?" bracht Joseph er rochelend uit.

" Had die leukerd dan een mooi mes ?...Nou, met zijn gebroken nek zal hij er niet veel plezier meer aan beleven, wat jij ? En ik kan zo'n leuk messie wel gebruiken, als ik mag...Blijf jij nou effe hier bij onze dierbare afgestorvenen, dan haal ik binnen de jongens wel, voor de begrafenis..."

 

Begrafenis was een groot woord. Joseph kon er zich later, door die stekende koppijn, slechts weinig van herinneren. Wél dat Knut de twee boeven voor alle zekerheid nog even de nek omwrong en dat de drie vrienden vervolgens de twee schurken naar de latrinesleuf sleepten, een tien meter verder, naast de bosrand...Achter het scherm van de zeildoekpanden bracht het vluchtig fouilleren enkel wat geld, personalia en twee polshorloges op...Dus zonder verder vlagvertoon werden de lijken dan maar in de diepe latrinesleuf gerold: tweemaal 'Splash !' Het deed Joseph een beetje denken aan het harde zeemansgraf dat hij destijds 'Plakpot Martens' had bezorgd: oeps van drie-hoog uit het mansardevenster op de kasseien: " Eén, twee, drie: in godsnaam !"

Het bloed uit de schedelwonde liep Joseph kleverig in het oog. Penny fatsoeneerde zijn gezicht een beetje met een vuile zakdoek, maar Henkie vond dat ze het beter in de kantine even lieten verzorgen door die sympathieke Heidi. Die zal dat wel al méér voorgehad hebben...

Maar toen de stoet zo discreet mogelijk terug naar binnen trok, sloeg het kind groen uit en werd Fraulein Eyleen erbij geroepen. Die sprak vloeiend Duits, Engels én Frans, maar bleek een Hollandse te zijn van Terneuzen..

Eyleen ?...Een hollandse uit Terneuzen die Frans sprak ?...Vreemd toch...of niét ?

Joseph herkende haar onmiddellijk. Die rauwe caféstem, dat sensuele lijf en de vamperige manier waarmee ze alle mannen benaderde...Geen twijfel mogelijk: het was wel degelijk 'Hete Hélène von Adlershorst', die opdringerige sloerie die Leon dat vuil pietje had gelapt ! Maar ook het mens dat hij die vernederende doktersbehandeling had laten ondergaan...En als hij zich nog goed herinnerde had zij uit wraak dan weer Leon aardig zijn vet gegeven, toen deze hier met nieuwjaar zijn basisopleiding kreeg bij de 'Langemarck' ! Joseph begreep niet waarom hij met zijn stomme kop niet onmiddellijk de link met Hete Hélène had gelegd, toen hij daarstraks merkte dat het D.P.Camp 'Lüneburger Heide' in feite het vroegere 'HitlerJugendheim Adlershorst' omvatte...

Hélène nam hém en Penny mee naar een voorraadkamer achter de toog en ging onmiddellijk aan de slag met een EHBO-kist. Dat had ze blijkbaar nog méér gedaan, want in een wip en een knip was de wonde op zijn schedel ontsmet, verzorgd en verbonden. De prik van het mes in zijn keel kreeg een hansaplast en klaar was Kees...Penny scheen helemaal voor haar charme te vallen en taterde honderd uit: dat hij overmorgen naar het Franse Vreemdelingen-legioen vertrok en wel graag vanavond na haar diensturen met haar nog ...heu...een koffie zou gaan drinken...

Zij bekeek hem eens spottend, en zei maar één woord: " SS-er !" En het was niet als vraag bedoeld.

" Waaruit denkt ge dat te mogen afleiden ?" vroeg Penny verrast: " Of staat het soms op mijn voorhoofd ?"

" Mannetje, ik loop hier al een tijdje rond en heb er een paar duizend voorbij zien komen. En de énige zotten die liever met het Legioen naar Indochina trekken in plaats van naar moeder-de-vrouw zijn allemaal SS-ers..."

Waarop onze Penny, die zich waarschijnlijk door zijn nieuw statuut van legionair beschermd achtte, fier tekst en uitleg gaf.

" Goed geraden: SS-Langemarck ! Ik was hier vorige winter ook al, toen onze divisie hier gevormd werd vooraleer we naar Pommeren zijn getrokken. Gij stond toen ook al achter dien toog, dat herinner ik mij nog zeer goed !"

Ze knikte eens nadenkend: " En uwen vriend hier: ook van de Langemarck, hé ! Ik meende hem daarstraks reeds te herkennen met zijn mankepoot !" Erg vriendelijk klonk dat al niet, en voor alle zekerheid deed ze er nog een schepje bovenop: " Maar met dat éne been waarschijnlijk geweigerd bij het Franse Legioen !...Ja-ja, nu kan ik hem plots héél duidelijk plaatsen !...Deze stille Herr Oberscharführer heeft mij een jaar geleden nog een ferme pee gestoofd, weet je! Om van zijn broer - hoe heet hij ook weer ?...Léo ? ...  Leon ! - om van zijn broer Leon nog te zwijgen ! Verdikke, Oberscharführer, ge hebt vandaag héél wat minder praat dan een jaar geleden, hé ! Toen ge misbruik maakte van de situatie om mij medisch te laten afkeuren en zo van mij àf te geraken ! Wat is 't ? Ge zijt ineens zo stil !...Wedden dat die kap in uw kop er voor niks tussen zit ? Maar dat het eerder aan dien valse pas ligt waarmee ge rondloopt en dat ge u nu moet wegsteken voor de Engelsen en de Canadezen ?...Zeg, Herr Oberscharführer: als ik op mijn beurt nu eens misbruik zou maken van de situatie, hé, wat denkt ge ? Weerwraak nemen, zogezegd...Ik heb tegenwoordig heel goede relaties met die kaki militairen, als ge begrijpt wat ik bedoel !"

Madam Hélène begon goed op dreef te komen en Penny scheen steeds minder zin te krijgen om voort te staan slijmen tegen dat wijf.

" Zeg Juffertje, je denkt toch niet dat wij ons gaan laten afdreigen door een Barmädel van jouw soort, hé ! Als jij denkt ons het mes op de keel te kunnen zetten met je prietpraat, verander dan maar vlug van gedacht. Ik heb in mijn wilde jaren wel tién Russen de keel over gesneden, voor een elfde operatie draai ik écht mijn hand niet om, weet je ! Wees dus maar héél braaf, als ge niet wilt dat uwen decolleté serieus geabimeerd zou worden ! Allee, nog een grote merci voor de goede zorgen, madam, en veegt al rap de spons over uw bittere souvenirs en uw slechte voornemens ! Dat moeten wij tegenwoordig allemaal doen als we gezond willen blijven !..."

 

Die nacht sliep Joseph héél slecht. Niet alleen door die mep op zijn hersens, maar vooral door het dreigement van Hélène hem bij de kaki's als oud-SS-er te verklikken. Zijn ondervinding met Françoise en Gerda had hem geleerd dat verstoten vrouwen als verblind over lijken gaan om hun waardigheid te herwinnen: 'Rücksichtslos !' Dat Penny en zijn twee makkers haar oprispingen wéglachten was begrijpelijk: hun inlijving bij het Legioen maakte hen immuun voor haar giftpijlen. Maar hijzelf kon daar niét mee lachen. Eén scheef woord van madam en hij kon het bij de 'juge' gaan uitleggen ! Hij kon maar beter de vrijgeleide die Weintraub hem meegaf dicht bij de hand houden. En vooral zorgen dat hij hier in dit kamp geen wortel schoot: hoe vlugger hij zijn matten rolde, hoe beter.

De volgende morgen ging hij op verkenning hoe dat zat met de verdere afvoer van de kampbewoners naar hun thuislanden. Maar op het bureel van de receptie bleven ze heel vaag: " Zohaast er aangepast vervoer ter beschikking kwam...Naar Brussel kon dat nog een week duren !"

Nu was hij er niet zo erg op uit om naar Brussel te reizen, want hij vreesde nog steeds dat zijn papieren op naam van Jean-Marie Peters geen stand zouden houden. Maar Aachen, bij voorbeeld, lag in de goede richting, vlak bij de grens. Of desnoods Köln...Ja, inderdaad, Köln: als hij zich goed herinnerde moest dààr ergens Jupp Deutinger wonen, de oude minnaar van zijn moeder. Met een beetje geluk kon dié hem misschien voorlopig onderdak geven of zelfs vérder helpen...Maar ja: 'dààr ergens' één man gaan zoeken, in een stad die volledig in puin lag...Hij was nog niet aan de 'nieuw patatjes' !    





Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)

Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!