| 
					
					 We vervolgen onze lijst met woorden die niet worden gebruikt of gehoord... 
S 
  
schappéire: ontkomen, ontvluchten, ontsnappen. 
schaproui: etenskast, schapraai
  
  
  schroek: schrok, veelvraat, gulzigaard 
sèrtefetiete: dienstbaarheid, zakelijke lasten, formaliteiten.  Ook: ïmmant mè sèrtefetiete: iemand die veel misbaar maakt 
sjiëze: snellen, rennen. Ook: stom wijf, sul van een vrouw 
slèkkestéiker: sabel, degen, bajonet
  
  
  staufblèdde: kacheldeksel 
stèssele: hard lopen, zich reppen. Wordt ook in andere context gebruikt - stèssele: met tegenzin ergens naartoe gaan, met hangende pootjes... 
  
  
T 
  
tainink: tijding, bericht krijgen 
tèffere: timmeren 
toekke: tikken, klinken met glazen. Ook: pakken, roven, stelen
  
  
  toetekwakker: eeuwige babbelaar, onnozele hals 
toezoetele: verwennen, voordelen toekennen, zoet houden 
tréim: treem van kar of kruiwagen. Ook: been (lichaamsdeel) 
  
U 
  
uëverdèi: hovaardij 
upt en geknupt: met al zijn kleren aan, integraal, gans, volledig
  
					 21-09-2009 om 00:00 
geschreven door jempi
 
					
					
					 |