De timpikoek in reepjes snijden van ongeveer 3 cm lang en 1 cm dik. Bak de reepjes in ruime olie tot ze lichtbruin zijn en laat ze uitlekken. Bak afzonderlijk in dezelfde olie de sjalottes, knoflook en fijngesneden lombok voorzichtig op zacht vuur. Laat de kruiden uitlekken en voeg ze bij de gebakken timpireepjes.
Meng vervolgens de asem, trassi, zout en suiker in een half kopje water. Verwarm 1 eetlepel verse olie en fruit hierin de met water aangelengde asem, trassi, zout, suiker en de laos en de salamblaadjes. Roer net zolang tot dat het water verdampt is en voeg dan de gebakken timpi, gefruiten sjalottes, knoflook en de lombok toe. Vergeet niet te roeren. Wanneer de olie opgedroogd raakt, doe er dan al roerende een scheutje heet water bij.
Eet smakelijk,
Liefs van Karin
ps. Voor het bakken, braden en fruiten van diverse sambal goréngs kunt u het beste een soetil (platte schep ) en de wadjan (bolvormige Indische braadpan ) gebruiken.