1980-06-20-vr, Sakaide, Shikoku Island, Japan
Dag Mama en Papa,
’k Heb hier zojuist uw brief ontvangen en ben nu druk bezig elke Japanner die ik hier aan boord tegen het frêle gele lijf loop te feliciteren met de vioolcapaciteiten van zijn landgenoot. Dit doe ik met de nodige bescheidenheid want ikzelf heb het nog niet verder gebracht dan eerste viool.
De koningin Elisabethwedstrijd in 1980 werd gewonnen door een Japanner, ene Yuzuko Horigome zegt Wikipedia. Moeder, wilt ge aub de volgende brieven typen ipv met de hand te schrijven. Staat daar geen groot blinkend elektrisch schrijftoestel in Brussel? Nee? Zoja, waarom maakt ge daar dan niet gaarne en dankbaar gebruik van? Leg me dat eens uit, vertel me dat eens? Medam heeft daar alle modern comfort, maar neen, hoe primitiever, hoe liever.
Ik heb voor alle dames in de familie een kimono gekocht. Zo geen nepzijden–pseudo geval met bloemen en vogels in de schreeuwerigste kleuren. Neen neen, driewerf neen. Het zijn katoenen sobere gevallen, allemaal blauw met wit. Mediums voor ons ma en mij, large voor de lange zussen. Als we dan eens iets te vieren hebben en altegader gezellig bijeen zitten kruipen we allemaal in zo’n Japans geval en dat vinden we dan heel plezant … maar nee, ik denk dat ze als zomerpeignoir gaan dienst doen. Bij mij toch.
Ze hebben allemaal een verschillende tekening, dus moeten we geen ruzie maken. En kiezen moogt ge ook niet, want dat heb ik al gedaan. Zo van : Ôoo, dit is iets voor Tina. En : Jááá! Dit moet ons ma dragen, da’s hare stijl, en hij past goed bij de gordijnen. En: Kíjk! Een donkere! Die kan goed tegen hondenpoten, dus die is voor Laura. Ge ziet, er zijn geldige criteria voor mijn keuzes. Voor vader en schoonbroers ligt er nog niks in de schuif, maar dat komt wel. Mijn schuif is groot.
Dat Toppié aan de Averechste begonnen is, is goed nieuws. Ik had daar ook veel vroeger moeten aan beginnen.
In de eerste zin gaat averechts over een breisteek. In de tweede zin zit weer verdoken venijn. Daar wordt gezegd dat ik veel te lang meegaand gebleven ben, ik had veel jonger al averechts moeten doen, gaan dwarsliggen.
Dat de winkel in Asse opgedoekt is, moet ik daar nu HOEZEE over roepen of OWEE? Als gellie content zijt dat hij toe & gesloten & gedaan is, dan ben ik ook content. Dan zit gellie nu opnieuw alletwee samen in Brussel? Dat gaat weer vonken geven zeg. Ik zie en ruik en hoor de brandlucht al.
Toen ik dat zinnetje over die vonken las, schoot ik luid in een lach. LM kwam kijken wat er te beleven viel. Niks. Gewoon een vaststelling: van op een klein eilandje in Japan, dierf ik wel hé, daar zouden ze me niet vinden. Sommige brieven zijn tegelijk liefdevol en genadeloos. Het fictief scenario dat hieronder staat, is nog brutaler. Maar ik laat niks weg van het blog, want dan doe ik aan zelfcensuur en dawillewe-ní.
Fictief scenario: Zo in de periode van de eerste en de plechtige communicanten (dat is in deze periode van het jaar zeker?) komt er een medam binnen die meter is van een gelukkige zesjarige en ze komt Pink Floyd halen want haar zoon heeft gezegd dat dat goeie muziek is. Haar zoon heeft dat gezegd hé, dochters zeggen zo geen domme dingen.
En ons ma verkoopt de Pink Floyd (alsof we dat in huis hadden) aan xyz fr. Onze pa voelt zijn missionarisbloed eerst borrelen, dan koken en dan stomen totter overflow, maakt de bijna gedane koop ongedaan en stuurt het mens naar huis met een pedagogisch-didactisch verantwoorde plaat die maar drie keer zo weinig kost en waar Paula Semer en Herman Niels (de vertellers van de kindersprookjes) op den duur nog meer aan verdienen dan hij. Wat heet zaken doen? Zorg dat ge geen zorgen hebt. (maak geen ruzie, bedoelde ik waarschijnlijk) Want doktoors zijn ook maar mensen, ongeacht hoeveel ge betaalt, de Pink Floyd-poen of de Semer&Niels-recette. Hoe duur mag de kist zijn?
De dochter van de zuster van mijn collega had kanker. Ze is gestorven op 25 mei. 22j. Op 1 juni had ze een brief gekregen van 22 mei, waarin stond dat ze zich thuis aan het ergste verwachtten. Het ergste is ondertussen gebeurd. Ogenschijnlijk houdt ze zich goed maar ik verwacht de klop als we terug op zee zijn. Voor de moment is er genoeg dat de aandacht afleidt. Gelukkig vaart ze met haar man en is ze niet alleen, moest het moeilijk worden.
Ik zoek me suf naar prettiger nieuws. Met mij is alles okiedokie, fijn, in orde, oké. Is dat voldoende goed nieuws?
Als ik dit intijds bij de marco wil krijgen moet ik zoetjesaan gaan want het is al 15h15 en ik moet nog helemaal naar boven en daarna weer naar beneden en dan beginnen werken, of minstens aanwezig zijn. Veel zin heb ik vandaag niet, maar ja, plicht roept. Niet luid, maar toch. En daarbij, mijn blad is bijna vol.
Misschien zijn we eind augustus thuis. Het enige wat wij hier zeker weten is dat we na Sakaide weer naar Long Beach gaan en verder weten we het ook niet. Misschien Europe. Let’s hope.
Ik wordt moe. Zelfs als ik ’s avonds vroeg ga slapen ben ik ’s morgens nog moe. Niet het opstaan levert problemen, maar de dag doorkomen met een redelijke productiviteit. Ik lig er gewoonlijk om 20h in, slaap tot 05h30, wip uit mijn bed, was en plas, begin mijn dag, en om 10h ben ik al hondsmoe. ’t Zal wel aan de voeding liggen, maar toch, Zes maanden is genoeg voor een mensengestel. En voor de bovenkamer ook.
Allez, nog twee maanden en ik monster af. Dikke kussen en tot in augustus.
|