1980-07-03, op zee
Vorige maandag, 30/06, die dag hebben we twee keer gehad. We hebben de dateline -datumgrens- gekruist, van west naar oost. Die avond was het hoogst uitzonderlijk bar. Hoogst uitzonderlijk want er was dikke mist. Ge kunt van op de brug de voorpiek niet meer zien. We varen precies door een melkweg. Ik geloof vast en zeker dat als ge hier een emmerke buiten zet, het de volgende dag vol verse melk zit. Vast en zeker.
Nu heeft den ouwe liever dat zijn stuurlieden met een klare kop wacht lopen, vooral wanneer het aan het misten is. Waarom vooral als het mist is? Dat vraag ik mij ook af. Want of ze nu wacht lopen met een heldere blik of met verpieterde lodderoogskes, zien doen ze toch niks. En daarbij, na 18h is het nog donker ook. (De eerste stuur heeft het gevonden hoor. Om zeker een klare kop te houden drinkt hij nog uitsluitend, enkel en alleen oude klare.)
Niet tegenstaande alle bezwaren ivm de navigatie ging de bar die avond toch open. Ge zoudt zo denken dat het was omdat Tina tweemaal verjaart dit jaar, maar neenee, dat was het ook niet. Het was omdat we weer op normaal toerental draaiden en normale snelheid liepen. Het Probleem was (weer eens) opgelost. Of ze daar bij de Gulf -toen al een gewezen rederij- ook 16 hrs voor nodig hadden weet ik niet, maar goed, iedereen was weer eens opgetogen. Het Gevaar was geweken.
Dé Gulf was een rederij die de boeken toe gedaan had reeds in 1975. Al die officieren moesten bij andere rederijen een broodwinning zien te vinden.
Op kantoor, bij interviews, deden die mensen waarschijnlijk zeer welwillend en meegaand, maar aan boord waren zij constant aan het vergelijken met vroeger : 'bij de Gulf hé, hadden we dit of dat' - ivm gereedschappen 'bij de Gulf hé, deden we dat zo en zo’'- ivm werkwijzen Die houding veroorzaakte serieus wrevel en ergernis bij de andere officieren. Als er nog maar een zinnetje begon met 'bij de Gulf’' gingen er al bij enkele mensen nekharen rechtstaan. En ik ging daar in mee, empathische sukkel die ik ben.
Er was het volgende gebeurd : er was water geraakt in de dagtank -de voorraad brandstof voor 24 à 36 hrs- en dit schip schijnt niet te varen met 45% water in de fuel. Na 16h hebben ze gevonden wat en hoe. In de purifier zit onder een valve een joint en in die joint was een scheur van 3mm breed (de lengte ken ik niet). Op die scheur stond 10 kg druk en daardoor kwam die massa water zo snel. 45% water is veel en ik zou het bij wijze van spreken niet in mijn cacao willen.
Wie die lek gevonden heeft is absoluut bijzaak, maar wat wel het vermelden waard is: die avond zat hij in de bar als een triomfator die zich afvraagt waar ze met de palmtakken blijven. Of als een ritwinnaar die merkt dat de bloemen en het-meisje-met-de-kus er deze keer niet zijn. Misschien is er door de chef diskreet met wat lof gezwaaid maar dat was kennelijk niet luid genoeg naar de zin van de triomfator. De triomfator heeft dan maar zijn exploot beklonken met pils, tot zijn bloed verdund was met 45% bier (ruwe schatting) en is buitengegaan in een hoek van 45°, gestut en geloodst door iemand van dezelfde grootte (zielegrootte). Tot zover de objectieve observaties van schrijfster dezes.
Volgen nu mijn beschouwingen: een mankement ontdekken is volgens mijn bescheiden mening iets dat van gelijk welke vakmens mag verlangd worden. Dat er een het ontdekt heeft, mag men in alle redelijkheid verwachten, ze zijn opgeleid in dat vak.
1980-07-05
Ik zal het een beetje duidelijker uitdrukken en een beetje beknopter, anders zit ik hier sebiet jam. in de knoei Mankementen zijn voer voor vakmensen en vakmensen zijn er om mankementen uit de wereld te helpen. Dat geldt voor een boekhouder, een arts, een schrijnwerker en noem maar op. Dus ook voor mecaniciens.
Waar ik zo mottig van werd, is de vanzelfsprekendheid waarmee hij verwachtte de held van de dag te zijn. Daarbij komt dat het ogenblik gunstig was, het ogenblik om het lek te 'ontdekken' heeft hij afgewacht. Maar dat laatste heb ik, zoals veel andere dingen, enkel van horen zeggen.
|