vervolg brief 03 (2000-05-26)
Het supplyship ging vertrekken en ik heb de shipchandler/schipper nog eens neig bedankt voor zijn telefoontje naar het schip. "Een kleine moeite" zei hij. Ja natuurlijk, dacht ik, hij doet gewoon zijn kassa rinkelen, maar toch bedankt. Neptunus zal het u lonen. En de rederij zal de factuur betalen.
'k Had er mij bij neergelegd dat we drie kwartier op dat heet cementen deck zouden doorbrengen (in de brandende tropenzon) maar een van de matrozen kwam ons halen om naar de stuurhut te gaan. Toen dacht ik : de zakken diepvriesvis mee de airco ? Nee, dat is té. Misschien lekken ze al. We kropen het laddertje op en stapten de koelte in, uit het gesuis van de passaatwind. 'k Viel daar bijna in slaap. 'k Was wakker van 02h en het was een warme dag geweest. De ch.kok legde zijn hoofd op het kastje en was vertrokken. De man van de SAIT zakte onderuit in zijn stoel en sloot de ogen. Ik ook dan maar de ogen toe. Heel de stuurhut was in hout, écht hout, massief hout. Er waren nog dingen in koper en dat koper blonk. Af en toe wat gekraak over de radio en het gekras van de schipper zijn potlood. Het schipke wiegde een beetje. Dit mag hier uren duren, dacht ik. Maar ja, die zakken vis hè ...
Toen de schipper langszij vaarden en wij ons gereed maakten om de gangway op te stappen zag ik plots in koper 1906 gelast staan. Kan dat? Een supplyship van 94 jaar oud? Ja, waarom niet, toen werd er nog gebouwd 'voor 't leven', alles moest lang meegaan. Schepen waren toen nog werkkapitaal. Nu beschouwt de rederij in Antwerpen ze al handelswaar.
Achteraf heb ik in het foldertje gelezen dat Aruba beoogt 'een dorp op de wereldkaart' te zijn. Met zoveel dure chiqué-winkels? De enige toegift was telecommunicatie. Voor de rest houden ze het 'bewust landelijk'. Disneylandlandelijk dan, de decorverf was nog nat. https://nl.wikipedia.org/wiki/Aruba
Dwz: Aruba staat met één voet in de jaren '50-'60 en dat vind ik zalig, de kassa's in de gewone winkels dateren nog uit die tijd, en met de andere voet in de 21ste eeuw. Het staat niet met zoveel woorden in die folder, maar dat is wat ik gezien heb. Het enige écht landelijke dat ik gemerkt heb was 's morgens heel vroeg. Toen het nog fris was en de winkels nog gesloten waren liep ik te verkennen. 'k Kwam langs een lang plat gebouw waarvan ik dacht dat dit het gemeentehuis van Oranjestad was. PARLEMENT stond in fiere letters op de gevel. De poetsvrouw was op het grasveldje de vlag aan het hijsen. De vlag waaide tussen de takken van een boom die wat dichtbij was komen te staan. Ze hadden een kleine strubbeling om dat stuk laken, de boom gaf op en loste. Klaar. De vaderlandse plicht was weeral vervuld voor die dag. boom = https://nl.wikipedia.org/wiki/Dividivi + foto
Toen wij drie aan boord waren, werd ± een uurke later mijn boodschappentrolley naar boven gehesen. 'k Was al enkele keren over de reling op het maindeck naar beneden gaan kijken, de trolley schoof daar beneden alsmaar opzij, tot tussen de sla en de druifjes, tussen het licht gerei. Telkens ik aan deck ging kijken kwam ik cheng HUS tegen, in overall. Hij was bezweet en druk & gejaagd doende (volledig de pedalen kwijt) met in zijn kielzog een ongelukkig kijkende Eddy, de junior van de engineers. HUS in overall? Op dit uur nog? Zo dadelijk is het schipke gelost en daar vaart hij mee naar de wal, samen met choff Luc. Afgemonsterd en wel, met bagage en al. De twee vervangers zijn al van 07h aan boord, dus de nieuwe cheng is al in charge. Wat liep HUS dan nog te doen ... En met Eddy? Niet met zijn vervanger cheng Zeba? Jamaar ... wie neemt de machinerijen van dit schip over? Cheng Zeba of junior Eddy?
Bon, ik met mijn boodschappen naar boven, boodschappen uitpakken, boeken intikken en gaan wegzetten. Om 17h15 komt LM boven, zet zich in After Five tenue in zetel 1. Iets later stuift capt VW hier plots binnen en laat zich in zetel 2 ploffen. Zetel 2 staat daar klaar voor mensen die moeten stoom aflaten eer ze ontploffen. (behalve HUS, die wou ik niet over de vloer hebben). Hoegaarden helpt ook zeer goed bij stoom aflaten. Die had VW zelf bij. Wat was er gebeurd : de SAIT-technieker, de redder van onze e-mail, de engel van Aruba, de krak van de Caraïben, de verlosser uit ons communicatie-isolement was een snul, een idioot, een achterlijke, een prutser, een onderkruiper, en nog zo een en ander. En héél de organisatie SAIT erbij! De man moest één loodje verbreken en de installatie 'commissioneren' of zoiets. De capt zou het zelf allang gedaan hebben, hij heeft de code, maar hij heeft niet de bevoegdheid dat loodje te verbreken. Wat bleek : die man had ook die bevoegdheid niet. En op die man hadden wij al weken onze hoop gesteld, capt VW, LM en ik. Dat loodje hangt daar al weken zachtjes te glanzen, capt VW blijft daar al weken braafjes af omdat de SAIT misschien toch iemand zou zenden, nu kómt er eindelijk iemand, en dat dit. Het was een anticlimax van formaat. Nu blijven we tot de terugkeer uit China, tot Singapore of misschien zelfs tot Fujairah (UAE) sukkelen. Tot einde contract, zeg maar. En op de koop toe was VW zijn Hoegaarden plots leeg.
Tegen etenstijd was het bunkeren afgelopen. We gingen aan tafel. We hebben kennis gemaakt met cheng Zeba. Efkes dacht ik dat ik de stem van cheng HUS in de alleyway hoorde, maar dat kon dus niet hè. "Jawel, zei capt VW, die loopt hier nog rond." "Hoezo? Het supplyship is toch al weg?" "Ja, zuchtte capt VW, maar toen hij hoorde dat het schipke nog een tweede keer kwam, besloot hij nog wat aan boord te blijven."
Zo rond 20h kwam er een general call, te horen over het ganse schip : HUS! Go to de gangway. Portside. NOW! -portside=bakboord Niet 'chief' of 'for your information' of 'please' ... gewoon NOW. Weg alle beleefdheidsformules. HUS had het daar zelf naar gemaakt hoor. 'k Kijk iets later eens aan deck, hij was zijn valies naar voor aan het rijden en er was niemand om hem te helpen of om hem uit te wuiven. Geen levende ziel te bespeuren. Ze waren waarschijnlijk de balen vodden en de chemicaliën naar beneden aan het laten in het machien.
Deur toe, slaapkledij aan en bed in. Voor mij was het genoeg geweest die dag, ik was al wakker van 02h. Een half uur later rinkelt de telefoon : "M, c'est moi ! Ça y est ! Je suis parti !" Luid. Juichend bijna. Of hysterisch? "Maar van waar belt u dan chef, van op het supplyship?" (Van op het supplychip? Hoe krijgt hij dan verbinding met een cabinetelefoon?) Hij was nog niet parti, hij was nog altijd aan boord. Hij was zijn zoveelste afscheidsronde aan het doen. (Alsof iemand hier hem zou missen). Hij had nóg maar eens het ganse kasteel doorkruist en belde vanuit de cargo control room. (Sebiet ontploft capt VW tóch nog).
'k Heb in die 22 jaar al wel eens mensen 'en catastrophe' weten afmonsteren, maar dit sloeg werkelijk alles. Zelfs zijn eigen vertrek weet HUS te desorganiseren. Voer voor Psychologen.
2000-06-03 ~ op zee
Enkele dagen na Aruba wist capt VW ons al te vertellen dat in Cape Town proviand en misschien ook bevoorrading zou komen. Per helikopter. Als de rederij en de catering en de rederij het zuinig willen spelen in Aruba, dan krijgen ze in Cape Town de factuur gepresenteerd. Voilà. Zo simpel is dat met capt VW. Én we mogen post meegeven met de helikopter. Da's dus echte luchtpost hè, de brief vliegt hier van boord.
Tot zover Aruba. Ondertussen hebben we geladen in Cabinda (Angola). Van 27/05 in de ochtend tot 30/05 in de avond. Dat is vier volle dagen. Dit schip is wel een VLCC, maar toch, viér volle dagen? Wel, de boosterpump van de wal was kapot en daardoor ging hun cargopomp zo traag. De boosterpomp is de pomp die de cargopomp vooraf gaat en ondersteuning geeft. Na de tweede dag noemde choff Diga deze manier van laden al bunkeren, dat gaat ook langzaam. (Maar duurt slechts enkele uren).
Die vier dagen zaten de mannen van de lading (twee Britten en een Zweed) mee aan tafel. Ze logeerden aan boord. Wanneer ze eens geen schepen te laden hebben logeren ze in een kamp aan de wal. 1100 blanken zitten daar, voor hun eigen veiligheid. Er zijn veel nationaliteiten. De security is in handen van een Britse firma, de catering is een Libanese firma, duikers en slepers zijn Afrikaners, en elke dag zijn er een 1500 inlandse werknemers die het kamp binnen komen. Dat moet daar nogal een bedrijvigheid zijn. De drie mannen aan tafel vertelden sterke verhalen over boa's en giftige insecten. Dat is daar persies dagelijkse kost, of toch bijna. Van Angola zelf krijgen ze enkel iets te zien wanneer ze op verlof vertrekken of terugkomen. (28 dagen op en 28 dagen af). Van Cabinda naar Luanda gaan ze per vliegtuig en vandaar naar Europa. https://nl.wikipedia.org/wiki/Cabinda_(provincie) , https://nl.wikipedia.org/wiki/Luanda_(stad)
De Zweedse meneer had eens de kans gehad in Luanda eens wat meer te zien dan enkel de weg van het binnenlands naar het internationaal vliegveld. Rauwe ellende. Mensen die verminkt zijn door landmijnen en langzaam levend liggen wegrotten langs de straat. Dat soort toestanden. En dat de humanitaire hulpverlening de mensen niet bereikt, omdat de corruptie hen het belet, enz, enz ... Het kamp is ook omgeven met een strook landmijnen. De omheining wordt bewaakt met infrarood camera's, de kuststrook ook. De boorplatforms en boortorens worden ook zwaar bewaakt door die Britse security firma. De mooie snelle motorjachten die we regelmatig zien zijn patrouilleboten.
De Zweed vertelde hoe ze op de monitoren van de infraroodcamera's konden volgen hoe 's nachts enkele vrouwen de mijnen voorzichtig opgroeven, een gat in de omheining maakten en lege (olie)vaten kwamen pikken. Daarna maakten ze het gat weer dicht, groeven de mijnen voorzichtig weer in. Ze riskeren dus met elke mijn twee keer hun leven, voor wat lege olievaten. "Zijn ze dan zo wanhopig?" vroeg ik. "Waarschijnlijk wel hè" zei hij. Vier dagen van die verhalen aan tafel was genoeg om een iets-of-wat beeld te krijgen.
|