In handen van de medici dag 3.

Dag 3 donderdag 16 november:xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Na terug maar 4u slaap begon het leven opnieuw op gang te komen, dezelfde rituelen, de vampier om zijn dagelijks bloed, de thermometer, het geklungel bij het scheren en wassen in gezelschap van mijn vriend de kapstok, om 8u mijn tasje thee, en mijn vierde dag verplichte hongerstaking. In de rookzaal hadden ze ondertussen opapat goed leren kennen, ik was zo een beetje een animator aan het worden met mijn soms gekke opmerkingen, ik geef een voorbeeld, een jonge dame kwam de rookzaal binnen, de plastiek buisjes waren helemaal rond haar kapstok gedraaid, iedereen keek verdacht naar dat abnormaal beeld toen ik opmerkte en nu nog van die kleine flikkerlampjes erin en je bent klaar om kerstmis te vieren, of heb je aan paaldansen willen doen vanacht?
In deze miserieomgeving is dit al voldoende om iedereen aan het lachen te krijgen.
11u45 tijd voor het middagmaal, één tas thee en dat was het, ondertussen was een jonge blonde dokteres, bewijs dat niet alle blondjes dom zijn, nog even op mijn buik komen duwen om aan de hand van mijn reactie de pijn te meten, die was ondertussen al een heel stuk minder, maar volgens haar was het nog niet over, dus verder intraveneus antibiotica blijven geven. De honger begon mij toch parten te spelen, volgens hen was ik nog maar vanaf dinsdagmiddag aan het vasten, maar in werkelijkheid was het al van de zondagmiddag.
Na de middag slalomde ik mijn kapstok voor de zoveelste maal naar de rookzaal, en wat dacht je, de opdoffer deed Murphy zijn wet alle eer aan, daar waren ze toch wel bezig met die kamer uit te mesten zeker, zonder twijfel hadden ze daar het laatste jaar nooit het plafond, afzuigsysteem en muren afgewassen, en ja, uitgerekend tijdens mijn verblijf vonden ze het nodig om de grote kuis te houden, gewapend met emmers dweilen ladders en zelfs een masker voor de mond begonnen die daar aan een werk dat uren in beslag zou nemen, en de arme rokers konden via de lift buiten in de regen een sigaretje gaan roken, discriminatie noem ik dat, of hoe ze een mens permanent op de zenuwen kunnen werken, meer dan ooit keek ik al uit naar morgen vrijdag, dan zou ik terug een vrij mens worden, en zo hoort het.
In de vooravond terug bezoek van de etât major, de generaal op kop. Gezien de honger steeds erger aan het worden was vroeg ik beleefd of het niet mogelijk zou zijn mij toch iets te laten eten, blij als een kind hoorde ik de dokter zeggen dat ze mochten overschakelen op vezelarme voeding of zoiets, van mij mochten het vette darmen zijn, iets wat ik helemaal niet lust, de honger zou je stenen doen eten.
Het uur van het avondmaal was aangebroken, vol verwachting zag ik de kamerdeur opengaan en wat kreeg ik? Een tas thee! De ontgoocheling was groot, maar gezien ik ergens wel besefte dat tussen het uur van de doktersbeslissing en het uur van de voedselbedeling zo weinig tijd tussen was, en ik een blad kreeg voor mijn menukeuze voor de vrijdag, beet ik nog even op de tanden, maar gemakkelijk om te zwijgen was het niet meer, nog méér negativisme zou mij nu doen barsten, ik ken mezelf.
Ik was nu pas van dinsdag opgenomen en het leek of ik daar al een maand mijn tijd aan het verprutsen was, maar de gedachte dat ik morgen vrijdag naar huis mocht hield mij tegen om niet te gaan lopen. Het is terug een lange avond geworden, wat tv kijken, wat lezen, af en toe een sigaret, maar het duurt en blijft duren, je zou verdorie nog gaan verlangen naar een optreden van de klinieclowns, maar de kinderafdeling was een verdiep hoger. Het was terug na 3u in de morgen toen ik het licht uitdeed en een poging ondernam om te slapen, dromend van het ontbijt dat ze om 8u zouden brengen en het uur dat ik als een vrij man het ziekenhuis zou buitenstappen die vervelende kapstok achterlatend.
Morgen vrijdag 17 november: de bom ontploft!
|