Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
11-04-2019
11 april 2019 - Prosperdorp
De wandeling. In een niet eens zo oude box van het Davidsfonds (De mooiste dorpen van toen - uit 2013) vonden we onder nummer 24 een wandeling in Prosperdorp (Wandelen in de polders). De eigenlijke wandeling is 9 à 10 km lang, maar daar moet je nog twee keer 4.5 km bijtellen, want Prosperdorp is onbereikbaar met het openbaar vervoer. De fiche waarschuwt al voor het Hedwige-Prosperproject, dat ervoor ijvert de polders met deze namen terug te geven aan de natuur, i.c. de Schelde die op het ritme van ebbe en vloed de veie poldergrond zal overstromen, aldus een belangrijk watergebied vormend dat door de aan te lokken watervogels meer geapprecieerd zal worden dan door de landbouwers die hier letterlijk uitgeboerd zijn. Teruggeven aan de natuur, heet dat. Iedereen kan er het zijne over denken: de weerstand tegen het project is lange tijd hevig geweest. Hoe ver moet je hier trouwens in gaan? Polders terugschenken aan de natuur, mooi, maar wat met autowegen, industrieterreinen, woningen… om het nog niet te hebben over de vlakbij gelegen dokken en de kerncentrale van Doel. De aarde gezuiverd van het mensenras, een romantische jeugddroom revisited. Hoe het ook zij, de wandeling verschilt ondertussen grondig van die op de fiche, wat ze wat langer heeft gemaakt en vermoedelijk ook minder interessant, omdat we ons nog volop in de overgangsfase bevinden. Over de TWQ kunnen we kort zijn: dieper zakken dan 0% kan niet. Toch zijn we blij dat we hier zijn neergestreken: we krijgen nog net een indruk van de oude toestand - een boer was zelfs nog vloeibare mest aan het strooien over de al gewijzigde polder - en konden de nieuwe al vermoeden. En geef toe, Prosperpolder is een naam die je nooit vergeet; ik denk dat ik hem al decennia in mijn geheugen opgeslagen heb.
Het weer. Van helder naar licht bewolkt, koud en winderig.
De stafkaarten. We vertrokken zelf met de kaarten op 1:10.000 7/5Z Kieldrecht - 7/6Z Doel en 7/6N Zandvliet, maar die zijn door de omvangrijke werken hopeloos verouderd. Gelukkig heeft het NGI ondertussen voor nieuwe kaarten op 1:25.000 gezorgd: 7/5-6 Kieldrecht dekt het hele gebied dat over 3 kaarten op 1:10.000 was verspreid. Je vindt de recente toestand ook terug met de app Topo GPS, die alle kaarten voor niet eens zo veel geld op je smartphone beschikbaar maakt. Die kwam vandaag wel erg van pas!
Hoe we er geraakten. Er is geen enkele bus die Prosperdorp bedient, zelfs geen belbus. En dus probeerden we met het beschikbare OV zo dicht mogelijk aan te sluiten op de wandelroute. Lijn 31 bedient alleen op schooldagen de halten tussen Kieldrecht en Doel en dat volgens het verfoeilijke principe van de functionaliteit en dus moesten we uit Kieldrecht vertrekken, m.n. van de halte Sportpleinstraat van lijn 31, helemaal in het noordelijke deel van de dorpskern, in de buurt van het vroegere station van Kieldrecht, trouwens.
Een beetje geschiedenis. Over Prosperdorp kunnen we kort zijn: ik heb nergens een spoor teruggevonden van zelfs een rudimentaire OV-bediening van dit inderdaad erg kleine polderdorp. Zelfs de belbus - nochtans ideaal voor de bediening van dergelijke kleine kernen - liet het dorp altijd feestelijk links liggen. Laat ons dus maar even kijken naar het OV in Kieldrecht dat vandaag noodgedwongen het eindpunt was van onze OV-verbinding. In 1893 al werd de tramlijn Sint-Niklaas - Kieldrecht geopend en 12 jaar later kwam daar nog een antenne naar Doel bij. Vanaf de jaren 1930 werd de stoomtram grotendeels vervangen door autorails, maar dat mocht uiteindelijk niet baten: de lijn overleefde nog net WO II, maar in 1944 werd de tram opgedoekt. Tot dan had hij tussen Kieldrecht en Doel de huidige N451 gevolgd en ik vermoed dat we vandaag enige tijd over de grasbedding ernaast liepen, waar destijds het trammetje reed. Na de sluiting van de tramlijn werd de bediening van Kieldrecht en Doel volledig aan de bus overgelaten. In de eerste plaats kwam er een buslijn Sint-Niklaas - Doel, later in de loop van de jaren 1950 gevolgd door een buslijn Antwerpen - Doel, die na een tijdje als lijn 293 bekend werd. Het bescheiden Doel kon dus allesbehalve klagen over de busbedieningen. Daarna is het eenvoudig: de bus uit Sint-Niklaas kreeg het nummer 31 en de bus uit Antwerpen kreeg nummers in de tachtig - zie het haltebord. Wel valt op dat Doel vrij brutaal uit de boot is gevallen, alsof het OV al een voorgift nam op het verdwijnen van het polderdorp, dat tegenwoordig vooral bekend is om zijn kerncentrales en om zijn droeve lot. De verbinding met Antwerpen is helemaal weggevallen en lijn 31 is tussen Kieldrecht en Doel gereduceerd tot een schooldienst, die voor ons - ook buiten de Paasvakantie - onbruikbaar is.
De verbinding.
Halle - Sint-Niklaas
3207
09:03 10:36
+1
438
mr80 Break
controle: J
Sint-Niklaas - Kieldrecht
[31]
11:30 11:59
stipt
ab5793
Van Hool New AG300
Sint-Niklaas
-
Kieldrecht - Sint-Niklaas
[31]
16:22 16:52
+1
ab5574
Van Hool New AG300
Sint-Niklaas
Sint-Niklaas - Halle
3240
17:24 18:57
stipt
323
mr80 Break
controle: J
En wat we beleefden. Beide trein- en busritten zijn eigenlijk fantastische toonbeelden van stiptheid en in feite heb ik dus niets te vertellen. We kiezen twee keer de rechtstreekse trein naar en van Sint-Niklaas en het contrast met de dag voordien, toen een vrachtwagen nog maar eens voor een ernstige averij aan de bovenleiding zorgde, kan niet groter zijn. Ook beide busritten verlopen prima: rustige chauffeurs die de stiptheid blijkbaar hoog in het vaandel voeren en die daar ook geen halsbrekende toeren voor moeten uithalen. We zijn tevreden OV-gebruikers.
De treinlectuur. Ellery Queen, Met rode letters. Ik heb Prisma-Detective 66 een halve eeuw geleden gekocht, niet toevallig, want ik was en ben fan van Ellery Queen, al vind je hem alleen nog in het antiquariaat. De enige moord wordt uitgesteld tot p. 146, maar precies dat uitstel maakt het allemaal bijzonder spannend en vernuftig. Jos Pierreux, Niets erger dan spijt.
Een scheutje oprisping. Aangesproken politici vinden dat Peumans in de 20ste eeuw is blijven hangen, omdat hij hen nog eens natrapt over hun ipad- en iphone-verslaving die ze zelfs niet onder controle hebben tijdens parlementaire vergaderingen. Misschien waren we allemaal beter in de 20ste eeuw blijven hangen…
Een verkneukelinkske. Fluis is één van die prachtige dialectwoorden waarvoor je niet meteen een AN-variant vindt. Het betekent straks, maar met te ervoor (dus te fluis) betekent het nog niet zo lang geleden. Het leent zich zelfs tot een uitdrukking, 't es nog gien fluis, wat dan betekent: het is nog lang niet zover. Ik zou die uitdrukking met plezier toepassen op de brexit, de basisbereikbaarheid, het confederalisme, waar geen draagvlak voor bestaat.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. We stappen al jaren over de GR 577 van de Famenne en vandaag wagen we ons aan een variant die mooi ingebed ligt tussen twee treinhaltes: Haversin en Aye. Tot Sinsin en vanaf Humain volgen we het basistraject, maar tussen deze twee dorpen volgen we een variant die er best mag zijn. Bijna 21 km lang met een TWQ van 65%, met enkele mooie stukjes bos en weinig of geen bebouwing of bewoning: je kunt het slechter treffen. Eén dikke kilometer lang is het even uitkijken, namelijk langs het Bois du Comble, waar een beekje samen met ons de afdaling naar de Biran waagt. Dat samen met ons moet je tamelijk letterlijk nemen: je kunt maar beter geen laag schoeisel aantrekken, al hebben onze gewone wandelbottines zich buitengewoon goed van hun taak gekweten. Foto'senkaartje.
Een wat bevreemdende omgeving met woon- en kermiswagens waar je die niet verwacht.
We hadden ook een onverwachte ontmoeting met dit mooie paard, waarvan ik vermoed dat het om een Ardens trekpaard gaat - de kenners worden van harte uitgenodigd om me te verbeteren. We kregen van een houtvester te horen dat het arme dier even tevoren in het bos geschrokken was en op de loop was gegaan. Hij had het dier ondertussen tot bedaren gebracht maar het was nog wat zenuwachtig. We moesten er rustig langs gaan en ermee praten, werd ons op het hart gedrukt. En dat deden we.
Het weer. Zwaar tot volledig bewolkt, met schaarse en korte opklaringen. De laatste kilometer stapten we in de regen: we hadden de bui al een tijdje zien hangen, compleet met valstrepen. Toen we in Aye op de trein stonden te wachten was er zelfs even hagel.
De stafkaarten. 54/6N Leignon - 54/7N Sinsin - 54/7S Aye. Wie liever met recentere kaarten op stap gaat, kan ook kiezen voor 54/5-6 Leignon en 54/7-8 Marche-en-Famenne, die allebei gloednieuw van de pers gerold zijn. Die kaarten zijn wel op schaal 1:25.000.
Hoe we er geraakten. Zowel Haversin als Aye ligt tussen de belangrijkere stations van Ciney en Marloie. Ze worden overdag om de twee uur bediend door een stoptrein die vanaf Ciney in aansluiting rijdt met de IC uit Brussel. Een beetje reken- en schuifwerk maakt het allemaal erg praktisch doenbaar, ook al omdat tijdens de avondspits om het uur gereden wordt.
Een beetje geschiedenis. Het stationnetje (later halte) van Aye heeft een geschiedenis van ups and downs. Ik probeer in het kort het verhaal te schetsen, mijmerend over een aantal belangrijke tijdsgewrichten. Voor de elektrificatie van lijn 162 Namur - Sterpenich genoot Aye van wat voor die tijd een typische dienstregeling was: in beide richtingen reden 8-9 treinen, sommige uitgevoerd met autorails; alleen op zondag viel het aantal treinen terug tot 6-7, afhankelijk van de richting. Opvallende verbindingen waren er nauwelijks: de stoptreinen stopten overal tussen (Namur-) Ciney en Jemelle. 's Morgens reed er op weekdagen een trein naar Marche-en-Famenne, en op zaterdagnamiddag stopte een semi-directe trein uit Brussel-Leopoldswijk ook in Aye. Een gelijkaardige trein stopte op weekdagen om 5:31 in Aye: ook deze reed als semi-direct naar Brussel-Leopoldswijk, het huidige Brussel-Luxemburg. (Spoorboekje 17.05.1953). Met de elektrificatie kwam er een opmerkelijke verbetering voor Aye: het aantal treinen steeg naar 13-14 per dag, en wat minstens zo belangrijk was: door de algemeen geworden inzet van klassieke tweeledige motorstellen was het mogelijk om het stel dat de omnibusdienst had gedaan te koppelen aan het stel/de stellen die de stoptrein in Namur inhaalde(n). Zo steeg niet alleen het aantal treinen, er kwamen ook overstapvrije diensten bij naar Brussel en zelfs Gent en Knokke/Blankenberge. (Spoorboekje 01.06.1975) Bij de invoering van de IC-IR-dienst op 03.06.1984 onderging Aye het lot van het gros van de halten op lijn 162: de bediening werd koudweg geschrapt, alle dagen van de week. Deze onzalige toestand sleepte aan tot 02.06.1991: toen werd Aye weer bediend, volgens een vrij rigide 2-uurdienst, die op weekdagen werd aangevuld door een aantal P-treinen. Dat vertaalde zich in 12-14 treinen van maandag tot vrijdag en 8-9 op zaterdag en zondag. Maar ook dat liedje was snel uitgezongen: op 29.05.1994 werd de weekenddienst opnieuw geschrapt, bij de invoering van de ondenkbare 4-uurdienst die tussen Ciney en Marloie alleen nog Haversin bediende. Dat de weekdienst licht uitbreidde, was een magere troost. In 2002 werd de weekenddienst hersteld: de 2-uurcadans die we ook vandaag nog kennen tijdens het weekend stamt uit dat jaar. Samengevat: vooral tijdens het weekend (dat gaandeweg zaterdag en zondag inhield) werd danig gesold met de bediening van Aye. Op weekdagen bleef de bediening stand houden, op de periode 1984-1991 na, ondanks de stevige concurrentie van een buslijn die Aye met Marloie en Rochefort bedient en die bovendien tamelijk frequent rijdt.
De heleomgevingziet er nu helemaal anders uit. De overweg is verdwenen en vervangen door een brug, maar het overwegwachtershuisje houdt stand, en hoe! Loc 1840 sleept de 2115 Brussel-Zuid - Arlon.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1557
08:58 09:07
+4
08089
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Ciney
2109
09:33 11:01
stipt
516
mr96 DMT
controle: J
Ciney - Haversin
6161
11:08 11:19
stipt
08518
mr08 Desiro
controle: J
-
Aye - Ciney
8627
17:35 17:52
stipt
08534
mr08 Desiro
controle: J
Ciney - Brussel-Noord
2139
18:02 19:17
+19
1360 - 11825
I11
controle: N
Brussel-Noord - Halle
1591
19:42 20:03
stipt
08120
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. De S1557 rijdt met net genoeg vertraging om hem voor ons met een seniorenbiljet bruikbaar te maken. En dat geeft ons nog wat extra tijd in Brussel-Zuid, waar we merken dat IC 2109 al aan het perron staat. Ideaal voor een koffietje van de Exqi die we meenemen naar de trein. De twee Deense neuzen die ons naar Ciney zullen brengen, zijn de achterste stellen van de P 7602 uit Rochefort-Jemelle; de eerste zijn ondertussen weggereden, richting Vorst. Dat er ook een groepje jonge scholieren mee moet, hindert niet, maar wel de boodschap dat in Ciney het treinverkeer onderbroken is als gevolg van een seinstoring. Na een half uur verschijnt de blijde boodschap dat de treinen weer normaal rijden. Eigenaardig genoeg kan ik dat niet afleiden uit de rubriek Storingen want daar blijft men koppig vasthouden aan de storing. Even eigenaardig is dat dit niet het geval is op de smartphone van mijn vrouw en in de stationsgegevens van beide telefoons. De charmes van de informatica, zoals onze ICT'er Marc het destijds noemde. Wat belangrijk is, is dat we zonder problemen naar Ciney sporen, waar de L-trein al op spoor 1 staat te wachten. De tbg knipt zonder verpinken onze biljetten die we nochtans voor Marloie (Zone Marche) hebben aangekocht - op het eerste gezicht hebben we dus geen reden om in Ciney over te stappen, maar het mag dus wel…
We komen ruim op tijd in Aye aan en meteen bij aankomst horen we dat een trein zal doorrijden op spoor 1. Veel tijd om je uit de voeten te maken heb je niet, laat staan dat ik op tijd mijn fototoestel zou kunnen afstellen. Het wordt de misser van de dag: het is P 8606 Namur - Rochefort-Jemelle die uit 2 klassieke stellen bestaat, die voor een keer perfect toonbaar zijn. De onkunde - denk ik - maar ik schrijf de onhandigheid van wie verantwoordelijk is voor de uitgave van het pdf-spoorboekje wordt hier weer eens perfect geïllustreerd. (Verantwoordelijke uitgever: Koen Kerckaert.) In de uitgave van 09.12.2018 ontbraken alle stoptreinen van lijn 162 in de richting Arlon - Namur. Dat is ondertussen ongeveer opgelost, maar nu duikt een ander probleem op: dat van de treinnummers. Nogal wat treinen van de stoptreindienst rijden hier verder onder een ander treinnummer en dat leidt tot de eigenaardige situatie dat sommige van deze treinen 2 keer in het spoorboekje voorkomen, met een ander nummer. Neem er p. 685 maar eens bij: L 5766 rijdt als stoptrein van Namur naar Libramont en L 6167 doet hetzelfde van Ciney tot Arlon. Het gedeelte Ciney - Libramont komt voor in de 2de en de 5de kolom, met verschillende treinnummers. Hoe ver moeten mensen die hier voor instaan afstaan van het spoorwegwezen zoals dat tot voor enkele tientallen jaren bestond? Overigens beperkt het probleem zich niet tot het spoorboekje: ook op de schermen in de Desiro is het verwarring troef: onze trein wordt afwisselend als P 8666 en P 8627 vermeld. Ik zou denken dat treinnummers voor de meer alerte reiziger nog altijd dé manier zijn om te determineren om welke trein het gaat. Overigens ziet het er ook niet goed uit met de stiptheid van de in Ciney aansluitende 2139 naar Brussel-Zuid. Die is in Arlon vertrokken met 18 minuten vertraging en met wat vallen en opstaan is de vertraging in Gembloux gehalveerd, maar dan komt deze IC natuurlijk in het vaarwater van de S-treinen terecht. In Gembloux gaan we op tegenspoor, zodat we de L-trein voorbijsteken, maar zelfs dat veroorzaakt wat extra vertraging. Enfin, de aangewezen aansluiting in Brussel-Luxemburg kunnen we wel vergeten en zelfs de eerste daarop volgende aansluiting in Brussel-Noord gaat de mist in; gelukkig volgen de treinen naar Halle zich hier snel op, zodat we uiteindelijk "maar" 19 minuten later dan voorzien in Halle aankomen. Nog even opmerken dat IC 2139 uit een mix van I11-, I6- en I10-rijtuigen bestaat, zes in totaal en afgaande op de bezetting van het eersteklasrijtuig en de drukte op het platform van dat rijtuig, lijkt deze trein eigenlijk te kort.
De treinlectuur. Mélanie Rose, Retour sur terre. Jos PIERREUX, Niets erger dan spijt.
Een scheutje oprisping. Trixie Whitley kondigt op Radio 1 aan dat ze haar nieuwe album live zal spelen in een radio1-sessie. Dat nieuwe album noemt volgens haar Lacuna. Hopelijk is haar Engels beter dan haar Nederlands… Alweer een cd die ik niet hoef te kopen…
Een verkneukelinkske. Nog nooit zijn de vrijdag voor de Paasvakantie zoveel vakantiegangers vertrokken van onze nationale luchthaven als dit jaar. Kun je hoge studiekosten beperken door een dag te brossen?
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
Nog wat Desirootjes die hier de volledige stoptreindienst op zich nemen.
De wandeling. We beëindigen vandaag onze in 7 deeltjes opgesplitste GR Dijleland, met een 18 km lange tocht van Huldenberg tot Leuven. (Als je van het centrum naar het station stapt, moet je daar nog een kilometertje bijtellen.) Dit traject haalt een voor Vlaanderen uitzonderlijk TWQ van 81%: de paden langs de IJse, de Dijle (door de Doode Bemden) en de straatjes en steegjes in Heverlee en Leuven waar geen auto's komen, verklaren de hoge score. Je hebt meteen geraden dat dit stukje GR bijzonder aantrekkelijk is, ook al moet je dan wel even onder de E40 door en die verstoort de idylle toch wel enige tijd.
Het weer. Opnieuw uitzonderlijk lenteweer: nauwelijks wolkjes en zeer aangenaam warm.
De stafkaarten. 32/5N Huldenberg - 32/1Z Bertem - 32/2Z Oud-Heverlee - 32/2N Leuven. Je kunt ook opteren voor de kaarten op 1:20.000 32/1-2 Bertem - Leuven en 32/5-6 Huldenberg - Grez-Doiceau, maar die zijn ondertussen wel om en bij de 20 jaar oud. Een nieuwe uitgave staat op stapel.
Hoe we er geraakten. Huldenberg is voor ons te bereiken vanuit Groenendaal of vanuit Leuven (en zelfs vanuit Brussel), maar het is vooral de afgeschafte alternatieve terugreis die ons parten speelt. Uiteindelijk opteren we voor een heen- en terugreis van en naar Leuven, wat het gebruik van een seniorenbiljet mogelijk maakt. De buslijn 395 Leuven - Groenendaal rijdt om het half uur en dat maakt de opdracht vandaag erg gemakkelijk.
Een beetje geschiedenis. De verleiding was groot om het hier even te hebben over de tramlijn Tervuren - Tienen die we ter hoogte van Neerijse kruisten, maar omdat de buslijn 395 eigenlijk langere tijd parallel loopt met onze GR, heb ik toch de voorkeur gegeven aan een korte schets van de geschiedenis van deze buslijn, die voor een keer niet teruggaat op een afgeschafte en dus te vervangen spoorlijn, tram of trein. In 1938 zou er al een bus gereden hebben tussen Leuven en La Hulpe, met een zeer beperkte bediening, met weinig ritten die het volledige parcours aflegden. Vermoedelijk is dat de buslijn die we in het spoorboekje van 08.10.1950 onder tabel 724 aantreffen: eindpunt is ondertussen Overijse geworden, maar de nadruk blijft liggen op vrijdag- en maandagritten. Halfweg de jaren 1950 wordt de buslijn opgenomen in tabel 584, nummer dat het tot in de 21ste eeuw zou trekken, zij het maar heel eventjes in het begin van deze eeuw. Als je de geschiedenis van deze buslijn wat nader bekijkt, dan krijg je een goede indruk van de wispelturigheid waarmee OV hier uitgebaat wordt. Tot de komst van lijn 395 is het een voortdurend schipperen, zowel wat de terminus betreft (met een voorkeur voor Neerijse, uit Leuven, wel te verstaan) als wat de rijdagen betreft. De lijn heeft ondertussen het nummer 11 of 11 ( in de jaren 1970) gekregen en het lijkt er wat op dat de weekenddiensten stand houden dankzij de nieuwe bediening van het ziekenhuis van Neerijse. In 1982 vinden we voor het eerst een bediening van Hoeilaart en Groenendaal terug, zij het dat de tabel nog altijd Leuven - Overijse genoemd wordt. In 1997 wordt de lijn op zaterdag en zondag afgeschaft, maar in 1999 duikt een namiddagse uurdienst op zaterdag opnieuw op. Op 27.05.2000 - de lijn rijdt nu met lijnnummer 584 - rijden de bussen om het half uur tussen Hoeilaart en Leuven; enkele bussen vertrekken al uit Groenendaal. Aan de weekenddiensten verandert niets. Belangrijk moment is de invoering van de huidige lijn 395 Groenendaal - Leuven, die op week- en zaterdagen om het half uur rijdt; op zondag wordt dat een uurdienst. Ik vind deze dienstregeling voor het eerst terug in het boekje van 01.03.2004, maar mogelijk is de lijn enkele jaren ouder. De toestand vandaag kleurt nog altijd rooskleurig, met een halfuurdienst behalve op zondag, waarop een ruime uurdienst gereden wordt. Dankzij de status van centrumstad is de zondagdienst hier niet geamputeerd zoals op vele andere lijnen, onder de auspiciën van onze grote dierenvriend.
De verbinding.
Halle - Leuven
1708
09:27 10:08
stipt
354
mr80 Break
controle: N
Leuven - Huldenberg
[395]
10:34 11:08
+5
ab5033
Van Hool New AG300
Overijse
-
Leuven - Brussel-Noord
438
17:04 17:20
+6
1856 - 61068
M6
controle: N
Brussel-Noord - Halle
3239
17:35 17:57
+4
1829 - 61051
M6
controle: N
En wat we beleefden. Er is nauwelijks wat te vertellen over de heenreis. Deze IC bestaat uit twee breaks; in de eerste break is eerste klasse nog behoorlijk gevuld tot Brussel maar verderop hebben we het rijk bijna voor ons alleen. Het uit zijn voegen gebarsten busstation van Leuven is toch wel bijzonder druk. Wij moeten naar perron 12 (van 15! en zelfs dat aantal lijkt nauwelijks te volstaan voor het af- en aanrijden van de trouwens bijna allemaal goed gevulde bussen). Begrijpelijk dat bussen die hier vertrekken pas op het laatste moment aan komen gereden. Onze bus is een gelede bus, die wat vertraging zal oplopen in Leuven, en die 5 minuten slepen we mee tot Huldenberg. Daar zijn de frequent in- en uitstappende reizigers niet vreemd aan.
Een rechtstreekse trein naar Halle zit er voor de terugreis niet in, tenzij we bijna een uur wachten of de stoptrein nemen. Dus wordt het IC 438 Welkenraedt - Kortrijk die behoorlijk vroeg aan het perron staat. De trein kan dan ook op tijd vertrekken. Het benedendek van het eersteklasrijtuig zit zo goed als vol en ook boven blijft er nauwelijks keuze over. Hebben zo veel studenten echt een eersteklasbiljet (de Campuskaart is inderdaad nog altijd spotgoedkoop) of is eerste klas op vrijdag afgeschaft? Ik kan me nauwelijks voorstellen dat deze trein voor de rest vol zit in tweede klas. We rijden erg vlot tot Haren en dan begint een ellendig trage rit tot Brussel-Noord. Zes minuten vertraging kost ons dat. Je vraagt je toch af wat er op deze lijn in de weg kan zitten. Veel maakt het ons niet uit: IC 3239 naar Kortijk vertrekt pas om 17:35 en dus halen we de aansluiting met onze vingers in de neusgaten. Het is wat haperen in de NZV, maar we kunnen toch met amper één minuutje vertraging Brussel-Zuid buitenrijden. Al staan we al opnieuw stil in Vorst. Echt stipt rijden tijdens de spits is nog altijd een zeldzaamheid. Wat moet dat lieveheersbeestje daar trouwens van denken? Liever dan in het drukke Leuven een bekronende pint te drinken hadden we voor De Spuye gekozen, waar het lenteweer toch ook wel wat klanten aangetrokken had. Het is daar dat we voor het eerst het lieveheersbeestje in de mot kregen, dat rustig over onze kaartenmap stapte. Dat is geen denderend nieuws, maar later bleek net hetzelfde kevertje meegereisd te zijn in IC 438 en later kwamen we het ook thuis nog tegen, na nog een busrit en een vijftal minuten stappen. Tja, met de trein reizen is geen probleem in België: als wij er in slagen om van Halle naar Leuven en terug te reizen zonder controle, kan dat voor dit beestje zeker geen probleem zijn. Thuis begon het verhaaltje me toch te intrigeren, zeker omdat we ook daar nog exemplaren van dit geel-zwarte beest aantroffen. Bleek het toch niet om een stunt van Vlaams-nationalistische partijen te gaan, want in werkelijkheid gaat het hier waarschijnlijk om het veelkleurig Chinees lieveheersbeestje te gaan, dat een klein decennium geleden is ingevoerd in de (biologische!) strijd tegen bladluizen. Nu blijkt het ding een ernstige bedreiging te zijn voor onze inheemse lieveheersbeestjes: hij zal het nooit leren, de mens.
De treinlectuur. Mélanie ROSE, Retour sur terre. Vergis je niet, het gaat wel degelijk om Melanie Rose, zonder accent. Ik ben domweg een Engelse roman (Down to earth) in het Frans aan het lezen. Jos PIERREUX, Niets erger dan spijt.
Een scheutje oprisping. Het is de normale gang van zaken geworden: een product op de markt brengen dat niet helemaal op punt staat. Na enkele maanden wordt het wel duidelijk waar de bugs en andere onvolkomenheden zitten. Moeten ze bij Boeing gedacht hebben…
Een verkneukelinkske. Nu de onrust rond de White Album van de Beatles weer gaan liggen is, mag het weer gezegd worden. Abbey Road is hun beste album.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
22 maart 2019 - Oostburg - Watervliet (GR Uilenspiegel)
De wandeling. We stappen vandaag een tweede schuifje van de GR Uilenspiegel en wel van Oostburg, waar we de vorige keer stopten, tot Watervliet, bij de groep huizen aan de grens die Mollekot genoemd wordt. Dat is dus een 17 km lange tocht die grotendeels over Nederlands grondgebied loopt, op honderd meter op het einde en de kilometers die pal op de grens lopen, na. We herontdekten dit erg vlakke Zeeland waar de boerderijen zuinig gezaaid liggen en waar de stilte alleen verbroken wordt door het kenmerkende schreeuwen van watervogels die zich hier bijzonder goed thuis voelen. En dat laatste is te begrijpen. De TWQ ligt op 51%, achteraf bekeken minder dan gedacht, want een flink deel van de tocht loopt over bijnakaarsrechte onverharde veldwegenof door natuurgebied, waar de paadjes bijzonder goed onderhouden zijn. Het enige minpunt is de bewegwijzering die best wat minder spaarzaam zou mogen zijn.
De nadruk ligt echt wel op water, in brede en minder brede sloten, in plassen en vijvers. Zelfs de wegen aan de voet van de dijk doen aan (te veel) water denken.
Het weer. Van thuis tot Sluis soms dichte mist, maar dan komt de zon er snel door en wordt het een onvervalste, heldere lentedag. Warm, bovendien.
De stafkaarten. De Nederlandse topografische kaart 54A (op 1:25.000) Oostburg en de Belgische kaarten 5/8 Z Sint-Margriete en 6/5 Z Watervliet of de pas verschenen kaart 5/8-6/5 Watervliet op 1:25.000.
Hoe we er geraakten. Oostburg wordt elk uur bediend door de internationale buslijn 42 Brugge - Breskens; Brugge bereiken per trein is makkelijk en dus zijn er weinig problemen voor de heenreis. En eigenlijk is ook de terugreis eenvoudig: de belbus van het Meetjesland (195) brengt ons van Watervliet Mollekot naar het station van Eeklo. Eeklo - Halle is ook niet meteen een moeilijke verbinding. Wel moeilijk is het om voor deze verbinding een seniorenbiljet te kopen: de alternatieve terugreis is afgeschaft. Een oplossing zat erin om met bus 58 hetzij naar Brugge hetzij naar Gent te reizen, maar erg aantrekkelijk is dit allemaal niet. En dus wordt het een RailPass, wat ons bovendien toelaat om voor 9:00 te vertrekken. Zo zie je maar hoe die domme maatregel om de alternatieve terugreis onmogelijk te maken er uiteindelijk toe leidt dat reizigers toch de horden pendelaars vervoegen.
Een beetje geschiedenis. Het stukje Watervliet dat we vandaag als eindpunt gekozen hebben, moest wachten op de komst van de belbus voor het door het OV ontsloten werd. Dat was op 01.06.1997. Luidens een artikel in Het Nieuwsblad zou dit de eerste belbus van Vlaanderen geweest zijn, maar daar heb ik ernstige twijfels bij. In 2002 vervoerde deze bus 18.500 reizigers, wat neerkomt op 50 per dag. Hoeveel het er vandaag nog zijn, weet ik niet: de Vlaamse regering heeft enkele goedgemikte vuistslagen uitgedeeld, wat de teloorgang van de belbus wel eens zou kunnen inluiden. In 1891 werd de tramlijn Eeklo - Watervliet (Veldzicht) ingehuldigd en wil Veldzicht nu net het punt zijn waar onze GR vandaag de huidige N456 kruist. Pal op de grens werd dan aangesloten op de tramlijn naar Breskens en Vlissingen van de SBM, de Stoomtram Breskens - Maldegem. In 1923 kwam daar ter hoogte van het Hoogkasteel (zo een kilometer voor de grens) nog een aansluiting naar Waterland-Oudeman bij. De tram verdween hier in 1948. Uit de spoorboekjes blijkt dat de kilometer tussen Hoogkasteel en Veldzicht al rond 1935 zou opgeheven zijn, maar de referentiewerken houden het op 1948. Intrigerend… De dienst werd verder uitgemaakt door 3 buslijnen, één uit Gent en twee uit Eeklo ( eerst private busdienst) die later in de treinboekjes verschijnen als 250, 251 en 252 (aanvullende busdiensten). In de NMVB-reisgids van 22.05.1977 vind je lijn 250 Eeklo - Sint-Laureins - Sint-Margriete (via Balgerhoeke), 251 Eeklo - Watervliet - Waterland-Oudeman (via Bentille en Sint-Jan-in-Eremo) en 252 Gent- Watervliet (via Wondelgem, Evergem, Sleidinge, Lembeke en Kaprijke.) Deze lijnstructuur illustreert mooi hoe moeilijk het is om al deze woonkernen op een eenvoudige en overzichtelijke manier te bedienen. Tegenwoordig zijn dat grosso modo de lijnen 57 (Gent - Watervliet Hoogkasteel) en 63 (Eeklo - Watervliet - Sint-Jan-in-Eremo). Terwijl ik een en ander opzocht vond ik op de website van De Lijn ook nog een hoogst interessant document (klik op wensnet Neptunus). Ook interessant is deze blog, waarin gewag wordt gemaakt van een tweede tramlijn uit Eeklo via Balgerhoeke naar Sint-Laureins, die er evenwel nooit gekomen is.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3757
07:39 07:56
+8
08191
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Brugge
0529
08:08 09:02
stipt
1885 - 11810
I11
controle: J
Brugge - Oostburg
[42]
09:48 10:48
+1
ab2166
VDL Bus&Coach Citea SLE
Brugge
-
Watervliet - Eeklo
[195]
15:20
stipt
ab2221-27
EVM Sprinter II
Ferry Cars
Eeklo - Gent-Sint-Pieters
0786
15:17 15:51
+4
4156
mw41
controle: J
Gent-Sint-Pieters - Brussel-Zuid
2815
16:00 16:31
+2
1824 - 61026
M6
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
8574
16:42 16:53
+9
2124 - 58023
M4
controle: N
En wat we beleefden. De app van de NMBS heeft er de brui aan gegeven (leve het papieren spoorboekje!) en dus wordt het allemaal wat improvisatie van het moment. Dat wordt het trouwens meer en meer: vroeger had ik altijd een bepaalde treinverbinding voor ogen en daar erg veel van afwijken, deden we niet. Tegenwoordig nemen we gewoon wat er komt: door de toegenomen frequenties en de soms snelle opeenvolging van treinen is dat een stuk gemakkelijker geworden. Zo komen we eigenlijk naar het station voor de 1556 van 7:58, maar we houden ook rekening met de 3206 van 8:03 en de 7741 van 7:54, waarmee we allemaal vlot de 2829 van 8:29 in Brussel-Zuid zouden moeten halen. Maar niet alleen met de app loopt het vandaag verkeerd: de 7741 heeft 11 minuten bij aankomst in Brussel-Zuid, de 1556 10 en de 3206 zelfs 14. Met die laatste zouden we dus de 2829 niet gehaald hebben! Dat zou nochtans de trein geweest zijn die een functionerende app zou hebben aangeraden. Om een lang verhaal kort te maken: we nemen nog de 3757 met 8 minuten vertraging - vertraging die niet zal veranderen tot Brussel-Zuid - en dat leidt ertoe dat we zelfs nog meekunnen met de 529 naar Oostende, wat dan weer voor erg veel tijd in Brugge zorgt.
De 3757 rijdt dus met vertraging en ik weet niet of de typische geur van hete olie die te ruiken is als de trein Halle binnenrijdt daar iets mee te maken heeft. Vroeger wees zo iets op een vastgelopen rem; ik weet niet of dat tegenwoordig met de hi-techstellen ook nog het geval is. Erg gerust zijn we er dus niet in, maar we stappen toch maar in. De aansluitende IC529 heeft een vrij stipte rit achter de rug en vertrekt uit Brussel-Zuid met niet meer dan 2 minuutjes vertraging. Ondanks de bijwijlen - prachtig woord, toch? - dichte mist en de werken in de buurt van Oostkamp verloopt de rit stipt.
In Brugge hebben we meer dan 3 kwartier tijd - ook met de 2829 zouden we trouwens moeiteloos onze aansluitende bus gehaald hebben. De bus van lijn 42 die aankomt lijkt niet terug te zullen rijden - de vorige keer was dat ook niet het geval - maar deze keer blijft de bus en wisselen de chauffeurs. Na de gewone plichtplegingen rijdt de eerste chauffeur met een wagentje van De Lijn weg, richting stelplaats, vermoedelijk. Een eengemaakt tarief Brugge - Breskens lijkt nog een wensdroom: met onze Mobib kunnen we tot Sluis (Ridderstraat). Voor het stukje Sluis - Oostburg moet je dan een erg dure verlenging kopen - zie vorige keer - maar gelukkig heeft zoonlief voor OV-chipkaarten gezorgd waarmee we keurig kunnen in- en uitchecken. Dat scheelt een slok pils op een borrel klare. Net voor ons eindpunt (Ledelplein) wacht de bus bij de halte Ziekenhuis, waar alle bussen aansluiting op elkaar geven.
Voor de terugreis hebben we dus een belbus besteld: de basisroute van deze GR loopt niet naar Watervliet en dus stoppen we bij het Mollekot. Blijkbaar is het nu weer mogelijk om zich min of meer een idee te vormen van de mogelijkheden met de belbus; de planner van De Lijn geeft een bus om 15:45 aan. De juffrouw van de centrale houdt het op 15:20, wat ons wat minder reserve onderweg zal geven. Verdwalen kan dan noodlottig worden, maar we wagen het er toch maar op. Het busje komt trouwens krek tegelijk met ons aan de halte… om 14:50. De chauffeur polst even of wij de reizigers zijn die met hem mee willen en dat klopt natuurlijk. Voor een keer hoor je ons niet klagen over een bus die te vroeg rijdt, want we rekenen er nu op dat we een uur vroeger dan voorzien de trein kunnen nemen. Het wordt een rustige rit in een aangenaam belbusje, met een chauffeur die ons laat genieten van het Meetjesland en die blijkbaar ook nog weet om hoe laat de treinen in Eeklo vertrekken.
De twee motorwagens staan klaar op perron 1, terwijl het jonge volkje zich opmaakt voor het weekend. De rit verloopt vlot tot net voor Gent-Sint-Pieters, waar de normale haperingen voor 4 minuten vertraging zorgen. Dat er ook nog een koppeling - van korte duur - plaatsvindt helpt de zaak niet echt, maar we komen op perron 10 aan, zodat de overstap naar de IC 2815 op perron 9 als vanzelf loopt. Ondanks een volledige stilstand voor Brussel-Zuid blijft de vertraging van deze trein op 2 minuten hangen. Dat we een uur vroeger dan voorzien op weg naar huis zijn, heeft als aangenaam neveneffect dat we nog eens met de 8574 naar Geraardsbergen kunnen sporen. Het lijkt hier vanavond echter niet vlotter te gaan dan vanmorgen; de IC's 1737 (Quiévrain) en 3437 (Binche) en de S 3687 (Braine-le-Comte) rijden allemaal met om en bij het kwartier vertraging en het mag een wonder heten dat we met niet meer dan 2 minuten vertraging kunnen vertrekken. Al snel zal de hoop op een vlotte rit ijdel blijken te zijn: we komen in Halle aan met 9 minuten vertraging. Of moeten we nu eigenlijk dankzij die vroege belbus zeggen: een uur vroeger dan voorzien?
De treinlectuur. Stefan POPA, De verovering van Vlaanderen. De klucht van de Groot-Nederlandse gedachte, gerijpt in de geest van een halfgekke Amsterdammer, Alco van Puffelen. Gelukkig komt hij op het einde tot de vaststelling dat de verschillen tussen Vlaanderen en Nederland te groot zijn. Jos PIERREUX, Niets erger dan spijt.
Een scheutje oprisping. Go! wil artificiële intelligentie inschakelen om het leerproces van de leerlingen te personaliseren. Het niveau automatisch verlagen zodat iedereen kan slagen, kom.
Een verkneukelinkske. Volgend weekend viert Halle carnaval: drie nachten wallebakken tot in de vroegste uurtjes. Hopelijk raakt het bioritme van de feestvierders niet verstoord door de invoering van het zomeruur in de nacht van zaterdag op zondag.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
We zijn bij map 48 aanbeland, een allegaartje aan foto's uit 1986. We beginnen met een reeks foto's langs lijn 94 en eindigen met enkele foto's langs lijn 25 (en 27): wordt vervolgd in map 49.
01. HLE 2222 met E 4503 Schaarbeek - Tournai - 18.06.1986 - lijn 94 kp 18.3
02. MR 731 met E 1564 Antwerpen-Centraal - Tournai - 18.06.1986 - lijn 94 kp 18.4. Deze trein zal gesplitst worden in Edingen: het laatste deel zal doorrijden naar Geraardsbergen.
03. HLD 5103 met Z 767 Schaarbeek - Lille - 18.06.1986 - lijn 94 kp 18.3. Deze internationale trein stopte na de NZV alleen in Ath en Tournai. Er reden er zo amper 4 per dag. En voor de rest was er op lijn 94 de uurverbinding van de reeks 15xx (zie foto 02), aangevuld met P-treinen. Vergelijk met de halfuurdienst van vandaag.
04. Een voor die tijd typische keet met de apparatuur voor de bediening van de overweg. Deze robuuste dingen verschijnen hier langs de lijn in de jaren 1960, bij de modernisering van de lijn. De bescheiden graffito is een reactie op het alweer enkele jaren oude IC-IR-plan, dat de enkele honderden meters verder gelegen halte van Beert-Bellingen van de spoorwegkaart wiste.
05. HLE 2749 met E 4967 Schaarbeek - Geraardsbergen - 18.06.1986 - lijn 94 kp 18.3. Even ter info: Infrabel plant hier de bouw van een brug over de spoorweg, die de afschaffing van de OW 11, 14 en 15 mogelijk zou maken. Zoals altijd zijn de burgers tegen…
06. HLE 2620 met E 4505 Schaarbeek - Moeskroen - 18.06.1986 - lijn 94 kp 18.3.
07. HLD 5123 met Z 4528 Schaarbeek - Tournai via Mons - 18.06.1986 - lijn 94 kp 18.3
08. MR 762 met E 1565 - Antwerpen-Centraal - Tournai - 18.06.1986 - lijn 94 kp 18.3 - zie de opmerking bij foto 02.
09. MR 764 met E 1566 - Antwerpen-Centraal - Tournai - 18.06.1986 - lijn 94 kp 18.3.
13. HLE 2113 met E 94 Basel - Brussel-Zuid - 26.06.1986
14. HLE 2331 met een onbekende 20 met goederentrein - Courrière - 26.06.1986.
15. De speciale stoomtrein Kempenland op 29.06.1986 in Vilvoorde.
16. En hij nadert
17. … en hij nadert. De trein is samengesteld uit L-rijtuigen
18. HLE 2722 poseert met recente M5-rijtuigen in… Zolder op 29.06.1986.
19. HLD 5185 zelfde plaats, zelfde tijd.
20. Een van de stoomlocs van TTZ (Toeristische Trein Zolder) die voor aansluiting zorgde met de Kempenland. Het is allemaal al zo lang geleden dat ik het ook even moest opzoeken.
21. En dit zijn opschriften op een R-rijtuig dat in het bezit gekomen was van TTZ. Deze R-rijtuigen vormden een kleine reeks die in één adem genoemd konden worden met de tussenrijtuigen die met MW 42 - 43 - 44 - 45 gebruikt konden worden. De opschriften verklapten heelwat: FIZ staat voor Muizen, de laatste onderhoudspost van dit rijtuig, R996 wijst erop dat het om een reserverijtuig ging, of beter: dat het om een rijtuig in een reserverijtuigenstel ging.
22. HLD 5210 in Libramont op 16.07.1986.
23. Het stuurstandrijtuig M1 BDx van trein 1655 Antwerpen-Centraal - Neerpelt op 21.08.1986 in Balen-Wezel. De rest van de trein is samengesteld uit M2-rijtuigen; het M1-rijtuig was niet toegankelijk voor de reizigers.
25. Het inrijsein van Eisden-Mijn op 21.08.1986. De reizigersdienst was hier al een tijdje opgeheven.
26. Op 25.08.1986 stapten we in Faymonville - de staat van lijn 48 is al bedenkelijk geworden. Later zou het hier nog even opflakkeren, maar helaas kwam ook aan de toeristische exploitatie van de Vennbahn een eind.
27. Het brugje in het centrum van Faymonville, vlak bij de vroegere halte.
28. En waar de treinen gingen, kwamen (soms) de bussen: ab7611-09 (Voyages Wergifosse) op 25.08.1986 in Faymonville, op lijn 45a naar Weismes (en Trpois-Ponts).
29. Bij het vroegere station van Weismes werd een overstappunt georganiseerd. De hele Oostkantons konden in die tijd rekenen op een performant busnet met goed uitgekiende onderlinge aansluitingen, ook op zaterdag en zondag.
30. In mijn notities vind ik 07.09.1986 Beneluxtrein in Leuven, maar ik betwijfel sterk dat dit correct is. Kan iemand me verbeteren?
31. HLD 5926 op 01.10.1986 in Sint-Katelijne-Waver op lijn 27.
32. MR 825 als E 935 Antwerpen-Centraal - Charleroi-Sud op 01.10.1986 in Sint-Katelijne-Waver (lijn 25)
33. MW 626 als E 1512 Antwerpen-Centraal - Charleroi-Sud op 01.10.1986 in Sint-Katelijne-Waver. De goederentrein en het hectometerpaaltje helpen niet meteen om hier een geslaagde foto van te maken.
34. HLD 6245 en 6255 op 01.10.1986 in Sint-KatelijnWaver (lijn 27 kp 27.4).
35. HLE 2331 op dezelfde plaats, op dezelfde dag.
36. MW 766 als E6262 Antwerpen-Centraal - Mechelen, op 01.10.1986 in Sint-Katelijne-Waver - lijn 25 kp 26.8.
De wandeling. Stilaan wordt het tijd voor de wat hartiger tochten op ons programma en die van vandaag komt daar zeker voor in aanmerking. Het is een combinatie van de wandelingen 6, 19 en 14 op de wandelkaart Pays des Sources - carte nord, uitgegeven door een resem toeristische diensten in samenwerking met het NGI. Getalletjes zeggen in dit geval natuurlijk niet veel en dus voeg ik er graag de officiële namen aan toe: 6.Promenade Meyerbeer, 19. Les caillebottis de Malchamps-Bérinzenne en 14. Ru du Vieux Spa. Die namen geven meteen een goede indruk van wat de wandeling (15 km lang met een TWQ van 67%) inhoudt: de wondermooie wandeling stroomopwaarts van de Ru Meyerbeer die zich naar het lager gelegen Spa en de Wayai haast, een erg aangename tocht aan de rand van de Venen met een uitkijktoren die ook echt een uitkijk geeft en ten slotte een lange afdaling terug langs de Ru du Vieux Spa. Dat je twee keer iets meer dan 2 km moet lopen om vanuit Spa de interessante wandeloorden te bereiken en omgekeerd moet je erbij nemen en is niet eens vervelend, evenmin als het verbindingsstuk (ziekaart) tussen Meyerbeer en Bérinzenne. Tot slot leidt de wandeling je naar een van de eigenaardigste NMBS-halten: Spa-Géronstère. De naam lijkt te suggereren dat de bron van Géronstère vlakbij is maar dat is niet het geval. Of je achteraf een streekdrankje prefereert boven een glas schuimend bier moet je voor jezelf uitmaken.
De Ru Meyerbeer is hier al wat tot rust gekomen na een lange afdaling.
Vanaf de uitkijktoren is het uitzicht indrukwekkend.
Het weer. Eerst wisselend bewolkt (mooi, hoor: ziede foto's) met enige tijd zichtbare buienactiviteit ten zuiden en op het einde in de laatste kilometer ook nog een regenbui bij ons. Fris en gelukkig niet echt winderig.
De stafkaarten. 49/4S Spa - 50/1S Francorchamps (of 49/3-4 Spa en 50/1-2 Sart - alleen de laatste is al vernieuwd)
Hoe we er geraakten. Spa is eigenlijk vrij eenvoudig te bereiken dankzij de L-trein Aachen - Spa-Géronstère die om het uur rijdt, al willen de planners ons per se ook met verbindingen met de bus uit Pepinster (waar die bus niet eens aan het station komt) opzadelen. Overigens is het berichtje in de NMBS-app dat je voor de verbinding met overstap in Verviers-Central mogelijk 2 biljetten nodig hebt ook niet meteen geruststellend. Maar bij nadere beschouwing is die verbinding perfect legitiem; dat is me een hele tijd geleden trouwens door de klantendienst bevestigd. Ik begrijp niet dat de app zo geprogrammeerd is dat hij wel kan uitvissen dat we het traject Pepinster-Verviers 2 keer afleggen, maar niet kan ontdekken dat de treinen van de reeks 500 (Oostende - Eupen) niet in Pepinster stoppen en daar dus geen aansluiting kúnnen geven.
Een beetje geschiedenis. Kort na de oprichting van de NMBS in 1926 opende de nationale maatschappij her en der nieuwe stopplaatsen die tussen de "echte" stations kwamen te liggen. De meeste daarvan hebben de invoering van IC-IR in 1984 niet overleefd, maar andere bestaan tot op vandaag en hebben dus ook alle andere bezuinigingsrondes overleefd. Dat wordt hier op lijn 44 duidelijk geïllustreerd. Tot 21.05.1932 liggen tussen Pepinster en Spa stations in Juslenville, Theux, Franchimont (stopplaats), La Reid en Marteau (stopplaats): zeven stops op 12 km, wat lang niet slecht is. Vanaf 22.05.1932 komen daar de volgende halten bij: Chinheid , Theux (Marie-Louise) en Theux (Centre), wat het aantal stops op 10 brengt. Voor Géronstère en Pepinster-Cité is het wachten tot 1937. Van al de bijkomende halten hebben alleen Pepinster-Cité en Géronstère het overleefd, ondanks de nabijheid van de stations van Pepinster (op 500m) en Spa (op 800m). Het moet gezegd dat Géronstère (dat al enige jaren Spa-Géronstère heet) wat dichter bij het stadshart ligt. Een reeks halten werd na WO II nog enkele jaren vermeld in het spoorboekje, zonder treinbediening! In 1948 was het dan definitief afgelopen; ik doe een gokje: door het gebrek aan autorails kwam de stoomtractie op deze lijnen terug en de korte opeenvolging van de halten maakte verdere uitbating onmogelijk of onwenselijk. Met IC-IR sneuvelden ook nog de stops in La Reid en Marteau.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3408
09:20 09:30
+2
835
mr75 - vierledig
controle: N
Brussel-Zuid - Verviers-Central
0508
09:57 11:21
stipt
1829 - 11806
I11
controle: J
Verviers-Central - Spa
5032
11:44 12:10
stipt
649
mr70J - tweeledig
controle: J
-
Spa-Géronstère - Verviers-Central
5016
16:47 17:16
stipt
646
mr70J - tweeledig
controle: J
Verviers-Central - Brussel-Noord
0540
17:39 18:53
stipt
1822 - 11820
I11
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1940
19:01 19:23
stipt
1893 - 61061
M6
controle: N
En wat we beleefden. Je kunt alleen maar hopen dat de toestand waarin de niet-gemoderniseerde vierledige stellen rondrijden niet exemplarisch is voor de hele NMBS, want dan is de toestand daar nog vele keren erger dan de vijandige pers en dito politiek ons willen doen geloven. Stel 835 ziet er echt niet uit: één graffito is al erg genoeg, maar als de kunstenaars ook nog eens slordig hun eigen wanproducten over die van anderen aanbrengen, is het helemaal niet meer om aan te zien. Gelukkig kunnen academies vanaf volgend schooljaar graffiti in hun curriculum aanbieden. Ze zullen er bij de NMBS niet mee kunnen lachen, al is het mogelijk dat een dergelijke institutionalisering van het verschijnsel de criminelen doet nadenken: loont het nog wel de moeite als het toch erkend wordt? IC 508 rijdt zonder vertraging door de NZV: dat toegevoegde minuutje en de nieuwe vertrekprocedure doen wonderen. De aansluitende L-trein wordt uitgevoerd met stel 649, dat qua uitzicht niet onderdoet voor stel 835. Gelukkig ziet het er binnen nog ongeschonden uit. Er zijn wat vertragingszones op lijn 44 en die verklaren dat minuutje vertraging bij aankomst in Spa. De kruising in Theux, de enige plek onderweg waar dat nog kan, verloopt rimpelloos. Een foto met trein in Spa komt er niet, ik verspreid geen trein- en reizigersvijandige kunstwerken.
Dat zal trouwens ook vanavond niet gebeuren: stel 646 is al evenmin toonbaar als dat van vanmorgen. De trein staat hier ruim een half uur op voorhand klaar en dat is altijd prettig. De rit met IC 540 verloopt wat problematischer. We vertrekken dan wel op tijd in Verviers maar staan minutenlang stil in Chenée, volgens de tbg omdat we voor een rood licht staan! Dit is het soort mededelingen die men beter achterwege laat omdat ze totaal nietszeggend zijn: we wachten zogezegd op een kruising van een andere trein. Hoezo? We zien alleen de ICE in de andere richting - kruisen zou betekenen dat die tussen Liège en Chenée op tegenspoor gereden zou hebben, maar daar rijdt hij eigenlijk al veel te snel voor. We tekenen 8 minuten vertraging op bij aankomst in Liège en krijgen meteen na vertrek daar te horen dat we extra stoppen in Ans om de reizigers op te pikken van een trein die afgeschaft is nadat die op de HSL een voorwerp geraakt heeft. In Ans staan inderdaad de reizigers te wachten van de IC 538 (die van twee uur voor de onze!). Ondanks die bijkomende halte halen we één minuutje vertraging in bij aankomst en vertrek in Leuven, en geloof het of niet: van de 6 minuten vertraging in Leuven blijft niets meer over bij aankomst in Brussel-Noord, ook al omdat we tot het einde op lijn 36N gebleven zijn. Zo halen we nog zonder problemen de voorziene aansluiting met IC1940 die ons stipt naar Halle brengt.
De treinlectuur. Julian BARNES, Flaubert's parrot. Jos Pierreux, Niets erger dan spijt.
Een scheutje oprisping. 1. Er staan al heel wat voormalige hoeven op de topografische kaarten. Nog even en ze staan ook vol voormalige kloosters…
2. Hoe schabouwelijk het Vlaams geworden is, wordt nog eens extra benadrukt nu d'Ollanders in Undercover ook verkavelingsvlaams (ik weiger hier een hoofdletter te gebruiken) moeten spreken. Wat is dat een belachelijke bedoening. Het lijkt al evenmin ergens op als Vlamingen die Nederlands proberen te praten. En dan verbaast men er zich over dat Nederlands nog nauwelijks als studierichting gekozen wordt: het bestaat niet eens meer!
Een verkneukelinkske. Ook treintrambus heeft eindelijk door dat de invoering van de basisbereikbaarheid een regelrechte ramp wordt voor het OV!
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.