Mijn over, over, over grootmoeder langs vaders kant . RIRORKE
Je moet maar durven. RIRORKE
Mijn oom Louis
blijf positief denken
blijf optimistisch kijk vooruit, nooit achteruit.
17-01-2008
LODDER MET ZIJN KETTINGEN
Ik was een jaar of twaalf- dertien, toen ik mijn ouders hoorde vertellen van lodder met zijn kettingen.
Een in het wit gekleed gedaante die 's nachts tussen middernacht en 1 uur zou ronddwalen op het kerkhof met rond zijn nek en schouders zware kettingen, dewelke hij gebruikte om de hele buurt wakker te maken en te doen schrikken.
Vroeger waren de mensen zeer bijgelovig en allerhande gruwelijke verhalen deden de ronde.
Ik moest en zou er het fijne van weten .
De volgende nacht kroop ik stilletjes uit bed, mijn kleren had ik aangehouden, nam zonder lawaai te maken mijn fiets uit de stalling en reed regelrecht naar het kerkhof.
Ik herinner mij, het was iets voor middernacht, de wind blies fel en maakte een akelig geluid. Ik had me verstopt achter de eerste zerk, waar een groot kruisteken opstond.
Toen plots de schamele verlichting van het kerkhoh uitviel en rechts van mij, op zo'n twintig meter een felle lichtscheut uit een graf opstreek en mijn ogen verblinde
In een flits dook ik verder achter de grafzerk en zag een witte schim te voorschijn komen, die met zijn rammelende kettingen in mijn richting kwam gezweven.
Bijna dood van de schrik en bibberend over mijn ganse lijf, nam ik in een reflex, het kruisteken in mijn handen, hield het boven mijn hoofd en riep zo hard ik kon om hulp.
Plots bleef hij hangen, zijn kettingen vielen op de grond, het felle licht doofde heel langzaam uit en de schim verdween in het niets.
Heel behoedzaam, nog steeds met het kruis in mijn armen, kroop ik recht, slenterde naar de plaats waar hij zijn kettingen liet vallen maar vond niets, geen enkel spoor.
Ik durfde niet verder meer te gaan, zette het kruis op de grond, nam vlug men fiets en reed in volle vaart naar huis.
Ik was nog geen tien meter ver, toen een bulderend gelach over het kerkhof losbarste, kettingen een kolossaal lawaai maakten en ik uit pure schrik naar huis ben gespurt, tweemaal zo vlug als een beroepsrenner.