Het is zondagmorgen, ik ben juist grondig gewassen en gekleed om een stapje in de wereld te zetten met de vrienden, er rest mij, zittend op de rand van mijn bed, nog één ding te doen, namelijk de gepaste sokken te vinden die bij mijn outfit passen, ik zit verloren in de lade te kijken naar héél mijn collectie. Ge zult zeker zeggen moet hij zich daar druk over maken, ik kan u zeggen
het is belangrijk, zeg nooit dat sokken niet belangrijk zijn, de aantal keren dat ik terug naar boven gestuurd ben door mijn schattig lief vrouwtje om andere sokken te kiezen zijn niet meer te tellen.
Ik zit nog altijd verweest in dat schof te kijken, rechts liggen de zomersokken, in alle kleuren van wit tot zwart, ik begin te kijken naar die witte, maar
met een zwarte broek aan
nee, dat zal ze niet moeten weten, het past eigenlijk niet ook hé, het is mijn plechtige communie niet hé. De groene dan, ik probeer ze, maar mijn voeten zijn juist gelijk twee mini grasveldjes, dat gaat ook niet, terug uit!!Ik zie daar opeens een paar gele tussenzitten met een tekeningetje op, ik probeer ze aan te krijgen maar dat lukt aan geen kanten, ik begin al wantrouwig naar mijn voeten te kijken maar daar is niets mis mee, dan maar eens goed gekeken naar die sok en
ja er staat Pokémon op, dat zijn er natuurlijk van de kinderen.
Ik heb nog de keuze tussen bordeaux en zwart, dat zwart vind ik een beetje te zwart, zwarte schoenen, zwarte broek en dan nog zwarte sokken,
ik zal in het donker mijn benen niet meer vinden, nuchter gaat dat nog, maar
.
Dus het zullen de bordeaux worden, want dat staat chic hé, das klasse, das hét van hét, vol vreugde bijna euforisch zelfs omdat de keuze nu eindelijk gevallen is, ik zal niet meer terug naar boven vliegen, trek ik mijn sok aan, maar
.wat is dat, bij mijn weten mag een sok maar één (1) opening hebben, den dezen heeft er méér
drie van de vijf tenen vertonen zich van schaars gekleed tot helemaal naakt, pure discriminatie is dat, wat hebben die drie tenen misdaan om zo aangeschoffeld te worden, mijn grote teen zal mij in de kortste keren uit pure frustratie een jichtaanval bezorgen (dat heeft hij nog gedaan), vooraleer de frustratie te groot werd, die sok uitgetrokken. Ge kunt nu wel zeggen dat wanneer ge uw voeten in uw schoenen steekt, daar niets meer van te zien is, maar
wedden dat ge dan juist in een plas water of een hondendrol zult stappen, en dan
uw schoenen uitdoen om uit te drogen of af te vegen, vergeet het maar, rood van schaamte zult ge worden wanneer gans de wereld met medelijdende blikken naar uw sokken met meerdere openingen zullen staren, of ze zullen denken dat ge een wielrennershandschoen aan uw voeten hebt.
Rechts in de lade heb ik geen gepaste keuze meer, in het midden liggen mijn werksokken of lassokken maar daar is van geweten dat ze meerdere openingen hebben, hoe ik ze soms nog aankrijg is een wonder. Links liggen mijn wintersokken, ze zijn dikker allee een beetje toch, ge kunt er heel Parijs niet door zien zoals met die andere. Daar vindt ik waarachtig ook bordeaux, opgelucht adem halen nu, ik doe ze aan en aan en aan, ik ben reeds boven mijn knie en ik kan nog, mijn hiel zit halverwege mijn kuit
ik zie er gehandicapt uit, ze zullen allemaal denken dat ik een reusachtig gezwel op mijn kuit heb staan. Ik dacht nochtans dat men de maat van de sokken kan meten door de voet van de sok over je gebalde vuist te doen? Eenzaam aan de kant van mijn bed gezeten denk ik, vraag ik mij af, pieker ik, wie heeft in godsnaam in mijn plaats zijn vuist geleend om te passen? Ik kijk nogmaals naar die sok, het moet een héééle grote kerel geweest zijn, mijn stoere mannelijkheid is gekrenkt, ik zet mijn borst uit en ik wil roepen naar de vrouw
maar na nog een laatste peinzende
blik op het formaat van die sok zal ik het maar laten zeker.
Terug in de lade gekeken, links bovenaan liggen hele stapels sportsokken, tennissokken, wandelsokken, voetbalsokken, allee ieder sport is vertegenwoordigd, ge ziet maar hé, mijn vrouwtje leeft op hoop dat ik ze eens in mijn leven nog zal gebruiken, hoop doet leven nietwaar.
Uiteindelijk heb ik mijn zwarte sokken aangedaan, mijn vrouwtje knikte goedkeurend en riep nog toen ik vertrok niet te veel drinken hé ventje waarop ik héél overtuigend antwoordde zeker niet schatje ..
Zo ziet ge, mensen, dat sokken belangrijk zijn, ga er niet lichtvaardig mee om.
|