Boerderleren: leerlingen groeien op de boerderij Leertraject pleit voor minstens vier boerderij- of samentuinbezoeken per schooljaar
In het project Boerderleren bouwt Streekvereniging Zuidrand samen met de Hooibeekhoeve een educatief aanbod uit voor kinderen uit de 2de graad van de lagere school (derde en vierde leerjaar). De lerarenopleiding van de Thomas More hogeschool heeft hiervoor een leertraject uitgewerkt dat buiten leren en ervaringsgericht leren centraal stelt. Leerlingen leren zo het landbouwleven in hun eigen streek kennen, terwijl tegelijk hun persoonlijke groei wordt gestimuleerd. Buiten ontdekken ze talenten die in de klas onderbelicht blijven.
Leren in een prikkelende omgeving
De Provincie Antwerpen, Vlaanderen en de Europese Unie ondersteunen het plattelandsproject Boerderleren.“De bedoeling is om een educatief concept voor kinderen uit de lagere school te ontwikkelen op de boerderij. Ze zouden minstens 4 keer per schooljaar buiten de klas moeten kunnen leren op de boerderij of in een samentuin. Dit leertraject wordt uitgewerkt en getest op een aantal boerderijen, samentuinen en volkstuinen in de Zuidrand van Antwerpen. Later kan het concept ook elders ingezet worden,” verduidelijkt gedeputeerde voor Plattelandsbeleid Kathleen Helsen.
Helpende hark, groepsgans en positief paard
De derdejaarsstudenten Lager Onderwijs van Thomas More werden uitgedaagd om het leertraject concreet vorm te geven. Het uitgewerkte lessenpakket konden ze uittesten op het melkveebedrijf Gasthuishoeve Boshoek in Hove. De leerlingen, maar ook de studenten zelf, leerden heel wat bij over thema’s als bodem, mest, water, duurzame landbouw… De focus lag bij alle opdrachten op talenten die kinderen in een klascontext niet altijd benutten of ontwikkelen. Een talentenmuur hielp hen bijvoorbeeld voor zichzelf bepalen of ze de kwaliteiten van een helpende hark, een groepsgans dan wel een positief paard in zich hebben.
De kinderen van de deelnemende lagere school ’t Groen Schooltje uit Hove reageerden enthousiast: “Ik vond bodemdiertjes onderzoeken heel leerrijk vandaag, maar eigenlijk was alles leuk,” getuigt Yelina uit het 4de leerjaar. De studenten van Thomas More zagen de kinderen ook genieten van het buitenzijn: “Samen leren in een leuke buitencontext zorgt voor een aangename groepssfeer in de klas,” merkt studente Paulien op.
Het ontwikkelde leertraject moet ook voor de landbouwers een meerwaarde bieden. Landbouwster Kathleen Janssen:“Kinderen het leven op een boerderij zien ontdekken, luisteren naar hun “ooh’s” en “aah’s” maar ook naar “jakkes, dat stinkt”, bezorgde me positieve energie. Een tegengif voor de moeilijke momenten waar je in onze stiel soms tegenaan loopt. We zien hen echt genieten als ze een kalf aaien, door de modder rennen of lachen om een plassende koe. De enthousiaste, soms kritische maar altijd spontane reacties en vragen van de kinderen doen ons met andere ogen naar onze eigen boerderij kijken. De kinderen leren op een speelse manier over het landbouwleven en wij leren minstens evenveel van hen.”
Volgend schooljaar zullen nog meer scholen de kans krijgen om het leertraject uit te testen op andere boerderijen of samentuinen. Het project ‘Boederleren’ duurt tot juni 2022, maar de projectpartners werken aan een duurzaam samenwerkingsverband tussen scholen en landbouwbedrijven en samentuinen in de regio Zuidrand om ook daarna verder te kunnen werken met dit nieuwe aanbod. De opgedane ervaring en kennis en het ontwikkelde materiaal blijven beschikbaar via Streekvereniging Zuidrand en Hooibeekhoeve.
“Het platteland is een prikkelende omgeving die zich perfect leent tot ervaringsgericht leren,” weet gedeputeerde voor Landbouw Ludwig Caluwé. “De bedoeling is om een mooie wisselwerking te krijgen tussen de deelnemende landbouwbedrijven en de scholen. Scholen kunnen zo een zinvolle leerervaring aan hun leerlingen aanbieden en landbouwers kunnen nieuwe verbredingsactiviteiten ontwikkelen. De expertise die we in dit traject opdoen, kan later ook nog toegepast worden in de rest van de provincie Antwerpen.”
“Daarnaast wordt een digitaal luik uitgewerkt, waarbij kinderen spelenderwijs en op een toegankelijke manier kennis kunnen maken met de landbouwomgeving,” vervolledigt de Kontichse burgemeester Bart Seldeslachts, voorzitter van Streekvereniging Zuidrand. “Bovendien willen we ervoor zorgen dat zowel landbouwers als scholen hun kennis en ervaringen kunnen delen met elkaar. Het spreekt voor zich dat een intensieve educatie rond landbouw in een verstedelijkt gebied als de Zuidrand zeer zinvol is. Bovendien hopen we dat het voor meer begrip en respect zal leiden voor de landbouwer, zijn activiteiten en zijn landbouwgebied.”
Gedeputeerde Luk Lemmens, bevoegd voor de Zuidrand, besluit:“Met het gebiedsprogramma De Zuidrand maakt provincie Antwerpen samen met de gemeenten, de Streekvereniging en Regionaal Landschap Rivierenland werk van een multifunctionele open ruimte, natuur en landschap. We doen dit door sterke samenwerkingen waarbij we onder andere inzetten op het behoud en de versterking van de aanwezige stadslandbouw. Het project Boerderleren is een mooi initiatief om dit doel te bereiken, maar gaat een stap verder door er een educatief luik aan te verbinden.”
Sfeerbeeld van een bezoek aan Gasthuishoeve Boshoek in het kader van Boerderleren - Copyright: Inneke Gebruers
Streekvereniging Zuidrand
De Streekvereniging Zuidrand bracht de afgelopen jaren met het plattelandsproject ‘Burgers en Boeren’ de landbouwers uit de Zuidrand dichter bij de burgers door het uitwerken van educatieve routes, rondleidingen op de boerderij, het uitwerken van onthaalplaatsen en informatie over de landbouwers in de Zuidrand te bundelen op www.dezuidrand.be.
Streekvereniging Zuidrand is een samenwerkingsverband tussen zeven gemeenten (Aartselaar, Borsbeek, Edegem, Hove, Kontich, Lint en Mortsel), de provincie Antwerpen en de Vlaamse overheid. Ze werkt aan projecten op het snijvlak van natuur-, landbouw- en landschapszorg, open ruimte, erfgoedbeheer en -behoud, toerisme en cultuurbeleving.
Hooibeekhoeve
Hooibeekhoeve is het provinciaal praktijkonderzoekscentrum voor melkveehouderij, voedergewassen en plattelandsontwikkeling. Het richt zich in de eerste plaats tot melkveehouders door nauw samen te werken bij het onderzoek naar duurzame en rendabele dier- en milieuvriendelijke oplossingen voor uitdagingen binnen de sector. Hooibeekhoeve slaat een brug tussen het brede publiek en de landbouwsector via boerderijbezoeken en door in te zetten op de professionalisering van landbouweducatie. Scholen en verenigingen kunnen inschrijven voor een educatief bezoek aan Hooibeekhoeve in Geel of aan een boerderij in hun eigen buurt via www.bezoekdeboerderij.be.
PRAKTISCHE INFO PROJECT BOERDERLEREN
Waar: In de zeven gemeenten van de Zuidrand: Aartselaar, Borsbeek, Edegem, Hove, Kontich, Lint en Mortsel
Ontdek de magnolia’s in het Rivierenhof te Deurne App geeft extra info, beeldmateriaal en interessante audiofragmenten tijdens de wandeling
Vanaf maart bloeien de eerste magnolia’s in het provinciaal groendomein Rivierenhof. Wil je tijdens je wandeling extra genieten van deze bloemenpracht? De nieuwe digitale Magnoliaroute leidt je via de app izi-TRAVEL door het park. Je wandelt langs een mooie selectie uit de ruim 140 aangeplante magnolia’s die bloeien in het vroege voorjaar of in de zomer. De tocht is 4,4 km lang. Onderweg onthult deze 'schoonheid uit de oudheid' een deel van haar geheimen.
Magnolia’s komen in Europa enkel voor in tuinen en parken. Met hun grote, witte of rozige, soms gele of paarse bloemen fleuren ze het vroege voorjaar op, vaak voor er bladeren aan de bomen verschijnen. Vanaf maart verrassen ze ons door hun schoonheid en hun geur. Bovendien zijn de bloembladeren ook eetbaar. Magnolia’s prikkelen zo alle zintuigen.
De uitgebreide botanische collectie van het Rivierenhof is tot ver buiten de landsgrenzen gekend. “Met deze collectie willen we onze bezoekers een goed beeld geven van de grote diversiteit aan winterharde vaste planten, bomen en struiken” licht directeur Peter Verdyck toe. “De uitbouw van een Magnoliacollectie startte in 2005 en maakt deel uit van die ambitie. Momenteel staan er in het park meer dan 140 Magnolia’s van 125 verschillende variëteiten.”
Startscherm Magnoliaroute - Copyright: Provincie Antwerpen
Gedeputeerde Jan De Haes vult aan: “Met deze nieuwe Magnoliaroute spelen we in op de digitale trend. Op deze manier kunnen we zoveel mogelijk mensen met de prachtige magnolia’s laten kennis maken op eigen tempo en op een moment dat het hen past. Via de digitale tool krijgen gebruikers extra info mee, zoals mooi beeldmateriaal en interessante audiofragmenten.”
Magnoliaroute:Hoe ga je te werk?
Download gratis de app izi-TRAVEL op je smartphone. Download de route Magnolia’s in het Rivierenhof. Dit kan je ook al thuis doen. Ben je in het park aangekomen, dan kan je meteen beginnen wandelen. De route start bij parking Oost (Ruggeveldlaan, Deurne). Volg de route-instructies (online of offline). Onderweg verschijnt de informatie vanzelf op je toestel: kijk, luister en geniet!
Op vrijdag 19 maart 2021 bracht ambassadeur van de republiek Slovenië Rado Genorio een bezoek aan Arboretum Kalmthout. Historisch gezien is er een bijzondere band tussen het land en de arboretumtuin. Met de boomplanting van een bijenboom wordt deze relatie kracht bijgezet én omarmt Arboretum Kalmthout de Sloveense nationale liefde voor de bij.
Een eerder gepland bezoek in 2020 heeft omwille van de coronacrisis niet kunnen plaatsvinden. Dat gemiste bezoek werd nu goedgemaakt, en wel tijdens een bijzonder jaar voor Slovenië: in 2021 viert het land namelijk zijn 30e jaar onafhankelijkheid en mag Slovenië van 1 juli tot en met 31 december 2021 het voorzitterschap van de Europese Unie waarnemen.
De keuze om een bijenboom, Tetradium daniellii, in de Vlindertuin van Arboretum Kalmthout te planten, is symbolisch voor de Sloveense nationale liefde voor bijen. Die liefde gaat ver terug. Zo erkende de Verenigde Naties onder impuls van Slovenië in 2017 unaniem de jaarlijkse World Bee Day op 20 mei, die wat Slovenië betreft op ieders kalender aangeduid hoort te staan. 20 mei valt samen met de geboortedag van de Sloveense pionier Anton Janša, die in de 18e eeuw bijenteelttechnieken introduceerde die nog steeds in de moderne imkerij gebruikt worden. World Bee Day brengt de bedreiging voor het voortbestaan van de bijen wereldwijd onder de aandacht.
De bijenboom werd in de Vlindertuin van Arboretum Kalmthout geplant door de ambassadeur van de republiek Slovenië, de heer Rado Genorio, in het gezelschap van gedeputeerde Jan De Haes van de provincie Antwerpen en conservator-directeur Abraham Rammeloo.
Met de boomplanting wil Sloveens Ambassadeur Genorio het belang van de bij voor de mens, de ecosystemen en de plantendiversiteit onder de aandacht brengen, en dit in aanloop naar de jaarlijkse Wereld Bijendag van de VN op 20 mei, een initiatief van Slovenië.
(V.l.n.r. de heer Jan De Haes, gedeputeerde bevoegd voor Recreatie- en Groendomeinen en voorzitter van Arboretum Kalmthout, Abraham Rammeloo, conservator-directeur Arboretum Kalmthout, en dr. Rado Genorio, ambassadeur van de Republiek Slovenië voor België in Brussel.)
Copyright: Arboretum Kalmthout
Waardevolle voedingsbron voor bijen
De witte bloemen van de Tetradium daniellii bevatten erg veel nectar en lokken met hun lichtzoete geur vanaf de zomer tot aan de vroege herfst talrijke bijen en andere insecten. Door de late bloei helpt de bijenboom zo heel wat bijen aan voedsel in een periode waarin ze dat moeilijker vinden. Na de bloei krijgt de bijenboom decoratieve rode vruchten met binnenin kleine, blauwzwarte zaden die veel olie bevatten, een lekkernij voor vogels.
Tetradium daniellii is opgenomen in de lijst van 79 klimaatbomen die de Belgische kwekers samenstelden om een antwoord te bieden op toekomstige problemen veroorzaakt door klimaatverandering zoals hittestress, langdurige droogte en wateroverlast.
Ook provinciaal gedeputeerde Jan De Haes was aanwezig bij deze boomplanting:
“Bestuivers als bijen en vlinders spelen een cruciale rol in het voortbestaan van de ecosystemen en de biodiversiteit, en zo ook in de wereldwijde voedselvoorziening. Hoe langer hoe meer worden zij door tussenkomst van de mens bedreigd in hun voortbestaan. Met een klein gebaar zoals het aanplanten van bijen- of vlindervriendelijke planten, kan eenieder op een duurzame manier bijdragen en hen betere overlevingskansen bieden.”
Imkers planten de bijenboom vaak aan, maar ook in tuinen of in het straatbeeld kan de bijenboom een grote steun betekenen voor bijenvolken die het moeilijk hebben. De decoratieve rode vruchten zijn in het najaar een echte blikvanger. Copyright: Arboretum Kalmthout
Sloveense roots in Kalmthout
Arboretum Kalmthout en Slovenië hebben meer gemeen dan gedacht. Aan de basis ervan ligt Jelena Kovačič, Sloveense landbouwingenieur, die begin de jaren 50 van de vorige eeuw huwde met botanicus Robert De Belder. Onder hun bezielende leiding groeide Arboretum Kalmthout uit tot een van de meest prestigieuze botanische collecties ter wereld.
Conservator-directeur Abraham Rammeloo verduidelijkt: “De banden tussen Jelena De Belder en haar vaderland bleven erg belangrijk. Op de Sloveense televisie was zij een graag geziene gast die over planten en tuinen vertelde en zo vele landgenoten inspireerde. Mede hierdoor kwamen vele jonge studenten uit Slovenië naar België voor een vervolmakingstage in Arboretum Kalmthout of Hemelrijk Essen, het familiedomein van de De Belders. Ze bekwaamden zich in de tuinierskunst en vergrootten hun plantenkennis.”
Enkele van deze studenten kregen na hun stagetijd belangrijke functies. Jo¸e Strgar werd burgemeester van de hoofdstad Ljubljana en Janko Zver is nog steeds tuinchef van het nationale arboretum Volčji Potok. Arboretum Kalmthout werkt regelmatig samen met de botanische tuin van de universiteit van Ljubljana en met het nationale arboretum Volčji Potok.
Slovenië, land van bijen en honing
Slovenië staat gekend om zijn schitterende natuur, én om zijn honing. Wie het land ooit bezocht, weet dat de bijenteelt onlosmakelijk verbonden is met zijn geschiedenis, de cultuur en de identiteit van zijn inwoners. Slovenië telt niet minder dan 10.000 imkers, zo’n één per 200 inwoners, waarmee het wereldwijd tot de toplanden voor de imkerij behoort. Zowel in de natuur als in de stad staan bijenkorven, en duurzaam ‘apitoerisme’ is de laatste jaren in opmars. Slovenen dragen een groot respect uit voor hun bijenvolken. Het is het enige land in de Europese Unie waar bijen zelfs een wettelijke bescherming genieten. In 2011 verbood Slovenië als één van de eerste Europese lidstaten het gebruik van pesticiden die schadelijk zijn voor bijen.
De grote biodiversiteit in de Sloveense natuur maakt de honing kwalitatief en gevarieerd. Sloveense honing kreeg in de Europese Unie de status van beschermde geografische aanduiding, waarmee de EU de specifieke knowhow, de authenticiteit en de herkomst van dit soort producten beschermt.
Copyright: Arboretum Kalmthout
Arboretumhoning
Ook in Arboretum Kalmthout staan verschillende bijenkorven. Je kunt ze bewonderen aan de oever van de grote vijver. Het aanvliegen van de bijen, beladen met stuifmeel en volgezogen met nectar, kun je door een grote verrekijker bestuderen. Regelmatig organiseert de imker bezoeken aan de bijenkorven en kun je deelnemen aan demonstraties honingslingeren. De vers geslingerde arboretumhoning is in de zomer te koop in de cadeau- & boekenshop van Arboretum Kalmthout.
In Arboretum Kalmthout staan 12 bijenkorven waarvan imker Rob Van Bauwel honing oogst uit de eigen arboretumtuin. Tweemaal per jaar kunnen bezoekers demonstraties bijwonen en occasioneel deelnemen aan een geleide rondleiding (archieffoto 2016). Copyright: Arboretum Kalmthout
Bezoek uit Slovenië
Het is niet de eerste keer dat een Sloveens ambassadeur of politicus de arboretumtuin bezoekt. Een beknopt overzicht uit de laatste jaren:
29 april 2011: Ambassadeur Anita Pipan plant een lindeboom (de nationale boom van Slovenië) Tilia cordata ‘Winter Orange’.
22 april 2016: Ambassadeur Matja¸ Šinkovec plant een rode beuk, Fagus sylvatica ‘Tortuosa Purpurea’.
18 mei 2016: Sloveens Minister voor Leefmilieu Irena Majcen krijgt een privérondleiding in de arboretumtuin, in gezelschap van Janko Zver, tuinchef van het nationale arboretum Volčji Potok.
22 mei 2017: Ambassadeur Matja¸ Šinkovecen de heer Andrej Fištravec, burgemeester van de Sloveense stad Maribor, planten samen een stek van een 400 jaar oude druivelaar uit Maribor, de oudste wijnstok ter wereld.
PRAKTISCHE INFO
Contact- & bezoekadres Arboretum Kalmthout, Heuvel 8, 2920 Kalmthout, België T +32 (0)3 666 67 41 E info@arboretumkalmthout.be
Toegangsprijzen tuin volwassenen € 7, senioren € 6, studenten € 5 jaarkaart- en museumpashouders en kinderen -12 jaar gratis
Plantencentrum en cadeau- & boekenshop Het plantencentrum en de cadeau- & boekenshop zijn vrij toegankelijk en elke dag open van 10 tot 17 uur, ook op zon- en feestdagen. De cafetaria is tijdelijk gesloten maar de bezoekerstoiletten blijven wel beschikbaar.
Bereikbaarheid Het NMBS station van Kalmthout ligt op 200 m van de ingang van Arboretum Kalmthout. De Fietsostrade F14 Essen-Antwerpen ligt naast het domein. Eigen parking + extra parking aan NMBS station Kalmthout. Meer informatie bereikbaarheid op de website
3 984 fietsen in gevondenfietsen.be op zoek naar rechtmatige eigenaar Vlaamse provincies verzamelen gevonden fietsen in databank
Geregeld vindt de politie fietsen terug waarvan de eigenaar onbekend is. Ook heel wat achtergelaten weesfietsen wachten op hun eigenaar. Al deze fietsen verzamelen de vijf Vlaamse provincies op de website gevondenfietsen.be. Ondertussen zoeken al 3 984 fietsen in de gloednieuwe databank van gevondenfietsen.be hun rechtmatige eigenaar.
“Het provinciaal fietsbeleid focust zich voornamelijk op de aanleg en verbetering van fietsinfrastructuur. Maar fietsbeleid omvat ook het creëren van optimale omstandigheden voor weggebruikers als stimulans om van deze fietsinfrastructuur gebruik te maken. Met initiatieven zoals de Fietsbox langs fietsostrades en nu ook gevondenfietsen.be streven we ernaar om hieraan bij te dragen”, kadert Antwerps gedeputeerde Luk Lemmens, bevoegd voor Mobiliteit.
De vijf Vlaamse provincies slaan daarom de handen in elkaar om gevonden fietsen terug te bezorgen aan de rechtmatige eigenaars. Zij werken hiervoor samen met Bikebank, die het registratieplatform aanbiedt. “Op de website gevondenfietsen.be vind je niet alleen je teruggevonden fiets terug, als fietseigenaar kan je er ook jouw eigen fiets registreren. Hoe meer specificaties en kenmerken een fietseigenaar ingeeft, hoe groter de kans op herkenning bij een eventuele vondst en een hereniging met je tweewieler”, legt gedeputeerde Luk Lemmens kort uit.
Fietsdieven houden geen rekening met gemeente- of provinciegrenzen. Daarom zetten alle Vlaamse provincies hun schouders mee onder dit project. “Ondertussen werken al meer dan 200 politiezones en gemeenten met de databank. De volgende maanden maken we er werk van om ook de andere politiezones en gemeenten te overtuigen om gevonden fietsen in de databank te registreren. Wanneer zoveel mogelijk politiezones en gemeenten meewerken en fietseigenaars hun fiets registreren, vergroot immers de kans op het terugvinden van een fiets. Op dit moment zoeken bijna 4 000 fietsen hun rechtmatige eigenaar”, aldus gedeputeerde Luk Lemmens.
Meer dan 200 politiezones en gemeenten maken al gebruik van de databank van gevondenfietsen.be - Copyright: provincie Antwerpen
“Met minimale inspanningen, maximale winst boeken, dat is de ambitie. Met beperkte tijdsinvestering voor de meewerkende gemeenten en politiezones en ook voor de burger die op een eenvoudige manier zijn verloren of gestolen fiets kan zoeken op de website, is alvast het opzet van de provincie Vlaams-Brabant om mee deel uit te maken van het project rond gevondenfietsen.be”, aldus gedeputeerde Tom Dehaene van de provincie Vlaams-Brabant.
“Ook in Limburg wordt de fiets steeds populairder. Meer en meer mensen ontdekken de voordelen van een fikse fietstocht of gebruiken de (elektronische) fiets om zich naar het werk of de school te verplaatsen. We blijven onze inwoners sensibiliseren om hun tweewieler veilig en slotvast achter te laten. Fietsdiefstallen zijn immers vaak gebruiksdiefstallen. Dit wil zeggen dat de gestolen fiets achtergelaten wordt zodra de dief op zijn nieuwe bestemming is toegekomen. Onze politiediensten pikken deze achtergelaten fietsen op en proberen ze te herenigen met de rechtmatige eigenaar. Als de fiets gemerkt is met een uniek nummer, gaat de hereniging vlot. De anonieme fietsen worden op de website gevondenfietsen.be geplaatst. Zo kan je als eigenaar zelf op zoek naar jouw gestolen fiets”, zegt Bert Lambrechts, gedeputeerde provincie Limburg.
“Wie zoekt die vindt, zegt het spreekwoord, maar naar een gestolen fiets is het vaak zoeken als naar een speld in een hooiberg. Met deze hernieuwde samenwerking tussen de Vlaamse provincies hopen we de hooiberg ook voor Oost-Vlaamse fietsers aanzienlijk te verkleinen. Het Oost-Vlaams Provinciebestuur probeert samen met de Oost-Vlaamse steden en gemeenten zoveel mogelijk mensen te verleiden om voor de fiets te kiezen, door de aanleg van veilige en comfortabele fietsinfrastructuur en tal van andere initiatieven. De fiets is immers een essentieel element in de transitie naar een duurzamere mobiliteit. Fietsen is niet alleen goed voor het klimaat, het is ook gewoon goed voor de gezondheid. Een gestolen fiets zorgt voor veel kopzorgen en kan er jammer genoeg voor zorgen dat mensen ontmoedigd raken om nog langer de fiets te gebruiken – zelfs wanneer ze nog over een andere fiets beschikken of er snel een nieuwe op de kop kunnen tikken. Het platform gevondenfietsen.be maximaliseert de kans dat ze zo snel mogelijk terug op hun eigen vertrouwde tweewieler kunnen springen!”, aldus Riet Gillis, gedeputeerde provincie Oost-Vlaanderen.
Diefstalpreventie blijft belangrijk
Preventie blijft nog altijd de belangrijkste boodschap. “Je fiets vastleggen, laten graveren of voorzien van een of ander geregistreerd label blijft nog altijd de eerste stap in fietsdiefstalpreventie. Fietsen die over een label- of graveringsnummer beschikken, kunnen sneller terugbezorgd worden aan de rechtmatige eigenaar”, geeft gedeputeerde Luk Lemmens nog mee.
“Tijdens mijn loopbaan als politieman stelde ik vast dat er heel wat fietsen gestolen worden. Vaak kent de eigenaar het merk, type, kleur, framenummer van de fiets niet, de politie weet niet welke gevonden fiets bij welke eigenaar hoort, waardoor fietsen niet kunnen teruggeven worden. Om dit probleem mee op te lossen, richtte ik na mijn politieloopbaan Bikebank op”, schetst Johan Quataert, oprichter van Bikebank. “Bikebank verkoopt bovendien ook kunststof labels met een QR-code op. Dankzij deze labels zie je direct dat een fiets geregistreerd is, kan je via de QR-code nagaan of het om een gestolen fiets gaat of niet en kan je via e-mail in contact komen met de eigenaar”, geeft Johan Quataert nog mee.
De databank van gevondenfietsen.be telt al meer dan 4 000 fietsen die wachten op hun rechtmatige eigenaar - Copyright: provincie Antwerpen
Fiets kwijt of gestolen?
Ben je je fiets kwijt of gestolen en staat deze geregistreerd in gevondenfietsen.be? Duid de diefstal of het verlies dan eenvoudig aan in de website gevondenfietsen.be. Is je fiets nog niet geregistreerd, doe dan zeker aangifte bij de lokale politie via policeonweb.be. Check nadien geregeld de website gevondenfietsen.be. Herken je jouw fiets bij de gevonden fietsen, duid dit dan aan en vul je contactgegevens in. De betrokken politiezone of gemeente contacteert je automatisch. Hou er wel rekening mee dat teruggevonden fietsen slechts 3 maanden op de website blijven staan. Dit is de minimale wettelijke bewaartermijn. Nadien worden ze eigendom van de gemeente.
Het aanbod aan fietsen is zeer gevarieerd. Zo telt de databank van gevondenfietsen.be o.a al 2 403 damesfietsen, 1 490 herenfietsen maar ook 325 kinderfietsen en zelfs 4 tandems. “Ben je jouw fiets kwijt of werd die gestolen, dan is het zeker de moeite om eens in de databank op zoek te gaan naar jouw fiets”, besluit gedeputeerde Luk Lemmens.
Beleidsverantwoordelijke: Luk Lemmens, N-VA, gedeputeerde bevoegd voor Mobiliteit
Cursisten renoveren hun eigen school Bij gebrek aan plaatsen voor werkplekleren voeren Elektromecaniciens in opleiding werken uit op de CVO Vitant campus De Masten in Kapellen – 20/22/23 maart
Het lukte dit schooljaar door de coronamaatregelen niet om een bedrijf te vinden voor werkplekleren voor de zes cursisten tussen 20 jaar en 54 jaar van de opleiding Elektromecanicien bij het Provinciaal Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO) Vitant. Als oplossing zet CVO Vitant de cursisten aan het werk in eigen school: een win-winsituatie.
“Het inzetten van cursisten in de uitbreiding van de campus past perfect in de onderwijsvisie van de provincie: kwaliteitsvol onderwijs met een stevige voet in de praktijk. Daarnaast investeert de provincie sterk in kwaliteitsvolle infrastructuur. Het is een goede zaak dat we kwalitatief onderwijs hiermee kunnen verbinden’’, beaamt gedeputeerde Luk Lemmens, bevoegd voor Onderwijs.
CVO Vitant organiseert sinds schooljaar 2018-2019 de opleiding Elektromecanicien op Campus De Masten in Kapellen. “Deze campus is nog gedeeltelijk in opbouw’’, zegt Paul Buyens, campusdirecteur bij CVO Vitant – De Masten. “En toen we door corona dit schooljaar geen bedrijf voor werkplekleren vonden voor onze cursisten, kwamen we tot deze oplossing: een win-winsituatie want de cursisten doen een nuttige ervaring op en de campus wordt beter uitgerust.’’
Onder begeleiding van de leerkrachten doen de cursisten werkervaring op. Ze voorzien elektriciteit en verlichting in praktijkruimten, installeren een rolpoort op maat, lassen een rek voor het magazijn…
De cursisten elektromecanicien lassen onder andere een rek voor buizen - Copyright: CVO Vitant
Stevig stukje elektromechanica
Tijdens het werkplekleren kunnen de cursisten meteen laten zien wat ze tijdens de lessen hebben geleerd. Om de verlichting aan te leggen, werken ze bijvoorbeeld met een hoogwerker. En de rolpoort is een stevig stukje elektromechanica.
‘‘Ik vind het heel interessant om te doen’’, zegt cursist Abdelkarim Loukili (23). “Het is toch moeilijker dan ik dacht en heb al veel gezien wat ik nog niet wist.’’
Praktijkgerichte opleiding
Bij CVO Vitant kunnen volwassenen vanaf 18 jaar een opleiding volgen om een (nieuw) beroep te leren, hun diploma secundair onderwijs te behalen of zich bij te scholen. Meer dan 6.300 volwassenen volgen les op een van de zes campussen in Kapellen, Antwerpen, Stabroek en Hoboken. www.cvovitant.be
Wanneer: De cursisten werken nog tot einde maart aan de uitbreidingswerken tijdens de praktijklessen op zaterdag 20 maart, maandag 22 maart en dinsdag 23 maart, telkens in de voormiddag van 8.30tot 12 uur. Pers die wenst, kan een kijkje gaan nemen. Gelieve vooraf contact op te nemen met Paul Buyens.
Waar: CVO Vitant – Campus De Masten, Kapelsestraat 222A, 2950 Kapellen. www.cvovitant.be Beleidsverantwoordelijke: Luk Lemmens, N-VA, gedeputeerde bevoegd voor Onderwijs
Verwelkom de zomer in je straat tijdens de Zomerpoets
De Zomerpoets is een schoonmaakactie, waarbij Hobokenaren met hun buren op dezelfde dag de straat, stoep of straatmeubilair proper maken. Dit fijne initiatief vindt dit jaar plaats op zaterdag 26 juni. De inschrijvingen hiervoor starten vandaag.
Een initiatiefnemer gaat hiervoor op zoek naar minimum acht buren uit dezelfde straat die willen meedoen. Om de buren op de hoogte te brengen, kan deze Hobokenaar flyers afhalen bij Stadsmakers Hoboken om in zijn straat te bussen. Samen engageren ze zich dan voor deze gezellige actie voor een mooiere buurt. Elk deelnemend gezin krijgt bovendien in ruil voor hun inzet een bloembak met zomerbloemetjes dat ze op een vast tijdstip kunnen afhalen in een verdeelpunt.
De Zomerpoets vindt plaats op zaterdag 26 juni 2021. Hobokenaren kunnen hiervoor inschrijven van maandag 22 maart tot en met vrijdag 7 mei 2021.
Districtsschepen Tom De Boeck: “Door corona werd de gebruikelijke Lentepoets vorig jaar een Herfstpoets en dit jaar een Zomerpoets. Het concept blijft hetzelfde. Door samen te poetsen leer je elkaar beter kennen en dat schept een band. Stadsmakers Hoboken zet in op kleinschalige projecten om de buurt te versterken en de zomerpoets is daar een mooi voorbeeld van.”
District Antwerpen steunt amateurkunsten met een coronanoodfonds
District Antwerpen ondersteunt verenigingen die amateurkunsten beoefenen en individuele amateurkunstenaars uit district Antwerpen die schade ondervonden door de coronacrisis. Er is een noodfonds opgestart met verschillende ondersteuningsmaatregelen waar een culturele vereniging of kunstenaar aanspraak op kan maken. Een aanvraag indienen kan tot en met 30 maart 2021.
Cultureel compensatiefonds
“Op basis van de noden die naar boven kwamen uit een onderzoek van Fameus over de impact van corona, hebben we ondersteuningsmaatregelen uitgewerkt waarvoor je als vereniging of kunstenaar in aanmerking kan komen”, zegt Femke Meeusen (districtsschepen voor cultuur). “Denk bijvoorbeeld aan huurondersteuning, compensatie voor het verlies aan lidgeld of een tegemoetkoming voor al het materiaal dat aangekocht werd om te voldoen aan de strenge hygiëne- en veiligheidsmaatregelen. Het noodfonds is dus een compensatiefonds met tal van ondersteuningsmaatregelen. We hopen onze lokale kunstensector, die een belangrijk deel is van ons district, zo een hart onder de riem te steken.”
Het noodfonds is er voor alle vrijetijdskunstenaars en verenigingen actief in de amateurkunsten die:
geen werkingsmiddelen ontvangen op stedelijk of bovenlokaal niveau;
én een zetel of adres hebben in district Antwerpen (postcode 2000, 2018, 2020, 2030, 2050 of 2060) of een duidelijke werking hebben in district Antwerpen.
Hoe en hoeveel aanvragen?
Aanvragers kunnen de verschillende ondersteuningsmaatregelen cumulatief gebruiken, maar er is een maximumbedrag van 150 euro per aanvraag voor individuele vrijetijdskunstenaars en een maximumbedrag van 1.000 euro voor verenigingen actief in de amateurkunsten.
Als amateurkunstenvereniging of individueel vrijetijdskunstenaar kan je een aanvraag doen tot en met dinsdag 30 maart 2021. Op basis van de bewijsstukken wordt er een inhoudelijke inschatting gemaakt of de ingediende kosten een rechtsreeks gevolg zijn van de impact van de coronacrisis.
Klik hier voor meer info over het coronanoodfonds en de aanvraagprocedure.
Verantwoordelijke districtsschepen: Femke Meeusen, districtsschepen voor cultuur
Gouverneur Cathy Berx vertegenwoordigt de provinciale,gewestelijke(Vlaamse) offederale(Belgische) overheid in de provincie Antwerpen. In die hoedanigheid vormt de gouverneur de schakel tussen de vier bestuurlijke niveaus: de federale overheid, de Vlaamse overheid, de provincie en de steden & gemeenten. Zij woont de provincieraden bij en zit de deputatie - het politieke hart van de provincie- voor. Als commissaris van de Vlaamse regering houdt zij bestuurlijk toezicht op de gemeenten en OCMW’s en kan zij beslissingen schorsen die strijdig zijn met de wetten, decreten en besluiten van de federale of Vlaamse regering. Als commissaris van de federale regering heeft de gouverneur vooral taken op het gebied van ordehandhaving, veiligheid en rampenmanagement.
16 maart 2021
Resultaten provinciale WODCA-controle Antwerpen
van 13-14 maart 2021 : 1 op 5 rijdt te snel
+ bekendmaking WODCA-resultaten 2020
RESULTATEN PROVINCIALE WODCA-NACHT 13-14 maart 2021
19% van de gecontroleerde bestuurders reed te snel (9,9% in 2020)
3.5% van de gecontroleerde chauffeurs blies positief (3,0% in 2020)
7 positieve speekseltesten
11 rijbewijzen onmiddellijk ingetrokken
Afgelopen weekend namen zowat alle politiezones van de provincie Antwerpen, de federale politie en de federale wegpolitie deel aan een provinciale WODCA-actie. In de nacht van zaterdag 13/03 op zondag 14/03 controleerden politieagenten tussen 22u en 2u ’s nachts in de hele provincie Antwerpen op alcohol en drugs achter het stuur en op overdreven snelheid. Omwille van de geldende coronamaatregelen, waaronder de nachtklok die ingaat vanaf middernacht tot 5u ’s ochtends, werden de gebruikelijke WODCA-uren (vrijdag- en zaterdagnacht tussen 22u en 8u en zondagnacht tussen 22u en 6u) aangepast. Hierdoor is het niet mogelijk om de cijfers correct te vergelijken met eerdere provinciale WODCA-acties. In 2020 vonden er wel elk weekend WODCA-controleacties plaats, maar werd er uitzonderlijk geen grootschalige provinciale WODCA-actie georganiseerd. Om de cijfers toch te kunnen vergelijken, delen we waar mogelijk het resultaat van het volledige jaar 2020 mee.
Resultaten WODCA-snelheidscontroles
502 bestuurders werden op snelheid gecontroleerd. Daarvan reden er 95 te snel (19%).
Resultaten WODCA-alcoholcontroles
1 665 bestuurders werden aan een alcoholcontrole onderworpen,waarvan59 bestuurders een positieve ademtest aflegden (3,5%). Van de 59 bestuurders die meer dan de toegelaten 0,5 promille alcohol in het bloed hadden, hadden 34 bestuurders zelfs meer dan 0,8 promille in het bloed (58 %) ( 58% in het jaar 2020).
Resultaten WODCA-drugscontroles
Bij 16chauffeurs werd een speekseltest afgenomen.7chauffeurs testten positief op de speekseltest en moesten een bloedproef ondergaan (44%) (61% in het jaar 2020).
Ingetrokken rijbewijzen
11 rijbewijzen werden onmiddellijk ingetrokken.
Toelichting bij de cijfers van de controlenacht van 13 op 14 maart 2021:
Gouverneur Cathy Berx: “Tijdens de nacht van zaterdag op zondag reed maar liefst 1 op de 5 gecontroleerde bestuurders te snel Dat is een verdubbeling ten opzichte van het jaar 2020 en ook de jaren ervoor. Een zeer onrustwekkende evolutie, zeker ook omdat uit de analyse van de weekendnachtelijke ongevallen met dodelijke afloop in 2020 blijkt dat er elke keer overdreven snelheid mee aan de basis lag.
Verder werd 3,5% van de gecontroleerde bestuurders betrapt op rijden onder invloed bij grootschalige van controleacties in de provincie. In vergelijking met de resultaten van het jaar 2020 (3.0 %) gaat het om een lichte stijging. Helaas blijkt ook deze keer weer dat van de bestuurders die een positieve ademtest aflegden, het ruime merendeel (58%) méér dan 0.8 promille in het bloed heeft. Opvallend is dat dit cijfer al gedurende enkele jaren buiten gewoon hoog ligt. Voor velen betekent drinken blijkbaar doordrinken. Het bewijst opnieuw dat ‘glazen tellen’ écht niet lukt.
2. WODCA-RESULTATEN 2020
Daling van 29% van het aantal nachtelijke weekendongevallen (277 in 2020/392 in 2019)
7 dodelijke verkeerslachtoffers tijdens weekendavonden – en nachten (2019 = 7)
9,9% van de gecontroleerde chauffeurs reed te snel (2019 = 9,4%)
3,0% van de gecontroleerde bestuurders dronk te veel (2019 = 3.0%)
298 bestuurders speekselden positief (2019 = 423)
61% van wie een speekseltest onderging, was onder invloed van drugs (2019 = 48%)
2020 was door de uitbraak van de covid-19-pandemie op heel wat vlakken een uitzonderlijk jaar. De coronacrisis alsook de verschillende coronamaatregelen die sinds half maart 2020 in ons land en in onze provincie van kracht waren en zijn, hadden ook gevolgen voor de wekelijkse WODCA-controles, en voor de grootschalige provinciale WODCA-acties.
Maatregelen zoals het verbod op niet-essentiële verplaatsingen tijdens de eerste golf in maart en april 2020, het invoeren van een nachtklok en avondklok in provincie Antwerpen in de periode 29/07-26/08, én de nationale nachtklok die vanaf 17 oktober werd ingesteld en nog steeds van toepassing is, zorgden ervoor dat er tijdens de nachtelijke WODCA-uren (vrijdag- en zaterdagnacht tussen 22u en 8u en zondagnacht tussen 22u en 6u) heel wat minder bestuurders op de baan waren. Omwille van deze maatregelen konden er ook minder controles uitgevoerd worden in 2020 t.o.v. voorgaande jaren.
In bijlage vindt u een volledig overzicht van de WODCA-resultaten 2020.
Gouverneur Cathy Berx: “Helaas, zelfs een coronapandemie maakte de weekendnachten in onze provincie niet veiliger. Ondanks de beperkende maatregelen voor verplaatsingen tijdens de weekendnachten, stellen we vast dat bestuurders nog steeds veel te snel rijden en dat er nog steeds heel wat bestuurders onder invloed van alcohol rijden. Bovendien testten er procentueel gezien aanzienlijk meer mensen die een drugstest moesten ondergaan, positief op drugs (61% in 2020 t.o.v. 48% in 2019).
Ondanks het feit dat het aantal ongevallen wel substantieel daalde (-29%), kon die daling niet verhinderen dat ook in 2020 7 mensen –onder wie 3 motorrijders- het leven lieten in het avondlijke/nachtelijke weekendverkeer in provincie Antwerpen (eveneens 7 in 2019). Initiatieven als de Dag van de Motorrijder (Vlaamse Stichting Verkeerskunde), waarbij motorrijders hun motorrijvaardigheden kunnen opfrissen en hun motor technisch kunnen laten nakijken, blijven dan ook meer dan waardevol en nodig. Helaas moesten de edities van 2020 en 2021 omwille van de coronamaatregelen geannuleerd worden.
Verder waren de ongevallen waarbij er een dodelijk slachtoffer te betreuren viel, in hoofdzaak eenzijdige ongevallen. In minstens twee gevallen was er duidelijk sprake van rijden onder invloed.. Algemeen stelden we vast dat het weinige of minder drukke verkeer op onze wegen voor velen jammer genoeg een aanleiding is tot sneller en roekelozer rijden. Dat rijgedrag deed de ernst van de ongevallen toenemen. Zo reed er bij de ongevallen met dodelijke afloop steeds minstens één van de betrokkenen te snel.
Ook na al die jaren blijven de WODCA-acties helaas hun noodzaak bewijzen.
Ik dank de politiezones meest hartelijk dat ze de enorme inzet volhielden in deze complexe tijden die niet enkel van de zorgverleners, maar ook van de politiediensten buitengewoon veel inspanning vergen. Overigens, elk verkeersslachtoffer vergroot de druk op de medewerkers van onze ziekenhuizen en zorg die de handen al meer dan vol hebben met de vele covid-19-patiënten. Deze cijfers tonen ook het immense belang van de (goede naleving van de) covid-maatregelen aan. Zonder deze maatregelen en de naleving ervan zouden er zelfs geen bedden meer beschikbaar zijn op ICU om zwaargewonde verkeersslachtoffers te verzorgen en levens te redden.
De cijfers zijn duidelijk: al ervaren we een ongeziene gezondheidscrisis met een enorme impact op zowat alle aspecten van ons dagelijks leven. Overdreven snelheid, alcohol en drugs achter het stuur verdwijnen er niet door. De boodschap is en blijft dan ook rijd altijd en overal voorzichtig. Voor de overheid betekent het: hard werken, veel controleren, de pakkans blijven verhogen. Dat zullen we ook in 2021 samen met onze partners met veel overtuiging en inzet blijven doen.”
Digi-Heide-eXPerts Het PIME lanceert de Digi-Heide-eXPerts: 4 leerpaden over de biotopen op de Kesselse Heide in Nijlen
Heel wat leerlingen en leerkrachten hebben dit schooljaar hun vaste jaarlijkse afspraak met de Kesselse Heide in Nijlen gemist. Aangezien daguitstappen een tijd lang niet werden toegestaan, was het PIME genoodzaakt om zich van haar meest creatieve kant te laten zien. Daarom lanceert het educatief centrum voor milieu en natuur nu de Digi-Heide-eXPerts, een gratis virtuele heide-excursie om leerlingen uit de 2de graad secundair onderwijs toch kennis te laten maken met de verschillende biotopen op de Kesselse Heide. Digi-Heide-eXPerts bestaat uit een verzameling van vier digitale leerpaden die elk de wondere wereld van een ander biotoop (een specifieke levensgemeenschap van dieren en planten) aan leerlingen ontsluiten (het bos, de poel, de droge heide en de zandvlakte). Enkele PIME-gidsen werden ingezet om de virtuele rondleiding met de nodige schwung en expertise aan elkaar te praten. Tussen de filmpjes door zorgen quizjes en opdrachten ervoor dat leerlingen meteen verwerken wat ze geleerd hebben. Aan het einde van elk leerpad ontvangt elke leerling een verslag met een neerslag van eigen antwoorden en corrigerende feedback. Handig om achteraf te bespreken in de klas.
Begeleider Goedele geeft de leerlingen meer uitleg over het biotoop droge heide, hier legt ze uit wat een korstmos is
Online tool Xerte
De leerpaden werden uitgewerkt op het gratis en gebruiksvriendelijk platform Xerte en kunnen heel eenvoudig door leerkrachten gedeeld worden met hun leerlingen. Het doorlopen van alle vier de leerpaden neemt ongeveer twee lesuren in beslag.
Een voorbeeld van het leerpad zandvlakte: de leerlingen sorteren de verschillende stappen van het successieproces
Probeer het zelf eens uit
Zelf ook eens proberen? Hier kan jede leerpaden terugvinden. Je steekt er vast zelf nog het één en ander van op!
PRAKTISCHE INFO
Wanneer: Vanaf 15 maart 2021 onbeperkt beschikbaar.
Academie en Conservatorium openen virtuele en echte deuren voor kandidaat-studentenuit hele wereld
Kandidaat-studenten uit maar liefst 50 landen brengen dit weekend virtueel of live een bezoek aan de campussen van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Een uniek online programma geeft hen de kans om zelfs tijdens deze coronatijd kennis te maken met de broeierige, creatieve vibe die zo eigen is aan de Schools of Arts van AP Hogeschool.
Kandidaat-studenten ontvangen is door de huidige gezondheidscrisis ook in de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en het Koninklijk Conservatorium Antwerpen(AP Hogeschool) niet evident. En dus kwam er een waardig alternatief. Virtueel maar ook live. “De Academie en het Conservatorium ademen een heel specifieke sfeer uit; de creativiteit dwaalt er als het ware door de gangen.” zegt Johan Pas, hoofd van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen. “Tijdens de jaarlijkse open campusdag trachten we die levendigheid en rebelsheid over te brengen op de bezoeker, maar dit jaar kan dat slechts beperkt in fysieke vorm.”
Internationaal publiek
De (internationale) belangstelling voor de infodag morgen is groot, met honderden deelnemers uit meer dan 50 landen. Een virtuele ontmoetingsruimte met de architectuur van de twee bijzondere campusgebouwen als leidraad wordthét technisch hoogstandje op 6 maart. “Met je avatar kan je de plek verkennen, digitale tentoonstellingen en voorstellingen bezoeken, informatiefilmpjes bekijken en een babbeltje slaan met de studenten.” verduidelijkt Ine Vanoeveren, verantwoordelijke onderzoeker aan het Conservatorium.
Naast de Online Infodag van 6 maart, is de Academie er ook in geslaagd om op 7, 13 en 14 maart haar hoofdcampus coronaproof te openen voor publiek. Johan Pas: “Na online reservatie kunnen bezoekers via een vast parcours doorheen de majestueuze zalen en gangen van de Academie, verschillende tentoonstellingen van studenten, docenten en onderzoekers ontdekken.”
Door de aard van de podiumkunstopleidingen, is een fysiek bezoek aan het Conservatorium momenteel niet toegelaten. Maar dat wordt zaterdag ruimschoots goed gemaakt door het innovatieve online aanbod. Kandidaten kunnen ook individuele lessen meepikken. Niet alleen in de vorm van muziekstages (tijdens de paas- en zomervakantie), maar ook door proeflessen aan te vragen bij een van de docenten.
Daarnaast informeren studenten en docenten van beide Schools of Arts het geïnteresseerde publiek via Q&A-video’s en in diverse live chatrooms.
Praktisch
De online infodag van de Academie en Conservatorium is te bezoeken op zaterdag 6 maart van 10u tot 18u. Alle info en links vind je op www.ap-arts.be.
Mortseltreedt toe tot Regionaal Landschap Rivierenland Provincie Antwerpen, Regionaal Landschap Rivierenland en Mortsel planten een toekomstboom
Regionaal Landschap Rivierenland breidt haar werkingsgebied uit met acht Antwerpse Zuidrandgemeenten: Aartselaar, Boechout, Borsbeek, Edegem, Hove, Kontich, Lint en Mortsel. Als welkomstgeschenk krijgen Mortsel en de andere gemeenten een solitaire toekomstboom cadeau. Er werd gekozen voor een lindenboom, symbool voor trouw en bescherming.
Solitaire bomen waren vroeger herkenningspunten in het landschap. Ze werden geplant bij speciale gebeurtenissen of om grenzen aan te duiden. Daardoor konden deze bomen makkelijk honderd jaar oud worden.
“Samen met het Regionaal Landschap Rivierenland en de gemeenten planten we deze bomen dan ook op plaatsen waar ze ongestoord mogen groeien. We kiezen voor lindebomen omdat zij streekeigen zijn en symbool staan voor trouw en bescherming. De provincie is immers al jaren actief in de regio met projecten rond natuur, landschap en open ruimte. Gemiddeld gezien bestaat 60% van deze eerder stedelijke regio uit open ruimte. Dit percentage ligt lager in Mortsel, maar de stad heeft enkele sterke troeven zoals de groene berm die aansluit op Klein-Zwitserland, Fort 4 en de open ruimte rond de Fortloop met melkveeboerderij Gasthuishoeve. Wij zijn dan ook erg verheugd met het engagement van deze acht besturen en Regionaal Landschap Rivierenland, zo zetten we samen in op kwalitatieve landschappen en open ruimte”, verduidelijkt gedeputeerde Jan De Haes, bevoegd voor Leefmilieu.
De provincie Antwerpen ondersteunt de Regionale Landschappen financieel en inhoudelijk voor hun werking rond landschapskwaliteit. De provincie voorziet aanvullend op de huidige subsidies nog 160.000 euro financiële ondersteuning voor Regionaal Landschap Rivierenland. Zo wordt een dynamische, inhoudelijke werking in de toetredende gemeenten gegarandeerd.
“Deze toetreding tot het Regionaal Landschap is ook een belangrijke versterking van het Gebiedsprogramma Zuidrand, waarin we ons buigen over de thema’s open ruimte, landschapskwaliteit en landschapsbeleving. Naast het Regionaal Landschap en het openruimteproject is ook de streekvereniging Zuidrand actief met betrekking tot erfgoed, cultuur en toerisme. Kortom, de gemeentes krijgen nu een totale ondersteuning om het landschap te verbeteren, trage wegen aan te leggen, vergroening van speelplaatsen te realiseren, te werken aan hun biodiversiteit, erfgoed, …”, licht gedeputeerde Luk Lemmens toe, bevoegd voor het gebiedsprogramma Zuidrand.
Regionaal Landschap Rivierenland en lokaal bestuur Mortsel blikken vooruit
“We kijken er vanuit het Regionaal Landschap Rivierenland naar uit om samen met burgers, verenigingen en lokale besturen concrete projecten uit te werken rond natuur, landschap en open ruimte. Denk aan wandel- en fietstrajecten, speelnatuur, of de aanleg en het onderhoud van hagen, heggen, houtkanten, poelen en hoogstamboomgaarden”, besluit Ankatrien Boulanger, coördinator van Rivierenland.
“Het lokaal bestuur Mortsel is zich bewust van de uitdaging. Meer nog dan voor andere gemeenten is het in de dichtstbevolkte stad van de regio van belang om te ontharden, en open ruimte en inheems groen te voorzien. Open ruimte is voor onze inwoners en ons bestuur van onschatbare waarde om aangenaam te leven, te wonen en te recreëren. We vinden het dan ook belangrijk om aanwezig te zijn bij de symbolische spadesteek van onze toekomstboom”, aldus Livia Moreau. “Bij deze ook een warme oproep aan onze inwoners want ook zij kunnen hierbij helpen. Bijvoorbeeld door in tuinen en voortuinen streekeigen struiken, bomen en hagen aan te planten.”
De aanplant van de toekomstboom - Copyright: provincie Antwerpen.
De Kelten vereerden de linde. Freya, de godin van de liefde, zou erin wonen en omringende huizen beschermen. Onder de boom vonden ook huwelijken plaats. Dat de bladeren hartvormig zijn, is wellicht geen toeval. In de middeleeuwen kwamen bestuursleden van het dorp samen onder de linde om te vergaderen en recht te spreken. Later werd hij na oorlogen ook aangeplant als herdenkings- of vrijheidsboom.
Open ruimte wordt steeds schaarser
Met de Streekverenging Zuidrand en het Strategisch project ‘Beleefbare open Ruimte in de Antwerpse Zuidrand’ bestond in Mortsel al een eerste projectwerking rond natuur, landschap en open ruimte. Zo werkte de provincie er mee aan speelnatuur, aan de natuurinrichting via Natuurpunt voor Klein-Zwitserland en aan trage wegen door wandelverbindingen te creëren tussen Fort 3 en Borsbeek, tussen de Drabstraat en Fort 4 … Met de komst van het Regionaal Landschap krijgt deze werking een flinke boost. Door de ligging tussen Antwerpen en Brussel wordt open ruimte steeds schaarser in de Zuidrand. Terwijl deze open ruimte in onze verstedelijkte, dichtbevolkte regio juist van onschatbare waarde is om er aangenaam te leven, te wonen en te recreëren.
Beleidsverantwoordelijke: Jan De Haes, N-VA, gedeputeerde bevoegd voor Leefmilieu en Regionale Landschappen
Mortseltreedt toe tot Regionaal Landschap Rivierenland Provincie Antwerpen, Regionaal Landschap Rivierenland en Mortsel planten een toekomstboom
Regionaal Landschap Rivierenland breidt haar werkingsgebied uit met acht Antwerpse Zuidrandgemeenten: Aartselaar, Boechout, Borsbeek, Edegem, Hove, Kontich, Lint en Mortsel. Als welkomstgeschenk krijgen Mortsel en de andere gemeenten een solitaire toekomstboom cadeau. Er werd gekozen voor een lindenboom, symbool voor trouw en bescherming.
Solitaire bomen waren vroeger herkenningspunten in het landschap. Ze werden geplant bij speciale gebeurtenissen of om grenzen aan te duiden. Daardoor konden deze bomen makkelijk honderd jaar oud worden.
“Samen met het Regionaal Landschap Rivierenland en de gemeenten planten we deze bomen dan ook op plaatsen waar ze ongestoord mogen groeien. We kiezen voor lindebomen omdat zij streekeigen zijn en symbool staan voor trouw en bescherming. De provincie is immers al jaren actief in de regio met projecten rond natuur, landschap en open ruimte. Gemiddeld gezien bestaat 60% van deze eerder stedelijke regio uit open ruimte. Dit percentage ligt lager in Mortsel, maar de stad heeft enkele sterke troeven zoals de groene berm die aansluit op Klein-Zwitserland, Fort 4 en de open ruimte rond de Fortloop met melkveeboerderij Gasthuishoeve. Wij zijn dan ook erg verheugd met het engagement van deze acht besturen en Regionaal Landschap Rivierenland, zo zetten we samen in op kwalitatieve landschappen en open ruimte”, verduidelijkt gedeputeerde Jan De Haes, bevoegd voor Leefmilieu.
De provincie Antwerpen ondersteunt de Regionale Landschappen financieel en inhoudelijk voor hun werking rond landschapskwaliteit. De provincie voorziet aanvullend op de huidige subsidies nog 160.000 euro financiële ondersteuning voor Regionaal Landschap Rivierenland. Zo wordt een dynamische, inhoudelijke werking in de toetredende gemeenten gegarandeerd.
“Deze toetreding tot het Regionaal Landschap is ook een belangrijke versterking van het Gebiedsprogramma Zuidrand, waarin we ons buigen over de thema’s open ruimte, landschapskwaliteit en landschapsbeleving. Naast het Regionaal Landschap en het openruimteproject is ook de streekvereniging Zuidrand actief met betrekking tot erfgoed, cultuur en toerisme. Kortom, de gemeentes krijgen nu een totale ondersteuning om het landschap te verbeteren, trage wegen aan te leggen, vergroening van speelplaatsen te realiseren, te werken aan hun biodiversiteit, erfgoed, …”, licht gedeputeerde Luk Lemmens toe, bevoegd voor het gebiedsprogramma Zuidrand.
Regionaal Landschap Rivierenland en lokaal bestuur Mortsel blikken vooruit
“We kijken er vanuit het Regionaal Landschap Rivierenland naar uit om samen met burgers, verenigingen en lokale besturen concrete projecten uit te werken rond natuur, landschap en open ruimte. Denk aan wandel- en fietstrajecten, speelnatuur, of de aanleg en het onderhoud van hagen, heggen, houtkanten, poelen en hoogstamboomgaarden”, besluit Ankatrien Boulanger, coördinator van Rivierenland.
“Het lokaal bestuur Mortsel is zich bewust van de uitdaging. Meer nog dan voor andere gemeenten is het in de dichtstbevolkte stad van de regio van belang om te ontharden, en open ruimte en inheems groen te voorzien. Open ruimte is voor onze inwoners en ons bestuur van onschatbare waarde om aangenaam te leven, te wonen en te recreëren. We vinden het dan ook belangrijk om aanwezig te zijn bij de symbolische spadesteek van onze toekomstboom”, aldus Livia Moreau. “Bij deze ook een warme oproep aan onze inwoners want ook zij kunnen hierbij helpen. Bijvoorbeeld door in tuinen en voortuinen streekeigen struiken, bomen en hagen aan te planten.”
De aanplant van de toekomstboom - Copyright: provincie Antwerpen.
De Kelten vereerden de linde. Freya, de godin van de liefde, zou erin wonen en omringende huizen beschermen. Onder de boom vonden ook huwelijken plaats. Dat de bladeren hartvormig zijn, is wellicht geen toeval. In de middeleeuwen kwamen bestuursleden van het dorp samen onder de linde om te vergaderen en recht te spreken. Later werd hij na oorlogen ook aangeplant als herdenkings- of vrijheidsboom.
Open ruimte wordt steeds schaarser
Met de Streekverenging Zuidrand en het Strategisch project ‘Beleefbare open Ruimte in de Antwerpse Zuidrand’ bestond in Mortsel al een eerste projectwerking rond natuur, landschap en open ruimte. Zo werkte de provincie er mee aan speelnatuur, aan de natuurinrichting via Natuurpunt voor Klein-Zwitserland en aan trage wegen door wandelverbindingen te creëren tussen Fort 3 en Borsbeek, tussen de Drabstraat en Fort 4 … Met de komst van het Regionaal Landschap krijgt deze werking een flinke boost. Door de ligging tussen Antwerpen en Brussel wordt open ruimte steeds schaarser in de Zuidrand. Terwijl deze open ruimte in onze verstedelijkte, dichtbevolkte regio juist van onschatbare waarde is om er aangenaam te leven, te wonen en te recreëren.
Beleidsverantwoordelijke: Jan De Haes, N-VA, gedeputeerde bevoegd voor Leefmilieu en Regionale Landschappen
Eigenlijk maken al de dieren in de pelsdierkwekerijen geen schijn van kans. Ze zijn het slachtoffer van hun eigen warme, mooie vacht.
Na maanden in een kleine, krappe kooi worden de arme, weerloze dieren met een strop uit hun gevangenis gesleurd. De dieren janken en stribbelen tegen. Maar het mag niet baten.
Ik wou dat ik kon vertellen dat ze op zijn minst pijnloos gedood worden. Zelfs dat is hen niet gegund. Veel pelsdieren worden anaal geëlektrocuteerd. Hun hele lijfje trilt van de pijn door die extreem zware stroomstoot.
En waarom, hoor ik u vragen? Waarom al dat leed? Wel, voor een barbaars product genaamd bont. Een product waar bloed aan kleeft.
U hoorde vast ook al in het nieuws hoe onder meer de nertsen slachtoffer zijn van de COVID-crisis. De ongezonde leefomstandigheden in die pelsdierkwekerijen, alle dieren dicht op elkaar geplakt, zorgt ervoor dat het coronavirus daar welig tiert. In Europa alleen al werden miljoenen nertsen gedood. Alweer maakten de dieren geen schijn van kans.
Lieve dierenvriend, ik walg van de pelsdierfokkerijen. En ik kan me moeilijk voorstellen dat u, die zo van dieren houdt, zo’n uitbuiting van dieren goedkeurt. Maak daarom samen met GAIA een vuist tegen bont!
Met uw steun sporen we samen modehuizen aan om bont te schrappen uit hun kledingcollecties. En denk niet dat het een onbegonnen strijd is want samen overtuigden we al onder meer Armani, Michael Kors en Prada om bont definitief uit hun collecties te bannen.
Samen hebben we er al voor gezorgd dat ten laatste op 1 december 2023 alle pelsdierkwekerijen in ons land de deuren moeten sluiten. Laten we er nu ook samen voor zorgen dat bont nergens nog te koop is!
Hoe scoort je gemeente op klimaatvlak? Nieuwe klimaatrapporten per gemeente beschikbaar. Gemeenten, maar ook journalisten en burgers, die benieuwd zijn naar de resultaten in een gemeente of die willen weten welke sectoren de meeste vooruitgang boeken op vlak van CO2-uitstoot, kunnen een kijkje nemen op het klimaatluik van provincies.incijfers.be.
Volgens Jan De Haes, gedeputeerde bevoegd voor klimaat, is het verzamelen van cijfergegevens vaak een struikelblok voor gemeenten om hun klimaatbeleid en de evolutie ervan in kaart te brengen. “De meeste gemeenten ondertekenden het Burgemeestersconvenant en hebben de afgelopen jaren al heel wat maatregelen getroffen. Via provincies.incijfers.be stellen de Vlaamse provincies data over energie en klimaat ter beschikking aan gemeenten om hun energie- en klimaatbeleid op te volgen. Gemeenten kunnen hun cijfers vergelijken met andere gemeenten of aftoetsen aan de gemiddelden voor de provincie en Vlaanderen.”
Op het portaal vindt men relatief eenvoudig cijfers terug over de CO2-uitstoot per sector, het energieverbruik van huishoudens, cijfers over mobiliteit en openbare verlichting en over de productie van hernieuwbare energie op het grondgebied. Nieuw is dat nu ook de uitstoot door landbouw wordt meegenomen. Sinds dit jaar vind je ook mobiliteitscijfers, de verleddingsgraad, en enkele bijkomende figuren en datareeksen.
De provincie gebruikt de data zelf ook om de klimaatimpact-, risico- en kwetsbaarheidsanalyses voor de gemeentelijke klimaatactieplannen (SECAP) op te maken. Naast de drie intercommunales is de provincie immers territoriaal coördinator voor de Burgemeestersconvenant. Met de analyses zorgt de provincie voor een doorvertaling van de data en modellen op maat van elke gemeente.
In Dessel is de hernieuwbare energieproductie vervijfvoudigd
Een mooie case is Dessel. Er is daar een algemene daling van de uitstoot met maar liefst 16,1%. De stijging in de tertiaire sector en de kleine stijging bij particulier en commercieel vervoer worden ruimschoots gecompenseerd door een grote daling bij de huishoudens en een heel grote daling bij de industrie. De productie van hernieuwbare energie boomt. Zo is de energieproductie via zonnepanelen in Dessel bijna verdubbeld tegenover 2011. Sinds 2016 is er windenergie bijgekomen. De totale hernieuwbare energieproductie is zo vervijfvoudigd.
“Onder begeleiding van de provincie en IOK streven wij naar een klimaatvriendelijkere toekomst. Ons lokaal bestuur ondertekende het Burgemeestersconvenant en zet haar schouders onder het Kempen2030- verhaal. Ook heel wat huishoudens en bedrijven zijn verantwoordelijk voor de daling van de uitstoot”, zegt Joris Pelgrims, deskundige milieu.
Dessel zelf verving de verlichting in de sporthal en de openbare verlichting met energiezuinige LED en sloeg in 2020 de handen in elkaar met Campina Energie. Deze Kempense coöperatie brengt burgers samen om te investeren in hernieuwbare energie. Door de mooie samenwerking kregen 6 gemeentelijke gebouwen zonnepanelen.
Geïntegreerd cijfermateriaal
Alle Vlaamse provincies sloegen de handen in elkaar en brachten het cijfermateriaal samen over klimaat en energie van Fluvius en het Departement Omgeving Vlaanderen, in samenwerking met de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en het Vlaams Energieagentschap (VEA), in de online databank provincies.incijfers.be. De gemeenten gaan best regelmatig kijken naar de klimaatrapporten, want de gegevens worden geactualiseerd van zodra er nieuwe cijfers beschikbaar zijn.
Beleidsverantwoordelijke: Jan De Haes, gedeputeerde bevoegd voor milieu, natuur en water
De nieuwe thema’s voor de Burgerbegroting zijn bekend. De inwoners van district Antwerpen kozen vooral voor meer groen en meer bomen, maar ook voor cultuur op straten en pleinen, en buurtconcerten
De afgelopen maand lieten bijna 1.500 inwoners van district Antwerpen weten aan welke thema’s zij het meeste belang hechten. Inwoners stemden online via www.burgerbegroting.be. Alle deelnemers kozen hun 5 favorieten uit een lijst met67 thema’s.Op die manier beslisten ze samen welke thema’s het belangrijkste zijn voor het district.
Alle online stemmen zijn nu opgeteld. Dit zijn de 12 thema’s waar het geld van de Burgerbegroting in 2022 naartoe zal gaan:
groen in straten en op pleinen
verkeersremmende maatregelen
meer bomen
fietsvriendelijke straten
tuinstraten en experimenteel groen
ontharden
ontmoeting in de buurt
klimaat- en milieuprojecten
buurtconcerten en -feesten
aantrekkelijkere pleinen
kindvriendelijke straten
cultuur op straten en pleinen
“Dit jaar maakten onze bewoners vernieuwende keuzes. Zo zijn er vier thema’s die voor het eerst werden gekozen: verkeersremmende maatregelen, cultuur op straten en pleinen, kindvriendelijke straten, en tuinstraten en experimenteel groen. Ik kijk uit naar hoe onze bewoners dit verder willen invullen.”, zegt Femke Meeusen, districtsschepen bevoegd voor participatie & Burgerbegroting.
Wat nu? Geld verdelen
Vanaf maandag 1 maart kunnen inwoners van district Antwerpen online 1,4 miljoen euro verdelen over de 12 gekozen thema’s. Stemmen kan vlot en makkelijk via www.burgerbegroting.be. Online stemmen kan nog tot en met woensdag 31 maart.
Nadat de budgetten zijn verdeeld over de thema’s kan iedereen tussen 1 april en 17 mei ideeën indienen binnen de gekozen thema’s en het toegewezen budget. In september kiezen inwoners welke projecten er concreet in uitvoering gaan in 2022.
Op deze manier bepalen inwoners van het district volledig zelf wat er gebeurt met 10 procent van de begroting, dat is maar liefst 1,4 miljoen euro. Eerst door de thema’s te kiezen, dan door het geld te verdelen over deze thema’s, vervolgens door projecten in te dienen binnen de vooropgestelde budgetten en ten slotte door projecten te kiezen. Alle informatie staat op www.burgerbegroting.be.
Verantwoordelijke districtsschepen: Femke Meeusen, districtsschepen voor participatie & Burgerbegroting
Antwerps bisschop Johan Bonny benoemt Nathalie Milio tot woordvoerder
Antwerpen, 1 maart 2021
Nathalie Milio is vanaf 1 maart 2021 de nieuwe woordvoerder van Monseigneur Johan Bonny. In die functie volgt ze huidig interim-woordvoerder en vicaris-generaal Bruno Aerts én zijn voorganger Olivier Lins op. De taak van diocesaan persverantwoordelijke zal ze combineren met die van manager interne en externe communicatie van het bisdom Antwerpen.
Nathalie Milio werd geboren in Antwerpen op 20 maart 1982. Na haar studies Romaanse Taal- en Letterkunde, Communicatiewetenschappen en Journalistiek aan de UA en Lessius Hogeschool (het huidige Thomas More) werkte ze 11,5 jaar als kabinetsadviseur voor Antwerps provinciegouverneur Cathy Berx. In die functie verwierf ze heel wat relevante ervaring en kan ze terugblikken op tal van mooie realisaties en communicatieprojecten.
Van de vele kandidaten die reageerden op de vacature die in oktober werd uitgeschreven, kwam zij als beste uit de selectie naar voren. Monseigneur Johan Bonny is bijzonder verheugd dat Nathalie Milio voortaan zijn diocesaan team komt versterken. “Met Nathalie halen we een toegewijde collega aan boord die met veel enthousiasme haar schouders wil zetten onder de verdere uitbouw van de kerkgemeenschap in ons bisdom. Ik heb er dan ook alle vertrouwen in dat zij de geschikte persoon is om als communicatieverantwoordelijke het bisdom Antwerpen voortaan nog beter op de kaart te zetten. Tegelijk dank ik vicaris-generaal Bruno Aerts meest hartelijk voor de uitstekende wijze waarop hij het woordvoerderschap a.i. na het vertrek van Olivier Lins sinds januari 2020 opnam.”
Nathalie Milio is op haar beurt erg opgetogen over haar nieuwe opdracht die ze met veel gedrevenheid aanvat: “Met veel plezier en in alle bescheidenheid engageer ik me voor deze toch wel bijzondere functie in de schaduw van de mooiste gotische kathedraal van de Lage Landen. De uitdagingen zijn niet gering: net deze pandemie maakt nog maar eens duidelijk hoe christelijke waarden en zingeving troost kunnen bieden in deze moeilijke, erg beproevende tijden waarin we nog meer dan anders samen op weg moeten durven gaan, hoopvol verbonden blijven en zo handen en voeten geven aan ons geloof. Met een goede, heldere communicatie hoop ik daaraan niet alleen mijn bescheiden steen toe bij te dragen, maar ook de stem van de Kerk luider te laten weerklinken in het maatschappelijk debat.”
Digitaal platform 2600redenen.be bundelt lokale ondernemersuit Berchem
De Berchemse handelaarsverenigingen lanceren een online platform waarop lokale, Berchemse ondernemers zichzelf in de kijker zetten. Op de website 2600redenen.be krijg je in enkele klikken een handig overzicht van de handelaars die je in Berchem vindt. Naast iedereen die in Berchem wilt komen shoppen, doen de initiatiefnemers ook een warme oproep naar Berchemse ondernemers om zich ook te registreren en aan te sluiten bij één van de handelaarsverenigingen, die met de financiële steun van het district dit initiatief namen.
Digitaal, maar lokaal
“Veel winkels waren al langer bezig met online verkoop. De coronacrisis heeft die digitale plannen van lokale ondernemers een boost gegeven,” vertelt cafébaas Jelle Henneman die meewerkt aan het platform. “Via een webshop bereik je een groter publiek, maar het is niet altijd een garantie dat je er veel klanten uithaalt. Daarom hebben enkele Berchemse ondernemers samen met het district het initiatief genomen om onze krachten te bundelen. Dat deden we al via de handelaarsverenigingen ‘Groenenhoek Wonderneemt - Diksmuidelaan en Gitschotellei’, ‘Fruithoflaan - Strijdhoflaan’ en ‘Hart voor Berchem’ en nu dus ook digitaal met deze portaalsite.”
Aandacht voor lokaal shoppen
“Het was steeds mijn betrachting om alle handelaars uit Berchem met elkaar te verenigen,” vertelt Janick Doré, districtsschepen voor middenstand. “Met dit platform zetten we alvast een grote stap voorwaarts. We plaatsen onze lokale winkels extra in de kijker op een moment dat door corona meer verbondenheid leeft én de aandacht voor het belang van lokaal winkelen groeit.”
Berchem ‘branden’
“Met 2600redenen.be willen we Berchem nog bekender maken als een leuke plek om te shoppen”, gaat Jelle verder. “Iedereen kent de Kloosterstraat en weet ongeveer wat je daar kan vinden. Als lokale ondernemers doen wij ook aan ‘branding’ door duidelijk te maken wie je waar in Berchem vindt. We hopen dat er nog ondernemers zich registreren én aansluiten bij een handelaarsvereniging. In een buurt waar lokale handelaars zich actief verenigen, is het sowieso goed om te vertoeven. Berchem is een divers district. Dat merk je niet alleen aan de vele nationaliteiten die hier samenleven, maar ook aan de verspreiding van de handelaars. Je hebt de buurt rond de Driekoningen- en Statiestraat, maar ook de volkse wijk Groenenhoek. In en rond de Fruithoflaan vind je dan weer heel andere zaken die een ander publiek aantrekken. Zelfs voor iemand die al lang in Berchem woont, is het niet altijd duidelijk of bekend welke winkels in hun buurt zitten. Ook daarvoor hebben we deze website opgestart.”
Verantwoordelijke districtsschepen: Janick Doré, districtsschepen voor middenstand
Studenten krijgen unieke blik achter de schermen van havenbedrijven tijdens virtueel bezoek Digitaal alternatief in coronatijd
Ook in deze coronatijd kunnen studenten en werkzoekenden een bezoek op maat brengen aan de haven van Antwerpen dankzij een nieuwe virtuele tour van het Havencentrum. Dit digitale alternatief reikt hen zowel een theoretisch kader aan als een unieke inkijk in relevante havenbedrijven in de industriële, maritieme en logistieke sector.
De virtuele haventour duurt 2 uur en start met een grondige inleiding over de haven, haar geschiedenis, werking, sectoren en activiteiten, de impact op de tewerkstelling en het thema duurzaamheid. Daarna begeven de gebruikers zich virtueel op het terrein; ze bezoeken bedrijven aan de hand van uniek beeldmateriaal.
Met deze digitale excursie wil het Havencentrum studenten uit het hoger onderwijs en werkzoekenden de haven van Antwerpen laten ontdekken, ook nu fysieke uitstappen niet mogelijk zijn. Havencentrumvoorzitter Ludwig Caluwé: “Iedereen moet creatief zijn in coronatijden, ook het Havencentrum. Vanuit het hoger onderwijs en aanbieders van opleidingen voor werkzoekenden kregen we de vraag om een digitaal alternatief voor onze gepersonaliseerde havenexcursies met bedrijfsbezoeken. Daarop hebben we de handen in elkaar geslagen met een aantal partnerbedrijven waarmee we al lang samenwerken. Na enkele succesvolle pilootsessies en lovende reacties van docenten, studenten en partners kunnen we vandaag dit nieuwe initiatief aan iedereen aanbieden.”
Interactieve ervaring op maat Om de excursie zo veel mogelijk af te stemmen op het profiel en de opleiding van de deelnemers kan de docent mee de inhoud bepalen en zet de gids die de virtuele tour begeleidt sterk in op interactie. “In samenspraak bepalen we de klemtonen van de theoretische inleiding en de bedrijven die de groep wenst te bespreken,” vertelt projectverantwoordelijke Bert Pichal. “Zo kunnen we het perfect hebben over de logistieke kant van een industrieel bedrijf voor studenten logistiek, maar evengoed over de technische kant van een logistiek bedrijf voor technici. Ook industrie, voedingstoffen of duurzaamheid kunnen de kapstok zijn voor een virtuele sessie. Daarbij blijft de waardevolle dialoog tussen gids en deelnemer behouden. We doen dat met interactieve polls en open vragen en blijven ook na de sessie paraat om vragen te beantwoorden.”
De haven zoals je haar nog nooit hebt gezien Het indrukwekkende video- en fotomateriaal dat bedrijven ter beschikking stellen, maakt van de virtuele excursie een ervaring die niet onderdoet voor de klassieke rondrit. Sterker nog, de studenten komen nu zelfs op plaatsen die je tijdens een fysiek bezoek nooit te zien zou krijgen. Zo zie je bijvoorbeeld hoe een container door de grote kraan wordt opgetild en in het ruim van een containerschip wordt geplaatst op de terminal van DP World. Via dronebeelden kan je deze operatie volgen vanuit een uniek vogelperspectief.
Coronaveilig en efficiënt alternatief Een digitaal bezoek heeft niet alleen als voordeel dat studenten coronaveilig van een levensechte havenbeleving kunnen genieten met theoretische én veldkennis, maar ook dat heel wat verplaatsingstijd en -kosten worden vermeden en dat meerdere studenten tegelijk kunnen deelnemen. Het is dus een duurzaam en efficiënt alternatief om tijd en middelen te besparen.
PRAKTISCHE INFO
Wanneer: Elke werkdag tussen 9.30 en 16 uur (uiterste starttijdstip), met maximaal 298 deelnemers Te reserveren via de website van het Havencentrum
Borgerhoutse videoboodschap bedankt jongeren voor hun inzet
De coronacrisis treft iedereen. Borgerhoutse inwoners en jeugdwerkers merken dat dit ook voor jongeren het geval is. Voor de eindejaarsperiode was het af en toe onrustig op enkele plekken in Antwerpen en zo ook in Borgerhout. Na een video waarin jongeren elkaar aanspoorden om vol te houden en overlast in de buurt te vermijden, keerde de rust weer terug. Inwoners en jeugdwerkers van Borgerhout willen de jongeren daarom bedanken voor hun inzet met een nieuwe video.
Merci!
‘Merci!’ en ‘chapeau!’. Dat is de essentie van de boodschap die enkele Borgerhoutse inwoners en jeugdwerkers verkondigen via een video op de socialmediakanalen van het district. Het is niet vanzelfsprekend om studies, een studentenjob, vrijwilligerswerk en bijvoorbeeld zorgen voor broers of zussen te combineren. Laat staan tijdens een pandemie. Het Borgerhouts jeugdwerk wil jongeren erkenning geven. De boodschap is een steun aan jongeren die volhouden in een periode die eigenlijk de tijd van hun leven zou moeten zijn. Vol nieuwe ervaringen en ontdekkingen. De Borgerhoutse jeugddienst, Samen op Straat, De Pleinpatrons, JES jeugdwerk en KRAS Borgerhout zeggen nu samen: merci!
Districtsschepen voor jeugd Omar Al Jattari voegt toe: “Met onze video willen wij samen met de borgerhoutenaars onze jongeren bedanken voor hun inzet en engagement in de strijd tegen deze pandemie die een grote impact heeft gehad op hun welzijn en welbevinden. Ondanks alle beperkingen: afstandsonderwijs, beperkte bubbels,... mogen we trots zijn op de bijdrage en de hoop op perspectief die ook zij hebben geleverd. Het is mede dankzij de jongeren dat wij mogen uitkijken naar meer vrijheid en de nodige versoepelingen waar we allemaal naar verlangen. Laat ons samen deze video verspreiden en zo onze jongeren bedanken en hen een hart onder de riem steken”.
Schepen voor onderwijs en jeugd, Jinnih Beels, vult aan: “Onze Antwerpse jongeren hebben deze voorbije maanden eens te meer bewezen dat ze teamplayers zijn. Ondanks zware tijden doen ze hun uiterste best om het coronavirus mee te bestrijden. Niet alleen om zichzelf, maar vooral ook om anderen te beschermen. Als het gaat over de stem en bijdrage van jongeren, kan dat engagement echt wel tellen. Hoewel we stilaan kunnen uitkijken naar betere tijden, zijn we nog niet aan de finish. En zoals steeds wegen ook nu de laatste loodjes het zwaarst, in het bijzonder voor jongeren. Een portie positiviteit en dankbaarheid is voor hen dus meer dan welkom én verdiend. Ook onze jeugd(welzijns)werkers blijven elke dag paraat staan om hen te motiveren en te ondersteunen."
Vervolgvideo
In augustus 2020 postte het district Borgerhout een eerste video gericht aan jongeren. In deze video namen jongeren samen met jeugdwerkers het woord. Ze riepen elkaar op om de buurt overlastvrij te houden en de coronaregels te respecteren. In november 2020 riepen jongeren en jeugdwerkers via video burgers op om mét de jongeren te praten en niet enkel óver de jongeren. De video werd intussen bijna 11.000 keer bekeken. Met deze nieuwe boodschap willen de inwoners en jeugdwerkers van Borgerhout dan ook een vervolg geven aan de eerdere videoboodschappen. De nieuwe videoboodschap is te bekijken op www.facebook.com/district.borgerhout en de Instagrampagina van het district www.instagram.com/district_borgerhout.
n: districtsschepen voor jeugd, Omar Al Jattari, 0478 77 96 75, omar.aljattari@antwerpen.be en stedelijke schepen voor jeugd, Jinnih Beels, jinnih.beels@antwerpen.be
Geitestoet verhuist extra jaar naar 25 september 2022
De achtste editie van de Geitestoet schuift met een jaar op en wordt uitgesteld naar zondag 25 september 2022. De oorzaak is de coronapandemie, die de voorbereiding en het evenement blijft hypothekeren.
De Geitestoet is een van de grootste historisch-folkloristische stoeten van Vlaanderen. Meer dan duizend figuranten vertellen de ontstaansgeschiedenis van het geitendorp Wilrijk via tal van taferelen en praalwagens. Sluitstuk is steeds de reus Lange Wapper. De vorige edities van de Geitestoet lokten steevast tienduizenden bezoekers naar Wilrijk.
Oorspronkelijk zou de achtste editie van de Geitestoet plaatsvinden op 20 september 2020. Maar al snel na het uitbreken van de coronapandemie beslisten de organiserende vzw Geitestoet en het Wilrijkse districtscollege om het evenement met een jaar op te schuiven. Er werd gemikt op zondag 19 september 2021.
Nieuwe afspraak op 25 september 2022
Na rijp beraad besliste de vzw Geitestoet om de organisatie van de Geitestoet met een extra jaar op te schuiven naar zondag 25 september 2022. Door corona blijkt het praktisch onmogelijk voor de talrijke vrijwilligers om te vergaderen, te repeteren en andere voorbereidingen te treffen voor het evenement. Het Wilrijkse districtscollege schaart zich achter deze beslissing en ook de stad Antwerpen engageert zich om ook volgend jaar de Geitestoet mee te ondersteunen.
“Een Geitestoet organiseer je niet zomaar. Het is een evenement dat draait op de inzet van heel wat vrijwilligers. Die kunnen tot nu nog steeds niet bijeenkomen door corona om te vergaderen of praalwagens te bouwen”, vertelt Raymond Van de Weyer, voorzitter van de vzw Geitestoet. “Daarnaast werken we nauw samen met scholen, maar ook daar steekt het virus een stokje voor. Ten slotte kan niemand op dit moment zeggen wat de omstandigheden zullen zijn in september, wanneer de stoet uitgaat. Dit alles heeft ons doen beslissen om de Geitestoet met een jaar op te schuiven.”
“Als districtscollege kunnen we het volste begrip opbrengen voor deze beslissing”, zegt Werner Theuns, Wilrijks districtsschepen bevoegd voor de Geitestoet. “We waarderen de tomeloze inzet van deze vrijwilligers en zijn ervan overtuigd dat zij alles in het werk zullen stellen om - in uitgesteld relais - een onvergetelijke stoet af te leveren”, aldus Theuns.
“Beter een volwaardige Geitestoet in 2022 dan een halfbakken, door corona aangetaste editie in 2021”, stelt districtsburgemeester Kristof Bossuyt. “Onze hoop en focus gaat nu naar eenieders gezondheid en het terugdringen van dit virus, waarbij iedereen met gezond verstand de coronamaatregelen moet blijven volgen. Laat het vooruitzicht op een onvergetelijke Geitestoet daarbij een extra stimulans vormen voor alle Wilrijkenaren.”
Verantwoordelijke: Werner Theuns, districtsschepen voor Geitestoet,– Kristof Bossuyt, districtsburgemeester en bevoegd voor o.a. communicatie,
