De Tjiliwoeng
We hebben ze op school in Indië moeten leren, de rijtjes met namen van bergen, eilanden, rivieren. Zo kenden we de namen van de rivieren Tjiliwoeng, Tjitaroem, Tjimanoek enz. uit het hoofd. Maar de Tjiliwoeng (nu: Ciliwung) kenden wij, Batavianen, niet alleen vanuit het aardrijkskundeboek, maar ook van ZIEN, van RUIKEN en van VOELEN, ja toch?
We kennen als Anak Betawi (Kind van Batavia) zeker allemaal wel de gekanaliseerde Tjiliwoeng tussen Noordwijk en Rijswijk, waar het altijd druk was met mensen die hun kleren wassen of zelf een bad nemen in het bruine water. Verderop doet iemand, hurkend op een stenen trapje dat naar het water voert, een grote boodschap in het water. Adoeh, zucht je dan, alles ken dese
.
En de Tjiliwoeng op Meester Cornelis. Gegrift in het geheugen.
In de Tjiliwoeng heb ik ook de eerste beginselen van het hengelen geleerd. De vangst bestond meestal uit lilihs, zoetwatermeervallen [zie ook het artikel " Daar bij de waterkant op deze weblog].
De Tjiliwoeng ontspringt vlakbij de Poentjak (Puncak), ook bekend bij veel Batavianen, die in het weekend in de bergen en koude neus wilden halen en stroomt zeewaarts naar het Noorden via Buitenzorg (Bogor) met de bekende Plantentuin naar de Baai van Batavia, stromend langs de weg van Goenoeng Sari naar Priok.
Nadat de VOC zich in 1609 in het toenmalige Jacatra aan de Tjiliwoeng vestigde werden al snel huizen aan de Tjiliwoeng gebouwd.
Nadat Jacatra was vernietigd en aan de monding van de Tjiliwoeng een nieuwe vestiging werd gesticht noemde J.P.Coen haar Nieuw-Hoorn (naar zijn geboorteplaats), maar de Heren XVII besloten de plaats Batavia te dopen, een erenaam voor Holland die refereerde aan de dappere, vrijheidslievende Batavieren: de mythische voorvaderen van de even dappere en vrijheidslievende Hollanders ten tijde van de Tachtigjarige oorlog.
Batavia groeide uit van een fort en wat huizen aan de Tjiliwoeng tot een drukke volle stad, ontworpen volgens een rationeel, geometrisch patroon met grachten, straten, pleinen, kerken, een stadhuis.
Maar de Tjiliwoeng bleef de levensader van de stad.
Tjiliwoeng, ik weet het. Zij is niet te vergelijken met de Bengawan Solo in Midden-Java, de rivier waar een lied over is gemaakt. Maar voor mij blijft de Tjiliwoeng gegrift in mijn herinnering, niet alleen als de levensader van Batavia, maar ook als die van mijn jeugd in Nederlands-Indië.