Wat vooraf ging
Hoe het in me is opgekomen of wie me met het beeld opzadelde weet ik niet, maar ineens was het er. Op zekere dag las ik in een of andere krant een artikel over een pelgrimstocht. De schrijver had op honderd en zoveel dagen de hele tocht van ergens in België naar een Noord Spaanse bedevaartstad afgelegd. Hij had het over de eindeloze hoogvlaktes van de Spaanse Meseta. Wandelaars en fietsers als nietige stipjes over aarden wegen, als een lint kronkelend door de Tierra de Campos. Vermoeide zielen met slechts één doel: Santiago de Compostela.
Ik heb er totaal geen verklaring voor, maar vanaf die dag leeft Santiago de Compostela in mijn gedachten, als een bijlage aan mijn denkwijze, als een kwab tussen mijn twee hersenhelften. Het is er, het zit daar en ik kan niet meer zonder.
Karakterieel heb je nood aan uitdagingen, op fysiek vlak was de beklimming van de Mont Ventoux met de fiets niet de minste. Zeker niet wanneer je lichaamsgewicht met drie getallen wordt geschreven en je een heel eind in de veertig bent. Bloed, zweet en tranen heeft het gekost. De euforie op de top van de berg was onbeschrijfelijk. Emotioneel ben je door uitputting een wrak, alleen rechtop gehouden door hele stromen adrenaline. De eerste momenten ben je niet bij machte om ook maar één woord tussen je lippen te krijgen en toch kan je de wereld aan, de wereld ligt aan je voeten, voor één moment ben je God, voor één moment zweef je op de allerhoogste wolk, genietend van een geestelijk orgasme.
Mijn geest heeft het voor mij allang uitgemaakt, Compostela de volgende fysiek en mentaal te doorbreken barrière. Medisch gezien zal het met de fiets moeten gebeuren, daar heeft een lelijke sportfractuur in het verleden wel voor gezorgd. Toch wil ik meer dan alleen maar fietsen. Ik wil een stukje levensverhaal neerschrijven, van de droom tot de laatste pedaalslag, over bergen en dalen, bruggen en water, over lucht en aarde, vreugde en misschien wel verdriet, over het verhaal van iemand die zonder speciale reden de weg naar Compostela is ingeslagen en misschien, heel misschien dat ook zal bereiken!
'Niet het einddoel deze keer, maar de weg er naar toe is het belangrijkste'!
Het 'Waarom'
Ik mocht dan al wel overtuigd zijn, daarom was mijn eega dat nog niet! Ria vond het hele idee maar niets.
Fysiek haalde ik volgens haar Frankrijk nog niet eens en logistiek ziet ze me niet met pak en zak vertrekken. Ik kreeg direct de volle laag, nochtans had ik het subtiel aangebracht, maar neen, vrouwen hebben daar een zesde zintuig voor. Ze doorzien je onmiddellijk, doorprikken elke, met zachtheid opgeblazen luchtballon, tot er vlak voor je, op de grond, een hoop verfrommelde en gescheurde ideeën liggen. Einde droom!
Bij mannen echter…werkt dit averechts, als een rode lap op een stier. Ik moest haar kunnen overtuigen, het moest! Toch liet ik het enkele dagen sudderen.
’s Avonds las ik honderden reisverhalen van Peregrinos, de ene al wat boeiender dan de andere, van wandelaars en fietsers tot georkestreerde buspelgrimages naar Lourdes en Santiago. Mensen die het sportief bekeken, of historisch, of als een Godsdienstige plicht. Avonturiers, zij die de eenzaamheid opzochten of net het multicultureel contact. Elk verhaal had een eigenheid, misschien wel een boodschap, als een ode aan het leven.
Pelgrimstochten zijn ‘in’, net geen rage, maar waarom? Is het iets waar je graag mee uitpakt: ‘Hoi, ik ben even te voet naar Santiago geweest’ of zit er meer achter dan die egostrelende gedachte. Hebben mensen nood aan die weken of maanden van afzondering, zonder verantwoordelijkheid behalve tegenover zichzelf…?
‘En, waarom zou je naar Compostela willen gaan?’ kwam Ria na enkele dagen schoorvoetend af. Ik wist het, bingo!
‘Hoh, waarom niet’ antwoordde ik glunderend vanachter de pc. Nu was het kwestie van de lijn gespannen te houden. Ik liet haar een verhaal zien van een koppel met twee jeugdige tieners die, met pak en zak beladen, het doel al fietsend bereikten. ‘Knap hé’, voegde ik er aan toe. ‘En als die dat kunnen…’
‘Tja, maar toch onderschat je het’ voegde ze eraan toe ‘Mij krijg je niet zover’.
Dat antwoord was duidelijk. Als ik de tocht al wilde ondernemen zou het alleen moeten, tenzij…!
De volgende dagen hield ik me enkel bezig met een eigen planning op te maken, heel rudimentair maar met een lijn, woog pro’s en contra’s af. Via het internet werden de begeleidende routeboekjes van Sweerman besteld en een week later had ik al een heus concept opgemaakt, dit moest haar kunnen overtuigen.
Heel het voorstel viel of stond met het feit of Ria wilde rijden met onze eigen motorhome. Zo zou ze op eigen tempo dezelfde etappes kunnen rijden, maar dan via de grotere wegen. Ik hield de dagkilometers bewust aan de lage kant zodat we nog genoeg tijd zouden hebben om te genieten van de reis.
Ria leek voor het idee gewonnen, hoewel de queeste voor haar even groot zou zijn dan voor mij. De eerste stap was gezet, nu kunnen we ernstig aan de slag...!
|