Arnaud Charles Ernest Hintjens (Oostende, 21 mei 1949), beter bekend onder zijn artiestennaam Arno, is een rockzanger, die liedjes vertolkt in het Frans, Engels en sporadisch ook in het Oostends dialect.
Leven en werk
Arno groeide op in een Oostends, politiek links geöriënteerd middenklassegezin. Hij koos aanvankelijk voor het koksvak, maar was al in zijn jonge jaren vooral geïnteresseerd in muziek. Vooral uit Engeland geïmporteerde bluesplaten inspireerden hem.
Als mondharmonicaspeler werkte hij samen met muzikanten uit de Oostendse rockscene vooraleer hij rond 1970 in zijn eerste "echte" groep belandde, Freckle Face, geleid door zanger/bassist Paul Vandencasteele en gitarist Paul Decoutere. Arno zong destijds sporadisch en beperkte zich meestal tot solo's op de mondharmonica. Freckle Face maakte een plaat met uitgesponnen bluesrocknummers, maar had op het podium meer succes dan in de platenwinkel.
In 1972 gingen Arno en Decoutere verder als duo onder de naam Tjens Couter. De groep wisselde bluesnummers af met uitstapjes richting tango en reggae. Na de debuutplaat "Who Cares" groeide Tjens Couter van een duo naar een kwintet en werd de muzikale koers verlegd naar pubrock. Een tweede album volgde. In 1978 waren Arno en Decoutere te zien in de film Le concert d'un homme seul.
Pas in 1980 kwam de grote doorbraak met de groep T.C. Matic, een groep die aanvankelijk voor 80 procent dezelfde samenstelling had als Tjens Couter. De groep maakte vier albums, ging op tournee door Europa, en scoorde een paar hits, waaronder het bekende "Oh la la la" dat het op fuiven nog steeds goed doet. Zes jaar later hield T.C. Matic het voor bekeken. Arno besloot het solo te wagen. Hij bracht zijn solodebuut uit onder de titel "Arno". "Cold Sweat" is daaruit een bescheiden hit geweest. Ook in de cinema was Arno een gevraagd typeschrijver.
Vóór alle unplugged-trends belichaamde hij samen met Roland in 1990-1991 de pure rock in het zijproject Charles et les Lulus. Ook zijn levensstijl werd er niet minder rock-'n'-roll op. In 1992 coverde hij de Adamo-hit "Les filles du bord de mer". Zijn doorbraak bij het bredere publiek ging verder met zijn vierde album "Idiot Savants", dat goed ontvangen werd door de pers. Het album legde Arno geen windeieren, het haalde gemakkelijk goud.
Onder meer het Vlaamse televisieblad Humo bekroonde hem een aantal keer tot "Zanger van het Jaar" en "Beste Interview". In 1995 kwam "Arno à la Française" uit. Eén cover springt er op dat album uit, namelijk "Comme à Ostende" van Leo Ferré.
In 1995 speelde hij met Jan Decleir de rol van de homoseksuele redder Harry in de film Camping Cosmos (1996) van Jan Bucquoy die zich te Westende afspeelt.
In 1997 bracht Arno voor het eerst een album uit in de Verenigde Staten. Het was een compilatie, in combinatie met de registratie van een live-concert. In 1999 werd Arno vijftig jaar. Hij bracht zijn zesde soloalbum uit, dat meteen ook zijn 23ste album is onder diverse namen en formaties. Een 'best of' kwam uit in 2000.
In 2002 kwam "Arno Charles Ernest" uit, een referentie naar zijn grootvader; in 2004 volgde "French Bazaar". Eind september 2004 startte Arno zijn nieuwe solotoer met onder andere twee concerten in Vietnam.
In 2002 ontving Arno de Franse onderscheiding van Ridder in de Kunsten en Letteren. Eind 2005 werd Arno genomineerd voor de titel De Grootste Belg. Hij eindigde op nr. 34 in de Vlaamse versie en op nr. 83 in de Waalse versie. In Bornem kreeg hij een permanent aandenken langs de SIM-route.
Op 1 oktober 2006 organiseerde hij samen met Tom Barman en Sioen de 0110-concerten.
In januari 2007 verscheen zijn volgende album, "Jus de Box".
In de zomer van 2009 is hij de centrale gast muziek op Theater aan Zee
Trivia
- Arno zong de titelsong voor de Vlaamse versie van Pixars Toy Story: "Je bent een vriend van mij", "Vreemde Dingen", "Vliegen doe ik nooit" en "You've Got A Friend In Me".