Inhoud blog
  • Hoofdstuk X: Wiellie slaat weer toe
  • Hoofdstuk IX: Gevangen
  • Hoofdstuk VIII De heksen komen
  • Hoofdstuk VII Wiellie als heksenmeid
  • Hoofdstuk VI Wiellie heeft een plan
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Help Sjengske
    Uit de avonturen van Sjengske en Wiellie
    19-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoofdstuk V Spoken op de boerderij
    “Oh, die gemene Krelis. Ik pik hem dadelijk zijn ogen uit,” siste Jakko kwaad. “Rustig, zwartjas,” zei Wiellie, “die krijgen wij nog wel. 
    Luister, ik blijf hier op de loer liggen. Jij gaat zoveel mogelijk dieren halen. 
    We treffen elkaar dan op het bietenveld van boer Krelis.” 
    “Wiellie, wat ben jij van plan ?” vroeg Jakko nieuwsgierig.
     “Laat dat maar aan mij over. Kom, schiet nu op.” Jakko vloog naar de open plek in het bos en Wiellie sloop naar de boerderij. 
    Achter een van de ramen brandde nog licht. Wiellie probeerde naar binnen te kijken, maar hij was iets te klein. Hij pakte daarop een emmer, zette die op de kop en ging erop staan. 
    Voor Bello hoefde hij niet bang te zijn. Die lag nog steeds in zijn hok te janken. 
    Die zou niet meer naar buiten komen. Voorzichtig gluurde Wiellie naar binnen. Krelis had de gordijnen dicht gedaan. Maar Wiellie kon door een kleine spleetje toch genoeg zien. 
    Zo zag hij hoe boer Krelis een muurkast open maakte. Daar haalde hij een kist uit tevoorschijn. Die kist was zo zwaar, dat Krelis die bijna niet kon dragen. 
    Met veel moeite droeg hij de kist naar de tafel. Met een grote sleutel maakte de boer het slot open. Hij keek eerst eens rond en maakte toen hij de kist open. 
    Die was tot aan de rand met goudstukken gevuld. 
    Krelis graaide in de goudstukken en liet de munten tussen zijn vingers glijden. 
    “Geld ! Geld ! Veel geld ! Morgen zal het nog meer zijn. Krelis je bent rijk, rijk. Heel rijk !” 
    Toen begon hij van de goudstukken torentjes te maken om ze later goed te kunnen tellen. 
    Wiellie had genoeg gezien. Vlug ging hij naar het bietenveld. Daar stonden al veel dieren te wachten. Jakko had hen al het een en ander verteld. 
    Maar toen Wiellie vertelde wat hij gezien had, kookte iedereen van woede. Alle dieren wilden meehelpen om die Krelis eens een lesje te leren. 
    Wiellie vertelde vlug zijn plan. Iedereen moest van een biet een masker maken. Daarmee zouden ze gaan spoken. Dappere Hugo zou voor kaarsjes zorgen. 
    Wiellie ging ondertussen terug nar de boerderij om te kijken wat Krelis deed. 

    Na een uurtje waren de maskers klaar. De dieren hadden allemaal goed hun best gedaan en tientallen maskers gemaakt. 
    Het ene gezicht keek nog akeliger dan het andere. In optocht gingen ze naar de boerderij van Krelis. 
    Jakko ging boven op de schoorsteen zitten en alle dieren maakten een kring rondom de boerderij.
     “Kra,” kraste Jakko. Dat was het teken dat iedereen klaar was en op zijn plaats stond. 
    Krelis zat binnen nog altijd zijn gouden munten te tellen. 
    Wiellie pakte een pootvol steentjes en gooide die tegen de ruiten. 
    -Rikketiktik- klonk het opeens luid. 
    Boer Krelis schrok zich een hoedje. “Wie is daar ?” riep hij met bevende stem. Niemand antwoordde. Krelis luisterde nog even, maar het bleef stil. 
    Toen ging hij weer verder met tellen. 
    -Rikketiktik- klonk het weer opnieuw. 
    “Wie is daar ?” riep Krelis en hij ging met zijn lantaarn aan de deur kijken. 
    Maar daar was natuurlijk niemand te zien. 
    Krelis maakte de deur weer dicht en schoof er een zware grendel voor.
    Hij vertrouwde het niet helemaal. 
    Nauwelijks was hij weer begonnen met tellen of het geheimzinnige “getik” begon opnieuw. 
    Nu nog harder dan de vorige keer. Krelis keek bang naar het raam en liep langzaam achteruit naar de open haard. 
    Boven de open haard had hij zijn jachtgeweer hangen. 
    Hij was bijna bij de haard toen de vlammen opeens -pssss- deden. 
    Krelis keek verschrikt om, maar daar was niets te zien. 
    Hij wist niet dat Jakko in het vuur had gespuugd. 
    “Krelis, we komen je halen !” kraste opeens een stem door de schoorsteen. 
    “Wie is daar ?” riep Krelis, bevend als een rietje. 
    “Krelis, we komen je halen. Ik ben het: moeder Jaspers,” klonk het weer. 
    Krelis wilde naar buiten rennen, maar buiten zag hij allemaal “brandende gezichten.” Hij wist niet dat dit Sjengske en zijn vriendjes waren. Ze hadden maskers bij zich en de kaarsjes in de maskers hadden ze aangestoken. 
    “Krelis, we komen je halen!” klonk het opnieuw door de schoorsteen. 
    De boer begon te zweten van angst en viel op zijn knieën. 
    “Genade, genade! Heb toch genade!” smeekte hij. 
    Alleen een akelige lach was het antwoord. 
    “Wat wil je van mij?” bibberde Krelis. “Geld Krelis ! Veel geld !” gilde de stem. “Maar ik ben een arme boer. Ik heb niets,” riep Krelis wanhopig. 
    “Hahahaha ! En in die kist dan? Ik wil een emmer vol met goudstukken. Schiet een beetje op !” gebood de stem door de schoorsteen. 
    Bevend pakte Krelis een emmer uit de stal en begon die te vullen met goudstukken. Toen de emmer half vol was, stopte hij. 
    “Is het zo genoeg ?” vroeg hij angstig. 
    Maar de stem zei: “Doorgaan Krelis ! Altijd maar doorgaan ! Er kan nog veel meer bij.” 
    “Ja maar….ik moet……” protesteerde de boer. 
    “Doorgaan Krelis. De emmer is nog niet vol.” 
    Krelis moest de emmer tot aan de rand vol maken. 
    “Zo Krelis en nu breng je die emmer met goudstukken eventjes naar mijn huisje. Of dacht je dat ik die alleen ging dragen ?” 
    “Wat ? Helemaal naar jouw huisje ? Midden in de nacht ?” riep de boer verschrikt. “Zeker Krelis. Daar zeg je ook nog tegen mij, dat ik altijd voor niets in mijn huisje mag blijven wonen. Of heb je liever dat ik je in een kikvors verander ?” dreigde de stem. 
    “Nee, nee, dat nooit,” zei Krelis snel. 
    Bevend en wit van schrik ging Krelis op weg met zijn zware emmer vol met goudstukken. De “brandende gezichten” gingen in een stoet achter hem aan. Ze wilden kijken of hij ook deed, wat hij beloofd had. Je kunt je wel voorstellen dat moeder Jaspers verbaasd opkeek. 
    Daar stond Krelis midden in de nacht met een emmer vol met goudstukken voor de deur. En hij beloofde ook nog dat ze altijd voor niks mocht blijven wonen. 
    Moeder Jaspers kon het maar niet geloven. 
    Lijkbleek keek Krelis nog een keer om. 
    Maar de “brandende gezichten” waren verdwenen. 
    Niet lang daarna lagen Sjengske en zijn vriendjes bij de grote eik krom van het lachen op de grond. 
    Ze hadden Krelis een mooie poets gebakken.


    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!