Morgen is het Beloken Pasen, de laatste der veertien dagen waarop men zijn paasplicht kan houden. Wie op deze dag de H. Tafel naderde werd een bloksleper of mulder genoemd. Men noemde die dag Mulderszondag omdat de mulders toen hun mesdag vierden en van de gelegenheid gebruikt maakte om hun Pasen te houden. Men noemde deze zondag ook Thomaszondag naar het evangelie dat gelezen werd in de mis. In Laken had er op deze dag een een jaarlijkse begankenis plaats naar Maria, Troosteres der Bedrukten. Dit heiligdom zou gesticht zijn door twee dochters van Lodewijk Germanicus, op de plaats waar hun broer Hugo in 882 in een veldslag tegen de Noormannen, tussen Laken en Schaarbeek geleverd, de dood vond en begraven werd. De zusters bouwden in de nabijheid een kluis, waar zij hun leven lang verbleven. Die kapel, aan Maria toegewijd, werd een bedevaartplaats waar zieken genezen werder, en bezetenen verlost. De toeloop werd weldra zo groot, dat men de kapel moest vergroten. Tot driemaal toe zagen de metsers hun werk afgebroken en besloten dan maar om er de wacht bij te houden. Plots zagen ze een schone vrouw, door een luistervolle glans omgeven, met een krans van twaalf sterren om het hoofd, vergezeld van twee maagden. Zij zegde aan de bewakers dat zij de H. Maagd was, en een zijden draad tonende, beduidde ze de afmeting van het nieuw heiligdom dat ze wenste te zien oprichten. Op Goede Vrijdag was de kerk voltrokken en Christus zelf kwam ze inwijden. De wonderbare draad werd zorgvuldig in een kristallen bus gesloten en in een zilveren kastje gezet. Tweemaal per jaar werd hij tentoongesteld : op O.L.Vrouw Hemelvaart en op Beloken Pasen. Getrouwde vrouwen kwamen er bewegen tot het verkrijgen van een gezonde kroost. Morgen geef ik dan weer een woordje uitleg over wie de H. Joris was, tot dan ?
|